Het betere plan voor wonen in Rotterdam

Categorie: Algemeen Pagina 1 van 7

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald

Een tot nu toe weinig gangbare (tegel)wijsheid In Rotterdam. Illustratie Nienke Terpsma

Op 21 februari 2024 publiceerde journalistiek platform Vers Beton het artikel ‘Nieuwbouwplannen verscheuren de Pompenburgflat’. Journalisten van Onderzoekscollectief Spit spraken met alle betrokken partijen en externe deskundigen over de ontwikkeling van het ontwikkelingsproject Rise aan het Hofplein.
Naar aanleiding van dit artikel stuurden Recht op de Stad en Bewonerscommissie Behoud Pompenburg opnieuw een brandbrief aan woningcorporatie Havensteder en haar toezichthouders, waarin zij hen verzoeken om de risico’s op het gebied van verlies van maatschappelijk en volkshuisvestelijk vermogen, sociale en ecologische welvaart en aantasting van het mensenrecht op adequate huisvesting, te onderzoeken en het sloopbesluit omtrent de Pompenburgflat te herzien.

Aan het Hofplein wordt het bouwproject Rise gerealiseerd. Onderdeel van dit project is de hoogste woontoren van Europa. De Pompenburgflat (gebouwd door architect Carel Weeber) moet daarvoor worden gesloopt. Volgens experts kleven er veel economische en technische risico’s aan het project, dat bovendien veel minder betaalbare woningen oplevert dan wordt beweerd.

Om de bouw mogelijk te maken, voeren Havensteder en de gemeente als argument aan dat er veel vraag is naar nieuwe woningen. Van een werkelijk sociale missie is echter geen sprake. Het uiteindelijke ontwerp van Rise lijkt vooral ingegeven door de stedenbouwkundige wens om het Hofplein een make-over te geven én Rotterdam verder op de kaart te zetten als hoogbouwstad. Dit blijkt uit de overheidsstukken die zijn opgevraagd via de WOO.  

De bouw van Rise wordt door de markt als zeer risicovol gezien. De ervaring met dit soort megahoogbouw is in Nederland schaars (en dus duur), terwijl de markt voor dure appartementen verzadigd lijkt. 

Het artikel in Vers Beton speelt ook in op de benarde positie van bewoners die bloot staan aan een murw-beukend communicatieproces, manipulatie met feiten en de conclusie dat betrokken partijen een maatschappelijke wanprestatie dreigen te gaan leveren met het uitvoeren van project Rise.

Ernstige schade is al geleden: de ooit zo harmonieuze sfeer in de karakteristieke Pompenburgflat heeft de laatste jaren plaats gemaakt voor afstand en onderling wantrouwen tussen de bewoners.

Naar aanleiding van dit artikel heeft Recht op de Stad in samenspraak met de Bewonerscommissie Behoud Pompenburg, opnieuw brandbrieven gestuurd aan Havensteder en haar toezichthouders, waarin wij hen confronteren met de financiële en technische risico’s van sloop-nieuwbouw en de enorme milieu- en klimaatschade die dat tot gevolg heeft.
Ook vragen wij Havensteder en haar toezichthouders goed te kijken naar het volkshuisvestelijke belang en hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het mensenrecht op adequate huisvesting. Naar onze mening zijn de volkshuisvesting en het recht op huisvesting niet gediend met sloop van de Pompenburgflat.
In de brief pleiten wij voor minder ingrijpende alternatieven die beschikbaar zijn om bij het Hofplein woningen toe te voegen in het bestaande gebouwencomplex. Die alternatieven leveren tijdwinst op en creëren aanmerkelijk betere uitgangspunten voor vergroening en verduurzaming.

Behoud van maatschappelijke en cultuurhistorische waarden, transformatie en verrijking van bestaande bouw, zouden uitgangspunten moeten zijn bij stedelijke vernieuwing.

Belangrijk in deze context is de verantwoordelijkheid die de woningcorporatie heeft binnen haar maatschappelijke taak. Vernietiging van 226 kwalitatief goede sociale huurwoningen met energielabel A, maatschappelijk vastgoed ter waarde van 60-70 miljoen euro, valt niet te rijmen met de woon- en klimaatcrisis.
Ook voor de gemeente Rotterdam zou de huidige norm in bouwen moeten zijn dat er alleen wordt gesloopt als dat absoluut noodzakelijk is. Behoud van maatschappelijke en cultuurhistorische waarden, transformatie en verrijking van bestaande bouw, zouden uitgangspunten moeten zijn bij stedelijke vernieuwing.

Zeker na de ‘geleerde lessen’ uit het voor veel bewoners traumatiserende drama als gevolg van de overhaaste sloop van de Tweebosbuurt. De VN-rapporteur voor het recht op adequate huisvesting waarschuwde destijds voor schending van het recht op adequate huisvesting en andere rechten door het Rotterdamse woonbeleid. In december deed VN-rapporteur Balakrishnan Rajagopal opnieuw onderzoek in Nederland en bezocht hij onder andere de Pompenburgflat. Op 28 februari  werd zijn rapport  door de VN gepubliceerd. De conclusies daarin zijn stuitend: de woningnood en de negatieve gevolgen daarvan zijn een direct gevolg van beleid.
Met Rise kiest de gemeente echter opnieuw voor sloop van sociale huurwoningen, sloop van een gemeenschap en een onaanvaardbare traumatiserende inbreuk op het thuis en de levenssfeer van honderden Rotterdammers.

Deze oproep aan Havensteder en haar toezichthouders wordt ondersteund door Stichting Rotterdam Natuurlijk!, Extinction Rebellion Rotterdam, Bond Precaire Woonvormen Rotterdam en Woonopstand.

 

Verder lezen
In de afgelopen jaren werd er veelvuldig gepubliceerd over het project Rise, de Pompenburgflat, de impact van sloop en een veranderende visie op stedelijke vernieuwing. Hier een beknopt overzicht van opinies, onderzoek en adviezen. Raadpleeg ook Verdieping op deze site.

Bram Logger, Parcival Weijnen (2024, 21 februari). Nieuwbouwplannen verscheuren de Pompenburgflat. Vers Beton.

Anton Slotboom (2024, 30 januari). Rotterdam gaat de hoogte in, maar voor wie? ‘Deze skyline is een staafdiagram voor ongelijkheid.’ Trouw.

De 22e eeuw begint nu : zestien adviezen voor een waardevolle leefomgeving : ‘het hoeft niet groter en meer, het moet anders en beter’ (2023, augustus). College van Rijksadviseurs. PDF. Advies 11: sloop als het echt niet anders kan.

Kirsten Hannema (2023, 14 maart). Hoe bouw je een betere stad? Niet door te slopen, maar door slim te verbouwen. Volkskrant.

Iffet Subaşı (2023, 28 februari). Havensteder hakt knoop door: Pompenburgflat wordt definitief gesloopt voor luxe hoogbouw. AD.

Peter Hendriks (2023, 10 januari). De Rotterdamse Pompenburgflat moet wijken voor wolkenkrabbers. Follow the Money.

Peter Groenendijk (2022, 21 december). Dit woongebouw in hartje Rotterdam moet wijken voor mega-hoogbouw: ‘We schrokken ons kapot’. AD.

Frank de Kruif (2022, 16 december). Hoe bouwen we verder/hoger zonder mensen weg te jagen?. NRC.

Joosje van Geest (2022, 17 november). Behoud de Pompenburgflat als beeldbepalend erfgoed van na 1965. Vers Beton.

Antti Liukku (2022, 9 september) Er is weinig behoefte aan luxe en dure woningen, toch worden ze massaal gebouwd in Rotterdam. AD.

Peter Hendriks (2022, 28 augustus). Hoogleraar renovatie: ‘jaarlijks duizenden goede woningen slopen in ruil voor nieuwbouw is idioot’. Follow the Money. Volgens André Thomsen kun je de levensduur van woningen met een goede aanpak eindeloos rekken. Hij pleit daarom voor een moratorium op sloop.

Kirsten Hannema (2022, 26 mei). De torens in Rotterdam worden talrijker en nóg hoger. Wat doet dat met het leefklimaat? Volkskrant.

Frank de Kruif (2022, 9 november). Vooral de dure woningbouw loopt vast in Rotterdam. NRC.

Jasper Monster (2021, 11 oktober). Hoe hoger de wolkenkrabber, hoe groter de schade voor het milieu. Gebiedsontwikkeling.nu.

Antti Liukku (2021, 6 oktober). Extra sociale woningen in controversiële hoogbouw aan het Hofplein. AD.

Angelique Mulders (2021, 3 januari). Powerhouse Company ontwerpt hoogste toren van de stad – die van 250 meter aan het Hofplein. AD.

Frank de Kruif (2022, 27 januari). De niet-aflatende strijd tegen de sloop van de Pompenburgflat in het centrum van Rotterdam. NRC.

Antti Liukku (2019, 16 oktober). Skyline Rotterdam nog hoger: voor één project moet zelfs een sociaal woonblok wijken. AD.

Ronald Rovers (2019, 18 mei). Hoogbouw: nergens goed voor. Visies, concepten en verkenningen mbt volhoudbaarheid. Link.

Eppo König (2018, 15 november). College Rotterdam wil meer hoogbouw. NRC.

Geert Maarse (2016, 24 november). Jaagt Rotterdam de armen weg?. Erasmus Magazine.

Sara Klaverdijk (2016, 5 november). Rotterdam sloopt huizen en sociale cohesie in een moeite door. Sociale Vraagstukken.

Marcel van Engelen (2015, 31 oktober) Gentrificatie: nu is Rotterdam aan de beurt. VN.

Paul Groenendijk. Wederafbraak. Platform wederopbouw Rotterdam.

Rise. Rotterdam Natuurlijk!.

Woongebouw Pompenburg. Post 65 Rotterdam.

 

De nieuwe Rotterdamse Woonvisie

Demonstrant voor de entree van het Rotterdamse stadhuis. Foto Joke Schot.

Op 14 maart nam de gemeenteraad de nieuwe Woonvisie aan. Dat is slecht nieuws voor de meeste Rotterdammers en daarmee een gemiste kans om de woon/betaalbaarheidscrisis op te lossen. De enorme wachtlijsten voor sociale huurwoningen zullen nog langer worden, en daardoor de huurprijzen in de particuliere sector nog hoger.

Joke van der Zwaard

Onder het nieuwe motto ‘wijken voor iedereen’, handig gepikt van de critici van het Rotterdamse woonbeleid, schemert het oude motto ‘wijken in balans’ door; en de staande praktijk om wel sociale huurwoningen weg te halen maar ze niet ergens anders bij te bouwen.

En krijgen bewoners wat te zeggen? Nauwelijks, mooie woorden over ‘samen’ maar standvastige onwil om dat ook mogelijk te maken. Voor de 86.000 actieve woningzoekers in Rotterdam, plus de vele zichtbare en onzichtbare daklozen biedt deze Woonvisie geen enkel perspectief.

Recht op de Stad en alle andere organisaties die zich hebben ingezet voor een beter en socialer woonbeleid in Rotterdam, zijn teleurgesteld en boos. Lichtpuntje: mensen en organisaties hebben elkaar ook gevonden rondom de kwestie van de volkshuisvesting. Daar zal Rotterdam het de komende tijd van moeten hebben.

Het grote tekort aan betaalbare woningen wordt bewust niet opgelost
Laten we beginnen met het goede nieuws: in de nieuwe Woonvisie staat niet meer dat 20.000 sociale huurwoningen moeten verdwijnen uit Rotterdam; het aantal moet ‘op peil’ blijven. Echter, er zijn nu al 86.000 actieve woningzoekers in de sociale huursector, de gemiddelde wachttijd is 5,5 jaar. En dat is niet zo gek: 61% van de Rotterdammers heeft een inkomen van maximaal 50.000 euro, terwijl slechts 37,7% van het huidige woningvoorraad in het sociale segment valt.

De wethouder komt uit op iets minder dan 50%, maar zij rekent dan ook 10% van de woningen in de vrije sector mee. Woningcorporaties en diverse partijen protesteerden tegen deze verbreding van de definitie van ‘sociale huurwoningen’, want er is geen enkele greep op de huurprijzen en op de woningtoewijzing van deze woningen. Om die kritiek te omzeilen staat er ‘potentiële sociale huurwoningen’, maar intussen worden ze wel meegerekend als sociale huurwoningen.

Door de Woonvisie aan te nemen koos een meerderheid van de gemeenteraad om niets aan deze wooncrisis c.q. betaalbaarheidscrisis te doen. En erger nog. Omdat de bevolking van Rotterdam de komende jaren blijft groeien, ook met mensen die minder dan 50.000 euro per jaar verdienen, zal dat probleem alleen maar groter worden. Omdat mensen noodgedwongen uitwijken naar de particuliere huursector zullen daar de huren nog meer stijgen.

Op dit moment is 85% van de particuliere huurwoningen in Rotterdam € 190 te duur, uitgaande van een betaalbare huurquote van 30%, zo rekende Sanne van Manen van het Platform voor de Woonopgave ons voor tijdens het ‘Stadsgesprek Betaalbaar Wonen’ op 7 maart. Let wel, zei ze erbij: als mensen te veel huur moeten betalen, kunnen ze minder uitgeven aan andere zaken en geen vrijwilligerswerk of andere bezigheden ten nutte van de samenleving doen.

Minister de Jonge had voor die dure particuliere huurwoningen iets bedacht: met de nieuwe wet ‘betaalbare huren’ wilde hij de huren tussen 880 en 1150 euro reguleren met een puntensysteem om de huurprijs te bepalen, aansluitend op het puntensysteem in de sociale sector. Door succesvol lobbywerk van de huisjesmelkers is die wet – al voordat hij aan de Tweede Kamer werd aangeboden – zo aangepast dat huizen makkelijk boven de reguleringsgrens kunnen vallen.

Het hardnekkige vertrouwen in de markt
Wethouder Zeegers hamert net als haar voorganger Curvers op woningaanbod voor de middeninkomens en rekent of hoopt daarvoor op ‘de markt’. Zij weet zich daarbij ondersteund door haar eigen partij D’66, maar vooral door de VVD. Dezelfde partijen die de 150% verhoging van de grondprijs voor de woningcorporaties op slinkse wijze door de gemeenteraad sleepten en daarmee voorkwamen dat er over deze kwestie kon worden ingesproken.

Volgens de VVD-woordvoerder voor wonen bouwt de markt in principe geen onbetaalbare woningen en is de woningnood onder mensen met een midden en hoog inkomen net zo groot als die onder de groep die aangewezen is op een sociale huurwoning. Dat zal dan snel opgelost zijn, want van het huidige woningaanbod in Rotterdam is 9% sociaal, 47% midden en 44% hoog en topsegment; de verdeling van inkomensgroepen is 61% tot € 50.000, 12% midden en 27% hoog.

Het is dus niet zo gek dat die dure woningen veel mensen van buiten Rotterdam aantrekken; en dan nog staat 10% leeg. VVD-ers zijn nu eenmaal niet zo betrouwbaar als het om cijfers gaat. Denk aan de zogenaamde ‘duizenden’ nareizigers van asielzoekers waarop de VVD kabinet Rutte IV liet vallen.

Wie zijn de ‘dragers van Rotterdam’?
In de gemeenteraad stemden VVD, D66, Leefbaar Rotterdam, DENK, CDA en FvD voor de Woonvisie. De VVD was de meest uitgesproken verdediger. De redenering van de woordvoerder woonzaken gaat zo: “Rotterdam heeft al extreem veel sociale huurwoningen en die hebben een aanzuigende werking op mensen met een laag inkomen, terwijl de mensen die succes hebben in het leven noodgedwongen naar Lansingerland verhuizen. Zo raken wij de ‘dragers van Rotterdam’ kwijt.”

Bij de dragers van Rotterdam horen volgens deze VVD-er dus niet de mensen die zijn huis en kantoor schoonmaken, die zijn maaltijd bezorgen en zijn pilsje tappen, de tomaten voor zijn spaghetti bolognese plukken, de kabels trekken voor zijn internetverbinding, zijn oude oma dagelijks helpen met haar steunkousen of saxofoon spelen in zijn favoriete jazzband. Of – niet te vergeten – zijn auto repareren. De VVD-ers in de commissie Bouwen en Wonen maakten zich drukker om parkeerplekken dan om betaalbare woningen.

De D66-fractie liet de verdediging van de Woonvisie aan de wethouder over. Desgevraagd zei de woordvoerder wonen van deze partij dat we tevreden moeten zijn met het schrappen van de eerdere plannen om het aantal sociale huurwoningen te verminderen. Alsof betaalbare woningen een soort aalmoesjes zijn voor het gewone volk.

Riskant kiezersbedrog
Leefbaar Rotterdam en DENK konden niet uitleggen waarom ze de voorstellen om te zorgen voor meer betaalbare woningen in Rotterdam niet ondersteunden. Dat is ook niet uit te leggen als je bedenkt wie hun kiezers zijn en wat hen is beloofd. Kiezersbedrog heet dat. Ondermijning van de democratie, kan je het ook noemen, want dit soort gedraai zet het toch al geringe vertrouwen in ‘de politiek’ op het spel. ‘Ze doen toch wat ze willen’ hoorden de mensen van Recht op de Stad vaak toen ze op de markten flyers uitdeelden met de oproep om (bewust) te gaan stemmen.

Uit de dramatisch lage opkomstcijfers bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen bleek hoe breed dat gevoel gedragen wordt in de wijken met veel bestaans- en woononzekerheid. De betekenis en het risico daarvan is bij de politici van DENK en Leefbaar Rotterdam blijkbaar niet doorgedrongen.

GroenLinks, Volt, Partij voor de Dieren, Bij1, 50Plus, CU, CDA en SP dienden tevergeefs een hele hoop moties in om het aantal betaalbare woningen in Rotterdam te vergroten; en daarmee ook iets te doen aan het probleem van de dakloosheid. Uiteindelijk bleef hen niets anders over dan tegen de Woonvisie te stemmen. Alleen het CDA deed dat niet. De Woonvisie werd aangenomen met 27 stemmen voor en 18 tegen.

‘Wijken in balans’ in een ander jasje
In de nieuwe Wijkvisie is ‘Wijken in balans’ vervangen door ‘Wijken voor iedereen’, de actieleus van protesterende bewonersgroepen en Recht op de Stad. Helaas is de intentie van de leus niet meegenomen. Het verhaal over de ‘leefbare, vitale en veerkrachtige’ wijken leunt sterk op het idee van ‘gemengde wijken. Net zoals in de vorige Woonvisie wordt dat idee naar twee kanten uitgelegd: meer dure woningen in wijken met veel sociale huurwoningen en meer sociale huurwoningen in wijken met veel dure woningen.

Tijdens de inspraakronde wezen de gezamenlijke woningcorporaties er op dat zo’n ambitie mooi staat op papier, maar dat we inmiddels weten dat het niet of nauwelijks lukt om sociale huurwoningen in de dure wijken te bouwen. Ontwikkelaars gaan daar altijd aan de haal met de grond en de opdrachten. Dus wilden ze laten vastleggen dat er gezien de lange wachtlijsten in de ‘armere’ wijken geen sociale huurwoningen mogen verdwijnen. Ook dit voorstel kreeg een negatief advies van de wethouder.

In de Woonvisie staat dat onderzocht wordt of het mogelijk is om sociale stijgers voorrang te geven bij nieuwbouwprojecten in hun wijk, zodat ‘bewoners binding behouden met hun eigen wijk’. Tegelijkertijd wordt er door de hele tekst heen een tegenstelling gemaakt tussen huidige en toekomstige bewoners. Wie zijn die toekomstige bewoners, die ook mee moeten kunnen beslissen over de toekomst van de wijk?

Niet de sociale stijgers dus, want dat zijn huidige bewoners. Ook niet de ouderen die naar een geschiktere woning willen verhuizen en hun sociale netwerk willen behouden. Ook niet de kinderen van de bewoners die eindelijk op zichzelf willen wonen. Of de kamerbewoners. Of de bewoners die nu in een voor hen veel te dure huis wonen. Zouden ze de daklozen en alle ‘urgenten’ een stem willen geven. Ik vrees van niet.

Het protest van bewoners van de Wielewaal heeft al verschillende BWB-wethouders doorstaan. Foto Joke Schot.

Ik lees hier eerder het oude idee van de ‘sterke schouders’: de import van welgesteldere en theoretisch opgeleide bewoners in wijken met veel sociale woningbouw, in. De mensen die volgens de vorige Woonvisie het sociale cement van de wijk zijn; en die veel lijken op wat de VVD de ‘dragers van de stad’ noemt. Ofwel: ‘toekomstige bewoners’ is bewust verhullend taalgebruik om het oude en omstreden beleid van ‘Wijken in balans’ door te kunnen zetten.

Over democratie gesproken
Twee jaar geleden liet de toenmalige wethouder weten dat hij werk ging maken van zeggenschap van bewoners. Geen Tweebosbuurt meer, maar stadsvernieuwing 2.0.

Van dat idee zie je weinig terug in de nieuwe Woonvisie. Ja er staat dat bewoners in een vroegtijdig stadium worden betrokken bij het maken van toekomstplannen voor de wijk. Tegelijkertijd staat in deze woonvisie niets over het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor bewoners om op een gelijkwaardig kennisniveau te kunnen overleggen en om daar zoveel mogelijk groepen bewoners bij te kunnen betrekken.

Zorgen voor huisvesting en professionele ondersteuning van bewonersorganisaties zit niet in deze plannen. Er staat iets over ‘benutten van bestaande overleggen’ maar desgevraagd weet de wethouder niet wat daarmee wordt bedoeld. In deze Woonvisie heeft zeggenschap niets met democratie te maken, ook niet met het idee dat bewoners iets te zeggen zouden kunnen hebben, dat ze nuttige kennis hebben; en dat je het met elkaar oneens kan zijn en daar dan uit moet proberen te komen.

Zeggenschap is in deze Woonvisie is puur instrumenteel, voor het uitvoeren van beleid. Als er problemen dreigen met bewoners dan zal de gemeente een bureau inhuren voor een informatie- en inspraaktraject.

In rijke wijken is dat niet nodig of nutteloos, want die weten de weg naar advocaten en de Raad van Staten wel te vinden; dat houd je toch niet tegen.

Zeggenschap is voor deze wethouder een beheersstrategie, een instrument om zich te verzekeren van draagvlak voor het gemeentebeleid. Bewoners mogen individueel hun mening geven in enquêtes en inloopinspraakavonden, maar zich vooral niet organiseren.

Ons als actieve, kritische en deskundige bewoners organiseren, gaan we de komende tijd natuurlijk toch doen. In de strijd voor een socialer, democratischer en effectiever woonbeleid zijn nieuwe kennisnetwerken en actiecoalities ontstaan. Daar zullen Rotterdam en alle mensen die een betaalbare woning nodig hebben het van moeten hebben.

De coalitiepartijen plus CDA en FvD hebben laten zien waar ze voor staan. Recht op de stad blijft opkomen voor de mensen die door dit rechtse beleid in de verdrukking komen. We gaan niet vijf jaar wachten op een nieuwe Woonvisie, maar blijven ruimte en medestanders zoeken voor de ontwikkeling en realisering van ideeën over hoe het ook anders, rechtvaardiger en socialer kan.

VN-rapporteur: Wooncrisis al decennia in de maak, vraagt nu om out-of-the-box-oplossingen

Balakrishnan Rajagopal en zijn VN-collega Mariya Stoyanova tijdens de persconferentie in Den Haag.

FOCUS OP WONEN ALS MENSENRECHT IN NEDERLAND
LONGREAD

De heer Balakrishnan Rajagopal, de speciale rapporteur voor het recht op huisvesting van de Verenigde Naties, deed van 10 t/m 21 december onderzoek in Nederland. Hij verbleef een aantal dagen in Rotterdam, waar hij de Tweebosbuurt en Pompenburgflat bezocht, en sprak met bewoners, maatschappelijke spelers, de gemeente en burgemeester Aboutaleb. Recht op de stad liep mee en doet verslag van de slotverklaring van de VN-rapporteur en van zijn bezoek aan Rotterdam.

Tijdens zijn werkbezoek aan Nederland verdiepte Rajagopal zich in verschillende aspecten van het woonbeleid en de wooncrisis. Zijn aandacht was onder andere gericht op sociale woonwijken, daklozenopvang, asielzoekers, tijdelijke huisvesting, arbeidsmigranten en slachtoffers van de aardbevingen in Groningen. Hij bezocht buurten en instanties in Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Groningen en Castricum, opvangcentra voor asielzoekers, daklozenopvangcentra, tijdelijke huisvesting en een woonwagenpark. Op alle locaties sprak hij met bewoners, politici, experts, het maatschappelijk middenveld en sociale bewegingen. Rajagopal signaleerde achterstanden en stigmatisering, en hij concludeert: ‘Nederland moet spoedig in de wet verankeren dat iedereen recht heeft op adequate huisvesting’.

Rajagopal is als hoogleraar Recht en Ontwikkeling verbonden aan de faculteit Stedenbouw en Planning aan het Massachussets Institute of Technology (MIT). In maart 2024 presenteert hij een volledig rapport over Nederland met aanbevelingen aan de VN-Mensenrechtenraad.

In een verklaring aan het slot van zijn werkbezoek aan Nederland op donderdag 21 december, gaf Rajagopal zijn voorlopige analyse van de huisvestingscrisis en de schending van mensenrechten.
‘Nederland kampt met een acute wooncrisis. Iedereen voelt de effecten daarvan, ongeacht of dat Nederlanders, migranten, asielzoekers of ongedocumenteerden zijn. Het is een misverstand dat de crisis wordt veroorzaakt door de toestroom van migranten. Er zijn geen data of andere bewijzen die dat aantonen’, aldus Rajagopal tijdens zijn persconferentie.

De grote problemen op de Nederlandse woningmarkt worden volgens hem juist veroorzaakt door verkeerde beleidskeuzes. De huidige wooncrisis ontwikkelt zich al enkele decennia doordat de overheid de markt de ruimte gaf in plaats van zelf te zorgen voor voldoende huizen. Kabinet-Rutte I nam zelfs het besluit om het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening af te schaffen. ‘De markt heeft echter eigen belangen en maakt zich niet druk over het recht op adequate huisvesting’, zei Rajagopal.

In onderstaande samenvatting zoomt Recht op de stad in op belangrijke punten in de slotverklaring. Daarna volgt ons verslag van zijn bezoek aan Rotterdam en de observaties die hij daar deed. De volledige tekst van de slotverklaring is te lezen in het Engels.
[zodra de Nederlandse vertaling beschikbaar is, plaatsen wij hier ook die link]

Samenvatting aanbevelingen

Volgens VN-Rapporteur Rajagopal komen de problemen met huisvesting in Nederland niet door migratie, maar ‘omdat huisvesting niet wordt erkend en beschermd als mensenrecht’.

  • Er is een noodzaak om het recht op adequate huisvesting voor iedereen vast te leggen in de Grondwet en in nationale wetten. Was dit al eerder gebeurd, dan was de huisvestingscrisis in Nederland niet zo groot geworden.
  • Rajagopal moedigt Nederland aan om het Facultatief Protocol bij het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten te ratificeren. De relevante commissie in Genève kan dan individuele klachten onderzoeken. Dat zal leiden tot een verbetering van de slagvaardigheid en inzichten van de rechterlijke macht in het mensenrecht op huisvesting in Nederland.
  • Hij benadrukt dat de wooncrisis niet alleen een woningentekort is, maar ook een gebrek aan betaalbaarheid van woningen. Maximale huren zijn te hoog en de regulering van huurcontracten is gebrekkig. Hij spoort Nederland aan om gemeenten meer bevoegdheden te geven om (lokale) huurplafonds en huurbescherming in te stellen.
  • Volgens Rajagopal is de minister voor volkshuisvesting Hugo de Jonge een goede richting in geslagen. Hij adviseert het nieuwe kabinet om die koers voort te zetten en de slagvaardigheid van het ministerie te vergroten.
  • Hij pleit er voor dat Nederland alle huisvestingstaken, inclusief de aanpak van dakloosheid, integreert in een nieuw ministerie van huisvesting, dat het faciliteert met toereikend budget.
  • Rajagopal maakt zich zorgen over de veelvuldige sloop van sociale huurwoningen. Dit zal de druk op de sociale huisvesting alleen maar vergroten en afbreuk doen aan de inspanningen om de woningvoorraad te vergroten. De sloop van structureel gezonde sociale huisvesting moet worden gestopt.
  • De doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie en stikstofbeleid moeten behaald worden. Vanwege de hoge CO2 uitstoot, moet er minder worden gesloopt, zei Rajagopal. Ook een nationaal beleid voor duurzaamheid van de bouwsector (wereldwijd veroorzaakt deze 37% van de CO2-uitstoot) is nodig. Dit alles moet afgestemd worden op het huisvestingsbeleid.
  • Met het oog op mogelijkheden voor woningbouw moedigt Rajagopal gemeenten aan om het gebruik van grondbanken of regelingen voor het poolen van grond te onderzoeken.
  • Rajagopal wil een wettelijke erkenning van gemeenschappelijk grondbezit, of ander openbaar, niet-publiek collectief eigendom of beheer van grond.
  • Wooncoöperaties zonder winstoogmerk moeten de mogelijkheid krijgen om woningen te ontwikkelen voor eigen gebruik.
  • Bij stedelijke vernieuwing (vaak sloop-nieuwbouw) constateert Rajagopal dat volledige gemeenschappen en sociale netwerken werden afgebroken, met psychische en andere effecten voor betrokken bewoners tot gevolg.
    Bewoners gaven aan geen zeggenschap te hebben in dit soort (plan)processen. Bovendien lijken wijken met een niet-westerse bevolkingssamenstelling onevenredig te worden getroffen door sloopbeleid. Onder andere doordat een niet-westerse samenstelling van de bevolking tot voor kort werd gebruikt als variabele bij het bepalen van de leefbaarheid van buurten (o.a. in de Leefbarometer 2.0). ‘Discriminatie hoeft niet de bedoeling te zijn van handelen, maar als het effect discriminerend is, dan is er nog steeds sprake van discriminatie’, zei Rajagopal hierover. Daarbij wees hij ook op een soortgelijk mechanisme bij de Rotterdamwet.
  • Rajagopal dringt er bij gemeenten en woningcorporaties op aan om bij stedelijke vernieuwing of herstructurering de communicatie en het overleg met bewoners in een vroeg stadium te intensiveren en hen volledige verantwoording en transparantie te garanderen.
  • Hij pleit er ook voor om de woningcorporaties onder onafhankelijk toezicht te plaatsen, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de functie van de Ombudsman.
  • Rajagopal moedigt lokale en centrale overheidsinstellingen aan om in gesprek te gaan met de vele sociale bewegingen die zijn ontstaan voor het recht op huisvesting en samen nieuw effectief beleid te ontwikkelen.
  • Hij zegt dat alle tijdelijke contracten dezelfde wettelijke bescherming moeten bieden als vaste huurcontracten, ook op het gebied van huisuitzettingen en bewoonbaarheid.
  • Antikraakconstructies (met de gebruikersovereenkomst) moeten onmiddellijk worden afgeschaft.
  • Kraken moet weer worden gedecriminaliseerd, vooral als het gaat om speculatief onroerend goed.
  • Het opvangsysteem voor dak- en thuislozen moet radicaal worden herzien en uitgebreid. Nachtopvang moet open zijn voor iedereen die in Nederland verblijft, ongeacht de verblijfsstatus van mensen en ongeacht de temperatuur in de nacht. Nederland zou moeten stoppen te spreken van ‘economisch daklozen’ en te werken met het concept ‘zeldredzaamheid’ waardoor mensen geen toegang meer hebben tot voorzieningen. Rajagopal dringt er ook op aan om Housing First beter te stimuleren en dak- en thuisloosheid te gaan tellen met het ETHOS light systeem, zodat ook verborgen groepen meegeteld gaan worden.
  • Gemeenten kennen verschillende praktijken die dakloosheid in feite criminaliseren. Deze praktijken moeten onmiddellijk worden stopgezet.
  • Rajagopal constateert dat arbeidsmigranten slecht worden gehuisvest, mede door verschrikkelijke arbeidscontracten die veel weg hebben van uitbuiting, waarbij migranten exorbitante bedragen moeten afstaan voor hun huisvesting, zorgverzekering, en zelfs vervoer van en naar de werkplek. Zodra een arbeidsmigrant ontslag neemt, ziek wordt of vragen stelt, is hij of zij vaak ook de woning kwijt. Rajagopal is hoogst verbaasd over het feit dat er 12.000 [van zulke] uitzendbureaus geregistreerd staan in Nederland en dat er geen instantie is die hen controleert.
  • In zijn slotverklaring zegt Rajagopal dat hij is geraakt door de jaren van onzekerheid, onveiligheid en angst die de mensen hebben ervaren die in het Groningse gaswinningsgebied wonen. De overheid moet dan ook niet alleen inzetten op materieel schadeherstel, maar ook op traumaverwerking en het weer opbouwen van de gemeenschappen die vernietigd zijn.
  • Rajagopal wenst dat alle vluchtelingen in Nederland zo behandeld zouden worden als de Oekraïners in eerste instantie. Hoewel ook Oekraïners kwetsbaar zijn, vanwege hun onzekere status.
  • De omstandigheden in de aanmeldcentra van het COA noemt Rajagopal ‘erbarmelijk’. Alles bij elkaar leidt het opvangsysteem voor asielzoekers momenteel tot ernstige schendingen van het recht op passende huisvesting en andere mensenrechten. Kinderen worden hierdoor disproportioneel getroffen. Hij doet een beroep op Nederland om zijn systemen op een andere manier in te richten, waardoor kinderen gedurende de procedure waarin over hun vluchtelingenstatus wordt besloten, zo min mogelijk worden overgeplaatst.
  • Voor woonwagenbewoners zijn er veel te weinig woonwagenterreinen ingericht. Bovendien moeten zij door een gebrek aan huurbescherming leven met het risico op ontruiming.
  • Met betrekking tot studentenhuisvesting zegt Rajagopal dat universiteiten niet meer studenten moeten aannemen dan er wooneenheden voor studenten beschikbaar zijn in het gebied van de universiteit.
  • Nederland moet de wettelijke verplichting instellen dat alle openbare gebouwen, sociale woningbouw, hotels, winkels en bedrijven, maar ook trottoirs en openbare ruimten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking.

Bezoek aan de Pompenburgflat (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met een bewoner van de Pompenburgflat.

Op donderdag 14 december bracht Balakrishnan Rajagopal een bezoek aan de Pompenburgflat, het sociale woongebouw aan het Hofplein in Rotterdam dat zou moeten wijken om plaats te maken voor drie hoge torens van projectontwikkelingsplan RISE. Hij bekeek het woongebouw en verschillende woningen en sprak met bewoners en leden van Recht op de stad.

Bij aankomst bij de Pompenburgflat vroeg de rapporteur allereerst aan de aanwezigen  waarom dit woongebouw gesloopt moest worden. Hij zag geen gebouw dat in slechte staat van onderhoud verkeerde. Hij constateerde dat de bezochte woningen groot en zonnig waren.

Aanwezigen gaven aan dat de bedoeling van de sloop vooral is om het gebied en de stad als geheel aantrekkelijker te maken voor mensen met hoge(re) inkomens. Dat verbaasde de rapporteur zeer. Hij vond het tevens onbegrijpelijk dat de flat gesloopt zou moeten worden, terwijl deze recent nog voor 3,2 miljoen euro is opgeknapt waarbij een klimaatbeheerssysteem met warmte-terugwinninginstallatie in de woningen is geplaatst.

Rajagopal toonde belangstelling voor de achtergronden van projectontwikkelingsplan RISE. De miljoeneninvestering van een vermogende familie voor de aankoop van twee kantoorpanden die projectontwikkelaar RedCompany heeft betrokken bij het plan RISE, vond Rajagopal zeer opmerkelijk. De verkoop van de grond door de gemeente aan woningcorporatie Havensteder en de overdracht van de Pompenburgflat aan RedCompany in een later stadium, had zijn belangstelling.

Over het feit dat bewoners het hele plan in oktober 2019 uit de krant hebben moeten vernemen en dat zij nu al vier jaar in onzekerheid leven, toonde hij zijn afkeur.

Bewoners kaartten bij Rajagopal aan dat rond hun terugverhuizing naar de sociale woontoren in het plan RISE, veel zaken nog onbekend zijn of niet zijn vastgelegd. Zoals over de servicekosten, die van grote invloed kunnen zijn op het wel of niet kunnen terugkeren van huidige bewoners.

Tevens gaven bewoners aan dat hun woningcorporatie Havensteder beloftes heeft gedaan, die nu niet nagekomen zullen worden. Zoals de belofte van gelijkwaardige vervangende woningen met gelijke huur in het centrum van Rotterdam voor bewoners die niet wensten mee te gaan in het RISE traject. De woningcorporatie is hier inmiddels op teruggekomen en heeft de bewoners medegedeeld dat zij vanwege de wooncrisis geen gelijkwaardige woningen in het centrum kan garanderen. Bij bewoners zorgt dit voor langdurige stress en onzekerheid, omdat zij binnen zo’n anderhalf jaar een gelijkwaardige woning moeten zien te vinden. Dat lijkt  in de huidige wooncrisis een onrealistische opgave.

Tijdens het gezamenlijke eindgesprek met alle aanwezigen werd aan de hand van voorbeelden uit de Pompenburgflat, doorgepraat over de betaalbaarheid van huurwoningen in Nederland en de toewijzingsregels. Die regels zijn vooral gebaseerd op het (bruto) inkomen en de kale huur, terwijl servicekosten en energielasten buiten beschouwing worden gelaten. Het verbaasde Rajagopal dat ouderen met AOW en een klein pensioen wel 60% van hun besteedbaar inkomen (maandelijks) kwijt kunnen zijn aan woonlasten. Hij plaatste vraagtekens bij het beleid dat mensen die meer gaan verdienen eigenlijk ook zouden moeten verhuizen naar (veel) duurdere huurwoningen in de vrije sector, met alle daaraan gekoppelde onzekerheden, zoals het wegvallen van woonzekerheid bij inkomensachteruitgang door ziekte, baanverlies of het overlijden van de partner.

Tijdens zijn persconferentie op 21 december blikte Rajagopal desgevraagd terug op zijn bezoek aan de Pompenburgflat en zei het volgende:
‘Ik heb de woningen in Pompenburg gezien. Ik heb ook gezien dat de woningen recent nog verduurzaamd zijn. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat een van de drie torens die gebouwd gaan worden sociale huurwoningen zal hebben.
In principe is een plan om sociale woningen te vervangen door nieuwe sociale woningen in overeenstemming met het mensenrechtelijk kader. Het proces is echter ook van belang. Er moet wel sprake zijn van behoorlijke participatie door de bewoners. Zij zouden bijvoorbeeld ook betrokken moeten worden bij het ontwerp. De open ruimte in de tuin van Pompenburg wordt zeer gewaardeerd door bewoners. Het nieuwe plan voorziet niet in zo’n open ruimte. Maar in principe hebben bewoners er wel recht op om dat terug te krijgen. Misschien zou het ontwerp daar nog op aangepast moeten worden.
Er is ook een alternatief voor het ontwikkelplan van dat gebied, waarin Pompenburg behouden blijft. Ja, het zou goed zijn als Rotterdam weer naar dat alternatief zou kijken.

Bezoek aan de Tweebosbuurt (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met bewoners van de Tweebosbuurt.

Op 14 december bezocht Rajagopal de Tweebosbuurt in Rotterdam, waar bijna 600 sociale huurwoningen zijn gesloopt. De sloop ging door, ondanks fel protest van de zittende bewoners en tal van deskundigen uit de regio en het land, en ondanks een kritisch officieel Comunique van Rajagopal en vier anderen Speciale Rapporteurs van de VN.

Veel bewoners zijn nog altijd getraumatiseerd door deze herstructurering en het emotionele verlies is voelbaar, constateerde Rajagopal tijdens zijn bezoek. (Oud) bewoners vertelden hem wat zij hebben meegemaakt en hoe hun gemeenschap in rap tempo uiteen werd geslagen na aankondiging van de grootschalige sloopplannen door Vestia en de gemeente. Heel wat Tweebosbuurtbewoners werden geherhuisvest in een minder goede woning dan de woning die zij gedwongen moesten verlaten. Sommigen van hen verloren investeringen die zij soms zeer recent in hun huis hadden gedaan, want eerder had Vestia herhaaldelijk ontkend dat er sloopplannen waren.

Kinderen werden niet alleen gedwongen te verhuizen, maar daardoor ook naar een andere school te gaan. Tenzij ouders het voor elkaar kregen (financieel, qua tijd) om dagelijks te reizen naar de school in de Tweebosbuurt. Ouders gaven aan dat hun kinderen moeilijk konden wennen in de nieuwe wijk en hun oude buurtgenootjes bleven missen.

De manier waarop er met bewoners werd omgesprongen, typeerden bewoners zelf als ‘onmenselijk’. Het proces was niet-transparant en bewoners werden door Vestia onder hoge druk gezet om de huuropzegging of een andere woning zo snel mogelijk te accepteren. Bewoners die bleven, kregen te maken met intimidatie door een beveiligingsbedrijf dat Vestia had ingezet. Ook was er intimidatie door een aantal grootschalige ontruimingsoperaties, waarbij er de eerste keer tientallen ME-ers en de laatste keer tweehonderd ME-ers werden ingezet om een handjevol krakers te ontruimen, die echter hadden aangegeven vrijwillig te zullen vertrekken.

Bewoners die bleven kregen ook te maken met juridische intimidatie. De laatste bewoners werden er met spoedprocedures uitgezet, nog voordat een bodemprocedure was doorlopen. De herinneringen aan de vele gebeurtenissen in de Tweebosbuurt gedurende de herstructurering bracht meerdere bewoners, bijna zes  jaar later, in tranen.

Rajagopal gaf aan zeer geraakt te zijn door deze verhalen. ‘Het is niet in orde dat mensen nog steeds in tranen zijn over deze gebeurtenissen’, zei Rajagopal tijdens zijn persconferentie. Hij riep de gemeente Rotterdam en burgemeester Aboutaleb op om toenadering te zoeken tot de (oud) Tweebosbuurtbewoners en hen te helpen verder te komen. ‘Aboutaleb leek daaraan toegewijd’, zei Rajagopal.

Omdat de gemeente Rotterdam kampt met een tekort aan grond om te bouwen, zijn er in Rotterdam alternatieve oplossingen nodig, zo reflecteerde Rajagopal naar aanleiding van de Tweebosbuurt. Bijvoorbeeld: wooncoöperaties zouden gestimuleerd kunnen worden, maar in Rotterdam ontbreekt het aan effectieve regelgeving en financiën daarvoor. ‘Bij burgemeester Aboutaleb heb ik er op aangedrongen dat dit het juiste moment is om in te zetten op out-of-the-box-oplossingen, zei Rajagopal.

Bezoek aan de Pauluskerk: gesprek met maatschappelijke spelers

In de Rotterdamse Pauluskerk sprak Rajagopal uitgebreid met medewerkers en bezoekers van de Pauluskerk. Op vrijdag 15 december ontmoette hij er ook diverse instanties, (huurders)organisaties en (actie)groepen voor een gesprek over huisvesting in Rotterdam. Aanwezig waren:
Pauluskerk, Kansfonds, Stichting ontmoeting, BPW Rotterdam, Federatie Huurders in de commerciële sector, Stichting Barka, Basisberaad, Housing first, Huurteam Rotterdam, Alliantie Tante Sjaar, Sociaal Advocaten Rotterdam, Gemeenschappelijk Overleg Huurdersorganisaties Rotterdam (GOH), Socialisten 010, Recht op de stad, Woonopstand, Stad in de maak, FNV Lokaal.

Gedurende het gesprek over tal van problemen op het gebied van huisvesting voor diverse groepen in Rotterdam, stelde Mr. Rajagopal veel verdiepende vragen. Uiteindelijk vroeg hij alle aanwezigen om onze aanbevelingen aan hem op een rij te zetten. Vanuit Recht op de stad hebben we input verzameld en een aanbevelingenlijst opgesteld.

Mr. Rajagopal kreeg na afloop vanuit de Wielewaal het visieplan Woonhof Wielewaal aangereikt. De rapporteur benadrukte dat het heel belangrijk is dat bewoners zelf (alternatieve) plannen maken voor hun wijk en dat deze meegenomen moeten worden in ontwikkelingen van een wijk.

Wij plaatsen hier nog een link naar de aanbevelingenlijst vanuit de Rotterdamse maatschappelijke spelers aan de VN-rapporteur in het Engels en het Nederlands.

Woonhof Wielewaal, opmaat voor de zelfredzame wijk

Onlangs nam de Tweede Kamer het initiatief om zich te laten informeren over alternatieve oplossingen voor de woningnood. Daartoe organiseerde de Commissie voor Binnenlandse Zaken het Rondetafelgesprek Wooncoöperaties. Elf sprekers waren op woensdag 11 oktober uitgenodigd om toelichting te komen geven op hun perspectieven voor de volkshuisvesting. Onder hen waren de Rotterdammers Arie Lengkeek en Wil de Ben*, beiden aangesloten bij Recht op de Stad.

In dit nieuwsbericht wordt het visieplan ‘Woonhof Wielewaal’ toegelicht. Daarnaast wordt nog eens benadrukt dat gentrificatie maatschappelijke ontwrichting in de hand werkt en leidt tot verpaupering, terwijl er vele goede alternatieven voorhanden zijn die de wooncrisis kunnen herleiden tot een rechtvaardige maatschappelijk agenda met hanteerbare oplossingen.


Woonhof Wielewaal – visieplan (oktober 2023)

Bewoners van tuindorp Wielewaal verzetten zich al jaren tegen de geforceerde teloorgang van hun geliefde wijk. Zij ondervinden de effecten van gentrificatie aan den lijve, nu de wijk gedeeltelijk is gesloopt en zij nieuwbouw zien verrijzen die de wijk verandert in een gated community.
Contact met woningcorporatie Woonstad en de Gemeente was in al die jaren slechts mogelijk via de rechter. Van enige vorm van overleg en zeggenschap is nooit sprake geweest. Een stap naar het Rijk biedt nieuwe kansen.

Gentrificatiebeleid is destructief en versplintert maatschappelijke waarden. Toenemende welvaartsdrang wordt niet alleen ten onechte vertaald naar woningnood, maar is tevens medeveroorzaker van het zorginfarct.
Een omvangrijke groep mensen verschanst zich als vanzelfsprekend in luxueuze paleizen en laat lichaam en geest op talloze manieren verbouwen en renoveren. Gelijktijdig roepen projectontwikkelaars dat het bouwen van sociale woningen geen rendement oplevert en weten zorgmanagers niet meer waar ze goed gekwalificeerd personeel vandaan moeten halen. Voeg daarbij dat marktwerking in wonen en zorg, en eisen van zorgverzekeraars, hebben geleid tot een commerciële bureaucratie die zijn weerga niet kent.

In de afgelopen jaren is er door de ontvolking van Wielewaal, voor de achterblijvende bewoners een confronterende uitdaging ontstaan. De bewonersorganisatie van de Wielewaalers staat al zo’n tien jaar in contact met eigen adviseurs en zijn goed ingevoerd op het terrein van bouw, financiering en beheer. Vanuit dat perspectief werd de ontvolking herkend als een nieuwe inspiratiebron. Dat heeft ertoe geleid dat het wegvallen van de vertrouwde woonomgeving en de sociale cohesie, kon worden gedetecteerd als een vermijdbaar lokaal woon-zorginfarct. Dat inzicht is omgebogen naar goede oplossingen.

Er zijn inspirerende gesprekken gevoerd met Nederland zorgt voor elkaar en Ellen Verkoelen, fractievoorzitter van 50PLUS in Rotterdam, die hebben geresulteerd in het definiëren en organiseren van een zelfredzame wijk, waarin welzijn en zorg op de eerste plaats staan. De ideeën over de opzet van een coöperatieve woonwijk zijn getransformeerd naar de ontwikkeling van een innovatief woon-zorgsysteem. Daarmee maken de Wielewaalers een statement dat aansluit bij ontwikkelingen die nu nog in de kinderschoenen staan, maar de potentie hebben om een blijvende oplossing te bieden voor noodzakelijke hervormingen in de woningbouw. Er is goede hoop dat de Tweede Kamer het signaal achter Woonhof Wielewaal gaat oppikken.

* Wil de Ben liet zich vervangen door Alfons Remery.

Ter voorbereiding van het rondetafelgesprek werd aan de commissieleden Position paper Unie Van en Voor de Wielewaalers t.b.v. rondetafelgesprek Wooncoöperaties voorgelegd. Daarin wordt een verbinding gelegd tussen de heersende woningnood en het dreigende zorginfarct.

Woonhof Wielewaal – PERSBERICHT (oktober 2023)

Verder lezen

Antti Liukku (2023, 14 oktober). Bewoners van Wielewaal willen zelf huizen bouwen : nieuw plan voor een tuindorp in Rotterdamse wijk. AD.

Peter Groenendijk (2023, 14 oktober), Rotterdam, vergeet mevrouw Pelger niet (commentaar). AD.

Carolien Stam (2023, 23 augustus). Jan Smelik, Austerlitz Zorgt: ‘Als de overheid het niet kan, zorgen we zelf voor onze ouderen’. Zorg+Welzijn.

Rijksbouwmeester wil pas op de plaats, goed nadenken en dan pas bouwen (2023, 16 september). Nieuwsuur.

Jasper Monster (2023, 31 augustus). 16 adviezen om ervoor te zorgen dat de politiek wél de juiste ruimtelijke keuzes maakt. Gebiedsontwikkeling.nu.

Toine Heijmans (2023, 6 september). Daar leef je bovenop elkaar, terwijl je niemand kent. Volkskrant.

Recht op de Stad (2023). Bewoners hebben wat te zeggen : onze visie op stadsvernieuwing 2.0.

Woonpioniers VPRO (2021). Tuindorp Wielewaal : Wooncoöperatie Unie Van en Voor de Wielewaalers.

8 oktober: Lezing + panel “Inspiratie voor een alerte democratie”

Inspiratie voor een alerte democratie

Lezing door Manu Claeys van stRaten-generaal

Hoe werk je aan een alerte democratie met oog voor politieke gelijkheid, recht op tegenspraak door burgers bij ingrijpende ontwikkelingen in de stad en mogelijkheden tot consensus door de kracht van goede argumenten?

ARMINIUS debatpodium
zondag 8 oktober
14:00 – 17:00
tickets entree € 7,50 – studenten en Rotterdampas € 5,00
In verband met de kosten van dit evenement zijn donaties aan initiatiefnemer Stichting Rotterdam Natuurlijk! zeer welkom.

Manu Claeys, voorzitter van de Antwerpse burgerbeweging stRaten-generaal, vertelt in Arminius hoe alerte burgers er samen met het Antwerpse gemeentebestuur in slaagden om betwiste plannen voor de bouw van een enorme brug, om te buigen en alsnog te werken aan de bereikbaarheid en leefbaarheid in hun stad.

Na zijn lezing praten we na met onder meer de Rotterdamse ombudsman Marianne van den Anker en schrijver Arjen van Veelen. Ook zijn er vertegenwoordigers van verschillende Rotterdamse bewonersinitiatieven. Hoe organiseren zij zich tegen betwiste plannen?

‘Voor de machthebbers in Rotterdam was het bombardement een kans om hun ideeën uit te voeren, zonder hinder van bewoners’.

— Arjen van Veelen in ‘Rotterdam, een ode aan efficiency’, hoofdstuk 11

‘De ideologie achter de nieuwe stad: een zuiver zakelijk wereldbeeld, gebaseerd op ‘kwantificeerbare belangen’, zoals handelsstromen en verkeersaantallen.

— Professor Rob Wentholt, Rotterdamse hoogleraar sociale psychologie, in zijn boek De binnenstadsbeleving en Rotterdam, 1968

Foto: Jef van Eynde

Manu Claeys is activist en schrijver. Sinds 1999 staat hij aan de basis van het Vlaamse stRaten-generaal, een burgerbeweging zonder vast ledenbestand. De besluitvorming bij bouwprojecten met een grote impact op de leefkwaliteit in Antwerpen, was reden tot oprichting van de beweging. StRaten-generaal groeide uit tot een regionale open organisatie die zich vooral in Vlaanderen inspirerend en ondersteunend inzet op het gebied van burgerparticipatie.

Dit is een programma van Debatpodium Arminius in samenwerking met onder anderen Rotterdam Natuurlijk!, Recht op de Stad en De Esch Oeververbinding.

Verslag expertmeeting dakloosheid en het recht op huisvesting

In aanloop naar het nieuwe Rotterdamse Woonprogramma vond op 5 september 2023 de doordenkavond/expertmeeting over dakloosheid in relatie tot het recht op huisvesting plaats in de Pauluskerk. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door Recht op de Stad, de Rotterdamse Armoedebestrijdings Beweging (RAB) en de Pauluskerk.

Onder grote belangstelling van gemeenteraadsleden, fractiemedewerkers, gemeenteambtenaren, corporatiebestuurders, ervaringsdeskundigen en belangenbehartigers op het gebied van dakloosheid en mensenrechten opende Martijn van Leerdam, de dominee van de Pauluskerk, de avond met een overweging naar aanleiding van een Bijbeltekst van Paulus, de naamgever van de kerk (1 Korintiërs 12:12-27). Een gemeente, een samenleving is te vergelijken met een lichaam. Een lichaam bestaat uit delen die niet afzonderlijk van elkaar kunnen functioneren. Voor de kwetsbare lichaamsdelen moeten we het beste zorgen. Lichaamsdelen die we liever niet laten zien, waar we ons misschien zelfs voor schamen, bedekken we. Dakloze mensen zijn de kwetsbare lichaamsdelen waar we goed voor zouden moeten zorgen, maar we kunnen ons afvragen of wij hen in plaats daarvan niet behandelen als de lichaamsdelen waar wij ons voor schamen en die wij liever bedekken.

Het recht op huisvesting: een (t)huis

Jan de Vries, jurist en mensenrechtenexpert, legde vervolgens uit wat het recht op huisvesting als mensenrecht betekent. Dat recht draait om het concept (t)huis. Een (t)huis heeft een juridische dimensie (privacy, bescherming tegen uitzetting/inbraak), fysieke dimensie (het huis zelf en de kwaliteit ervan) en een sociale dimensie (ruimte om een leven te kunnen opbouwen). Deze dimensies zien we dan ook terug in de elementen van het recht op huisvesting. Kort gezegd betekent het recht op behoorlijke huisvesting dat mensen het recht hebben om ergens veilig, vreedzaam en waardig te kunnen leven. De staat moet ervoor zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot behoorlijke huisvesting.

Dakloosheid is de meest extreme schending van het recht op huisvesting. Daarom moet hier prioriteit aan worden gegeven in het woonbeleid. Een (t)huis is namelijk de basis om toegang te krijgen tot andere rechten, zoals onderwijs, werk of zorg bijvoorbeeld. Zonder thuis wordt dat bijna onmogelijk. Dakloosheidsbeleid moet gericht zijn op realisatie van het recht op huisvesting en huisuitzettingen mogen niet leiden tot dakloosheid. Het is van groot belang dat mensen met ervaringskennis en belangenbehartigers meepraten over het beleid. De totstandkoming van het Nationale Actieplan Dakloosheid is daarvan een goed voorbeeld.

Workshop: Implementatie recht op huisvesting 

In de druk bezochte workshop onder leiding van Jan de Vries vond een levendige discussie plaats over drie principes die je moet hanteren als je mensenrechten wil verwezenlijken. Deze principes moeten dus terugkomen in het woonbeleid en de totstandkoming ervan:

  • Non-discriminatie,
  • Participatie, en
  • Toegang tot recht en rechtsbescherming.

Vanwege de beperkte tijd lag de nadruk van het gesprek op de eerste twee principes. Een belangrijke conclusie uit de workshop is dat in een situatie waarin woningschaarste dwingt tot keuzes, zoals momenteel het geval is, het uitgangspunt moet zijn dat de meest kwetsbaren, namelijk dakloze mensen, het eerst worden geholpen. Zij ervaren de grootste negatieve impact van het gebrek aan behoorlijke huisvesting. Het is daarbij van groot belang dat onafhankelijke belangenbehartigers met mandaat daadwerkelijk kunnen participeren bij het maken van het beleid.

Urgentie vanuit de praktijk

Thea Noga, straatarts van de Pauluskerk, belichtte de praktische en medische gevolgen van het dakloos zijn. Het bij gebrek aan opvang noodgedwongen moeten slapen op straat leidt onder andere tot slaaptekort, ernstige verwondingen aan de voeten door het vele lopen en in de winter komen daar ook nog ernstige luchtweginfecties bij met ziekenhuisopnames tot gevolg. Zij pleit daarom voor een permanente noodopvang voor mensen die niet in de gemeentelijke opvang terecht kunnen, in ieder geval van oktober tot april, in plaats van zoals nu alleen bij vorst. Ook benadrukte zij het belang van het blijven zien van de verbondenheid tussen gezondheid, hygiëne en wonen.

Jongerendakloosheid uitbannen, niet managen

Willem van Sermondt, programmaleider van het Kansfonds, vertelde hoe het Kansfonds met het programma Alle jongeren een thuis en het samenwerkingsverband SamenThuis2030 werkt aan het uitbannen van jongerendakloosheid. Het Kansfonds werkt met de ETHOS Light-definitie voor dakloosheid.

Uitbannen van dakloosheid – in plaats van het managen ervan – kan door te stoppen met het denken (en handelen) in termen van overleven naar opvang, herstel, ontwikkeling en autonomie. Zo snel mogelijk naar een echt thuis biedt autonomie. Steeds wisselende plekken om (tijdelijk) te verblijven hinderen die autonomie en maakt de kans groter dat mensen opnieuw dakloos worden. Drie stappen voor het uitbannen van dakloosheid zijn:

  1. Housing First,
  2. Voldoende inkomen voor huur en inrichting, bijvoorbeeld zoals bij Project010,
  3. Een thuis met netwerk en talentontwikkeling, goede voorbeelden van ondersteuning daarbij zijn Mara Opstap en Rotterdamse Douwers.

Workshop: Preventie dakloosheid onder jongeren

Er zijn verschillende oorzaken voor dakloosheid onder jongeren. Zo raken jongeren dakloos als zij op 18-jarige leeftijd niet meer terecht kunnen bij Jeugdzorg. Dit is te voorkomen door aandacht te hebben voor de Big 5:

  • School en werk
  • Support
  • Inkomen
  • Wonen
  • Welzijn

Twee ervaringsdeskundigen van Jongerenpanel De 3e Kamer (onderdeel van SamenThuis2030) onderstreepten met hun indringende bijdrage de noodzaak van het op orde hebben van die Big 5 vóórdat een jongere de jeugdhulp moet verlaten. Investeren in (collectieve) belangenbehartiging waarbij jongeren zelf een rol hebben en goede samenwerking tussen alle betrokken organisaties in de diverse domeinen (zoals wonen, zorg, onderwijs, werk en inkomen) is daarvoor essentieel. In Rotterdam kan het Basisberaad een spil zijn in het opzetten van zo’n samenwerkingsverband.

De ervaringsdeskundigen benadrukten nog dat jongeren die Jeugdzorg moeten verlaten meestal erg veel behoefte hebben aan één persoon die hen met raad en daad bijstaat op elk gebied van de Big 5 en bij wie zij altijd terecht kunnen met hun vragen.

Workshop: Housing First Nederland

Melanie Schmit van Housing First Nederland gaf de deelnemers aan de workshop een korte uiteenzetting over het doel en de werkwijze van Housing First Nederland. Housing First is een model en een systeemaanpak om dakloosheid duurzaam te beëindigen. Als systeemaanpak betekent het:

  1. Dat huisvesting een mensenrecht is, en
  2. Dat mensen passende zorg en ondersteuning ontvangen.

Het gaat dan met name om permanente en duurzame huisvesting, geen precaire vormen met tijdelijke huurcontracten. Het uiteindelijke doel is een paradigmashift te bereiken van opvang en crisisaanpak naar preventie en Housing First als norm. Housing First gaat uit van vertrouwen in mensen. Hulp wordt persoonlijk afgestemd en aangesloten op waar iemand (fysiek, mentaal en sociaal) is. Autonomie is een kernprincipe en wensen van de geholpen persoon worden daarom gerespecteerd en aangemoedigd.

Er zijn in Nederland inmiddels 49 Housing First-initiatieven. Tijdens de discussie blijkt dat de aanpak niet in elke gemeente hetzelfde is. Het hangt af van de politieke kleur van het gemeentebestuur in hoeverre de omslag naar Housing First echt gemaakt wordt. In Rotterdam bijvoorbeeld zijn de criteria om ervoor in aanmerking te komen het strengst van heel Nederland. Dat zou minder strikt kunnen. Verder is in het Woonprogramma aandacht voor de transitie van opvang naar Housing First – volgens de internationaal geldende Housing First-principes – een vereiste om te kunnen voldoen aan de ambities uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid uit 2022.

Langdurige inzet is noodzakelijk

Bij de afsluiting van de avond werd geconstateerd dat er nog heel wat werk verzet moet worden om dakloosheid geheel te kunnen uitbannen. Niet alleen moeten er veel meer betaalbare (!) woningen gebouwd worden voor de mensen die nu geen fatsoenlijke eigen plek hebben, ook is creatief nadenken nodig over transitie van gebouwen, het mogelijk maken van gezamenlijk wonen zonder nadelige financiële gevolgen en dergelijke. De goede wil is er, nu nog de praktische vertaling en langdurige inzet. Wat Recht op de Stad betreft wordt er snel vervolg gegeven aan de lessen en conclusies van deze avond.

Aankondiging: Stadsgesprek Zeggenschap bewoners

Op 25 september organiseert Recht op de Stad samen met AIR en Richard de Brabander (lector Ecosociaal Werk Hogeschool InHolland) een openbaar stadsgesprek over zeggenschap van bewoners. 

Rotterdam staat de komende jaren in de wijken voor grote fysiek-ruimtelijke en sociaal-ecologische opgaven en die kan de gemeente niet realiseren zonder inbreng van de bewoners. Aan de bewoners zal het niet liggen, die laten met tal van eigen initiatieven zien dat er veel deskundigheid en creativiteit aanwezig is. Nodig is een nieuwe wijkaanpak, waarin bewoners weer een volwaardige stem hebben. In vervolg op vijf buurtsessies met alle betrokken partijen organiseert Stadslab Zeggenschap een openbaar stadsgesprek over doel en inhoud van en voorwaarden voor zeggenschap van bewoners over hun woningen en wijk. Belangrijke thema’s zijn: collectieve aanpak, wie bepaalt de agenda?, het werk is in de wijk, onafhankelijke professionele ondersteuning, sociaal-fysieke infrastructuur, open planprocessen en de nieuwe ambtenaar.

Details over het programma volgen later via onze website. Deelnemers ontvangen vooraf een agenda en een discussiestuk.

Klik hier om aan te melden.

Datum en tijd: maandag 25 september om 19.30 – 22.00 uur

Locatie: Verzamelgebouw ’t Klooster (Afrikaanderplein 7, 3072 AE, Rotterdam)

Organisatie: Arie Lengkeek, André Ouwehand, Arnold Reijndorp, Joke van der Zwaard (Recht op de Stad), Richard de Brabander (lector Ecosociaal Werk Hogeschool InHolland), Josien Kamp en Barbara Luns (AIR Rotterdam)

Foto: Joke Schot

Reactie Recht op de stad op concept-uitgangspunten Woonakkoord

Recht op de stad is verheugd dat de gemeenteraad zich gezamenlijk met Rotterdammers en partijen uit de stad inzet voor een nieuw woonbeleid. De concept-uitgangspunten voor het Rotterdams Woonakkoord die nu voorliggen zijn een duidelijke stap in de goede richting. We hopen dat hiermee ook het uitgangspunt van de Woonvisie uit 2016 van de baan is: geen beleid meer gericht op een ‘stad in balans’; op naar een ‘stad voor iedereen’.

De uiteindelijke waarde van het Woonakkoord zal blijken uit hoe de uitgangspunten zullen worden omgezet in concreet beleid en maatregelen. Bij de uitwerking moet nadrukkelijk worden samengewerkt met bewoners waarbij de huurdersverenigingen, bewonerscommissies, actiegroepen en de Rotterdamse woningcorporaties belangrijke partners zijn.

In deze brief reageren wij op de tien concept-uitgangspunten en geven we de gemeenteraad ideeën mee voor de verdere uitwerking van het Woonakkoord. In het algemeen verwijzen wij graag naar ons ‘betere plan voor wonen in Rotterdam’ dat wij begin 2021 opstelden.

Recht op de stad wenst de raad wijsheid toe bij het vaststellen van de uitgangspunten. Uiteraard zijn wij bereikbaar voor vragen, advies of toelichting bij onze suggesties.

Lees onze brief hier. Woensdag 15 februari vergadert de raadscommissie Bouwen en Wonen over de concept-uitgangspunten voor het Woonakkoord.

Het gezicht van de Tweebosbuurt is niet meer

“Mevrouw Pelger moest plaatsmaken voor sociale stijgers. Wat de beleidsmakers niet weten is dat zij al bovenaan die sociale ladder stond.”

Foto Joke Schot © 2020

Mustapha Eaisaouiyen, medeoprichter van Recht op de stad en oud-bewoner van de gesloopte Tweebosbuurt, schreef voor Vers Beton een persoonlijk in memoriam over Grarda Pelger, die op 28 oktober overleed. Voor velen is zij de moeder en het boegbeeld van de buurt waar ze haar hele leven woonde.

Ze is het bekendste gezicht van – inmiddels – Nederlands bekendste volksbuurt de Tweebosbuurt. Mevrouw Pelger heeft de buurt waar ze bijna haar hele leven woonde nationaal en internationaal op de kaart gezet. En niet alleen de Tweebosbuurt, maar ook andere volksbuurten in heel Nederland kregen een gezicht dankzij haar lieve stem en eindeloze vriendelijkheid. Het is ook haar stem die door de Rotterdamse Rekenkamer en tot aan de Verenigde Naties toe gehoord werd. Mevrouw Pelger was voor velen de moeder van de Tweebosbuurt. Voor haar hadden mensen niets anders dan ontzag. Zij kon ieder met haar glimlach en houding direct ontwapenen.

Klik hier voor de volledige tekst (daarna op het kruisje klikken zodat de tekst volledig zichtbaar wordt)

Lees ook “Willen jullie koffie?” – Grarda Pelger 1939-2022

“Willen jullie koffie?” – Grarda Pelger 1939-2022

Op zondag 28 augustus ga ik om vijf uur namiddag samen met Joke kijken naar een openluchtvoorstelling in de Rotterdamse Munt, waar ‘De Recreanten’ wordt opgevoerd door John Buisman en Helmert Woudenberg. Een tragikomedie over verdringing, vriendschap en gemeenschapszin in Recreatieoord Hoek van Holland, vandaag gespeeld in de blakende zon. We drinken een kopje gemberthee als mijn mobiele telefoon overgaat. “U spreekt met de alarmcentrale. Mevrouw Pelger is gevallen en kan niet meer overeind komen. Wilt u met spoed naar haar toe gaan. Neem alstublieft contact op met 112 als de situatie daar aanleiding toe geeft.”

foto Joke Schot

Gelukkig zijn we niet ver weg. Op de fiets racen we naar de woning van Grarda, waar we tien minuten later hijgend op de vierde etage arriveren. Adrenaline en een beklemd gevoel vormen een mix die mijn gemoed op een ongekende manier beheerst. We gaan naar binnen en roepen “Grarda?”, wat wordt beantwoord met gesmoord gekerm. Vervlochten met haar rollator ligt ze half in het toilet, half in de gang. “O dear, hoe gaan we dit aanpakken” stamel ik.
Grarda is bij kennis en geeft aan dat ze verrekt van de pijn. De vraag of ze kwetsuren heeft is niet aan de orde, want ze wil zo snel mogelijk rechtop. Gelukkig lukt het redelijk vlot om Grarda uit haar benarde positie te bevrijden. Terwijl ik haar stevig vasthoud, fatsoeneert Joke haar kleding. Voorzichtig laten we Grarda in de rolstoel zakken. In de woonkamer hevelen we haar over in haar fauteuil.
Trillend zit ze na te hijgen. “Ik kon me eige niet meer houwe” zegt ze. Alle drie van de ergste schrik bekomen, stellen we ‘onder voorbehoud’ vast dat ze niets heeft gebroken, maar wel een pijnlijke arm heeft opgelopen. Dat bevreemdt ons niet, nadat we samen haar sterk vermagerde ledematen hebben geïnspecteerd.

We zetten thee en komen op adem. Gelukkig ontspant Grarda zich weer een beetje. Na een tijdje wil ze haar warme maaltijd gaan nuttigen. Die heeft Joop, haar zoon, daags tevoren al voor haar klaargemaakt, dus is het een kwestie van opwarmen. Haar eetlust is niet groot. Als nagerecht neemt ze roomvla, waarmee ze ook gelijk haar medicijnen kan innemen.
“Willen jullie geen koffie?” vraagt ze aan ons.

Hoe nu verder? Al vele maanden heeft Grarda een zwakke gezondheid en is ze hulpbehoevend, maar er is geen indicatie voor intensieve zorg. Achteraf beredeneerd, hadden we buurtzorg moeten bellen, maar op dit moment besluiten we om zelf de handen uit de mouwen te steken. Wat volgt is een precair ritueel. We helpen bij alle handelingen die nodig zijn om Grarda te prepareren voor de nacht en in bed te kunnen stoppen. Geduldig volgen we al haar regieaanwijzingen. Als ze eenmaal ligt, kijk ik naar haar bleke, uitgeputte gezicht. Matte, uitdrukkingsloze ogen staren mij aan. Ik beeld me in dat ze de ochtend niet meer haalt.
“Gaan jullie maar en bedankt” zegt ze moeizaam. We geven haar een nachtzoen en overbezorgd verlaten we om kwart over negen het huis.

Grarda heeft ons nadrukkelijk op het hart gedrukt om deze gebeurtenis niet met Joop te delen. Uiteraard is dat wel het eerste wat we doen, zodra we thuis zijn. We hebben hem nog nooit ontmoet, maar in de maanden die volgen zullen we bijna dagelijks contact met hem hebben. Hij vertelt ons: “Die moeder van mij is verschrikkelijk eigenwijs en hulp kun je heel moeilijk aan haar slijten. Dat ze nu in zo’n lastige positie verkeert, is mede het gevolg van haar eigen keuzes.“

Wij kennen Grarda van diverse ontmoetingen bij haar thuis, sinds we haar begin 2019 leerden kennen. Regelmatig dronken we koffie bij haar en spraken dan over de verwikkelingen in de Tweebosbuurt en gebeurtenissen in onze persoonlijke levens. We weten veel van haar, maar hebben nog niet al haar karaktereigenschappen kunnen doorgronden.

Enkele dagen voor haar val, die zeker niet de eerste en ook niet de laatste zal zijn, krijgen we van Tweeboster An Rook het verzoek om haar tijdelijk te vervangen als contactpersoon voor noodgevallen en de bereidheid om Grarda dan te gaan helpen. An gaat samen met haar man Wim Lewis twee weken op vakantie. Doordat Wim in Frankrijk in het ziekenhuis beland zullen ze zes weken wegblijven.

Foto Roland Huguenin

Wat volgt is een periode van intensieve zorg waar Joke en ik nauw in betrokken zullen zijn. Onverwacht zijn we mantelzorgers van Grarda geworden.
Het regelen van passende professionele zorg is de eerste grote hindernis en het zal nog zo’n 10 dagen duren voordat die is ingeregeld. Zodoende volgen er nog verschillende dagen waarop we zelf moeten overgaan tot het verlenen van ‘professionele’ zorg. Zodra dag- en nachtzorg is geregeld en er permanent een zorgverlener aanwezig is, verandert onze rol in  zo mogelijk dagelijks gezelschap houden, helpen, praten, wandelen, samen verse patat van de mart op het Afrikaanderplein eten en televisie kijken.
Daarnaast ondersteunen we logistieke planning en denken we mee over het inzetten van euthanasie. Dat doen we samen met een groep vertrouwelingen die Grarda dragen in haar laatste levensdagen. We maken kennis met verpleegkundige Meryth en haar hond Sis, een Hongaarse Puli, waar we vriendschap mee sluiten en veel lol mee beleven. Op de dag dat er een ziekenhuisbed is geplaatst, brengt Meryth Grarda naar bed. Wij wachten nog even in de woonkamer tot we haar een nachtzoen kunnen geven. We horen Grarda zeggen: “ga ik in de kist?“ en plotseling is er hilariteit.
Het bed is voorzien van zijpanelen die zijn bekleed met stroken zacht foamdoek. Zodra Grarda in bed ligt, lijkt het of ze is opgebaard. Alles om haar heen is wit. De eerste aanblik is onaangenaam, maar dan moeten we allemaal heel hard lachen om haar galgenhumor. Sis blaft opgewonden mee en springt op het bed om te knuffelen met Grarda.

Voordat de nachtzorg is geïndiceerd, heeft Grarda wel al een postoel gekregen. In de eerste nacht die daar op volgt, worden we om 02:15 door haar opgebeld. “Ik kan niet meer uit die rotstoel komen.” Opnieuw snellen we naar de Riebeekstraat. Verstijfd en verkleumd zit ze al anderhalf uur op de stoel. Haar blote armen doen pijn van de harde leuningen. “Ik wou jullie niet storen.” Die ‘rotstoel’ is niet met haar getest.
De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Op woensdag 7 september wordt tot ons aller grote opluchting per direct dag- en nachtzorg geïndiceerd, maar die ‘luxe’ mag niet lang duren. Grarda knapt namelijk enorm op als haar onzekerheden wegvallen en ze zich permanent veilig waant. Vijf dagen later is haar toestand te stabiel en wordt de zorg teruggeschroefd naar 12 uur nachtzorg. Grarda is in paniek en wij eigenlijk ook wel. Samen met Joop bespreken we de mogelijke opties. Het wordt Grarda allemaal te veel en ze barst in tranen uit. “Ik wil dood, geef me rust, en anders stop ik wel met eten!” roept ze.
Op dat moment staat ze op de wachtlijst voor euthanasie, maar moet het actieve traject nog worden opgestart. Alle stappen, haken en ogen in dat traject laat ik hier buiten beschouwing, maar kortgezegd was het onvoorspelbaar tot uiteindelijk de juiste route werd gevonden. Door de inventieve inzet van velen wordt voorkomen dat Grarda moest worden opgenomen in een hospice en kan ze haar leven op de voor haar meest bevredigende manier voltooien in haar nieuwe woning in de Riebeekstraat – die haar geen geluk heeft gebracht.

Maandag 24 oktober wordt een enerverende dag. Voor ons allemaal en in het bijzonder voor Grarda een onverwacht forse tegenslag, wanneer ze opnieuw ten valt komt in de badkamer.
Grarda heeft een sterke wil en laat zich door bijna niets of niemand weerhouden. De houten linnenkast in haar slaapkamer staat wijd open en op haar bed liggen grote stapels bondgekleurde handdoeken die ze heeft klaargelegd voor de drie Marokkaanse zusjes die vanaf hun geboorte naast haar woonden op de Hilledijk. Kinderen uit een laaggeletterd migrantenmilieu, inmiddels studerend aan mbo en hbo, die ze hielp opvoeden en jarenlang begeleidde bij taal en huiswerk. Terwijl Grarda de handdoeken sorteert, begint de wasmachine in de badkamer te piepen. Die had ze ook nog even aangezet om wat wasgoed weg te werken en nu het programma is beëindigd wil ze die ook weer gaan uitzetten. Een handeling met fatale gevolgen.
Opnieuw worden wij gebeld door de alarmcentrale. Ze ligt half onder de wastafel in de badkamer. We hijsen haar op, laten haar in de rolstoel zakken en brengen haar naar de sta-op-stoel. Alles doet pijn. We zien een dikke bult op haar linker bovenarm – waarvan later wordt vastgesteld dat die is gebroken – en ze heeft pijnlijke ribben.

Gelukkig is de buurtzorg snel ter plaatse en worden er direct zware pijnstillers ingezet. Grarda krijgt het advies om even in bed te gaan liggen zodat ze zich beter kan ontspannen. Ze is echter vlot bij haar positieven en begint weer honderd uit te praten. “Jullie willen toch wel koffie?” vraagt ze.
Ellen Verkoelen, voorvrouw van 50PLUS, komt op bezoek en brengt twee heerlijke taarten van Dudok mee. “Dat is goed voor de moraal” zegt ze. Wat later op de middag komen de Marokkaanse zusjes, die het huis weer zullen verlaten met tassen vol badtextiel.
’s Avonds komt An Rook langs om koffie met ons te drinken. Wat later schuift ook Meryth aan en Sis springt vrolijk om ons heen.

Grarda moet worden voorbereid op de nacht. Meryth heeft mijn hulp nodig om haar te kunnen verplaatsen naar de badkamer en de wc. Decorum bestaat op dat moment even niet meer. Ze kan niet meer zelfstandig met een rollator lopen, dus bungelt ze tussen ons in. Sis loopt ons voor de voeten, maar Grarda vindt het prachtig.

Als Grarda weer in bed ligt, breekt het uur van de waarheid aan. We zullen voorgoed afscheid van haar moeten gaan nemen, omdat we de volgende ochtend om 06:00 naar Schiphol vertrekken voor twee weken vakantie. Het afscheid mag geen drama worden. Grarda doet een voorzet door ons een fijne tijd en een goede reis te wensen. Mijn keel wordt even dicht geknepen, maar ik herneem me en wens ook Grarda een fijne reis, zonder zorgen. Ze bedankt ons nogmaals, zoals ze dat bijna dagelijks heeft gedaan. We verzekeren haar dat we het graag hebben gedaan en dat we ondanks alles een waardevolle tijd met haar hebben beleefd.
Daarna verlaten we haar slaapkamer. We kijken om, glimlachen, zwaaien en zeggen nogmaals gedag, en nog eens. In de gang trekken we onze jassen aan en roepen nog eens “dag Grarda”. Dan trekken we deur achter ons dicht.

Twee lange maanden zaten we in een roller coaster en waren voortdurend betrokken bij alle lief en leed van een hartelijke vrouw die in korte tijd onze liefste vriendin is geworden. We gaan Grarda enorm missen.

Op dit moment weten we nog niet wanneer de euthanasie wordt uitgevoerd. De familie houdt ons goed op de hoogte. Vier dagen later sterft ze. Een week later kunnen we de uitvaart online volgen vanuit Montenegro.

Er zijn momenten waarop je leven in onverwachte stroomversnellingen wordt meegevoerd. Op persoonlijke schaal kunnen die gebeurtenissen zeer ingrijpend zijn, terwijl de buitenwereld rustig voortkabbelt. Nu ik mijn belevenissen van de afgelopen maanden zo’n beetje heb beschreven, doe ik dat in het besef dat Grarda Pelger binnenkort voorgoed zal verdwijnen uit het collectieve geheugen. Alleen een select groepje familieleden, vrienden en getrouwen blijft ze bij. Of toch niet?
Grarda had een rijk leven, ook al beseffen wij inmiddels dat ze flink heeft moeten knokken om haar eigen bestaan in goede banen te leiden. Onrecht was niet aan haar besteed, dus bleef ze tot aan haar laatste snik strijden voor gerechtigheid en zelfbeschikkingsecht.

Foto Joke Schot

Over de Tweebosbuurt zijn inmiddels talloze artikelen geschreven en vele televisie- en radio-items gemaakt. Heel Nederland kon kijken naar de met veel toewijding gemaakte documentaire ‘De Opstandelingen’ van BNN-VARA. Tientallen journalisten hebben aangekaart dat de gemeente Rotterdam, burgemeester Ahmed Aboutaleb, woningcorporatie Vestia, het NPRZ en projectontwikkelaars zich hebben rijk gerekend ten koste van kwetsbare medeburgers. Allen maakten zich hard voor het oogsten van gezond verstand en het behouden van deze volksbuurt, omdat elk weldenkend mens zou kunnen begrijpen dat je eigenlijk nooit goede huizen zou moeten slopen, zeker niet ten tijde van een overweldigende wooncrisis.
Diverse rechters, inclusief de Raad van State, hebben zich meermaals gebogen over de casus Tweebosbuurt en het grote persoonlijke leed dat daar achter schuilt. Zelfs de Verenigde Naties hebben zich in zeer duidelijke bewoordingen uitgesproken over uitsluitende en discriminerende effecten van het Rotterdamse woonbeleid. Onlangs heeft de Rotterdamse Rekenkamer de Woonvisie gehekeld en vorige week liet ook de Raad van State weten dat het bestemmingsplan van een deel van de Tweebosbuurt is vernietigd.

Gedane zaken nemen geen keer. Haar buurt is uitgedoofd en ontzield en ook aan het leven van Grarda Pelger is nu een einde gekomen. Daarmee is zij verlost uit de maatschappelijke slangenkuil waarin zij in haar laatste levensjaren terecht was gekomen. Wie goed heeft opgelet weet dat zij van meet af aan was ontgoocheld door de naderende sloop van haar woning en de gedwongen uitverhuizing, zonder dat zij enig houvast vond in rechtsbescherming. Zij voelde zich gegriefd door de overheid en verzuchtte herhaaldelijk dat zij wenste niet meer te zullen ontwaken uit haar slaap.
Toch wierp zij zich op als moeder van haar Tweebosbuurt en was zij keer op keer bereid om zich in al haar oprechtheid uit te spreken en de Rotterdamse politiek te hekelen en af te keuren. Dat deed zij puur zoals ze is, zonder enige opsmuk of gemaaktheid. Zij was zeer teleurgesteld in de linkse politieke partijen, haar eigen PvdA voorop, die het volk verloochenden en de belangen van haar buurt ondergeschikt maakten aan coalitieafspraken en het beschermen van eigenbelangen: lekker blijven plakken op het pluche en carrière maken in het stadhuis.
Intussen is Rotterdam still going strong and makes dreams glamorous come true. Maar valse beeldvorming staat symbool voor het onvermogen om de werkelijkheid te herkennen en te dienen, of zoals schrijver Arjen van Veelen het uitdrukt: Rotterdam sloopt de huizen van de mensen die in de stad wonen en bouwt nieuwe huizen voor mensen die er nog niet zijn.
In mijn opinie is Rotterdam geen fijne stad voor de mensen, maar zijn de mensen fijn voor de uitbaters van de stad zolang ze deugen, want anders krijgen ze een schop en mogen ze oprotten. De tijd zal leren wanneer de wal het schip keert. Niemand kan langer ontkennen dat het stadsbestuur steeds verder vastloopt in visieloos beleid en dat haarscheurtjes zijn veranderd in een kloof tussen waardigheid en ongeloofwaardigheid.

In de laatste maand van haar leven krijgt Grarda bezoek van Robert Straver, directeur wonen van Vestia. Daar zat ze niet bepaald op te wachten, maar iedereen is altijd welkom in haar huis. Hoe het met haar gaat kon hij zelf zo wel zien, want tegen een aanval in de rug – en alles wat daar van komt – is geen ruggengraat bestand. Wat betreft haar oude huis aan de Hilledijk – dat is gespaard van de sloop en straks wordt verweven met de nieuwbouw – zegt ze tegen hem dat ze het wat haar betreft ook wel mogen neergooien. “Wat heb je daar nou nog aan!“
’s Nachts wordt Meryth opgeschrikt door gesmoorde geluiden uit Grarda’s slaapkamer en ziet ze haar wilde bewegingen met haar armen maken.
“Mevrouw Pelger, mevrouw Pelger, wat is er met u aan de hand?” vraagt ze geschrokken.
Grarda ontwaakt en zegt: “ik was aan het vechten met Bas Kurvers.” *)
De volgende dagen vertelt ze aan iedereen die het horen wil over deze boze droom en moet ze daar zelf steeds smakelijk om lachen.
“Ha, ha, ha, ik was gewoon met die man aan het vechten joh!”

Ellen Verkoelen diende afgelopen week de motie ‘De mevrouw Pelgerstraat!’ in, ter bespreking in de vergadering van de gemeenteraad.
Ter nagedachtenis aan mevrouw Pelger en als eerbetoon aan alle Tweebossers die vanwege de sloop uit hun huizen in de Tweebosbuurt moesten, een straat in de ‘nieuwe’ Tweebosbuurt naar mevrouw Pelger te vernoemen bijgaand verzoek aan het college: In de nieuw te bouwen wijk op de locatie waar ooit de gesloopte woningen van de Tweebosbuurt stonden, in overleg en afstemming met de Commissie straatnamen en gedenktekens, een straat naar mevrouw Pelger te vernoemen.
Deze motie is met een ruime meerderheid van 29 stemmen aangenomen.

Graag sluit ik dit lange stuk af met een dagdroom waarvan ik hoop dat die tot leven komt. Tegen het college zeg ik: zie de uitdaging!

In de Tweebosbuurt worden op de kortst mogelijke termijn 1.000 sociale woningen teruggebouwd in een historiserende Rotterdamse stijl, voor ouderen, jongeren, gezinnen, alleenstaanden en vluchtelingen die dringend behoefte hebben aan goede betaalbare woningen in een prettige omgeving. Een groep geëngageerde architecten geeft vorm aan dit project en zet een complex neer dat zich gaat bewijzen als schoolvoorbeeld van duurzaam bouwen en als aanjager van een nieuwe sociale cohesie. Het Grarda Pelgerhuis aan de Hilledijk 183-185, krijgt een bestemming als multifunctioneel buurtcentrum waar bewoners terecht kunnen voor hulp, zorg en advies, en kunnen kijken naar kleinschalige exposities en optredens, goedkoop kunnen vergaderen en gratis een kop koffie kunnen drinken. Een goed renderende en laagdrempelige woonbuurt moet toch maakbaar zijn, zelfs in tijden van spilzucht en ernstige zelfoverschatting.

“Willen jullie koffie?” vroeg Grarda keer op keer.

Lees ook “Het gezicht van de Tweebosbuurt is niet meer”

*) Bas Kurvers was wethouder Bouwen, Wonen en Buitenruimte toen het besluit over de sloop van de Tweebosbuurt werd genomen, waar hij uit volle overtuiging aan vast bleef houden, ook toen steeds meer duidelijk werd dat de wooncrisis enorme gevolgen zou hebben voor de volkshuisvesting en dat de cijfers die in de ‘Woonvisie’ werden gehanteerd ter onderbouwing van het sloopbeleid, gruwelijk rammelden.

 

Foto Roland Huguenin

Pagina 1 van 7

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén