Vandaag staat een interview met een aantal initiatiefnemers van Recht op de stad in het Algemeen Dagblad.
Slapeloosheid, stress, boosheid. Het leven van Rotterdammers die te horen krijgen dat hun buurt of wijk wat de gemeente betreft wel gesloopt kan worden voor nieuwbouw wordt er niet fijner van. Ze komen in opstand. Waarom moet hun (t)huis weg voor dure, nieuwe huizen? We kennen het van de Tweebosbuurt, Wielewaal, Gerdesiaweg en Pompenburg. Met het initiatief ‘Recht op de stad’ wordt het verzet tegen het woonbeleid van Rotterdam breder en breder.
De komende twaalf maanden, tot aan de gemeenteraadsverkiezingen van 2022 in ieder geval, heeft Recht op de stad zichzelf de missie opgelegd om iedereen en zeker ook politieke partijen ervan te overtuigen dat het anders en beter kan. ,,Als iedereen voor zijn eigen straat vecht, komen we niet ver’’, weet Eaisaouiyen. ,,Als we die woonvisie willen veranderen moeten we dit zo doen.’’
Bouw- en woonplannen dienen voortaan al vanaf een zo vroeg mogelijk stadium besproken te worden met de buurt of wijk. ,,Bewoners zijn echt wel in staat om om constructief mee te denken. En dan krijg je ook draagvlak. Meer in ieder geval dan wanneer ze het gevoel hebben voor voldongen feiten te worden geplaatst. Of een buurt komt zelf met een plan, denk aan de Wielewaal.’’
Andere belangrijke punten voor het nieuwe initiatief zijn het behouden van de sociale woningvoorraad – onderhoud stevig opvoeren – en ‘de markt’ moet minder gewicht worden toegekend. ,,Nu gaat er te veel ten koste van bewoners. Neem de uitdijende varianten van tijdelijk wonen. Verhuurders verzinnen telkens wat nieuws. Maar als je elke jaar of elk half jaar een andere huis moet zoeken, is dat ontzettend stressvol. Woonzekerheid moet weer de norm worden.’’
Zondag houdt Recht op de stad om 14.00 uur in het Afrikaanderpark een ‘startmoment’ van de beweging.
Lees het hele artikel hier (pdf) of op de website van het AD.