Sinds half augustus staan de woningen in het volkshuisvestingsmonument Patrimonium’s Hof leeg. Vestia renoveert de woningen waardoor er minder en veel duurdere woningen terugkomen. Een update over de laatste ontwikkelingen. (Lees hier wat vooraf ging.)
In augustus 2021 heeft Vestia een aantal bewoners die niet akkoord zijn gegaan met de huuropzegging voor de rechter gedaagd. Afgelopen juni deed de rechter uitspraak. De rechter bepaalde dat Vestia de huurovereenkomst mocht beëindigen per 1 augustus 2022. De rechter toetste hierbij of werd voldaan aan de vereisten voor ‘dringend eigen gebruik op grond van stedenbouwkundig motief’ aan de hand van de uitspraak van het Gerechtshof Den Haag over de Tweebosbuurt in november 2021.
Vestia wilde ook dat de huuropzegging per direct zou gelden (‘uitvoerbaar bij voorraad’), maar dat stond de rechter in Patrimonium’s Hof niet toe (in de Tweebosbuurt vond de rechter dit wel goed). De rechter tikte Vestia op de vingers vanwege de manier waarop bewoners werden geconfronteerd met de sloop en het gebrek aan mogelijkheden voor participatie in het proces:
“De bewoners van het Patrimonium’s Hof zijn in een bijeenkomst op 24 april 2019 geconfronteerd met een voldongen feit. De renovatie werd aangekondigd en aan de huurders werd medegedeeld dat zij moesten verhuizen (zonder terugkeer). Bewoners zijn nooit betrokken bij de renovatieplannen, ondanks de bewonersgerichte aanpak die volgens het NPRZ gevolgd zou moeten worden. Het Sociaal Plan – waarin uiteindelijk na bemoeienis van de bewonerscommissie een terugkeergarantie is opgenomen – is pas anderhalf jaar later vastgesteld. Toen waren er al veel huurders vertrokken. Volgens Vestia blijkt uit het vrijwillige vertrek van veel huurders dat zij achter het renovatieplan staan. Dat ziet de kantonrechter anders.
De manier waarop Vestia de huurders heeft geïnformeerd tijdens de bijeenkomst op 24 april 2019 en heeft aangeschreven in de opzegbrief van 26 november 2020 wekt de indruk dat zij geen keus hadden dan te vertrekken. Pas in de nieuwsbrief van februari 2021 staat voor het eerst dat een gang naar de rechter tot de mogelijkheden behoort, maar zoals het daar is opgeschreven lijkt het alsof de rechter dan altijd de vordering van Vestia zal toewijzen. […]
Weliswaar is [in de brief van Vestia aan de huurders] aangesloten bij de wettekst, maar huurders die geen juristen zijn hebben (wellicht) een nadere toelichting nodig. Het is goed denkbaar dat er meer verzet zou zijn geweest tegen de renovatieplannen – en dus in feite nog steeds is – als de huurders eerder en beter waren geïnformeerd over hun rechten. Dat is een reden om de resterende huurders een zorgvuldige procesgang te geven.”
Ook vond de rechter dat Vestia “zelf eerder in actie [had] kunnen komen” door bewoners die niet instemden met beëindiging van de huur eerder een dagvaarding te sturen.
Vestia ging tegen dit vonnis in hoger beroep, maar besloot na een eerste voorbereidende zitting in juli toch te schikken met de laatste huurder. Vestia biedt de huurder een extra financiële vergoeding en een goede terugkeerregeling met ingroeihuur over 5 jaar. De rechter heeft een vaststellingsovereenkomst opgesteld.
Ook de laatste huurder is inmiddels verhuisd, de woningen in Patrimonium’s Hof staan sinds half augustus leeg.