![](https://rechtopdestad.nl/wp-content/uploads/2024/12/Martijn-van-Leerdam-Pauluskerk-foto-J.Schot-2024.12.19-DSC08494-scaled.jpg)
Martijn van Leerdam in de kerkzaal van de Pauluskerk in Rotterdam – © foto Joke Schot
Signalerend dat de stadssamenleving zich moet verhouden tot een verhardend maatschappelijk klimaat, waarin een sociale houding vaak weerstand oplevert, wilde ik een tussenbalans maken die alle mensen meetelt, ongeacht hun status. Met Martijn van Leerdam, predikant- directeur van de Rotterdamse Pauluskerk, had ik een gesprek over medemenselijkheid. Zijn verhaal is confronterend, maar zijn woorden sturen op hoop.
De leestijd voor deze tekst bedraagt 20 minuten
De belangen van de minstbedeelden in de stadssamenleving en de principiële strijd rond de bed-bad-broodregeling, staan hoog op zijn agenda. Samen met collega’s en een groot team vrijwilligers, zet hij zich in voor zorg, welzijn en rechtvaardigheid. Martijn steekt de thermometer diep in het bestuursklimaat, duidt, spreekt zich uit en mengt zich in het maatschappelijke debat.
Gisteren leidde je de ‘Recht op rust’ manifestatie. Vandaag wordt er een gerechtelijke uitspraak gedaan over de beëindiging van de bed-bad-broodregeling, die per 1 januari 2025 vervalt en waar in Rotterdam 45 ongedocumenteerden gebruik van maken. Van hen hebben er 22 een kort geding aangespannen tegen het Rijk. Waar reken je op?
Voor mij is dat lastig in te schatten. In de namiddag krijg ik een toelichting van Pim Fischer, hun advocaat.
De Pauluskerk is nu aan het pleiten voor het behoud van een regeling waar we niet bepaald blij mee waren. Voor die 45 mensen maakt die natuurlijk wel een wereld van verschil.
Wij hebben drie jaar met de gemeente samengewerkt in de uitvoering van de Landelijke Vreemdelingenvoorziening / LVV, de formele term voor de bed-bad-broodregeling. Met ingang van 1 januari 2024 zijn we daar uitgestapt. Daardoor kan de Pauluskerk weer zelf bepalen wie er gebruik maken van haar bedden. Op dit moment zit de bed-bad-broodregeling bij het Leger de Heils en het Rotterdams Ongedocumenteerden Steunpunt / ROS.
Gezien de onafhankelijke positie die de Pauluskerk altijd heeft nagestreefd – geen formele samenwerking met de gemeente en niet afhankelijk van subsidiestromen – was het bijzonder dat wij deze regeling toch uitvoerden. De regeling was ons kindje en kwam mede tot stand als gevolg van jarenlang lobbywerk. Toen de regeling inging was die breder van opzet, vanuit de intentie dat het een onvoorwaardelijke opvang moest zijn voor iedereen die buiten de boot valt en op straat slaapt. Dat idee werd steeds verder ingekaderd als gevolg van weerstand en patstellingen in de kabinetten van Rutte.
Vier jaar geleden werd de regeling bijna afgeschaft, maar bleef toch gehandhaafd omdat D66 en CU daar voor gingen liggen. De bed-bad-broodopvang werd ingekaderd tot de Landelijke Vreemdelingenvoorziening / LVV die we nu kennen en geldt alleen nog voor ongedocumenteerden die meewerken aan hun terugkeer, uit een veilig land komen en min of meer voldoen aan de arbitraire voorwaarden. De Pauluskerk was niet blij met deze inkadering, maar ‘iets is beter dan niets’ was onze gedachte toen. Ongedocumenteerden zijn onze doelgroep en de gemeente wilde graag dat wij een handje hielpen, dus probeerden wij om van binnenuit mee te sturen, zodat we in ieder geval een kans kregen om bed-bad-brood op koers te houden. Het was drie jaar lang ploeteren.
Voor de Pauluskerk werd de LVV een ‘vechtregeling’, omdat de gemeente inzette op bezuinigen. Wij hadden hier zo’n 20 gesubsidieerde bedden, maar die bleven vaak leeg omdat de ingangseisen rigide werden toegepast en veel mensen niet door de ballotage kwamen.
Elke maand zijn er diverse aanmeldingen die door ambtenaren worden beoordeeld. Wij hadden daar een stem in maar trokken vaak aan het kortste eind. Dan konden we escaleren en werd er op een hoger niveau beslist. Als het eindelijk toch lukte om iemand die niet helemaal aan de acht toelatingscriteria voldeed, naar binnen te loodsen, liepen we al flink achter de feiten aan. Als gevolg van die bureaucratische houding moesten wij elke dag om 21:00 uur mensen op straat zetten. Dat is nogal wat.
Toen concludeerde de gemeente: veel bedden staan leeg, dus daar kun je op bezuinigen.
Onze reactie was: als je er zo in gaat staan, dan stappen wij als kleinste opvanglocatie uit de regeling.
Dat was wel lastig, want de subsidiestroom stopte. Omdat er een paar ton budget wegviel, moesten wij flink ons best doen om dat gat te fiksen met liefdadigheid.
Wij hebben nu wel de volledige zeggenschap over onze bedden, zodat wij weer zelf kunnen bepalen welke mensen daar gebruik van kunnen maken en wie hen begeleidt. We vangen dus nog steeds dezelfde categorie mensen op, zoals ongedocumenteerden, medisch kwetsbare dakloze mensen waarvan je weet dat ze de nacht niet aankunnen, en omgekeerd, mensen die het ziekenhuis moeten verlaten maar nog niet sterk genoeg zijn om de straat op te gaan en hier komen revalideren. Wij vangen ook ongedocumenteerde ouderen op, soms wel 10 tot 15 jaar, omdat zij geen recht hebben op een AOW-uitkering of een sociale huurwoning en bij ons wonen tot het einde der dagen. Tenzij zij uiteindelijk worden opgenomen in een verpleeghuis, omdat hun medische situatie verslechterd of omdat er toch nog een verblijfsvergunning wordt afgegeven door de IND.
Toen wij uit de bed-bad-broodregeling stapten had dat ook impact op de andere uitvoerders met wie we samen optrokken.
Als de bed-bad-brood stopt per 1 januari, worden zij ook geconfronteerd met een flink gat in de begroting. Het Leger des Heils heeft een veel sterkere positie, ook financieel, en de gemeente kan ook niet zonder hen, omdat zij tal van zorgtaken uitvoeren.
Daklozen die als rechthebbenden zijn gelabeld, dus niet de ongedocumenteerden, hebben recht op een uitkering. De hoogte daarvan is wel aangepast, want ze hebben geen woonlasten. Een jaar geleden kwam de gemeente met het voorstel om alle bewoners van de maatschappelijke opvang in Rotterdam te laten meebetalen aan de drie maaltijden die dagelijks worden geserveerd. Het Leger des Heils ging toen stevig in protest want zij voorzagen dat de helft van de cliënten de gezonde maaltijden zou vervangen door veel ongezonder voedsel. Dat is slecht voor de zelfzorg en bedreigt de voortgang van hun herstel en de begeleiding daarin. Meestal kiezen zij een kalme benadering in het werkveld en is de Pauluskerk de bad cop. Zie het als de rolverdeling tussen Natuurmonumenten en Extinction Rebellion.
![](https://rechtopdestad.nl/wp-content/uploads/2024/12/Recht-op-Rust-stationsplein-Rotterdam-18-december-2024-IMG_2993-scaled.jpeg)
Recht op Rust, Stationsplein Rotterdam CS 18 december 2024 – © foto Joke Schot
Wanneer komt er een moreel appel?
Het Netwerk Onderdak Ongedocumenteerden / NOO, dat door het ROS wordt ondersteund, is natuurlijk prachtig, maar het komt toch neer op liefdadigheid, zet zoals wij dat doen. Die barmhartigheid is natuurlijk mooi en belangrijk, maar het zou toch gewoon geregeld moeten zijn in het rijke Nederland van de 21e eeuw. Je moet het systeem fixen. Dat kan gewoon en is helemaal niet zo ingewikkeld.
Vijftien jaar geleden waren er ook daklozen, maar niemand sliep op straat. Mensen kregen onderdak terwijl er werd gewerkt aan een oplossing. Dat kon gewoon ten tijde van wethouder Marianne van den Anker (LR) en minister Gerrit Zalm (VVD). Naar verluid was er in de persoonlijke kring van Zalm iemand dakloos geworden. Dat had tot gevolg dat er een goed landelijk actieplan werd uitgerold en alle daklozen naar binnen konden. Officieel waren er toen nog maar 16 buitenslapers in Rotterdam. Nu slapen er volgens officiële cijfers 270 mensen buiten, maar er zijn er ook die buiten beeld blijven.
In het college zitten heus wel pragmatici die dit probleem willen oplossen. Als minister Faber de bed-bad-broodregeling niet had ingetrokken, was Rotterdam gewoon doorgegaan met de opvang. Die afspraak staat in het collegeakkoord en de Europese jurisprudentie zegt dat er voor alle ongedocumenteerden opvang moet zijn, ongeacht hun status. Wethouder Faouzi Achbar wijst naar de minister. Daar heeft hij gelijk in en het is ook een beetje laf, want andere steden dichten het ontstane gat zelf. Uiteindelijk is het veel duurder om mensen op straat te laten creperen, want dan belanden ze vroeg of laat op de eerste hulp en in het ziekenhuis. We weten hoe duur die bedden zijn. Mensen op straat gaan wildplassen. Ook dat kost geld omdat handhaving moet worden ingezet, en dat nog even los gezien van toenemende onveiligheid op straat.
De LVV is een pilot die in vijf grote steden werd opgezet. In Amsterdam, Utrecht, Groningen en Eindhoven zijn er in totaal vele honderden opvangplaatsen beschikbaar. De gemeente Rotterdam voert de regeling op een andere manier uit en stelt slechts 45 opvangplaatsen beschikbaar.
Hoe keek jij als tiener naar de maatschappij, waar droomde je van?
Ik groeide op in Schipluiden. Mijn ouders brachten een moraal van hard werken en zelf verantwoordelijkheid nemen in ons gezin. Maatschappelijke betrokkenheid en vrijwilligerswerk werden mij met de paplepel ingegoten. Dat ik de maatschappelijke kant op wilde gaan begon een beetje te dagen toen ik 16, 17 jaar was en mij op een studie oriënteerde. Mijn vader, een registeraccountant, was een rolmodel voor mij, dus aanvankelijk ging mijn aandacht richting economie en bedrijfskunde, maar ik merkte dat ik daar niet warm van werd. Toen keek ik richting bestuurskunde en rechten, en vervolgens filosofie, sociologie en psychologie. Tijdens een open dag van theologie bleek dat al die verschillende perspectieven en wetenschappelijke methodes in die studie bij elkaar komen. Het vakgebied omvat een multidisciplinair spectrum dat zicht geeft op intrinsieke motivatie, geloofsleven, ideeën, overtuiging en zingeving, dus alles wat mensen beweegt. Ik had het nooit verwacht, maar vanuit het perspectief dat ik met mensen wilde werken, vond ik dat razend interessant en besloot te gaan studeren aan de theologische faculteiten in Kampen en bij de UvA. Ik heb er lang over getwijfeld of ik in het kerkenwerk wilde, want dat is een niche in de samenleving geworden. In het verleden vervulden de kerken een internationale rol in maatschappelijke ontwikkelingen, zoals de totstandkoming van de universele rechten van de mens, de vredesbeweging en de kernwapenwedloop. Die tijd is voorbij.
De kerken zijn enorm vergrijsd en krimpen al vijftig jaar. Ze zijn al blij als ze het eigen hoofd boven water kunnen houden. Toch besloot ik om het erop te wagen. Eerst in Maassluis en daarna in Amsterdam Nieuw-West. Als dominee sta je tussen de mensen en beleef je hun hoogte- en dieptepunten, van geboorte en sterven tot ingewikkelde levensvragen. Dat geeft je een stevig beeld van wat mensen bezig houdt. Ontzettend leerzaam, ook voor jezelf. Daarnaast zit de betrokkenheid van de kerk op maatschappelijk niveau. In Maassluis kwam ik vaak in de voedselbank. Daar zag ik dezelfde vrijwilligers als in de kerk, maar wel op een heel ander niveau. Op een gegeven moment komt er een gozer op me af die ik al een paar maanden niet had gezien. Ik vroeg hoe het met hem ging. Hij had gezeten. Het drong niet direct tot mij door wat hij bedoelde, want in het kerkelijke milieu kwam dat niet voor of daar werd niet over gesproken onder keurige middenklassers. Bij die voedselbank zag ik een heel ander beeld van de stad. Dat opende mijn ogen voor dingen die op straat spelen en verbreedde mijn blik. Later ben ik ook aangehaakt bij het buurthuis.
In Amsterdam werd ik geconfronteerd met echt heftige gebeurtenissen. Op een zondagmiddag werd er midden op straat iemand doodgeschoten. In die buitenwijk werd daar totaal niet op gereageerd. Men haalde de schouders op en liep verder. Dat verbaasde mij enorm. Beroepsmatig houd ik dat soort gebeurtenissen bij. Toen er weer iets gebeurde met grote impact, organiseerde ik een buurtbijeenkomst. Later speelde er weer iets heftigs en organiseerde ik een stille tocht. Ik moest wel enige gêne overwinnen om die bijeenkomsten te organiseren, maar ik realiseerde mij dat het goed is voor buurt en stad als je iets onderneemt na een ingrijpende gebeurtenis en daar een vorm en woorden voor vindt, zodat het niet onopgemerkt blijft en er iets goeds uit voortkomt. Zo ontstaat er ruimte voor verwerking en vormt zich een hechter buurtnetwerk, wat de kans vergroot dat mensen meer naar elkaar gaan omzien.
In de Pauluskerk verkeer ik wat betreft maatschappelijke relevantie op een totaal ander level. Waar ik voorheen mijn best moest doen om mijn persberichten in het lokale sufferdje te krijgen, loopt alles rond de Pauluskerk als een tierelier. In deze kerk is de maatschappelijke betrokkenheid enorm. Dat is iets waar ik met hart en ziel in geloof en wat mij zo aanspreekt in mijn baan.
Klikt het ook tussen jou en Rotterdam?
Er klinkt een luide lach – Wat mij betreft wel. Rotterdam is een pluriform geheel. Deze stad wordt vaak gezien als een harde, rauwe stad, maar heeft zeker ook een sociale ruggengraat. Er zijn talloze vrijwilligersorganisaties die daar wel voor zorgen, in weerwil van het gure maatschappelijke klimaat en de politieke patstellingen. Ik hoef maar iets op de sociale media te zetten en er verschijnt direct een journalist van AD, Rijnmond of Open Rotterdam. Dus die betrokkenheid zit ook bij de media. Als ik een actie organiseer, staan er gelijk raadsleden op de stoep, dus de politiek wil ook. Als we een oproepje doen dat we kleding nodig hebben voor ons kledinghuis, staat de gang in een mum van tijd vol. Nu, in de kerstperiode merken wij dat ook heel goed. Vanochtend ontving ik een cheque van 5.000 euro van een Rotterdams architectenbureau waarvan de medewerkers collectief hadden besloten om hun kerstpakket te verruilen voor het dienen van een goed doel. Onze kerk geniet bekendheid en heeft enkele sterke privileges. Hans Visser staat in het collectieve geheugen van veel 50-plussers. Straatarts Michelle van Tongerloo die in het afgelopen jaar is uitgegroeid tot een superster, is in ons midden. Die successen zijn ons in de schoot geworpen. Dat kun je niet afdwingen of even kopiëren naar iedere andere organisatie. Wat ik wel zie vanuit deze positie is dat er veel maatschappelijke betrokkenheid is en dat veel mensen niet goed weten wat ze daarmee moeten doen. Veel sociale groepen zijn vooral actief in hun eigen netwerk, terwijl je een vuist kunt maken als je samenwerkt. Vanuit zakelijk perspectief moet je goed bekijken hoe je mensen en middelen het beste kunt inzetten.
![](https://rechtopdestad.nl/wp-content/uploads/2024/12/Recht-op-Rust-ontbijt-stationsplein-Rotterdam-19-december-2024-IMG_3002-scaled.jpeg)
Ontbijt na de Recht op Rust nacht, Stationsplein Rotterdam CS 19 december 2024 – © foto Joke Schot
De Pauluskerk voegt als instelling en gebouw iconische waarde aan de stad toe, om dat bijvoeglijk naamwoord maar eens correct te gebruiken.
Midden in de stad, zijn wij gehuisvest in een beeldbepalend gebouw. Voor medewerkers van de kerk is dat een groot geschenk. De Job Dura Prijs is dit jaar aan ons toegekend en volgens de jury voldoet de kerk het best aan het thema ‘luwte in de stad’, dus als plek waar je kunt schuilen tegen de herrie, de stank en de overdaad aan prikkels op straat. De Pauluskerk heeft een bijzondere uitstraling en dient de samenleving, maar bestaat alweer elf jaar en dan verwacht je deze prijs niet meer.
Jij hebt een dak boven je hoofd waar een bed onder staat. Slaap je goed?
Nee, ik slaap zeker niet altijd goed. Meestal kom ik hier ’s morgens met een glimlach aanfietsen hoor, maar het eerste wat je ziet om half negen is een plukje haveloze mensen voor de deur. Bij slecht weer schuilen ze ergens onder een afdak op het plein. Rond negen uur komen ze hier naartoe rennen en gaan direct naar boven voor een warme douche. Een beetje persoonlijke hygiëne is dan waar je behoefte aan hebt. We hebben twee douches. Als je te laat bent kom je niet aan de beurt en als je nog net op tijd bent moet je de hele ochtend wachten en loop je kans dat het warme water op is. Dat soort dingen trek je je aan als je in deze tak van sport werkt. Dat moet ook, maar als je daar de hele nacht van wakker ligt heeft niemand daar baat bij. Ik moet af en toe een weekje vrij nemen en ik moedig ook alle medewerkers en vrijwilligers aan om dat ook te doen, want anders houd je het niet vol.
De omstandigheden zijn soms wel taai, zeker omdat de problematiek met de jaren groeit. Dit werk is gemakkelijker zolang je het idee hebt dat je steeds meer mensen in goed vaarwater helpt. Van elk succesverhaal geniet je. Het wordt lastiger als je moet vechten tegen de bierkaai. Soms zie je mensen bezwijken onder hun problematiek. Wat wij hier dagelijks meemaken schrijnt natuurlijk wel eens.
De samenleving wordt belast door sterke krachten als hebzucht, eerzucht, haat en vernietigingsdrang.
Zijn wij als mensen nog wel in staat om elkaar lief te hebben?
Zeker, dat zie ik hier elke dag om mij heen, maar we staan ook onder druk, niemand uitgezonderd. Wanhoop is besmettelijk. Als je hier werkt en lang genoeg tussen de wanhopige mensen staat, moet je er voor waken om daar niet in mee te gaan. Een psycholoog die lang met getraumatiseerde mensen werkt, raakt zelf ook getraumatiseerd. Ieder mens heeft capaciteit tot empathie en naastenliefde. En vaak zelfs meer dan dat: een innerlijke drang daartoe. We willen ons allemaal aan elkaar verbinden, maar niet ten koste van alles en in de juiste verhouding.
Natuurlijk maak ik me zorgen over de maatschappelijke ontwikkelingen. Ik schrok natuurlijk ook heel erg van die aanslag met een stoeptegel op Benjamin. Dat was een incident veroorzaakt door een zieke dader. In de dagen daarna, toen onze bezoekers dat filmpje hadden gezien, vertelden zij ook wel eens te zijn bekogeld met stoeptegels of stenen. Maar ik kreeg ook dingen te horen als: mijn tas met identiteitsbewijzen is op straat gejat, ik durf niet meer in mijn eentje op een slaapplaats te gaan liggen want dan doe ik geen oog dicht omdat ik drie keer per nacht word wakker gemaakt door handhavers. Dat soort verhalen over onveiligheid van mensen die voelen dat zij niet meetellen en tweederangs burger zijn, vind ik verontrustend. Daar maak je je zorgen over en je eigen maatschappijbeeld wordt er niet mooier van als je met veel wanhopige mensen werkt, zoals wij, maar dat gezegd hebbend; er is nu wel een nieuwe opvangvoorziening met 60 bedden voor dakloze EU-migranten, de snelst groeiende groep buitenslapers hier in de stad. Er zitten wel wat haken en ogen aan, maar het is de moeite waard. De eerste tientallen mensen zijn al succesvol uitgestroomd, terug naar werk.
Vandeweek sprak ik wethouder Ronald Buijt en ik vroeg hem naar de buitenslaapboetes, waarvan er in korte tijd een paar duizend werden uitgedeeld in Rotterdam. Daar had hij het nog eens goed over gehad en dat gaan ze niet meer doen, maar wildplassen en openbare dronkenschap blijven ze wel beboeten. Het was de eerste keer dat ik hem dat zo hoorde zeggen en dat gaan wij natuurlijk nog wel even verifiëren in het nieuwe jaar. Het laat zien dat druk zetten en proberen invloed uit te oefenen wel helpt. Je krijgt niet altijd precies waar je om vraagt en zeker niet op het moment waarop je dat doet, maar het heeft echt impact. Wij krijgen steun uit alle hoeken en gaten van de stad. Dat helpt enorm. Het is dus zeker niet betekenisloos wat wij doen. Er valt echt verschil te maken. Behulpzaamheid doet er toe. Dat zie ik ook bij onze bezoekers onderling, die elkaar een helpende hand toesteken. Sommige van onze bezoekers groeien uit tot steunpilaren van de Pauluskerk. Het is fantastisch als je dat ziet. De Dura-prijs nam ik in ontvangst samen met Akbar, een van onze vaste gezichten. Die heeft al heel wat meegemaakt in de kerk, maar hier was hij enorm van onder de indruk. Dat soort gebeurtenissen vormen mensen en zijn kostbare momenten.
Geert Wilders en consorten proberen orde op zaken te stellen in Europa en de EU zucht onder de oorlogen in Gaza en Oekraïne. We zien het maatschappelijke debat verharden. Onze vrijheid en de mensenrechten lijken op het spel te staan. Hoe kunnen we de schade beperken?
De mensenrechten staan op het spel. Dat is glashelder. Je kunt niet sterk genoeg veroordelen wat er in Gaza gebeurt en je zou willen dat Nederland de moed had om zich op te stellen zoals Ierland. Tegelijkertijd zie je dat Israël precies doet wat ze wil. Wat is je impact?
Je kunt wel iets doen aan de mensenrechtenschendingen die plaats vinden op onze eigen bodem. Dan heb ik het niet alleen over de ongedocumenteerden, maar vooral ook over de 270 buitenslapers in Rotterdam en de vele honderden die vaak voor onbepaalde tijd in een opvangsetting zitten. Laatst was ik voor een praatje bij Gelijkwaardig Herstel, die het voor de toeslagenouders opnemen. De verhalen van die moeders zijn verschrikkelijk. Dat soort dingen rijmt op elkaar. Dakloze mensen die bij de gemeente aankloppen en worden weggestuurd om administratieve redenen. Dat perspectief is vergelijkbaar met de algoritmes van de toeslagenaffaire. Bureaucratie en systemen zijn sterker dan gewone mensen. Kijk naar de UWV waar van alles misloopt rond de Wajong. Kijk naar de asielketen en de situatie in Ter Apel. Daar zitten allemaal risico’s.
Historisch gezien is er nooit een periode geweest waarin de mensenrechten niet op het spel stonden. Het is ‘logisch’ dat ze op het spel staan. Ook nu, het is geen gelopen race. We kunnen daar weldegelijk verschil in maken en moeten niet nalaten om dat te doen.
Een jaar geleden bezocht Balakrishnan Rajagopal, de speciale VN-rapporteur voor het recht op huisvesting Nederland en hij was ook in Rotterdam. Zijn slotverklaring was duidelijk: de wooncrisis is al decennia in de maak; start direct met out-of-the-box-oplossingen en repareer de fouten. Zijn rapport maakte weinig indruk op B&W, de impasse blijft intact. Wat nu?
Ik heb meegedaan aan de inspraakprocedure voor de nieuwe Woonvisie. Dat zette niet veel zoden aan de dijk en je vraagt je echt af of ze die urgentie wel zien. Het gevaar van cliëntelisme ligt ook op de loer, zodat er alleen wordt geluisterd naar de kiezers die dicht bij ze staan, of die het meest op ze lijken, of die het meest hun mond opentrekken, terwijl de kiezers aan de onderkant van de samenleving, of de mensen die helemaal niet kunnen kiezen, er vaak bekaaid vanaf komen want die geloven niet meer in het politieke proces en doen hun mond niet meer open. Daar maak ik me zorgen over. Op dat punt verschilt LR niet zoveel van D66 bijvoorbeeld. Ze zitten niet in het college op basis van een absolute meerderheid. Veel kiezers stemmen tegen hun eigen belang in of snappen niet goed waar partijen voor staan of hoe het systeem werkt. In het algemeen kun je niet alle oplossingen van de politiek verwachten en moet je er als samenleving voor waken dat de politiek niet aan de haal gaat. Je moet zelf de toon zetten en niet wachten tot ze in het stadhuis eindelijk wat veranderen.
Gaan we het daar mee redden?
Nooit helemaal. Kleine stappen maken soms een wereld van verschil. Ik ben best wel afgemeten geweest over die nieuwe EU-migrantenopvang van Ronald Buijt en het actieplan buitenslapers dat daar aanhangt. Er zitten een aantal forse nadelen aan dat plan. Bijvoorbeeld dat de opvang maar voor 8 tot 10 weken is.
Mensen die lang op straat slapen hebben door de bank genomen meer tijd en begeleiding nodig. En als je in de detox moet, ben je niet in een paar weken klaar, dus de kans van slagen is dan niet zo groot.
Aan de andere kant: arbeidsmigranten die vorige week dakloos zijn geworden en hier komen, vragen niet om een huis, kleding, voedsel of papieren. Zij willen werk, dus moet je ze in staat stellen om snel te herstellen en weer aan de slag kunnen gaan. De rest komt daarna wel.
Dat is de insteek van die opvang, dus voor een bepaalde groep kan dat best wel succesvol uitpakken. De instroom van dakloze mensen kun je behoorlijk indammen als je dat goed doet. Uiteindelijk heeft dat ook een preventieve werking omdat je voorkomt dat mensen zo ver afglijden dat je ze bijna niet meer kunt helpen.
Ik had niet verwacht dat die regeling er zou komen en ik denk dat niemand dat had verwacht. Misschien met 6 bedden, maar niet met 60. Zelfs van politieke partijen waar veel mensen niets van verwachten, kun je soms wel wat bereiken als je op de juiste plek druk uitoefent en met pragmatische argumenten komt. Daar zetten we elke dag opnieuw op in door te proberen om het goede voorbeeld te geven. Daar zetten we elke dag opnieuw op in door te proberen om het goede voorbeeld te geven. Ik heb mijn vertrouwen in het systeem nog niet helemaal verloren. Het blijft mensenwerk.
Hoeveel nieuwe mensen staan er maandelijks voor de deur?
Dat weet ik niet precies omdat we hier proberen om zo min mogelijk aan bureaucratie te doen. Bij onze medische dienst, het casemanagement en de afdeling vluchtelingenwerk houden we wel een paar registraties bij. Daar kennen we onze pappenheimers.
Bij de dagopvang hanteren we alleen regels als respect, geen drugs of drank. Onze policy is: geen regels, papieren, ingangseisen, uitgangsvoorwaarden of verplichtingen om ergens aan mee te werken. We gaan mensen niet lastigvallen met vragen waar ze niet op zitten te wachten. Voor sommige bezoekers is het feit dat ze hier vrij zijn en hier niet aan administratie en regeldruk worden onderworpen de reden dat ze hier komen. Aan die vraag om anonimiteit willen we graag voldoen.
We werken niet met pasjes of iets dergelijks. Daarmee bewaak je het inclusieve karakter van de kerk. Af en toe is dat wel eens lastig, omdat je niet altijd de gegevens hebt waar de buitenwacht om vraagt. Soms maak je wel notities van personen die om hulp vragen, naar het vluchtelingenspreekuur komen of naar de straatarts gaan, want die moet een casus bijhouden om veilige medicatie te kunnen verantwoorden.
Ik scherm wel altijd met het actuele aantal van 270 buitenslapers in de stad, maar dat is geen dwarsdoorsnede. Dakloosheid is veel breder dan buitenslapers. Bankslapers krijgen wij hier niet. Mensen die slapen in een auto, caravan, tuin- of vakantiehuisje komen weleens, maar lopen liever met een boog om de Pauluskerk heen. Meestal hebben die gewoon een netwerk van familie en vrienden die helpen en vaak hebben ze ook gewoon werk. Die zijn niet aangewezen op onze hulpverlening.
Dakloze mensen die aantoonbaar uit Rotterdam komen, zijn rechthebbend volgens het gangbare jargon van de gemeente. Die kunnen beter via de gemeente worden geholpen want die stuurt ze door naar de Nico Adriaans Stichting / NAS, het Leger des Heils of het CVD. Daar krijgen ze een plek in de opvang en als het meezit krijgen ze een plek bij Room First of bij Housing First, want bij de gemeente zijn ze ook de omslag naar ‘wonen als beste uitgangspunt’ aan het maken.
Dat gaat nog niet zo snel maar er gebeurt wel wat. Zij hebben natuurlijk veel meer mensen en middelen dan mijn liefdadigheidsclubje. Mensen die terecht kunnen in het bestaande systeem, zijn daar meestal ook beter af en daar proberen we ze ook zo snel als mogelijk is naar het stadhuis of Centraal Onthaal te sturen. Voor mensen die een half jaar te lang moeten wachten op een fatsoenlijke huurwoning of een plek in een ‘begeleid wonen voorziening’ is dat misschien vervelend, maar in principe zijn daar redelijke voorzieningen voor en worden die keurig geholpen.
De Pauluskerk vangt de mensen op die buiten het bestaande systeem vallen. Dat is, bij lange na, niet de hele populatie. Mensen met een beter perspectief vallen onder de publieke verantwoordelijkheid.
Mensen die niet traceerbaar zijn, kunnen van de radar verdwijnen. Probeert je wel een vinger aan de pols te houden?
Ongedocumenteerde mensen zijn makkelijke slachtoffers en doen over het algemeen geen aangifte omdat ze bang zijn dat ze in de vreemdelingendetentie worden gestopt en soms is dat niet zonder reden.
We kennen een vrouw die al jaren op straat leeft en hier een paar keer per week komt douchen en eten. Een moeilijke klant voor de zorg, want ze laat zich niet helpen. Af en toe komt haar zus, die aan de andere kant van het land woont, hier naartoe om te zien hoe het met haar zusje gaat. Ze weet nooit of ze haar zal zien want telefoon heeft ze niet. Zij komt hier dan een paar dagen helpen met koffie zetten en een bezem over het kerkplein halen, in de hoop dat haar zusje komt binnenvallen en ze weer even contact kunnen hebben.
We zien ook mensen die alleen maar een paar woorden Engels spreken en na een paar dagen of weken weer verdwijnen. Meestal omdat ze weer ergens kunnen werken.
Dit jaar zijn drie dakloze mensen op straat overleden. Wij weten niet altijd wie dat zijn. Soms komen journalisten, nog voor wij iets weten, navraag doen. De politie wil dan nog geen naam vrijgeven omdat wij geen formele case holder zijn. Voor ons is dat soms onhandig.
![](https://rechtopdestad.nl/wp-content/uploads/2024/12/Recht-op-Rust-stationsplein-Rotterdam-18-december-2024-IMG_2989-scaled.jpeg)
Recht op Rust, Stationsplein Rotterdam CS 18 december 2024 – © foto Joke Schot
De Kerstperiode staat voor een universeel verlangen naar verbinding, bezinning en vrede, maar heel veel mensen leven langs elkaar heen. Is er sprake van een morele impasse?
Er zijn best wel dingen scheefgegroeid in de wereld en in de samenleving. Daar moet je open en eerlijk over zijn.
Toen ik in Amsterdam werkte en een kerstpreek voorbereidde, kwam ik het boek ‘Kerstmisbaksel’ uit de zeventiger jaren tegen. Priesters uit die tijd gingen op totaal voorspelbare manier te keer tegen de decadente borrel-, eet- en consumptiecultuur rond kerst. Toen al. Terwijl de Club van Rome haar alarmerende rapport al had gepubliceerd.
Misschien moet je de hele geschiedenis van de mensheid als een impasse duiden en dat is ook wel gedaan natuurlijk. Er zijn genoeg theologen en bijbelwetenschappers die in de erfzonde geloven. Dat is niet zo’n hoopvol idee. Er gebeuren natuurlijk ook een heleboel goede dingen, ook in 2024 en straks ook in 2025. Het is niet zo dat we allemaal met lege handen staan.
Soms kun je alleen maar kleine dingen doen, maar ook die zijn van betekenis. Ik werk hier in de Pauluskerk en een ander werkt bij een anoniem buurtinitiatief. Dat is even waardevol. Wat er in de samenleving wordt gewaardeerd is niet altijd van wezenlijk belang. In belangrijke mate ben je zelf verantwoordelijk en heb je kansen om stappen te zetten. Hoeveel mensen zitten er niet vast in een bullshit job? Dat is een keuze. Er is zoveel zinvol werk waar je de kost mee kunt verdienen. Gelukkig zijn er mensen die een carrièreswitch maken of vrijwilliger worden. Dat maken we hier ook mee en dat is goud waard, ook al is het maar een dagdeel per week. En kom alsjeblieft niet allemaal naar de Pauluskerk toe, maar kijk waar je van betekenis kunt zijn.
Is dat hoopvol genoeg? Voor mij wel.
Zijn het dan misschien groeikrampen die we voelen?
Tja, ik denk weleens dat we nu in een tijd zitten waarin je ontwikkelingen moet afremmen of tegenhouden. Bed-bad-brood is daar een voorbeeld van. Uitbreiden is nu niet aan de orde, terwijl vijf jaar geleden nog een idee op tafel lag om de regeling uit te breiden naar een landelijk netwerk. Nu zijn we heel erg krampachtig aan het tegenhouden dat humane voorzieningen worden afgebroken.
Als je het wat breder trekt zie je dat er op andere punten toch weer wel vooruitgang wordt geboekt. En als dat nu niet kan, lukt het volgend jaar misschien wel.
Een mooi voorbeeld uit de geschiedenis van de Pauluskerk is de inzet van Hans Visser. Hij pleitte voor een adequate verslavingszorg. Toen hij hier in 1979 begon, waren er nog geen methadonklinieken, gebruikersruimtes, detox-klinieken, verslavingsartsen of verpleegkundigen die er iets vanaf wisten. Op Perron Nul moesten ze alles zelf uitvinden. Die dingen zijn gerealiseerd en zijn nu verworvenheden die je kunt koesteren. Dit soort ontwikkelingen gaat zelden in een lineaire lijn omhoog.
Natuurlijk moet je af en toe strijd leveren om het allemaal te behouden. Dit verhaal laat goed zien wat er mogelijk is als je je jarenlang met verve inzet voor een ideaal. De verslavingszorg is geregeld. Waarom zou dat niet kunnen met dakloosheid en de opvang van asielzoekers?
Jij bent gefocust op de meest schrijnende situaties. Een stapje daarboven zie je mensen die in schimmelhuizen moeten leven.
Ook dat is knap vervelend, dus daar moet je de aandacht op blijven pakken. Raadslid Vanessa Bruin van Leefbaar gaat voorop in die strijd. Dat is verrassend en dat vind ik niet vanzelfsprekend. Daar kun je hoop uit putten en je moet er gebruik van maken, want dit is een kans om op dat punt grenzen te verleggen. LR heeft zeker ook een paar sociale punten en ik zie ook dat het een partij is met heel verschillende mensen en ideeën. Wat kunnen we daarmee?
Vroeger dacht ik ook nog wel eens de politiek in te gaan, maar het is wel een lastige tak van sport hoor. Ik heb soms ook wel een beetje te doen met onze raadsleden.
Direct na ons gesprek lezen we op onze smartphones dat de voorzieningenrechter in Rotterdam heeft geoordeeld dat de belangen van de vreemdelingen die op straat dreigden te belanden, zwaarder wegen dan die van asielminister Faber. Een voorlopige schorsing is het resultaat. De minister moet voor opvang zorgen zolang hun bezwaarprocedure loopt. Zij behouden in elk geval tot 28 februari onderdak in Rotterdam.
Roland Huguenin
Verder lezen (wordt aangevuld met nieuwe berichten)
Vijf Rotterdamse ongedocumenteerden dreigen alsnog op straat te belanden – AD (2025, 1 januari)