De la Reystraat in de Tweebosbuurt

Mensenrechtenadvocaten van het Public Interest Litigation Project (PILP) van het Nederlands Juristen Comité voor de Mensenrechten (NJCM) hebben een brief geschreven aan het gerechtshof Den Haag. De brief gaat over de toepassing van het mensenrecht op huisvesting in de rechtszaken over de Tweebosbuurt. De hele brief kun je hier downloaden (pdf). Hieronder volgt een samenvatting.

In de brief van PILP-NCJM wordt uitgelegd wat het recht op huisvesting inhoudt en hoe dat in de Nederlandse rechtsorde doorwerkt. Het PILP-NJCM vraagt het gerechtshof daarom om dit fundamentele mensenrecht goed mee te nemen in de beoordeling van het hoger beroep.

Wat vooraf ging

Vestia en de gemeente besloten in de zomer van 2018 om in de Tweebosbuurt 535 sociale huurwoningen te slopen. De meeste woningen die worden teruggebouwd zullen duurder zijn, en slechts 137 ervan zullen sociale huurwoningen blijven. De meeste huurders kunnen daarom niet terugkeren naar hun buurt. Een aantal huurders wil de woningen niet verlaten. Tegen hen is Vestia rechtszaken gestart om hun huurovereenkomst te ontbinden. In de eerste rechtszaak heeft Vestia gelijk gekregen, maar in januari 2020 heeft een deel van de huurders van de rechter gelijk gekregen. De behandeling van het hoger beroep in deze rechtszaken vindt plaats in oktober.

Belangenafweging ten gunste van bewoners

In de zaken over de Tweebosbuurt gaat het vooral om huurrecht. Om de huurcontracten van de sociale huurders in de Tweebosbuurt op te zeggen beroept Vestia zich op “dringend eigen gebruik” (in dit geval: sloop). De rechters gaan beoordelen of de contracten inderdaad beëindigd mochten worden. Daarvoor moet er, onder andere, een belangenafweging plaatsvinden. De rechter moet de belangen van de huurders afwegen tegen de belangen van Vestia.

Volgens de mensenrechtenadvocaten van het PILP-NJCM moet, met het oog op het mensenrecht op huisvesting, de belangenafweging ten gunste van de huurders uitvallen.

Het (inter)nationale recht op huisvesting

Het recht op huisvesting staat in artikel 22 van de Nederlandse Grondwet. Het staat ook in internationale verdragen, zoals het Internationaal Verdrag voor Sociale en Culturele Rechten en het Europees Sociaal Handvest. Het is volgens het Europese Hof voor de Rechten van de Mens ook onderdeel van artikel 8 (recht op familie en privéleven) van het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. Nederland heeft zich gecommitteerd aan al deze verdragen.

De kern van het recht op huisvesting in internationale en Europese verdragen ziet niet alleen op kwantiteit (voldoende huisvesting), maar ook op kwaliteit: huisvesting moet “behoorlijk” zijn. Huisvesting is meer dan simpelweg een dak boven je hoofd. Het recht op behoorlijke huisvesting betekent dat mensen het recht hebben om samen ergens veilig, vreedzaam en waardig te kunnen leven.

In de brief bespreekt het PILP-NJCM een aantal kernelementen van het recht op huisvesting die het gerechtshof zou moeten meenemen: een recht op participatie in het uitzettingsproces, het recht om niet dakloos gemaakt te worden, respect voor de sociale cohesie in de buurt en het recht om niet gediscrimineerd te worden in de uitoefening van het recht op huisvesting. Ook zijn er vanuit de mensenrechten grenzen aan stadsplanning en woonbeleid, en dus ook aan de Rotterdamse Woonvisie 2030.

Woonvisie niet verenigbaar met mensenrechten

De huuropzeggingen en ontruimingen door Vestia in de Tweebosbuurt vinden plaats in het kader van het Rotterdamse woonbeleid. De Woonvisie 2030 is er expliciet op gericht om de voorraad goedkope woningen terug te dringen: tot 2030 wil de gemeente 13.000 betaalbare woningen slopen, waarvan het merendeel in het sociale segment.

De mensenrechtenadvocaten schrijven dat “woonbeleid dat voorziet in de afbreuk van betaalbare woningen niet verenigbaar [is] met de progressieve realisatie van mensenrechten”. De overheid moet zich inspannen om mensenrechten in de praktijk te brengen en waarbij de situatie niet mag verslechteren maar steeds moet verbeteren. Juist daarover gaat het in de rechtszaak: om het actief afnemen van het recht op huisvesting van huurders door Vestia.

Vestia bouwt wel woningen voor andere groepen bewoners, maar “het realiseren van woongelegenheid voor de ene groep kan niet ten gevolg hebben dat daarvoor mensen van een andere groep hun woning en hun rechten actief wordt ontnomen.” Het handelen van Vestia, en een beroep op “dringend eigen gebruik”, kan dan ook volgens de juristen mede daarom niet als behoorlijk worden gezien.

Discriminatie

Het gerechtshof moet volgens het PILP-NJCM ook kijken naar discriminatie: “De Woonvisie 2030, en het handelen van Vestia in dat kader, leiden tot discriminatie op basis van sociaaleconomische status.” Ook is er reden tot zorg voor discriminatie op grond van etniciteit omdat een groot deel van de bewoners van Rotterdam-Zuid niet wit is.

De juristen wijzen erop dat discriminatie op grond van sociaaleconomische status ook expliciet is genoemd in internationale verdragen waaraan Nederland zich heeft gecommitteerd. En hoewel de Nederland discriminatiewetgeving zulke discriminatie niet expliciet erkent, heeft de Nederlandse rechter in sommige rechtszaken sociaaleconomische status ook als discriminatiegrond erkend.

Sociale cohesie

In de brief wordt ook gewezen op het feit dat de Tweebosbuurt een hechte wijk was met een sterke sociale cohesie. Het belang van de huurders hierbij is niet meegenomen door Vestia.

Participatierecht bij huisuitzettingen

Verder is er geen sprake geweest van ‘oprechte consultatie’ en participatie van bewoners in het hele uitzettingstraject, terwijl zij hier wel recht op hebben. Ook dit is volgens de brief een zwaarwegend belang dat meegenomen moet worden.

Dakloosheid

Vestia heeft zich ook onvoldoende ingespannen om dakloosheid van bewoners te voorkomen. Er is immers niet voldoende sociale huisvesting beschikbaar voor Rotterdammers. Het aanbieden van een urgentieverklaring schiet dan ook tekort. Het actief dakloos maken van mensen is in strijd met het recht op huisvesting.

Het PILP-NJCM is een mensenrechtenorganisatie, en is gespecialiseerd in het voeren van strategische procedures over mensenrechten in Nederland.

Eerder dit jaar stuurde vijf VN-Speciale Rapporteurs ook een brief over de schending van mensenrechten door het Rotterdams woonbeleid en in het bijzonder de sloop van de Tweebosbuurt naar de Nederlandse overheid, die brief kun je hier lezen.

Lees hier meer over de Tweebosbuurt.