Het betere plan voor wonen in Rotterdam

Categorie: In het nieuws Pagina 1 van 3

Bouw betaalbare woningen in de Tweebosbuurt!

COMMENTAAR – Op 22 januari 2025 werd bekend dat de bouwplannen voor de in 2022 met de grond gelijk gemaakte Tweebosbuurt, worden gewijzigd. In plaats van de volgens de gemeente en het NPRZ noodzakelijke dure huurwoningen, die een betere balans in de wijken op Zuid zou brengen (lees: meer, liefst witte, bewoners met hoge inkomens), komen er nu toch overwegend ‘betaalbare’ woningen terug.

De vraag is wel of woningzoekenden huren van € 900 (sociale huur) of € 1.184 (middenhuur), waar nog servicekosten bovenop komen, ook betaalbaar vinden. Zouden zij niet veel liever zo’n werkelijk betaalbare woning gehad willen hebben, waarvan er rond 1982 heel wat werden gebouwd in de Tweebosbuurt?

‘Let op! Bewoners’ © foto Joke Schot

Er staan nog een paar panden overeind, in de buurt die ooit een hechte gemeenschap vormde. Waar mensen elkaar hielpen en oog hadden voor de ander. Gewoon vanzelf, zonder grote verhalen of bemoeienis van allerlei beleidsmakers die wel even komen vertellen wat goed is voor wijkbewoners. In de Tweebosbuurt wisten de mensen al heel lang wat goed is voor een buurt, waar sociale cohesie, integratie en ‘sterke schouders’ voor staan. Ze wisten ook dat dit alles niets te maken heeft met maatschappelijke status of de hoogte van iemands inkomen.

Het gemeentebestuur, de woningcorporatie en het NPRZ dachten daar anders over en besloten dat de buurt gesloopt moest worden. Over het ongeloof, de verbijstering, de verontwaardiging, de onrechtvaardigheid van het slopen van de buurt en de nooit meer weg te nemen trauma’s bij de oud-bewoners, is veel gezegd en geschreven. Zelfs de Speciale Rapporteur van de Verenigde Naties kwam na zijn bezoek aan de Tweebosbuurt en gesprekken met oud-bewoners, tot de conclusie dat het mensenrecht op adequate huisvesting hier is geschonden. Hoe wrang is het dan om nu ‘Let op! Bewoners’ op een bord te zien staan.

LET OP! DRIJFZAND Levensgevaarlijk terrein © foto Joke Schot

Gedane zaken nemen geen keer, maar hoe goed was het geweest voor het vertrouwen in de politiek, in beleidsmakers en bestuurders als er vanaf het begin was overlegd met de bewoners van de Tweebosbuurt en er serieus was geluisterd naar hun visie op de buurt. Dan zouden er geen woningen gesloopt zijn waar weinig tot niets aan mankeerde en waar mensen een werkelijk betaalbare basis hadden om hun dromen en ambities in het leven waar te maken. Dan zouden we nu niet letterlijk en figuurlijk te maken hebben met drijfzand.

Er worden straks waarschijnlijk niet al te ruime woningen gebouwd met forse aanvangshuren waarvoor ook nog eens het Passend Toewijzen geldt. Woningzoekenden krijgen daarbij te maken met strikte maximum inkomensgrenzen die geen ruimte laten voor individuele situaties en ervoor zorgen dat de nieuwe huurders een flink gedeelte van hun netto inkomen moeten besteden aan huur en andere onontkoombare woonlasten.  Dit betekent dat eventuele financiële tegenslag niet of nauwelijks opgevangen kan worden, waardoor ook hun bestaanszekerheid op drijfzand terecht komt.

Mist © foto Joke Schot

Laten we hopen dat het gemeentebestuur nog eens goed en realistisch nadenkt over het type woningen waar nu werkelijk behoefte aan is: vraag het de wijkbewoners en de woningzoekenden zelf!
Een tweede keer de mist ingaan bij plannen voor de Tweebosbuurt zou onvergeeflijk zijn.

Karen Bults-Lievisse Adriaanse

 

Bed-bad-en-brodeloos?

Martijn van Leerdam in de kerkzaal van de Pauluskerk in Rotterdam – © foto Joke Schot

Signalerend dat de stadssamenleving zich moet verhouden tot een verhardend maatschappelijk klimaat, waarin een sociale houding vaak weerstand oplevert, wilde ik een tussenbalans maken die alle mensen meetelt, ongeacht hun status. Met Martijn van Leerdam, predikant- directeur van de Rotterdamse Pauluskerk, had ik een gesprek over medemenselijkheid. Zijn verhaal is confronterend, maar zijn woorden sturen op hoop.

De leestijd voor deze tekst bedraagt 20 minuten

De belangen van de minstbedeelden in de stadssamenleving en de principiële strijd rond de bed-bad-broodregeling, staan hoog op zijn agenda. Samen met collega’s en een groot team vrijwilligers, zet hij zich in voor zorg, welzijn en rechtvaardigheid. Martijn steekt de thermometer diep in het bestuursklimaat, duidt, spreekt zich uit en mengt zich in het maatschappelijke debat.

Gisteren leidde je de ‘Recht op rust’ manifestatie. Vandaag wordt er een gerechtelijke uitspraak gedaan over de beëindiging van de bed-bad-broodregeling, die per 1 januari 2025 vervalt en waar in Rotterdam 45 ongedocumenteerden gebruik van maken. Van hen hebben er 22 een kort geding aangespannen tegen het Rijk. Waar reken je op?
Voor mij is dat lastig in te schatten. In de namiddag krijg ik een toelichting van Pim Fischer, hun advocaat.
De Pauluskerk is nu aan het pleiten voor het behoud van een regeling waar we niet bepaald blij mee waren. Voor die 45 mensen maakt die natuurlijk wel een wereld van verschil.
Wij hebben drie jaar met de gemeente samengewerkt in de uitvoering van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening / LVV, de formele term voor de bed-bad-broodregeling. Met ingang van 1 januari 2024 zijn we daar uitgestapt. Daardoor kan de Pauluskerk weer zelf bepalen wie er gebruik maken van haar bedden. Op dit moment zit de bed-bad-broodregeling bij het Leger de Heils en het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt / ROS.
Gezien de onafhankelijke positie die de Pauluskerk altijd heeft nagestreefd – geen formele samenwerking met de gemeente en niet afhankelijk van subsidiestromen – was het bijzonder dat wij deze regeling toch uitvoerden. De regeling was ons kindje en kwam mede tot stand als gevolg van jarenlang lobbywerk. Toen de regeling inging was die breder van opzet, vanuit de intentie dat het een onvoorwaardelijke opvang moest zijn voor iedereen die buiten de boot valt en op straat slaapt. Dat idee werd steeds verder ingekaderd als gevolg van weerstand en patstellingen in de kabinetten van Rutte.
Vier jaar geleden werd de regeling bijna afgeschaft, maar bleef toch gehandhaafd omdat D66 en CU daar voor gingen liggen. De bed-bad-broodopvang werd ingekaderd tot de Landelijke Vreemdelingenvoorziening / LVV die we nu kennen en geldt alleen nog voor ongedocumenteerden die meewerken aan hun terugkeer, uit een veilig land komen en min of meer voldoen aan de arbitraire voorwaarden. De Pauluskerk was niet blij met deze inkadering, maar ‘iets is beter dan niets’ was onze gedachte toen. Ongedocumenteerden zijn onze doelgroep en de gemeente wilde graag dat wij een handje hielpen, dus probeerden wij om van binnenuit mee te sturen, zodat we in ieder geval een kans kregen om bed-bad-brood op koers te houden. Het was drie jaar lang ploeteren.
Voor de Pauluskerk werd de LVV een ‘vechtregeling’, omdat de gemeente inzette op bezuinigen. Wij hadden hier zo’n 20 gesubsidieerde bedden, maar die bleven vaak leeg omdat de ingangseisen rigide werden toegepast en veel mensen niet door de ballotage kwamen.
Elke maand zijn er diverse aanmeldingen die door ambtenaren worden beoordeeld. Wij hadden daar een stem in maar trokken vaak aan het kortste eind. Dan konden we escaleren en werd er op een hoger niveau beslist. Als het eindelijk toch lukte om iemand die niet helemaal aan de acht toelatingscriteria voldeed, naar binnen te loodsen, liepen we al flink achter de feiten aan. Als gevolg van die bureaucratische houding moesten wij elke dag om 21:00 uur mensen op straat zetten. Dat is nogal wat.
Toen concludeerde de gemeente: veel bedden staan leeg, dus daar kun je op bezuinigen.
Onze reactie was: als je er zo in gaat staan, dan stappen wij als kleinste opvanglocatie uit de regeling.
Dat was wel lastig, want de subsidiestroom stopte. Omdat er een paar ton budget wegviel, moesten wij flink ons best doen om dat gat te fiksen met liefdadigheid.
Wij hebben nu wel de volledige zeggenschap over onze bedden, zodat wij weer zelf kunnen bepalen welke mensen daar gebruik van kunnen maken en wie hen begeleidt. We vangen dus nog steeds dezelfde categorie mensen op, zoals ongedocumenteerden, medisch kwetsbare dakloze mensen waarvan je weet dat ze de nacht niet aankunnen, en omgekeerd, mensen die het ziekenhuis moeten verlaten maar nog niet sterk genoeg zijn om de straat op te gaan en hier komen revalideren. Wij vangen ook ongedocumenteerde ouderen op, soms wel 10 tot 15 jaar, omdat zij geen recht hebben op een AOW-uitkering of een sociale huurwoning en bij ons wonen tot het einde der dagen. Tenzij zij uiteindelijk worden opgenomen in een verpleeghuis, omdat hun medische situatie verslechterd of omdat er toch nog een verblijfsvergunning wordt afgegeven door de IND.
Toen wij uit de bed-bad-broodregeling stapten had dat ook impact op de andere uitvoerders met wie we samen optrokken.
Als de bed-bad-brood stopt per 1 januari, worden zij ook geconfronteerd met een flink gat in de begroting. Het Leger des Heils heeft een veel sterkere positie, ook financieel, en de gemeente kan ook niet zonder hen, omdat zij tal van zorgtaken uitvoeren.
Daklozen die als rechthebbenden zijn gelabeld, dus niet de ongedocumenteerden, hebben recht op een uitkering. De hoogte daarvan is wel aangepast, want ze hebben geen woonlasten. Een jaar geleden kwam de gemeente met het voorstel om alle bewoners van de maatschappelijke opvang in Rotterdam te laten meebetalen aan de drie maaltijden die dagelijks worden geserveerd. Het Leger des Heils ging toen stevig in protest want zij voorzagen dat de helft van de cliënten de gezonde maaltijden zou vervangen door veel ongezonder voedsel. Dat is slecht voor de zelfzorg en bedreigt de voortgang van hun herstel en de begeleiding daarin. Meestal kiezen zij een kalme benadering in het werkveld en is de Pauluskerk de bad cop. Zie het als de rolverdeling tussen Natuurmonumenten en Extinction Rebellion.

Recht op Rust, Stationsplein Rotterdam CS 18 december 2024 – © foto Joke Schot

Wanneer komt er een moreel appel?
Het Netwerk Onderdak Ongedocumenteerden / NOO, dat door het ROS wordt ondersteund, is natuurlijk prachtig, maar het komt toch neer op liefdadigheid, zet zoals wij dat doen. Die barmhartigheid is natuurlijk mooi en belangrijk, maar het zou  toch gewoon geregeld moeten zijn in het rijke Nederland van de 21e eeuw. Je moet het systeem fixen. Dat kan gewoon en is helemaal niet zo ingewikkeld.
Vijftien jaar geleden waren er ook daklozen, maar niemand sliep op straat. Mensen kregen onderdak terwijl er werd gewerkt aan een oplossing. Dat kon gewoon ten tijde van wethouder Marianne van den Anker (LR) en minister Gerrit Zalm (VVD). Naar verluid was er in de persoonlijke kring van Zalm iemand dakloos geworden. Dat had tot gevolg dat er een goed landelijk actieplan werd uitgerold en alle daklozen naar binnen konden. Officieel waren er toen nog maar 16 buitenslapers in Rotterdam. Nu slapen er volgens officiële cijfers 270 mensen buiten, maar er zijn er ook die buiten beeld blijven.
In het college zitten heus wel pragmatici die dit probleem willen oplossen. Als minister Faber de bed-bad-broodregeling niet had ingetrokken, was Rotterdam gewoon doorgegaan met de opvang. Die afspraak staat in het collegeakkoord en de Europese jurisprudentie zegt dat er voor alle ongedocumenteerden opvang moet zijn, ongeacht hun status. Wethouder Faouzi Achbar wijst naar de minister. Daar heeft hij gelijk in en het is ook een beetje laf, want andere steden dichten het ontstane gat zelf. Uiteindelijk is het veel duurder om mensen op straat te laten creperen, want dan belanden ze vroeg of laat op de eerste hulp en in het ziekenhuis. We weten hoe duur die bedden zijn. Mensen op straat gaan wildplassen. Ook dat kost geld omdat handhaving moet worden ingezet, en dat nog even los gezien van toenemende onveiligheid op straat.

De LVV is een pilot die in vijf grote steden werd opgezet. In Amsterdam, Utrecht, Groningen en Eindhoven zijn er in totaal vele honderden opvangplaatsen beschikbaar. De gemeente Rotterdam voert de regeling op een andere manier uit en stelt slechts 45 opvangplaatsen beschikbaar.

Hoe keek jij als tiener naar de maatschappij, waar droomde je van?
Ik groeide op in Schipluiden. Mijn ouders brachten een moraal van hard werken en zelf verantwoordelijkheid nemen in ons gezin. Maatschappelijke betrokkenheid en vrijwilligerswerk werden mij met de paplepel ingegoten. Dat ik de maatschappelijke kant op wilde gaan begon een beetje te dagen toen ik 16, 17 jaar was en mij op een studie oriënteerde. Mijn vader, een registeraccountant, was een rolmodel voor mij, dus aanvankelijk ging mijn aandacht richting economie en bedrijfskunde, maar ik merkte dat ik daar niet warm van werd. Toen keek ik richting bestuurskunde en rechten, en vervolgens filosofie, sociologie en psychologie. Tijdens een open dag van theologie bleek dat al die verschillende perspectieven en wetenschappelijke methodes in die studie bij elkaar komen. Het vakgebied omvat een multidisciplinair spectrum dat zicht geeft op intrinsieke motivatie, geloofsleven, ideeën, overtuiging en zingeving, dus alles wat mensen beweegt. Ik had het nooit verwacht, maar vanuit het perspectief dat ik met mensen wilde werken, vond ik dat razend interessant en besloot te gaan studeren aan de theologische faculteiten in Kampen en bij de UvA. Ik heb er lang over getwijfeld of ik in het kerkenwerk wilde, want dat is een niche in de samenleving geworden. In het verleden vervulden de kerken een internationale rol in maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de totstandkoming van de universele rechten van de mens, de vredesbeweging en de kernwapenwedloop. Die tijd is voorbij.
De kerken zijn enorm vergrijsd en krimpen al vijftig jaar. Ze zijn al blij als ze het eigen hoofd boven water kunnen houden. Toch besloot ik om het erop te wagen. Eerst in Maassluis en daarna in Amsterdam Nieuw-West. Als dominee sta je tussen de mensen en beleef je hun hoogte- en dieptepunten, van geboorte en sterven tot ingewikkelde levensvragen. Dat geeft je een stevig beeld van wat mensen bezig houdt. Ontzettend leerzaam, ook voor jezelf. Daarnaast zit de betrokkenheid van de kerk op maatschappelijk niveau. In Maassluis kwam ik vaak in de voedselbank. Daar zag ik dezelfde vrijwilligers als in de kerk, maar wel op een heel ander niveau. Op een gegeven moment komt er een gozer op me af die ik al een paar maanden niet had gezien. Ik vroeg hoe het met hem ging. Hij had gezeten. Het drong niet direct tot mij door wat hij bedoelde, want in het kerkelijke milieu kwam dat niet voor of daar werd niet over gesproken onder keurige middenklassers. Bij die voedselbank zag ik een heel ander beeld van de stad. Dat opende mijn ogen voor dingen die op straat spelen en verbreedde mijn blik. Later ben ik ook aangehaakt bij het buurthuis.
In Amsterdam werd ik geconfronteerd met echt heftige gebeurtenissen. Op een zondagmiddag werd er midden op straat iemand doodgeschoten. In die buitenwijk werd daar totaal niet op gereageerd. Men haalde de schouders op en liep verder. Dat verbaasde mij enorm. Beroepsmatig houd ik dat soort gebeurtenissen bij. Toen er weer iets gebeurde met grote impact, organiseerde ik een buurtbijeenkomst. Later speelde er weer iets heftigs en organiseerde ik een stille tocht. Ik moest wel enige gêne overwinnen om die bijeenkomsten te organiseren, maar ik realiseerde mij dat het goed is voor buurt en stad als je iets onderneemt na een ingrijpende gebeurtenis en daar een vorm en woorden voor vindt, zodat het niet onopgemerkt blijft en er iets goeds uit voortkomt. Zo ontstaat er ruimte voor verwerking en vormt zich een hechter buurtnetwerk, wat de kans vergroot dat mensen meer naar elkaar gaan omzien.
In de Pauluskerk verkeer ik wat betreft maatschappelijke relevantie op een totaal ander level. Waar ik voorheen mijn best moest doen om mijn persberichten in het lokale sufferdje te krijgen, loopt alles rond de Pauluskerk als een tierelier. In deze kerk is de maatschappelijke betrokkenheid enorm. Dat is iets waar ik met hart en ziel in geloof en wat mij zo aanspreekt in mijn baan.

Klikt het ook tussen jou en Rotterdam?
Er klinkt een luide lach – Wat mij betreft wel. Rotterdam is een pluriform geheel. Deze stad wordt vaak gezien als een harde, rauwe stad, maar heeft zeker ook een sociale ruggengraat. Er zijn talloze vrijwilligersorganisaties die daar wel voor zorgen, in weerwil van het gure maatschappelijke klimaat en de politieke patstellingen. Ik hoef maar iets op de sociale media te zetten en er verschijnt direct een journalist van AD, Rijnmond of Open Rotterdam. Dus die betrokkenheid zit ook bij de media. Als ik een actie organiseer, staan er gelijk raadsleden op de stoep, dus de politiek wil ook. Als we een oproepje doen dat we kleding nodig hebben voor ons kledinghuis, staat de gang in een mum van tijd vol. Nu, in de kerstperiode merken wij dat ook heel goed. Vanochtend ontving ik een cheque van 5.000 euro van een Rotterdams architectenbureau waarvan de medewerkers collectief hadden besloten om hun kerstpakket te verruilen voor het dienen van een goed doel. Onze kerk geniet bekendheid en heeft enkele sterke privileges. Hans Visser staat in het collectieve geheugen van veel 50-plussers. Straatarts Michelle van Tongerloo die in het afgelopen jaar is uitgegroeid tot een superster, is in ons midden. Die successen zijn ons in de schoot geworpen. Dat kun je niet afdwingen of even kopiëren naar iedere andere organisatie. Wat ik wel zie vanuit deze positie is dat er veel maatschappelijke betrokkenheid is en dat veel mensen niet goed weten wat ze daarmee moeten doen. Veel sociale groepen zijn vooral actief in hun eigen netwerk, terwijl je een vuist kunt maken als je samenwerkt. Vanuit zakelijk perspectief moet je goed bekijken hoe je mensen en middelen het beste kunt inzetten.

Ontbijt na de Recht op Rust nacht, Stationsplein Rotterdam CS 19 december 2024 – © foto Joke Schot

De Pauluskerk voegt als instelling en gebouw iconische waarde aan de stad toe, om dat bijvoeglijk naamwoord maar eens correct te gebruiken.
Midden in de stad, zijn wij gehuisvest in een beeldbepalend gebouw. Voor medewerkers van de kerk is dat een groot geschenk. De Job Dura Prijs is dit jaar aan ons toegekend en volgens de jury voldoet de kerk het best aan het thema ‘luwte in de stad’, dus als plek waar je kunt schuilen tegen de herrie, de stank en de overdaad aan prikkels op straat. De Pauluskerk heeft een bijzondere uitstraling en dient de samenleving, maar bestaat alweer elf jaar en dan verwacht je deze prijs niet meer.

Jij hebt een dak boven je hoofd waar een bed onder staat. Slaap je goed?
Nee, ik slaap zeker niet altijd goed. Meestal kom ik hier ’s morgens met een glimlach aanfietsen hoor, maar het eerste wat je ziet om half negen is een plukje haveloze mensen voor de deur. Bij slecht weer schuilen ze ergens onder een afdak op het plein. Rond negen uur komen ze hier naartoe rennen en gaan direct naar boven voor een warme douche. Een beetje persoonlijke hygiëne is dan waar je behoefte aan hebt. We hebben twee douches. Als je te laat bent kom je niet aan de beurt en als je nog net op tijd bent moet je de hele ochtend wachten en loop je kans dat het warme water op is. Dat soort dingen trek je je aan als je in deze tak van sport werkt. Dat moet ook, maar als je daar de hele nacht van wakker ligt heeft niemand daar baat bij. Ik moet af en toe een weekje vrij nemen en ik moedig ook alle medewerkers en vrijwilligers aan om dat ook te doen, want anders houd je het niet vol.
De omstandigheden zijn soms wel taai, zeker omdat de problematiek met de jaren groeit. Dit werk is gemakkelijker zolang je het idee hebt dat je steeds meer mensen in goed vaarwater helpt. Van elk succesverhaal geniet je. Het wordt lastiger als je moet vechten tegen de bierkaai. Soms zie je mensen bezwijken onder hun problematiek. Wat wij hier dagelijks meemaken schrijnt natuurlijk wel eens.

De samenleving wordt belast door sterke krachten als hebzucht, eerzucht, haat en vernietigingsdrang.
Zijn wij als mensen nog wel in staat om elkaar lief te hebben?
Zeker, dat zie ik hier elke dag om mij heen, maar we staan ook onder druk, niemand uitgezonderd. Wanhoop is besmettelijk. Als je hier werkt en lang genoeg tussen de wanhopige mensen staat, moet je er voor waken om daar niet in mee te gaan. Een psycholoog die lang met getraumatiseerde mensen werkt, raakt zelf ook getraumatiseerd. Ieder mens heeft capaciteit tot empathie en naastenliefde. En vaak zelfs meer dan dat: een innerlijke drang daartoe. We willen ons allemaal aan elkaar verbinden, maar niet ten koste van alles en in de juiste verhouding.
Natuurlijk maak ik me zorgen over de maatschappelijke ontwikkelingen. Ik schrok natuurlijk ook heel erg van die aanslag met een stoeptegel op Benjamin. Dat was een incident veroorzaakt door een zieke dader. In de dagen daarna, toen onze bezoekers dat filmpje hadden gezien, vertelden zij ook wel eens te zijn bekogeld met stoeptegels of stenen. Maar ik kreeg ook dingen te horen als: mijn tas met identiteitsbewijzen is op straat gejat, ik durf niet meer in mijn eentje op een slaapplaats te gaan liggen want dan doe ik geen oog dicht omdat ik drie keer per nacht word wakker gemaakt door handhavers. Dat soort verhalen over onveiligheid van mensen die voelen dat zij niet meetellen en tweederangs burger zijn, vind ik verontrustend. Daar maak je je zorgen over en je eigen maatschappijbeeld wordt er niet mooier van als je met veel wanhopige mensen werkt, zoals wij, maar dat gezegd hebbend; er is nu wel een nieuwe opvangvoorziening met 60 bedden voor dakloze EU-migranten, de snelst groeiende groep buitenslapers hier in de stad. Er zitten wel wat haken en ogen aan, maar het is de moeite waard. De eerste tientallen mensen zijn al succesvol uitgestroomd, terug naar werk.
Vandeweek sprak ik wethouder Ronald Buijt en ik vroeg hem naar de buitenslaapboetes, waarvan er in korte tijd een paar duizend werden uitgedeeld in Rotterdam. Daar had hij het nog eens goed over gehad en dat gaan ze niet meer doen, maar wildplassen en openbare dronkenschap blijven ze wel beboeten. Het was de eerste keer dat ik hem dat zo hoorde zeggen en dat gaan wij natuurlijk nog wel even verifiëren in het nieuwe jaar. Het laat zien dat druk zetten en proberen invloed uit te oefenen wel helpt. Je krijgt niet altijd precies waar je om vraagt en zeker niet op het moment waarop je dat doet, maar het heeft echt impact. Wij krijgen steun uit alle hoeken en gaten van de stad. Dat helpt enorm. Het is dus zeker niet betekenisloos wat wij doen. Er valt echt verschil te maken. Behulpzaamheid doet er toe. Dat zie ik ook bij onze bezoekers onderling, die elkaar een helpende hand toesteken. Sommige van onze bezoekers groeien uit tot steunpilaren van de Pauluskerk. Het is fantastisch als je dat ziet. De Dura-prijs nam ik in ontvangst samen met Akbar, een van onze vaste gezichten. Die heeft al heel wat meegemaakt in de kerk, maar hier was hij enorm van onder de indruk. Dat soort gebeurtenissen vormen mensen en zijn kostbare momenten.

Geert Wilders en consorten proberen orde op zaken te stellen in Europa en de EU zucht onder de oorlogen in Gaza en Oekraïne. We zien het maatschappelijke debat verharden. Onze vrijheid en de mensenrechten lijken op het spel te staan. Hoe kunnen we de schade beperken?
De mensenrechten staan op het spel. Dat is glashelder. Je kunt niet sterk genoeg veroordelen wat er in Gaza gebeurt en je zou willen dat Nederland de moed had om zich op te stellen zoals Ierland. Tegelijkertijd zie je dat Israël precies doet wat ze wil. Wat is je impact?
Je kunt wel iets doen aan de mensenrechtenschendingen die plaats vinden op onze eigen bodem. Dan heb ik het niet alleen over de ongedocumenteerden, maar vooral ook over de 270 buitenslapers in Rotterdam en de vele honderden die vaak voor onbepaalde tijd in een opvangsetting zitten. Laatst was ik voor een praatje bij Gelijkwaardig Herstel, die het voor de toeslagenouders opnemen. De verhalen van die moeders zijn verschrikkelijk. Dat soort dingen rijmt op elkaar. Dakloze mensen die bij de gemeente aankloppen en worden weggestuurd om administratieve redenen. Dat perspectief is vergelijkbaar met de algoritmes van de toeslagenaffaire. Bureaucratie en systemen zijn sterker dan gewone mensen. Kijk naar de UWV waar van alles misloopt rond de Wajong. Kijk naar de asielketen en de situatie in Ter Apel. Daar zitten allemaal risico’s.
Historisch gezien is er nooit een periode geweest waarin de mensenrechten niet op het spel stonden. Het is ‘logisch’ dat ze op het spel staan. Ook nu, het is geen gelopen race. We kunnen daar weldegelijk verschil in maken en moeten niet nalaten om dat te doen.

Een jaar geleden bezocht Balakrishnan Rajagopal, de speciale VN-rapporteur voor het recht op huisvesting Nederland en hij was ook in Rotterdam. Zijn slotverklaring was duidelijk: de wooncrisis is al decennia in de maak; start direct met out-of-the-box-oplossingen en repareer de fouten. Zijn rapport maakte weinig indruk op B&W, de impasse blijft intact. Wat nu?
Ik heb meegedaan aan de inspraakprocedure voor de nieuwe Woonvisie. Dat zette niet veel zoden aan de dijk en je vraagt je echt af of ze die urgentie wel zien. Het gevaar van cliëntelisme ligt ook op de loer, zodat er alleen wordt geluisterd naar de kiezers die dicht bij ze staan, of die het meest op ze lijken, of die het meest hun mond opentrekken, terwijl de kiezers aan de onderkant van de samenleving, of de mensen die helemaal niet kunnen kiezen, er vaak bekaaid vanaf komen want die geloven niet meer in het politieke proces en doen hun mond niet meer open. Daar maak ik me zorgen over. Op dat punt verschilt LR niet zoveel van D66 bijvoorbeeld. Ze zitten niet in het college op basis van een absolute meerderheid. Veel kiezers stemmen tegen hun eigen belang in of snappen niet goed waar partijen voor staan of hoe het systeem werkt. In het algemeen kun je niet alle oplossingen van de politiek verwachten en moet je er als samenleving voor waken dat de politiek niet aan de haal gaat. Je moet zelf de toon zetten en niet wachten tot ze in het stadhuis eindelijk wat veranderen.

Gaan we het daar mee redden?
Nooit helemaal. Kleine stappen maken soms een wereld van verschil. Ik ben best wel afgemeten geweest over die nieuwe EU-migrantenopvang van Ronald Buijt en het actieplan buitenslapers dat daar aanhangt. Er zitten een aantal forse nadelen aan dat plan. Bijvoorbeeld dat de opvang maar voor 8 tot 10 weken is.
Mensen die lang op straat slapen hebben door de bank genomen meer tijd en begeleiding nodig. En als je in de detox moet, ben je niet in een paar weken klaar, dus de kans van slagen is dan niet zo groot.
Aan de andere kant: arbeidsmigranten die vorige week dakloos zijn geworden en hier komen, vragen niet om een huis, kleding, voedsel of papieren. Zij willen werk, dus moet je ze in staat stellen om snel te herstellen en weer aan de slag kunnen gaan. De rest komt daarna wel.
Dat is de insteek van die opvang, dus voor een bepaalde groep kan dat best wel succesvol uitpakken. De instroom van dakloze mensen kun je behoorlijk indammen als je dat goed doet. Uiteindelijk heeft dat ook een preventieve werking omdat je voorkomt dat mensen zo ver afglijden dat je ze bijna niet meer kunt helpen.
Ik had niet verwacht dat die regeling er zou komen en ik denk dat niemand dat had verwacht. Misschien met 6 bedden, maar niet met 60. Zelfs van politieke partijen waar veel mensen niets van verwachten, kun je soms wel wat bereiken als je op de juiste plek druk uitoefent en met pragmatische argumenten komt. Daar zetten we elke dag opnieuw op in door te proberen om het goede voorbeeld te geven. Daar zetten we elke dag opnieuw op in door te proberen om het goede voorbeeld te geven. Ik heb mijn vertrouwen in het systeem nog niet helemaal verloren. Het blijft mensenwerk.

Hoeveel nieuwe mensen staan er maandelijks voor de deur?
Dat weet ik niet precies omdat we hier proberen om zo min mogelijk aan bureaucratie te doen. Bij onze medische dienst, het casemanagement en de afdeling vluchtelingenwerk houden we wel een paar registraties bij. Daar kennen we onze pappenheimers.
Bij de dagopvang hanteren we alleen regels als respect, geen drugs of drank. Onze policy is: geen regels, papieren, ingangseisen, uitgangsvoorwaarden of verplichtingen om ergens aan mee te werken. We gaan mensen niet lastigvallen met vragen waar ze niet op zitten te wachten. Voor sommige bezoekers is het feit dat ze hier vrij zijn en hier niet aan administratie en regeldruk worden onderworpen de reden dat ze hier komen. Aan die vraag om anonimiteit willen we graag voldoen.
We werken niet met pasjes of iets dergelijks. Daarmee bewaak je het inclusieve karakter van de kerk. Af en toe is dat wel eens lastig, omdat je niet altijd de gegevens hebt waar de buitenwacht om vraagt. Soms maak je wel notities van personen die om hulp vragen, naar het vluchtelingenspreekuur komen of naar de straatarts gaan, want die moet een casus bijhouden om veilige medicatie te kunnen verantwoorden.
Ik scherm wel altijd met het actuele aantal van 270 buitenslapers in de stad, maar dat is geen dwarsdoorsnede. Dakloosheid is veel breder dan buitenslapers. Bankslapers krijgen wij hier niet. Mensen die slapen in een auto, caravan, tuin- of vakantiehuisje komen weleens, maar lopen liever met een boog om de Pauluskerk heen. Meestal hebben die gewoon een netwerk van familie en vrienden die helpen en vaak hebben ze ook gewoon werk. Die zijn niet aangewezen op onze hulpverlening.
Dakloze mensen die aantoonbaar uit Rotterdam komen, zijn rechthebbend volgens het gangbare jargon van de gemeente. Die kunnen beter via de gemeente worden geholpen want die stuurt ze door naar de Nico Adriaans Stichting / NAS, het Leger des Heils of het CVD. Daar krijgen ze een plek in de opvang en als het meezit krijgen ze een plek bij Room First of bij Housing First, want bij de gemeente zijn ze ook de omslag naar ‘wonen als beste uitgangspunt’ aan het maken.
Dat gaat nog niet zo snel maar er gebeurt wel wat. Zij hebben natuurlijk veel meer mensen en middelen dan mijn liefdadigheidsclubje. Mensen die terecht kunnen in het bestaande systeem, zijn daar meestal ook beter af en daar proberen we ze ook zo snel als mogelijk is naar het stadhuis of Centraal Onthaal te sturen. Voor mensen die een half jaar te lang moeten wachten op een fatsoenlijke huurwoning of een plek in een ‘begeleid wonen voorziening’ is dat misschien vervelend, maar in principe zijn daar redelijke voorzieningen voor en worden die keurig geholpen.
De Pauluskerk vangt de mensen op die buiten het bestaande systeem vallen. Dat is, bij lange na, niet de hele populatie. Mensen met een beter perspectief vallen onder de publieke verantwoordelijkheid.

Mensen die niet traceerbaar zijn, kunnen van de radar  verdwijnen. Probeert je wel een vinger aan de pols te houden?
Ongedocumenteerde mensen zijn makkelijke slachtoffers en doen over het algemeen geen aangifte omdat ze bang zijn dat ze in de vreemdelingendetentie worden gestopt en soms is dat niet zonder reden.
We kennen een vrouw die al jaren op straat leeft en hier een paar keer per week komt douchen en eten. Een moeilijke klant voor de zorg, want ze laat zich niet  helpen. Af en toe komt haar zus, die aan de andere kant van het land woont, hier naartoe om te zien hoe het met haar zusje gaat. Ze weet nooit of ze haar zal zien want telefoon heeft ze niet. Zij komt hier dan een paar dagen helpen met koffie zetten en een bezem over het kerkplein halen, in de hoop dat haar zusje komt binnenvallen en ze weer even contact kunnen hebben.
We zien ook mensen die alleen maar een paar woorden Engels spreken en na een paar dagen of weken weer verdwijnen. Meestal omdat ze weer ergens kunnen werken.
Dit jaar zijn drie dakloze mensen op straat overleden. Wij weten niet altijd wie dat zijn. Soms komen journalisten, nog voor wij iets weten, navraag doen. De politie wil dan nog geen naam vrijgeven omdat wij geen formele case holder zijn. Voor ons is dat soms onhandig.

Recht op Rust, Stationsplein Rotterdam CS 18 december 2024 – © foto Joke Schot

De Kerstperiode staat voor een universeel verlangen naar verbinding, bezinning en vrede, maar heel veel mensen leven langs elkaar heen. Is er sprake van een morele impasse?
Er zijn best wel dingen scheefgegroeid in de wereld en in de samenleving. Daar moet je open en eerlijk over zijn.
Toen ik in Amsterdam werkte en een kerstpreek voorbereidde, kwam ik het boek ‘Kerstmisbaksel’ uit de zeventiger jaren tegen. Priesters uit die tijd gingen op totaal voorspelbare manier te keer tegen de decadente borrel-, eet- en consumptiecultuur rond kerst. Toen al. Terwijl de Club van Rome haar alarmerende rapport al had gepubliceerd.
Misschien moet je de hele geschiedenis van de mensheid als een impasse duiden en dat is ook wel gedaan natuurlijk. Er zijn genoeg theologen en bijbelwetenschappers die in de erfzonde geloven. Dat is niet zo’n hoopvol idee. Er gebeuren natuurlijk ook een heleboel goede dingen, ook in 2024 en straks ook in 2025. Het is niet zo dat we allemaal met lege handen staan.
Soms kun je alleen maar kleine dingen doen, maar ook die zijn van betekenis. Ik werk hier in de Pauluskerk en een ander werkt bij een anoniem buurtinitiatief. Dat is even waardevol. Wat er in de samenleving wordt gewaardeerd is niet altijd van wezenlijk belang. In belangrijke mate ben je zelf verantwoordelijk en heb je kansen om stappen te zetten. Hoeveel mensen zitten er niet vast in een bullshit job? Dat is een keuze. Er is zoveel zinvol werk waar je de kost mee kunt verdienen. Gelukkig zijn er mensen die een carrièreswitch maken of vrijwilliger worden. Dat maken we hier ook mee en dat is goud waard, ook al is het maar een dagdeel per week. En kom alsjeblieft niet allemaal naar de Pauluskerk toe, maar kijk waar je van betekenis kunt zijn.
Is dat hoopvol genoeg? Voor mij wel.

Zijn het dan misschien groeikrampen die we voelen?
Tja, ik denk weleens dat we nu in een tijd zitten waarin je ontwikkelingen moet afremmen of tegenhouden. Bed-bad-brood is daar een voorbeeld van. Uitbreiden is nu niet aan de orde, terwijl vijf jaar geleden nog een idee op tafel lag om de regeling uit te breiden naar een landelijk netwerk. Nu zijn we heel erg  krampachtig aan het tegenhouden dat humane voorzieningen worden afgebroken.
Als je het wat breder trekt zie je dat er op andere punten toch weer wel vooruitgang wordt geboekt. En als dat nu niet kan, lukt het volgend jaar misschien wel.
Een mooi voorbeeld uit de geschiedenis van de Pauluskerk is de inzet van Hans Visser. Hij pleitte voor een adequate verslavingszorg. Toen hij hier in 1979 begon, waren er nog geen methadonklinieken, gebruikersruimtes, detox-klinieken, verslavingsartsen of verpleegkundigen die er iets vanaf wisten. Op Perron Nul moesten ze alles zelf uitvinden. Die dingen zijn gerealiseerd en zijn nu verworvenheden die je kunt koesteren. Dit soort ontwikkelingen gaat zelden in een lineaire lijn omhoog.
Natuurlijk moet je af en toe strijd leveren om het allemaal te behouden. Dit verhaal laat goed zien wat er mogelijk is als je je jarenlang met verve inzet voor een ideaal. De verslavingszorg is geregeld. Waarom zou dat niet kunnen met dakloosheid en de opvang van asielzoekers?

Jij bent gefocust op de meest schrijnende situaties. Een stapje daarboven zie je mensen die in schimmelhuizen moeten leven.
Ook dat is knap vervelend, dus daar moet je de aandacht op blijven pakken. Raadslid Vanessa Bruin van Leefbaar gaat voorop in die strijd. Dat is verrassend en dat vind ik niet vanzelfsprekend. Daar kun je hoop uit putten en je moet er gebruik van maken, want dit is een kans om op dat punt grenzen te verleggen. LR heeft zeker ook een paar sociale punten en ik zie ook dat het een partij is met heel verschillende mensen en ideeën. Wat kunnen we daarmee?
Vroeger dacht ik ook nog wel eens de politiek in te gaan, maar het is wel een lastige tak van sport hoor. Ik heb soms ook wel een beetje te doen met onze raadsleden.

Direct na ons gesprek lezen we op onze smartphones dat de voorzieningenrechter in Rotterdam heeft geoordeeld dat de belangen van de vreemdelingen die op straat dreigden te belanden, zwaarder wegen dan die van asielminister Faber. Een voorlopige schorsing is het resultaat. De minister moet voor opvang zorgen zolang hun bezwaarprocedure loopt. Zij behouden in elk geval tot 28 februari onderdak in Rotterdam.

Roland Huguenin

Verder lezen (wordt aangevuld met nieuwe berichten)
Vijf Rotterdamse ongedocumenteerden dreigen alsnog op straat te belanden – AD (2025, 1 januari)

Stedelijk Sociaal Statuut Rotterdam

Handtekeningen van alle stakeholders. Foto Roland Huguenin

Basisrechten van bewoners bij renovatie en sloop/nieuwbouw
Na drie jaar, vele vergaderuren, discussies, moeilijke én goede gesprekken, stoppen en opnieuw beginnen, hebben gemeente Rotterdam, de Rotterdamse woningcorporaties en de huurdersorganisaties van de 5 grootste corporaties op 18 december het Stedelijk Sociaal Statuut Rotterdam ondertekend. Een document met “afspraken over de manier waarop bewoners, gemeente en woningcorporatie met elkaar samenwerken bij het ontwikkelen en uitvoeren van renovatie en sloop/nieuwbouwprojecten”. Groot onderhoud valt erbuiten. Naast praktische zaken zoals financiële vergoedingen, herhuisvesting en huur, is in het Sociaal Statuut vastgelegd op welke wijze overlegd wordt met de bewoners.

Het zijn compromissen, soms zwaar bevochten compromissen, blijkt uit een gesprek met Laurie Hermanns, voorzitter van de Klantenraad van Woonstad Rotterdam. Ze is blij dat er nu iets ligt waar mensen zich op kunnen beroepen, maar er zitten voor bewoners ook pijnpunten in.

Wel meepraten, niet meebeslissen over de belangrijkste zaken
Er is in het Sociaal Statuut minitieus vastgelegd wat bewoners wel en niet te zeggen hebben in de drie fases van een renovatie- en sloopnieuwbouwproject. De oriëntatiefase, waarin uiteindelijk wordt vastgelegd wat er met de woningen gaat gebeuren: wordt het groot onderhoud of renovatie met behoud van huurcontract of wordt het sloop/nieuwbouw met beëindiging van huurcontract? De ontwikkelfase, waarin de plannen voor renovatie of sloop/nieuwbouw worden uitgewerkt. De realisatiefase, waarin de plannen worden uitgevoerd. De oriëntatiefase begint met een ‘woononderzoek’, dat meestal zal bestaan uit individuele huisbezoeken bij bewoners. Het voordeel daarvan is dat mensen vrijuit vanuit hun eigen situatie kunnen praten. Het nadeel is dat bewoners geen overzicht en inzicht krijgen in de verschillende manieren waarop je als bewoner naar de toekomst van de woningen, straat en wijk kunt kijken. Afhankelijk van de staat van de woning, de woonsituatie, leeftijd, binding met de buurt, toekomstplannen, financiële situatie, technische kennis etc.. Veel hangt af van hoe het gesprek én de eindrapportage door de (al of niet ingehuurde) medewerkers van de woningcorporatie wordt ingestoken. De bewoners hebben daar geen stem in; volgens het afgesproken stappenplan in het sociaal statuut wordt de medezeggenschap pas na dit woononderzoek georganiseerd. Uiteindelijk mogen bewoners in deze fase meepraten en adviseren, maar niet mee beslissen. De beslissing over wat er met de woningen gaat gebeuren, wordt genomen door het bestuur van de woningcorporatie of de VVE.

Chantal Zeegers, wethouder Klimaat, Bouwen en Wonen. Foto Roland Huguenin

Recht op terugkeer in de buurt
Huurders van woningen die gesloopt gaan worden, mogen zelf met urgentie zoeken naar een nieuwe woning via Woonnet Rijnmond. Zo nodig doet de corporatie maximaal drie keer een aanbod voor een andere woning, passend bij de woonbehoefte en de leefwijze van de huurder (directe bemiddeling). Als hun inkomen wettelijk te hoog is voor een sociale huurwoning kan door de corporaties gebruik gemaakt worden van de wettelijke 10% ruimte voor hogere inkomensgroepen in de sociale woningbouw.

Een mooi resultaat is dat het vernederende concept ‘Wijken in Balans’ van tafel is. Er is vastgelegd dat bewoners bij sloop/nieuwbouw terug kunnen keren naar hun buurt. Het bepalen wat de “buurt” is, is onderdeel van het Sociaal plan dat bij ieder project in overleg tussen bewoners en corporaties wordt opgesteld. Daarbij wordt rekening gehouden met de natuurlijke grenzen van een wijk. Bewoners hebben dus geen recht op terugkeer op hun oude adres of straat. Dat is de sociale pijn; of dat kan het zijn, met name voor mensen die al lang met en naast elkaar wonen en voor wie de mensen in de straat een belangrijk sociaal netwerk zijn.

De spijtoptantenregeling
Winstpunt van dit Sociaal Statuut is de spijtoptantenregeling. Huurders die eerder besloten om een andere woning buiten de buurt te aanvaarden, maar die hier – om wat voor reden dan ook -spijt van krijgen, kunnen via de spijtoptantenregeling opnieuw naar hun oude buurt verhuizen. Op basis van individuele woonwensen en specifieke omstandigheden spant de verhuurder zich samen met huurder in om een passende oplossing te bieden. Huurders moeten een aanvraag voor de spijtoptantenregeling doen binnen een periode van 24 maanden ná de datum van de verhuizing. Spijtoptanten krijgen directe bemiddeling.

Geen huurgarantie
Er is bij sloop/nieuwbouw geen recht op behoud van de oude huurovereenkomst. Het oude huurcontract wordt beëindigd en bij herhuisvesting wordt een nieuw huurcontract opgemaakt. Dat is met name voor bewoners zonder recht op huurtoeslag een financiële tegenslag. Ze krijgen bij een hogere huur van hun nieuwe woning, en dat zal vermoedelijk bijna altijd het geval zijn, een tijdelijke, in drie jaar aflopende, korting van maximaal € 150 als huurgewenning.

Presentatie Stedelijk Sociaal Statuut in het Gemaal op Zuid. Foto Roland Huguenin

Voorzichtig uitproberen van onafhankelijke professionele ondersteuning van bewoners
Zeggenschap van bewoners kan niet zonder (onafhankelijke) professionele ondersteuning: mensen met bouwkundige, technische kennis; en mensen die weten hoe ze bewoners samen kunnen brengen en ruimte kunnen scheppen voor verschillende standpunten; en die ervoor kunnen zorgen dat actieve bewoners het volhouden. We weten van stadsvernieuwing 1.0 hoe het werkt en hoe je dat kan organiseren. Het Sociaal Statuut is op dit belangrijke punt teleurstellend, of zoals Laurie Hermanns het benoemt: het is een compromis van een compromis. Een stevige organisatie van professionele bewonersondersteuners, zoals bijvoorbeeld Amsterdam heeft, zat er sowieso niet in. Maar een platform van bewonersondersteuners en de afspraak dat bij renovatie- en sloop/nieuwbouw bewoners altijd een beroep kunnen doen op professionele ondersteuning haalden het ook niet. We moeten het doen met drie pilotprojecten met professionele ondersteuning, die geëvalueerd zullen worden door de Veldacademie. De gemeente gaat een lijst opstellen van zzp-ers waaruit gekozen kan worden.

Is dat het dan? Hoe nu verder?
Laurie Hermanns hoopt dat bewoners in de praktijk hun positie kunnen verstevigen via maatwerk per project. Als hulpmiddel daarvoor zijn bij het Sociaal Statuut drie checklists gevoegd. Een voor het opstellen van het participatieplan, een voor het formuleren en beoordelen van het voorkeursscenario (dus wat de woningcorporatie uiteindelijk wil gaan doen) en een voor het opstellen van het sociaal plan voor bewoners. Het zou natuurlijk mooi zijn als bewonersgroepen van elkaar weten hoe ver ze daarin zijn gekomen. Dus wat daarin mogelijk blijkt te zijn. Daarbij kan je denken aan een databank van afgesproken projectplannen, maar ook aan overleggen tussen bewonersgroepen in de wijk of stad over specifieke thema’s. Een nuttige klus voor een organisatie van professionele bewonersondersteuning. Maar die krijgen we dus (voorlopig) niet in Rotterdam.

Joke van der Zwaard

Groepsportret van alle stakeholders. Foto Roland Huguenin

 

In Rotterdam géén bed, bad en brood per 1 januari 2025

 

Demonstratie 10 november 2024, Coolsingel Rotterdam, fotocredits Bond Precaire Woonvormen Rotterdam

Voortbestaan coalitie belangrijker dan mensenlevens
Op 1 januari 2025 stopt de pilot Landelijke Vreemdelingenvoorzieningen (LVV) waar Rotterdam en vier andere gemeenten (Amsterdam, Utrecht, Groningen en Eindhoven) aan meewerkten. De LVV-regeling was een vervanging voor de in 2014 plaatselijk opgezette Bed-bad-broodregelingen (BBB) voor ongedocumenteerde mensen.  Als enige van de vijf deelnemende gemeenten zal Rotterdam een lokale voortzetting van de LVV niet financieren. Dit betekent dat de 45 mensen die nu gebruik maken van de LVV per 1 januari op straat staan.

Coalitieakkoord
Toen de gemeente Rotterdam eind september de concept-begroting voor 2025 bekend maakte, werd duidelijk dat er geen financiering voor een Bed-bad-brood-regeling zou komen. De reden? In het coalitieakkoord van 2022 was nu eenmaal afgesproken dat als het Rijk zou stoppen met de LVV-regeling, Rotterdam daar niet voor eigen rekening mee zou doorgaan.
Nu kan er in twee jaar tijd veel veranderen en dat geldt zeker voor onze stad. Het aantal dakloze mensen is enorm toegenomen maar het aantal opvangmogelijkheden, laat staan het aantal voor hen betaalbare huurwoningen, beslist niet. Het is zelfs al bijna ‘normaal’ dat er regelmatig op straat slapende dakloze mensen dit letterlijk niet overleven. Een gemeentebestuur dat begaan is met álle inwoners zou dan nog eens kritisch kijken of de afspraken uit het coalitieakkoord niet zijn ingehaald door de actualiteit. In Rotterdam was dat toch teveel gevraagd.
Van VVD en Leefbaar Rotterdam werd niet anders verwacht dan dat zij zouden blijven vasthouden aan de afspraken over de LVV, maar dat zelfs DENK en D66 de continuïteit van de coalitie belangrijker bleken te vinden dan de levens van de meest kwetsbare mensen in onze stad, was voor velen een grote teleurstelling.

Grote verontwaardiging
De behandeling van de concept-begroting 2025 in de gemeenteraad maakte liet er geen misverstand over bestaan dat zowel D66 als DENK niet verder wilden gaan dan het zoeken van een oplossing voor de 10 meest kwetsbare mensen die momenteel gebruik maken van de LVV in Rotterdam. Dit leidde tot grote verontwaardiging in de stad en zelfs tot aandacht in de landelijke media. In aanloop naar de definitieve stemming over het stopzetten van de LVV-regeling op 12 november is van alles geprobeerd om – met name – de raadsleden van DENK en D66 op andere gedachten te brengen.
Zo was er een druk bezochte demonstratie op 10 november met een indrukwekkende toespraak van Pauluskerkdominee Martijn van Leerdam en werd vlak voor de aanvang van de beslissende raadsvergadering door Maarten Goezinnen van Stichting ROS een door 10.000 Rotterdammers ondertekende petitie overhandigd aan het gemeentebestuur.

Eensgezind
Niets heeft de raadsleden van de coalitie op andere gedachten kunnen brengen en aan het eind van een bewogen raadsvergadering die nog verstoord werd door luidruchtige actievoerders stemde de coalitie unaniem en eensgezind voor het stopzetten van de LVV. Alle moties van de oppositie die de situatie nog enigzins hadden kunnen redden, werden weggestemd.
Het laatste woord is er echter nog niet over gesproken. Zoals de coalitie de rijen heeft gesloten, geldt dat ook voor de belangenbehartigers van de ongedocumenteerde mensen en de vele Rotterdammers die geen enkel begrip hebben voor de onmenselijke houding van het gemeentebestuur. Niet alleen zal op de voet gevolgd worden of wethouder Achbar de toezeggingen over het niet op straat zetten van de meest kwetsbare mensen nakomt, maar ook zal gezocht worden naar oplossingen voor de anderen die straks letterlijk in de kou staan en nergens heen kunnen.

Wie helpt de onverzekerden als zij ziek zijn?

Heeft iedereen die in Nederland woont of leeft recht op zorg? Via de documentaire-reeks Zembla bracht BNNVARA het lot van onverzekerden in beeld.

Bekijk de uitzending

Het kabinet wil fors bezuinigen op de zorg voor onverzekerden. En dat terwijl de laatste jaren het aantal mensen zonder zorgverzekering juist stijgt. Het gaat vaak om arbeidsmigranten die hun baan en woning verliezen, om ongedocumenteerden die geen recht hebben op een verzekering, of om Nederlanders die dakloos raken. Wie helpt deze mensen als ze een ongeluk krijgen of ziek worden?

Medische zorg is een basisrecht voor iedereen, ook als je geen verzekering hebt. Zembla volgt onder meer straatarts Michelle van Tongerloo die, vanuit de Rotterdamse Pauluskerk, hemel en aarde beweegt om voor de onverzekerden hulp te regelen. Krijgen zij de zorg waar ze recht op hebben of wordt hen de toegang tot het ziekenhuis geweigerd?

Reacties ziekenhuizen

De onverzekerden
Samenstelling en regie: Evelien Vehof
Research: Marco de Lange
Eindredactie: Odette Joosten
Uitgezonden op zondag 24 november

Samenwerking Erasmus Universiteit en Pauluskerk van start

Right to have a roof. Foto Recht op de Stad

Recht op de Stad was op donderdag 25 april 2024 aanwezig bij de officiële start van het belangrijke samenwerkingsverband tussen de Erasmus Universiteit en de Pauluskerk.
Onder het motto ‘Wonen, papieren en ontmoeten: de Erasmus Universiteit en Pauluskerk slaan de handen ineen voor uitdagingen waarmee dak- en thuisloze Rotterdammers worden geconfronteerd’ vertelden onderzoekers en studenten hoe zij de komende tijd via wetenschappelijk onderzoek en vrijwilligerswerk de leefomgeving van dakloze mensen en de hindernissen die zij ervaren, in kaart gaan brengen, en wat er op politiek en maatschappelijk gebied nodig is om mensen echt vooruit te helpen en een einde te maken aan de groeiende dakloosheid.

In aanloop naar het accorderen van de nieuwe Rotterdamse Woonvisie, organiseerden Recht op de Stad, de Rotterdamse Armoedebestrijdingsbeweging (RAB) en de Pauluskerk op 5 september 2023 een drukbezochte expertmeeting over dakloosheid in relatie tot het recht op huisvesting in de Pauluskerk.
De sprekers en de ervaringsdeskundigen ontmoetten elkaar in de kerk waar de schrijnende gevolgen van dakloosheid elke dag opnieuw zichtbaar zijn. Dat maakte indruk. Helaas niet genoeg om de aanwezige vertegenwoordigers van de Rotterdamse coalitiepartijen ertoe te bewegen het recht op huisvesting als uitgangspunt te nemen voor de nieuwe Woonvisie, maar de avond heeft er wel toe geleid dat het structureel uitbannen van dakloosheid in Rotterdam op de agenda staat en daar niet meer af gaat. Er zijn de nodige contacten gelegd en samenwerkingsverbanden ontstaan.

Niet óver mensen praten, maar mét mensen praten zal de werkwijze bij de diverse onderzoeken zijn, zo ook tijdens deze startbijeenkomst. En hoe kun je gemakkelijker contact maken door gezamenlijk te eten? Na afloop van het programma stond er een prima buffet klaar, waar we samen met de bezoekers van de Pauluskerk heerlijk van hebben gegeten.

Als betrokken maatschappelijke organisatie, levert ook Recht op de Stad een bijdrage aan de reeds lopende en komende onderzoeken. We zijn ervan overtuigd dat de vandaag gestarte samenwerking tussen de EUR en de Pauluskerk tot mooie resultaten gaat leiden waar niemand in Rotterdam omheen kan.

 

Open deur? Foto Recht op de Stad

De nieuwe Rotterdamse Woonvisie

Demonstrant voor de entree van het Rotterdamse stadhuis. Foto Joke Schot.

Op 14 maart nam de gemeenteraad de nieuwe Woonvisie aan. Dat is slecht nieuws voor de meeste Rotterdammers en daarmee een gemiste kans om de woon/betaalbaarheidscrisis op te lossen. De enorme wachtlijsten voor sociale huurwoningen zullen nog langer worden, en daardoor de huurprijzen in de particuliere sector nog hoger.

Joke van der Zwaard

Onder het nieuwe motto ‘wijken voor iedereen’, handig gepikt van de critici van het Rotterdamse woonbeleid, schemert het oude motto ‘wijken in balans’ door; en de staande praktijk om wel sociale huurwoningen weg te halen maar ze niet ergens anders bij te bouwen.

En krijgen bewoners wat te zeggen? Nauwelijks, mooie woorden over ‘samen’ maar standvastige onwil om dat ook mogelijk te maken. Voor de 86.000 actieve woningzoekers in Rotterdam, plus de vele zichtbare en onzichtbare daklozen biedt deze Woonvisie geen enkel perspectief.

Recht op de Stad en alle andere organisaties die zich hebben ingezet voor een beter en socialer woonbeleid in Rotterdam, zijn teleurgesteld en boos. Lichtpuntje: mensen en organisaties hebben elkaar ook gevonden rondom de kwestie van de volkshuisvesting. Daar zal Rotterdam het de komende tijd van moeten hebben.

Het grote tekort aan betaalbare woningen wordt bewust niet opgelost
Laten we beginnen met het goede nieuws: in de nieuwe Woonvisie staat niet meer dat 20.000 sociale huurwoningen moeten verdwijnen uit Rotterdam; het aantal moet ‘op peil’ blijven. Echter, er zijn nu al 86.000 actieve woningzoekers in de sociale huursector, de gemiddelde wachttijd is 5,5 jaar. En dat is niet zo gek: 61% van de Rotterdammers heeft een inkomen van maximaal 50.000 euro, terwijl slechts 37,7% van het huidige woningvoorraad in het sociale segment valt.

De wethouder komt uit op iets minder dan 50%, maar zij rekent dan ook 10% van de woningen in de vrije sector mee. Woningcorporaties en diverse partijen protesteerden tegen deze verbreding van de definitie van ‘sociale huurwoningen’, want er is geen enkele greep op de huurprijzen en op de woningtoewijzing van deze woningen. Om die kritiek te omzeilen staat er ‘potentiële sociale huurwoningen’, maar intussen worden ze wel meegerekend als sociale huurwoningen.

Door de Woonvisie aan te nemen koos een meerderheid van de gemeenteraad om niets aan deze wooncrisis c.q. betaalbaarheidscrisis te doen. En erger nog. Omdat de bevolking van Rotterdam de komende jaren blijft groeien, ook met mensen die minder dan 50.000 euro per jaar verdienen, zal dat probleem alleen maar groter worden. Omdat mensen noodgedwongen uitwijken naar de particuliere huursector zullen daar de huren nog meer stijgen.

Op dit moment is 85% van de particuliere huurwoningen in Rotterdam € 190 te duur, uitgaande van een betaalbare huurquote van 30%, zo rekende Sanne van Manen van het Platform voor de Woonopgave ons voor tijdens het ‘Stadsgesprek Betaalbaar Wonen’ op 7 maart. Let wel, zei ze erbij: als mensen te veel huur moeten betalen, kunnen ze minder uitgeven aan andere zaken en geen vrijwilligerswerk of andere bezigheden ten nutte van de samenleving doen.

Minister de Jonge had voor die dure particuliere huurwoningen iets bedacht: met de nieuwe wet ‘betaalbare huren’ wilde hij de huren tussen 880 en 1150 euro reguleren met een puntensysteem om de huurprijs te bepalen, aansluitend op het puntensysteem in de sociale sector. Door succesvol lobbywerk van de huisjesmelkers is die wet – al voordat hij aan de Tweede Kamer werd aangeboden – zo aangepast dat huizen makkelijk boven de reguleringsgrens kunnen vallen.

Het hardnekkige vertrouwen in de markt
Wethouder Zeegers hamert net als haar voorganger Curvers op woningaanbod voor de middeninkomens en rekent of hoopt daarvoor op ‘de markt’. Zij weet zich daarbij ondersteund door haar eigen partij D’66, maar vooral door de VVD. Dezelfde partijen die de 150% verhoging van de grondprijs voor de woningcorporaties op slinkse wijze door de gemeenteraad sleepten en daarmee voorkwamen dat er over deze kwestie kon worden ingesproken.

Volgens de VVD-woordvoerder voor wonen bouwt de markt in principe geen onbetaalbare woningen en is de woningnood onder mensen met een midden en hoog inkomen net zo groot als die onder de groep die aangewezen is op een sociale huurwoning. Dat zal dan snel opgelost zijn, want van het huidige woningaanbod in Rotterdam is 9% sociaal, 47% midden en 44% hoog en topsegment; de verdeling van inkomensgroepen is 61% tot € 50.000, 12% midden en 27% hoog.

Het is dus niet zo gek dat die dure woningen veel mensen van buiten Rotterdam aantrekken; en dan nog staat 10% leeg. VVD-ers zijn nu eenmaal niet zo betrouwbaar als het om cijfers gaat. Denk aan de zogenaamde ‘duizenden’ nareizigers van asielzoekers waarop de VVD kabinet Rutte IV liet vallen.

Wie zijn de ‘dragers van Rotterdam’?
In de gemeenteraad stemden VVD, D66, Leefbaar Rotterdam, DENK, CDA en FvD voor de Woonvisie. De VVD was de meest uitgesproken verdediger. De redenering van de woordvoerder woonzaken gaat zo: “Rotterdam heeft al extreem veel sociale huurwoningen en die hebben een aanzuigende werking op mensen met een laag inkomen, terwijl de mensen die succes hebben in het leven noodgedwongen naar Lansingerland verhuizen. Zo raken wij de ‘dragers van Rotterdam’ kwijt.”

Bij de dragers van Rotterdam horen volgens deze VVD-er dus niet de mensen die zijn huis en kantoor schoonmaken, die zijn maaltijd bezorgen en zijn pilsje tappen, de tomaten voor zijn spaghetti bolognese plukken, de kabels trekken voor zijn internetverbinding, zijn oude oma dagelijks helpen met haar steunkousen of saxofoon spelen in zijn favoriete jazzband. Of – niet te vergeten – zijn auto repareren. De VVD-ers in de commissie Bouwen en Wonen maakten zich drukker om parkeerplekken dan om betaalbare woningen.

De D66-fractie liet de verdediging van de Woonvisie aan de wethouder over. Desgevraagd zei de woordvoerder wonen van deze partij dat we tevreden moeten zijn met het schrappen van de eerdere plannen om het aantal sociale huurwoningen te verminderen. Alsof betaalbare woningen een soort aalmoesjes zijn voor het gewone volk.

Riskant kiezersbedrog
Leefbaar Rotterdam en DENK konden niet uitleggen waarom ze de voorstellen om te zorgen voor meer betaalbare woningen in Rotterdam niet ondersteunden. Dat is ook niet uit te leggen als je bedenkt wie hun kiezers zijn en wat hen is beloofd. Kiezersbedrog heet dat. Ondermijning van de democratie, kan je het ook noemen, want dit soort gedraai zet het toch al geringe vertrouwen in ‘de politiek’ op het spel. ‘Ze doen toch wat ze willen’ hoorden de mensen van Recht op de Stad vaak toen ze op de markten flyers uitdeelden met de oproep om (bewust) te gaan stemmen.

Uit de dramatisch lage opkomstcijfers bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen bleek hoe breed dat gevoel gedragen wordt in de wijken met veel bestaans- en woononzekerheid. De betekenis en het risico daarvan is bij de politici van DENK en Leefbaar Rotterdam blijkbaar niet doorgedrongen.

GroenLinks, Volt, Partij voor de Dieren, Bij1, 50Plus, CU, CDA en SP dienden tevergeefs een hele hoop moties in om het aantal betaalbare woningen in Rotterdam te vergroten; en daarmee ook iets te doen aan het probleem van de dakloosheid. Uiteindelijk bleef hen niets anders over dan tegen de Woonvisie te stemmen. Alleen het CDA deed dat niet. De Woonvisie werd aangenomen met 27 stemmen voor en 18 tegen.

‘Wijken in balans’ in een ander jasje
In de nieuwe Wijkvisie is ‘Wijken in balans’ vervangen door ‘Wijken voor iedereen’, de actieleus van protesterende bewonersgroepen en Recht op de Stad. Helaas is de intentie van de leus niet meegenomen. Het verhaal over de ‘leefbare, vitale en veerkrachtige’ wijken leunt sterk op het idee van ‘gemengde wijken. Net zoals in de vorige Woonvisie wordt dat idee naar twee kanten uitgelegd: meer dure woningen in wijken met veel sociale huurwoningen en meer sociale huurwoningen in wijken met veel dure woningen.

Tijdens de inspraakronde wezen de gezamenlijke woningcorporaties er op dat zo’n ambitie mooi staat op papier, maar dat we inmiddels weten dat het niet of nauwelijks lukt om sociale huurwoningen in de dure wijken te bouwen. Ontwikkelaars gaan daar altijd aan de haal met de grond en de opdrachten. Dus wilden ze laten vastleggen dat er gezien de lange wachtlijsten in de ‘armere’ wijken geen sociale huurwoningen mogen verdwijnen. Ook dit voorstel kreeg een negatief advies van de wethouder.

In de Woonvisie staat dat onderzocht wordt of het mogelijk is om sociale stijgers voorrang te geven bij nieuwbouwprojecten in hun wijk, zodat ‘bewoners binding behouden met hun eigen wijk’. Tegelijkertijd wordt er door de hele tekst heen een tegenstelling gemaakt tussen huidige en toekomstige bewoners. Wie zijn die toekomstige bewoners, die ook mee moeten kunnen beslissen over de toekomst van de wijk?

Niet de sociale stijgers dus, want dat zijn huidige bewoners. Ook niet de ouderen die naar een geschiktere woning willen verhuizen en hun sociale netwerk willen behouden. Ook niet de kinderen van de bewoners die eindelijk op zichzelf willen wonen. Of de kamerbewoners. Of de bewoners die nu in een voor hen veel te dure huis wonen. Zouden ze de daklozen en alle ‘urgenten’ een stem willen geven. Ik vrees van niet.

Het protest van bewoners van de Wielewaal heeft al verschillende BWB-wethouders doorstaan. Foto Joke Schot.

Ik lees hier eerder het oude idee van de ‘sterke schouders’: de import van welgesteldere en theoretisch opgeleide bewoners in wijken met veel sociale woningbouw, in. De mensen die volgens de vorige Woonvisie het sociale cement van de wijk zijn; en die veel lijken op wat de VVD de ‘dragers van de stad’ noemt. Ofwel: ‘toekomstige bewoners’ is bewust verhullend taalgebruik om het oude en omstreden beleid van ‘Wijken in balans’ door te kunnen zetten.

Over democratie gesproken
Twee jaar geleden liet de toenmalige wethouder weten dat hij werk ging maken van zeggenschap van bewoners. Geen Tweebosbuurt meer, maar stadsvernieuwing 2.0.

Van dat idee zie je weinig terug in de nieuwe Woonvisie. Ja er staat dat bewoners in een vroegtijdig stadium worden betrokken bij het maken van toekomstplannen voor de wijk. Tegelijkertijd staat in deze woonvisie niets over het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor bewoners om op een gelijkwaardig kennisniveau te kunnen overleggen en om daar zoveel mogelijk groepen bewoners bij te kunnen betrekken.

Zorgen voor huisvesting en professionele ondersteuning van bewonersorganisaties zit niet in deze plannen. Er staat iets over ‘benutten van bestaande overleggen’ maar desgevraagd weet de wethouder niet wat daarmee wordt bedoeld. In deze Woonvisie heeft zeggenschap niets met democratie te maken, ook niet met het idee dat bewoners iets te zeggen zouden kunnen hebben, dat ze nuttige kennis hebben; en dat je het met elkaar oneens kan zijn en daar dan uit moet proberen te komen.

Zeggenschap is in deze Woonvisie is puur instrumenteel, voor het uitvoeren van beleid. Als er problemen dreigen met bewoners dan zal de gemeente een bureau inhuren voor een informatie- en inspraaktraject.

In rijke wijken is dat niet nodig of nutteloos, want die weten de weg naar advocaten en de Raad van Staten wel te vinden; dat houd je toch niet tegen.

Zeggenschap is voor deze wethouder een beheersstrategie, een instrument om zich te verzekeren van draagvlak voor het gemeentebeleid. Bewoners mogen individueel hun mening geven in enquêtes en inloopinspraakavonden, maar zich vooral niet organiseren.

Ons als actieve, kritische en deskundige bewoners organiseren, gaan we de komende tijd natuurlijk toch doen. In de strijd voor een socialer, democratischer en effectiever woonbeleid zijn nieuwe kennisnetwerken en actiecoalities ontstaan. Daar zullen Rotterdam en alle mensen die een betaalbare woning nodig hebben het van moeten hebben.

De coalitiepartijen plus CDA en FvD hebben laten zien waar ze voor staan. Recht op de stad blijft opkomen voor de mensen die door dit rechtse beleid in de verdrukking komen. We gaan niet vijf jaar wachten op een nieuwe Woonvisie, maar blijven ruimte en medestanders zoeken voor de ontwikkeling en realisering van ideeën over hoe het ook anders, rechtvaardiger en socialer kan.

VN-rapporteur: Wooncrisis al decennia in de maak, vraagt nu om out-of-the-box-oplossingen

Balakrishnan Rajagopal en zijn VN-collega Mariya Stoyanova tijdens de persconferentie in Den Haag.

FOCUS OP WONEN ALS MENSENRECHT IN NEDERLAND
LONGREAD

De heer Balakrishnan Rajagopal, de speciale rapporteur voor het recht op huisvesting van de Verenigde Naties, deed van 10 t/m 21 december onderzoek in Nederland. Hij verbleef een aantal dagen in Rotterdam, waar hij de Tweebosbuurt en Pompenburgflat bezocht, en sprak met bewoners, maatschappelijke spelers, de gemeente en burgemeester Aboutaleb. Recht op de stad liep mee en doet verslag van de slotverklaring van de VN-rapporteur en van zijn bezoek aan Rotterdam.

Tijdens zijn werkbezoek aan Nederland verdiepte Rajagopal zich in verschillende aspecten van het woonbeleid en de wooncrisis. Zijn aandacht was onder andere gericht op sociale woonwijken, daklozenopvang, asielzoekers, tijdelijke huisvesting, arbeidsmigranten en slachtoffers van de aardbevingen in Groningen. Hij bezocht buurten en instanties in Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Groningen en Castricum, opvangcentra voor asielzoekers, daklozenopvangcentra, tijdelijke huisvesting en een woonwagenpark. Op alle locaties sprak hij met bewoners, politici, experts, het maatschappelijk middenveld en sociale bewegingen. Rajagopal signaleerde achterstanden en stigmatisering, en hij concludeert: ‘Nederland moet spoedig in de wet verankeren dat iedereen recht heeft op adequate huisvesting’.

Rajagopal is als hoogleraar Recht en Ontwikkeling verbonden aan de faculteit Stedenbouw en Planning aan het Massachussets Institute of Technology (MIT). In maart 2024 presenteert hij een volledig rapport over Nederland met aanbevelingen aan de VN-Mensenrechtenraad.

In een verklaring aan het slot van zijn werkbezoek aan Nederland op donderdag 21 december, gaf Rajagopal zijn voorlopige analyse van de huisvestingscrisis en de schending van mensenrechten.
‘Nederland kampt met een acute wooncrisis. Iedereen voelt de effecten daarvan, ongeacht of dat Nederlanders, migranten, asielzoekers of ongedocumenteerden zijn. Het is een misverstand dat de crisis wordt veroorzaakt door de toestroom van migranten. Er zijn geen data of andere bewijzen die dat aantonen’, aldus Rajagopal tijdens zijn persconferentie.

De grote problemen op de Nederlandse woningmarkt worden volgens hem juist veroorzaakt door verkeerde beleidskeuzes. De huidige wooncrisis ontwikkelt zich al enkele decennia doordat de overheid de markt de ruimte gaf in plaats van zelf te zorgen voor voldoende huizen. Kabinet-Rutte I nam zelfs het besluit om het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening af te schaffen. ‘De markt heeft echter eigen belangen en maakt zich niet druk over het recht op adequate huisvesting’, zei Rajagopal.

In onderstaande samenvatting zoomt Recht op de stad in op belangrijke punten in de slotverklaring. Daarna volgt ons verslag van zijn bezoek aan Rotterdam en de observaties die hij daar deed. De volledige tekst van de slotverklaring is te lezen in het Engels.
[zodra de Nederlandse vertaling beschikbaar is, plaatsen wij hier ook die link]

Samenvatting aanbevelingen

Volgens VN-Rapporteur Rajagopal komen de problemen met huisvesting in Nederland niet door migratie, maar ‘omdat huisvesting niet wordt erkend en beschermd als mensenrecht’.

  • Er is een noodzaak om het recht op adequate huisvesting voor iedereen vast te leggen in de Grondwet en in nationale wetten. Was dit al eerder gebeurd, dan was de huisvestingscrisis in Nederland niet zo groot geworden.
  • Rajagopal moedigt Nederland aan om het Facultatief Protocol bij het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten te ratificeren. De relevante commissie in Genève kan dan individuele klachten onderzoeken. Dat zal leiden tot een verbetering van de slagvaardigheid en inzichten van de rechterlijke macht in het mensenrecht op huisvesting in Nederland.
  • Hij benadrukt dat de wooncrisis niet alleen een woningentekort is, maar ook een gebrek aan betaalbaarheid van woningen. Maximale huren zijn te hoog en de regulering van huurcontracten is gebrekkig. Hij spoort Nederland aan om gemeenten meer bevoegdheden te geven om (lokale) huurplafonds en huurbescherming in te stellen.
  • Volgens Rajagopal is de minister voor volkshuisvesting Hugo de Jonge een goede richting in geslagen. Hij adviseert het nieuwe kabinet om die koers voort te zetten en de slagvaardigheid van het ministerie te vergroten.
  • Hij pleit er voor dat Nederland alle huisvestingstaken, inclusief de aanpak van dakloosheid, integreert in een nieuw ministerie van huisvesting, dat het faciliteert met toereikend budget.
  • Rajagopal maakt zich zorgen over de veelvuldige sloop van sociale huurwoningen. Dit zal de druk op de sociale huisvesting alleen maar vergroten en afbreuk doen aan de inspanningen om de woningvoorraad te vergroten. De sloop van structureel gezonde sociale huisvesting moet worden gestopt.
  • De doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie en stikstofbeleid moeten behaald worden. Vanwege de hoge CO2 uitstoot, moet er minder worden gesloopt, zei Rajagopal. Ook een nationaal beleid voor duurzaamheid van de bouwsector (wereldwijd veroorzaakt deze 37% van de CO2-uitstoot) is nodig. Dit alles moet afgestemd worden op het huisvestingsbeleid.
  • Met het oog op mogelijkheden voor woningbouw moedigt Rajagopal gemeenten aan om het gebruik van grondbanken of regelingen voor het poolen van grond te onderzoeken.
  • Rajagopal wil een wettelijke erkenning van gemeenschappelijk grondbezit, of ander openbaar, niet-publiek collectief eigendom of beheer van grond.
  • Wooncoöperaties zonder winstoogmerk moeten de mogelijkheid krijgen om woningen te ontwikkelen voor eigen gebruik.
  • Bij stedelijke vernieuwing (vaak sloop-nieuwbouw) constateert Rajagopal dat volledige gemeenschappen en sociale netwerken werden afgebroken, met psychische en andere effecten voor betrokken bewoners tot gevolg.
    Bewoners gaven aan geen zeggenschap te hebben in dit soort (plan)processen. Bovendien lijken wijken met een niet-westerse bevolkingssamenstelling onevenredig te worden getroffen door sloopbeleid. Onder andere doordat een niet-westerse samenstelling van de bevolking tot voor kort werd gebruikt als variabele bij het bepalen van de leefbaarheid van buurten (o.a. in de Leefbarometer 2.0). ‘Discriminatie hoeft niet de bedoeling te zijn van handelen, maar als het effect discriminerend is, dan is er nog steeds sprake van discriminatie’, zei Rajagopal hierover. Daarbij wees hij ook op een soortgelijk mechanisme bij de Rotterdamwet.
  • Rajagopal dringt er bij gemeenten en woningcorporaties op aan om bij stedelijke vernieuwing of herstructurering de communicatie en het overleg met bewoners in een vroeg stadium te intensiveren en hen volledige verantwoording en transparantie te garanderen.
  • Hij pleit er ook voor om de woningcorporaties onder onafhankelijk toezicht te plaatsen, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de functie van de Ombudsman.
  • Rajagopal moedigt lokale en centrale overheidsinstellingen aan om in gesprek te gaan met de vele sociale bewegingen die zijn ontstaan voor het recht op huisvesting en samen nieuw effectief beleid te ontwikkelen.
  • Hij zegt dat alle tijdelijke contracten dezelfde wettelijke bescherming moeten bieden als vaste huurcontracten, ook op het gebied van huisuitzettingen en bewoonbaarheid.
  • Antikraakconstructies (met de gebruikersovereenkomst) moeten onmiddellijk worden afgeschaft.
  • Kraken moet weer worden gedecriminaliseerd, vooral als het gaat om speculatief onroerend goed.
  • Het opvangsysteem voor dak- en thuislozen moet radicaal worden herzien en uitgebreid. Nachtopvang moet open zijn voor iedereen die in Nederland verblijft, ongeacht de verblijfsstatus van mensen en ongeacht de temperatuur in de nacht. Nederland zou moeten stoppen te spreken van ‘economisch daklozen’ en te werken met het concept ‘zeldredzaamheid’ waardoor mensen geen toegang meer hebben tot voorzieningen. Rajagopal dringt er ook op aan om Housing First beter te stimuleren en dak- en thuisloosheid te gaan tellen met het ETHOS light systeem, zodat ook verborgen groepen meegeteld gaan worden.
  • Gemeenten kennen verschillende praktijken die dakloosheid in feite criminaliseren. Deze praktijken moeten onmiddellijk worden stopgezet.
  • Rajagopal constateert dat arbeidsmigranten slecht worden gehuisvest, mede door verschrikkelijke arbeidscontracten die veel weg hebben van uitbuiting, waarbij migranten exorbitante bedragen moeten afstaan voor hun huisvesting, zorgverzekering, en zelfs vervoer van en naar de werkplek. Zodra een arbeidsmigrant ontslag neemt, ziek wordt of vragen stelt, is hij of zij vaak ook de woning kwijt. Rajagopal is hoogst verbaasd over het feit dat er 12.000 [van zulke] uitzendbureaus geregistreerd staan in Nederland en dat er geen instantie is die hen controleert.
  • In zijn slotverklaring zegt Rajagopal dat hij is geraakt door de jaren van onzekerheid, onveiligheid en angst die de mensen hebben ervaren die in het Groningse gaswinningsgebied wonen. De overheid moet dan ook niet alleen inzetten op materieel schadeherstel, maar ook op traumaverwerking en het weer opbouwen van de gemeenschappen die vernietigd zijn.
  • Rajagopal wenst dat alle vluchtelingen in Nederland zo behandeld zouden worden als de Oekraïners in eerste instantie. Hoewel ook Oekraïners kwetsbaar zijn, vanwege hun onzekere status.
  • De omstandigheden in de aanmeldcentra van het COA noemt Rajagopal ‘erbarmelijk’. Alles bij elkaar leidt het opvangsysteem voor asielzoekers momenteel tot ernstige schendingen van het recht op passende huisvesting en andere mensenrechten. Kinderen worden hierdoor disproportioneel getroffen. Hij doet een beroep op Nederland om zijn systemen op een andere manier in te richten, waardoor kinderen gedurende de procedure waarin over hun vluchtelingenstatus wordt besloten, zo min mogelijk worden overgeplaatst.
  • Voor woonwagenbewoners zijn er veel te weinig woonwagenterreinen ingericht. Bovendien moeten zij door een gebrek aan huurbescherming leven met het risico op ontruiming.
  • Met betrekking tot studentenhuisvesting zegt Rajagopal dat universiteiten niet meer studenten moeten aannemen dan er wooneenheden voor studenten beschikbaar zijn in het gebied van de universiteit.
  • Nederland moet de wettelijke verplichting instellen dat alle openbare gebouwen, sociale woningbouw, hotels, winkels en bedrijven, maar ook trottoirs en openbare ruimten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking.

Bezoek aan de Pompenburgflat (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met een bewoner van de Pompenburgflat.

Op donderdag 14 december bracht Balakrishnan Rajagopal een bezoek aan de Pompenburgflat, het sociale woongebouw aan het Hofplein in Rotterdam dat zou moeten wijken om plaats te maken voor drie hoge torens van projectontwikkelingsplan RISE. Hij bekeek het woongebouw en verschillende woningen en sprak met bewoners en leden van Recht op de stad.

Bij aankomst bij de Pompenburgflat vroeg de rapporteur allereerst aan de aanwezigen  waarom dit woongebouw gesloopt moest worden. Hij zag geen gebouw dat in slechte staat van onderhoud verkeerde. Hij constateerde dat de bezochte woningen groot en zonnig waren.

Aanwezigen gaven aan dat de bedoeling van de sloop vooral is om het gebied en de stad als geheel aantrekkelijker te maken voor mensen met hoge(re) inkomens. Dat verbaasde de rapporteur zeer. Hij vond het tevens onbegrijpelijk dat de flat gesloopt zou moeten worden, terwijl deze recent nog voor 3,2 miljoen euro is opgeknapt waarbij een klimaatbeheerssysteem met warmte-terugwinninginstallatie in de woningen is geplaatst.

Rajagopal toonde belangstelling voor de achtergronden van projectontwikkelingsplan RISE. De miljoeneninvestering van een vermogende familie voor de aankoop van twee kantoorpanden die projectontwikkelaar RedCompany heeft betrokken bij het plan RISE, vond Rajagopal zeer opmerkelijk. De verkoop van de grond door de gemeente aan woningcorporatie Havensteder en de overdracht van de Pompenburgflat aan RedCompany in een later stadium, had zijn belangstelling.

Over het feit dat bewoners het hele plan in oktober 2019 uit de krant hebben moeten vernemen en dat zij nu al vier jaar in onzekerheid leven, toonde hij zijn afkeur.

Bewoners kaartten bij Rajagopal aan dat rond hun terugverhuizing naar de sociale woontoren in het plan RISE, veel zaken nog onbekend zijn of niet zijn vastgelegd. Zoals over de servicekosten, die van grote invloed kunnen zijn op het wel of niet kunnen terugkeren van huidige bewoners.

Tevens gaven bewoners aan dat hun woningcorporatie Havensteder beloftes heeft gedaan, die nu niet nagekomen zullen worden. Zoals de belofte van gelijkwaardige vervangende woningen met gelijke huur in het centrum van Rotterdam voor bewoners die niet wensten mee te gaan in het RISE traject. De woningcorporatie is hier inmiddels op teruggekomen en heeft de bewoners medegedeeld dat zij vanwege de wooncrisis geen gelijkwaardige woningen in het centrum kan garanderen. Bij bewoners zorgt dit voor langdurige stress en onzekerheid, omdat zij binnen zo’n anderhalf jaar een gelijkwaardige woning moeten zien te vinden. Dat lijkt  in de huidige wooncrisis een onrealistische opgave.

Tijdens het gezamenlijke eindgesprek met alle aanwezigen werd aan de hand van voorbeelden uit de Pompenburgflat, doorgepraat over de betaalbaarheid van huurwoningen in Nederland en de toewijzingsregels. Die regels zijn vooral gebaseerd op het (bruto) inkomen en de kale huur, terwijl servicekosten en energielasten buiten beschouwing worden gelaten. Het verbaasde Rajagopal dat ouderen met AOW en een klein pensioen wel 60% van hun besteedbaar inkomen (maandelijks) kwijt kunnen zijn aan woonlasten. Hij plaatste vraagtekens bij het beleid dat mensen die meer gaan verdienen eigenlijk ook zouden moeten verhuizen naar (veel) duurdere huurwoningen in de vrije sector, met alle daaraan gekoppelde onzekerheden, zoals het wegvallen van woonzekerheid bij inkomensachteruitgang door ziekte, baanverlies of het overlijden van de partner.

Tijdens zijn persconferentie op 21 december blikte Rajagopal desgevraagd terug op zijn bezoek aan de Pompenburgflat en zei het volgende:
‘Ik heb de woningen in Pompenburg gezien. Ik heb ook gezien dat de woningen recent nog verduurzaamd zijn. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat een van de drie torens die gebouwd gaan worden sociale huurwoningen zal hebben.
In principe is een plan om sociale woningen te vervangen door nieuwe sociale woningen in overeenstemming met het mensenrechtelijk kader. Het proces is echter ook van belang. Er moet wel sprake zijn van behoorlijke participatie door de bewoners. Zij zouden bijvoorbeeld ook betrokken moeten worden bij het ontwerp. De open ruimte in de tuin van Pompenburg wordt zeer gewaardeerd door bewoners. Het nieuwe plan voorziet niet in zo’n open ruimte. Maar in principe hebben bewoners er wel recht op om dat terug te krijgen. Misschien zou het ontwerp daar nog op aangepast moeten worden.
Er is ook een alternatief voor het ontwikkelplan van dat gebied, waarin Pompenburg behouden blijft. Ja, het zou goed zijn als Rotterdam weer naar dat alternatief zou kijken.

Bezoek aan de Tweebosbuurt (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met bewoners van de Tweebosbuurt.

Op 14 december bezocht Rajagopal de Tweebosbuurt in Rotterdam, waar bijna 600 sociale huurwoningen zijn gesloopt. De sloop ging door, ondanks fel protest van de zittende bewoners en tal van deskundigen uit de regio en het land, en ondanks een kritisch officieel Comunique van Rajagopal en vier anderen Speciale Rapporteurs van de VN.

Veel bewoners zijn nog altijd getraumatiseerd door deze herstructurering en het emotionele verlies is voelbaar, constateerde Rajagopal tijdens zijn bezoek. (Oud) bewoners vertelden hem wat zij hebben meegemaakt en hoe hun gemeenschap in rap tempo uiteen werd geslagen na aankondiging van de grootschalige sloopplannen door Vestia en de gemeente. Heel wat Tweebosbuurtbewoners werden geherhuisvest in een minder goede woning dan de woning die zij gedwongen moesten verlaten. Sommigen van hen verloren investeringen die zij soms zeer recent in hun huis hadden gedaan, want eerder had Vestia herhaaldelijk ontkend dat er sloopplannen waren.

Kinderen werden niet alleen gedwongen te verhuizen, maar daardoor ook naar een andere school te gaan. Tenzij ouders het voor elkaar kregen (financieel, qua tijd) om dagelijks te reizen naar de school in de Tweebosbuurt. Ouders gaven aan dat hun kinderen moeilijk konden wennen in de nieuwe wijk en hun oude buurtgenootjes bleven missen.

De manier waarop er met bewoners werd omgesprongen, typeerden bewoners zelf als ‘onmenselijk’. Het proces was niet-transparant en bewoners werden door Vestia onder hoge druk gezet om de huuropzegging of een andere woning zo snel mogelijk te accepteren. Bewoners die bleven, kregen te maken met intimidatie door een beveiligingsbedrijf dat Vestia had ingezet. Ook was er intimidatie door een aantal grootschalige ontruimingsoperaties, waarbij er de eerste keer tientallen ME-ers en de laatste keer tweehonderd ME-ers werden ingezet om een handjevol krakers te ontruimen, die echter hadden aangegeven vrijwillig te zullen vertrekken.

Bewoners die bleven kregen ook te maken met juridische intimidatie. De laatste bewoners werden er met spoedprocedures uitgezet, nog voordat een bodemprocedure was doorlopen. De herinneringen aan de vele gebeurtenissen in de Tweebosbuurt gedurende de herstructurering bracht meerdere bewoners, bijna zes  jaar later, in tranen.

Rajagopal gaf aan zeer geraakt te zijn door deze verhalen. ‘Het is niet in orde dat mensen nog steeds in tranen zijn over deze gebeurtenissen’, zei Rajagopal tijdens zijn persconferentie. Hij riep de gemeente Rotterdam en burgemeester Aboutaleb op om toenadering te zoeken tot de (oud) Tweebosbuurtbewoners en hen te helpen verder te komen. ‘Aboutaleb leek daaraan toegewijd’, zei Rajagopal.

Omdat de gemeente Rotterdam kampt met een tekort aan grond om te bouwen, zijn er in Rotterdam alternatieve oplossingen nodig, zo reflecteerde Rajagopal naar aanleiding van de Tweebosbuurt. Bijvoorbeeld: wooncoöperaties zouden gestimuleerd kunnen worden, maar in Rotterdam ontbreekt het aan effectieve regelgeving en financiën daarvoor. ‘Bij burgemeester Aboutaleb heb ik er op aangedrongen dat dit het juiste moment is om in te zetten op out-of-the-box-oplossingen, zei Rajagopal.

Bezoek aan de Pauluskerk: gesprek met maatschappelijke spelers

In de Rotterdamse Pauluskerk sprak Rajagopal uitgebreid met medewerkers en bezoekers van de Pauluskerk. Op vrijdag 15 december ontmoette hij er ook diverse instanties, (huurders)organisaties en (actie)groepen voor een gesprek over huisvesting in Rotterdam. Aanwezig waren:
Pauluskerk, Kansfonds, Stichting ontmoeting, BPW Rotterdam, Federatie Huurders in de commerciële sector, Stichting Barka, Basisberaad, Housing first, Huurteam Rotterdam, Alliantie Tante Sjaar, Sociaal Advocaten Rotterdam, Gemeenschappelijk Overleg Huurdersorganisaties Rotterdam (GOH), Socialisten 010, Recht op de stad, Woonopstand, Stad in de maak, FNV Lokaal.

Gedurende het gesprek over tal van problemen op het gebied van huisvesting voor diverse groepen in Rotterdam, stelde Mr. Rajagopal veel verdiepende vragen. Uiteindelijk vroeg hij alle aanwezigen om onze aanbevelingen aan hem op een rij te zetten. Vanuit Recht op de stad hebben we input verzameld en een aanbevelingenlijst opgesteld.

Mr. Rajagopal kreeg na afloop vanuit de Wielewaal het visieplan Woonhof Wielewaal aangereikt. De rapporteur benadrukte dat het heel belangrijk is dat bewoners zelf (alternatieve) plannen maken voor hun wijk en dat deze meegenomen moeten worden in ontwikkelingen van een wijk.

Wij plaatsen hier nog een link naar de aanbevelingenlijst vanuit de Rotterdamse maatschappelijke spelers aan de VN-rapporteur in het Engels en het Nederlands.

Woonhof Wielewaal, opmaat voor de zelfredzame wijk

Onlangs nam de Tweede Kamer het initiatief om zich te laten informeren over alternatieve oplossingen voor de woningnood. Daartoe organiseerde de Commissie voor Binnenlandse Zaken het Rondetafelgesprek Wooncoöperaties. Elf sprekers waren op woensdag 11 oktober uitgenodigd om toelichting te komen geven op hun perspectieven voor de volkshuisvesting. Onder hen waren de Rotterdammers Arie Lengkeek en Wil de Ben*, beiden aangesloten bij Recht op de Stad.

In dit nieuwsbericht wordt het visieplan ‘Woonhof Wielewaal’ toegelicht. Daarnaast wordt nog eens benadrukt dat gentrificatie maatschappelijke ontwrichting in de hand werkt en leidt tot verpaupering, terwijl er vele goede alternatieven voorhanden zijn die de wooncrisis kunnen herleiden tot een rechtvaardige maatschappelijk agenda met hanteerbare oplossingen.


Woonhof Wielewaal – visieplan (oktober 2023)

Bewoners van tuindorp Wielewaal verzetten zich al jaren tegen de geforceerde teloorgang van hun geliefde wijk. Zij ondervinden de effecten van gentrificatie aan den lijve, nu de wijk gedeeltelijk is gesloopt en zij nieuwbouw zien verrijzen die de wijk verandert in een gated community.
Contact met woningcorporatie Woonstad en de Gemeente was in al die jaren slechts mogelijk via de rechter. Van enige vorm van overleg en zeggenschap is nooit sprake geweest. Een stap naar het Rijk biedt nieuwe kansen.

Gentrificatiebeleid is destructief en versplintert maatschappelijke waarden. Toenemende welvaartsdrang wordt niet alleen ten onechte vertaald naar woningnood, maar is tevens medeveroorzaker van het zorginfarct.
Een omvangrijke groep mensen verschanst zich als vanzelfsprekend in luxueuze paleizen en laat lichaam en geest op talloze manieren verbouwen en renoveren. Gelijktijdig roepen projectontwikkelaars dat het bouwen van sociale woningen geen rendement oplevert en weten zorgmanagers niet meer waar ze goed gekwalificeerd personeel vandaan moeten halen. Voeg daarbij dat marktwerking in wonen en zorg, en eisen van zorgverzekeraars, hebben geleid tot een commerciële bureaucratie die zijn weerga niet kent.

In de afgelopen jaren is er door de ontvolking van Wielewaal, voor de achterblijvende bewoners een confronterende uitdaging ontstaan. De bewonersorganisatie van de Wielewaalers staat al zo’n tien jaar in contact met eigen adviseurs en zijn goed ingevoerd op het terrein van bouw, financiering en beheer. Vanuit dat perspectief werd de ontvolking herkend als een nieuwe inspiratiebron. Dat heeft ertoe geleid dat het wegvallen van de vertrouwde woonomgeving en de sociale cohesie, kon worden gedetecteerd als een vermijdbaar lokaal woon-zorginfarct. Dat inzicht is omgebogen naar goede oplossingen.

Er zijn inspirerende gesprekken gevoerd met Nederland zorgt voor elkaar en Ellen Verkoelen, fractievoorzitter van 50PLUS in Rotterdam, die hebben geresulteerd in het definiëren en organiseren van een zelfredzame wijk, waarin welzijn en zorg op de eerste plaats staan. De ideeën over de opzet van een coöperatieve woonwijk zijn getransformeerd naar de ontwikkeling van een innovatief woon-zorgsysteem. Daarmee maken de Wielewaalers een statement dat aansluit bij ontwikkelingen die nu nog in de kinderschoenen staan, maar de potentie hebben om een blijvende oplossing te bieden voor noodzakelijke hervormingen in de woningbouw. Er is goede hoop dat de Tweede Kamer het signaal achter Woonhof Wielewaal gaat oppikken.

* Wil de Ben liet zich vervangen door Alfons Remery.

Ter voorbereiding van het rondetafelgesprek werd aan de commissieleden Position paper Unie Van en Voor de Wielewaalers t.b.v. rondetafelgesprek Wooncoöperaties voorgelegd. Daarin wordt een verbinding gelegd tussen de heersende woningnood en het dreigende zorginfarct.

Woonhof Wielewaal – PERSBERICHT (oktober 2023)

Verder lezen

Antti Liukku (2023, 14 oktober). Bewoners van Wielewaal willen zelf huizen bouwen : nieuw plan voor een tuindorp in Rotterdamse wijk. AD.

Peter Groenendijk (2023, 14 oktober), Rotterdam, vergeet mevrouw Pelger niet (commentaar). AD.

Carolien Stam (2023, 23 augustus). Jan Smelik, Austerlitz Zorgt: ‘Als de overheid het niet kan, zorgen we zelf voor onze ouderen’. Zorg+Welzijn.

Rijksbouwmeester wil pas op de plaats, goed nadenken en dan pas bouwen (2023, 16 september). Nieuwsuur.

Jasper Monster (2023, 31 augustus). 16 adviezen om ervoor te zorgen dat de politiek wél de juiste ruimtelijke keuzes maakt. Gebiedsontwikkeling.nu.

Toine Heijmans (2023, 6 september). Daar leef je bovenop elkaar, terwijl je niemand kent. Volkskrant.

Recht op de Stad (2023). Bewoners hebben wat te zeggen : onze visie op stadsvernieuwing 2.0.

Woonpioniers VPRO (2021). Tuindorp Wielewaal : Wooncoöperatie Unie Van en Voor de Wielewaalers.

Het gezicht van de Tweebosbuurt is niet meer

“Mevrouw Pelger moest plaatsmaken voor sociale stijgers. Wat de beleidsmakers niet weten is dat zij al bovenaan die sociale ladder stond.”

Foto Joke Schot © 2020

Mustapha Eaisaouiyen, medeoprichter van Recht op de stad en oud-bewoner van de gesloopte Tweebosbuurt, schreef voor Vers Beton een persoonlijk in memoriam over Grarda Pelger, die op 28 oktober overleed. Voor velen is zij de moeder en het boegbeeld van de buurt waar ze haar hele leven woonde.

Ze is het bekendste gezicht van – inmiddels – Nederlands bekendste volksbuurt de Tweebosbuurt. Mevrouw Pelger heeft de buurt waar ze bijna haar hele leven woonde nationaal en internationaal op de kaart gezet. En niet alleen de Tweebosbuurt, maar ook andere volksbuurten in heel Nederland kregen een gezicht dankzij haar lieve stem en eindeloze vriendelijkheid. Het is ook haar stem die door de Rotterdamse Rekenkamer en tot aan de Verenigde Naties toe gehoord werd. Mevrouw Pelger was voor velen de moeder van de Tweebosbuurt. Voor haar hadden mensen niets anders dan ontzag. Zij kon ieder met haar glimlach en houding direct ontwapenen.

Klik hier voor de volledige tekst (daarna op het kruisje klikken zodat de tekst volledig zichtbaar wordt)

Lees ook “Willen jullie koffie?” – Grarda Pelger 1939-2022

Pagina 1 van 3

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén