In een officiële mededeling spreken de Speciale Rapporteur voor het recht op huisvesting en vier andere Speciale Rapporteurs van de Verenigde Naties hun zorgen uit over het woonbeleid in Rotterdam. Hieronder volgt een samenvatting van de mededeling. Lees hier ons persbericht.
De Speciale Rapporteurs uiten hun ernstige bezorgdheid over het Rotterdamse huisvestingsbeleid dat gericht is op het verminderen van het aantal betaalbare woningen, in een tijd van woningnood en hoge aantallen dak- en thuislozen in Rotterdam en Nederland. Op basis van signalen zijn de VN-Rapporteurs bezorgd dat het huidige woonbeleid van Rotterdam de verwezenlijking van het recht op adequate huisvesting ondermijnt.
Armoede en dakloosheid
Ze maken zich grote zorgen dat de vermindering van betaalbare huisvesting het risico op armoede en dakloosheid voor kwetsbare huishoudens verhoogt, vooral gezien het feit dat de gemeente Rotterdam er al niet in slaagt om dakloosheid uit te bannen (ondanks een VN-mededeling in 2019 over dakloosheid). Dakloosheid is een schending van de mensenrechten. Overheden zijn, volgens de internationale mensenrechtenwetgeving, verplicht om het essentiële minimum van het recht op adequate huisvesting te waarborgen.
Discriminatie
Een bijkomende zorg is dat, gegeven de bevolkingssamenstelling van Rotterdam-Zuid, de vermindering van de betaalbare woningvoorraad in dit gebied in effect leidt tot discriminatie van mensen met een migratieachtergrond.
De landelijke Wet Bijzondere Maatregelen Grootstedelijke Problemen (‘Rotterdamwet’), met name de artikelen 8 en 10, heeft discriminerende eigenschappen, omdat het mensen uitsluit van huisvesting op basis van klasse (inkomensbron) en herkomst (migratieachtergrond), aldus de VN-Rapporteurs. De Rotterdamwet beperkt de toegang tot huisvesting voor aangewezen groepen, met discriminatie tot gevolg.
NPRZ en Woonvisie
De VN-Rapporteurs gaan in hun brief in op de beleidskaders voor het Rotterdamse woonbeleid. Het Nationaal Programma Rotterdam Zuid (NPRZ) beoogt een afname van duizenden betaalbare woningen die worden vervangen door vooral duurdere woningen. De Woonvisie Rotterdam 2030 heeft als doel de betaalbare woningvoorraad met 13.500 woningen te verminderen en tegelijkertijd het aantal woningen in de midden-, hogere en topsegmenten te vergroten.
De VN-Rapporteurs vrezen dat veel mensen met een laag inkomen, waaronder mensen met een migratieachtergrond, zullen moeten verhuizen uit de stad. Het besluit van de gemeente om de voorraad betaalbare woningen te verkleinen is gebaseerd op de veronderstelling dat de voorraad groter is dan het aantal huishoudens dat in aanmerking komt voor sociale huur; dit uitgangspunt wordt echter betwist en er is gewaarschuwd voor een tekort aan 9.000 betaalbare woningen voor degenen die in aanmerking komen voor sociale huisvesting in Rotterdam.
Bovendien zijn bewoners niet betrokken geweest bij de planning en besluitvorming over herstructurering, renovatie en sloop. Daarnaast is hun recht op terugkeer naar hun buurt niet gegarandeerd, wat zal leiden tot ontwrichting en verlies van sociale netwerken voor huishoudens die al kwetsbaar zijn vanwege een laag inkomen of armoede.
Tweebosbuurt
Daarnaast is de betrokkenheid van de gemeente bij de transformatie van de Tweebosbuurt, Afrikaanderwijk, mogelijk een schending van het mensenrecht op adequate huisvesting en andere mensenrechten. Zonder overleg met de bewoners is besloten om een hele wijk te slopen. Dit resulteert in gedwongen uitzettingen die de woonzekerheid, die alle personen zouden moeten hebben, aantast. Hierdoor wordt het recht op adequate huisvesting geschonden.
Het recht op adequate huisvesting is vastgelegd in zowel nationale wetgeving als internationale mensenrechtenwetgeving (verplichtingen die voortvloeien uit het IVESCR, ICERD en het IVBPR, verdragen die zijn geratificeerd door Nederland, en de UN Basic Principles and Guidelines on Development-based Evictions and Displacement).
Huurders hebben ook onvoldoende ondersteuning gekregen bij het vinden van alternatieve betaalbare woonruimte en kregen geen recht op terugkeer naar hun buurt. Het verlenen van een urgentiestatus voor andere woningen biedt volgens de VN-Rapporteurs onvoldoende ondersteuning, gezien het tekort aan betaalbare woningen in Rotterdam en aangrenzende gemeenten. Bovendien is er onvoldoende steun geweest voor bewoners die het risico lopen te worden gemarginaliseerd.
Vestia
Woningcorporatie Vestia heeft volgens de VN-Rapporteurs mogelijk huurovereenkomsten opgezegd op oneigenlijke gronden, zoals het beroep op dringend eigen gebruik en de financiële voordelen voor Vestia voortvloeiend uit de kortingsregeling voor de verhuurdersheffing, zoals reeds door de rechter is vastgesteld (ECLI:NL:RBROT:2020:125). Mogelijk heeft ook de financiële situatie van Vestia een rol gespeeld.
Bewoners in de Tweebosbuurt zijn niet betrokken bij de planning en besluitvorming over hun buurt, noch werden zij geraadpleegd over hun herhuisvesting, terwijl verhuurders op grond van de ‘Wet overleg huurders verhuurders’ verplicht zijn om in overleg te treden. Bewoners werden bovendien geïnformeerd dat hun huizen zouden worden gesloopt, terwijl een formele beslissing van de gemeenteraad nog in afwachting was.
Opschorten herstructureringsplannen
Volgens de VN-Rapporteurs hebben vergelijkbare problemen rondom zeggenschap en ondersteuning zich voorgedaan in de Wielewaal, Patrimonium’s hof, HKT-blok, Carnisse en Gerdesia-midden.
De Speciale Rapporteurs roepen de Nederlandse regering op om direct te stoppen met huisuitzettingen, in het licht van de Covid-19-pandemie. Ze vragen de regering om meer informatie te geven over een aantal kwesties op het gebied van huisvestingsbeleid waarover zij bezorgdheid hebben geuit.
In afwachting van een antwoord dringen de Speciale Rapporteurs erop aan dat de uitvoering van maatregelen die leiden tot vermeende schendingen van de mensenrechten worden opgeschort. Als na onderzoek blijkt dat de inderdaad sprake is van schending van mensenrechten, dan moeten de slachtoffers voldoende worden gecompenseerd.
—
De mededeling is afkomstig van de Speciale Rapporteur voor adequate huisvesting in relatie tot het recht op een behoorlijke levensstandaard en het recht op non-discriminatie in deze context, de Speciale Rapporteur voor het recht op ontwikkeling, de Speciale Rapporteur voor de mensenrechten van migranten, en de Speciale Rapporteur voor extreme armoede en mensenrechten.
De volledige brief van de VN-Rapporteurs is hier te downloaden (opent in pdf).