Op 24 april publiceerde Rijnmond het bericht ‘Verrassende cijfers: Rotterdammers wachten ‘maar’ 2 jaar op sociale huurwoning’. In het artikel lazen we dat Rotterdammers gemiddeld bijna drie jaar ingeschreven staan en bij actief zoeken binnen twee jaar een sociale huurwoning hebben gevonden. Dat is relatief kort vergeleken met andere gemeenten. Maar klopt dat wel? André Ouwehand, stedenbouwkundige en mede-initiatiefnemer van Recht op de stad, heeft de precieze cijfers uitgezocht.
Het artikel is bewerking van een nieuwsbericht van de NOS, die onderzoek deed naar de wachttijden waarbij de gegevens van ruim 60% van de Nederlandse gemeenten op een rij zijn gezet. De gegevens over Rotterdam zijn verstrekt door de Maaskoepel en hebben betrekking op het eerste halfjaar van 2020 (pdf hier).
Wie die cijfers er op naslaat, ziet dat de gemiddelde inschrijfduur van een reguliere woningzoekende in Rotterdam 33 maanden was. Maar wie verder leest ziet ook gelijk dat het allemaal sterk afhangt van het soort woningzoekenden. In het eerste halfjaar werden er 2.502 woningen verhuurd in Rotterdam. 29% daarvan ging naar woningzoekenden met een urgentieverklaring, 13% naar herhuisvestingskandidaten en 58% naar gewone woningzoekenden. Voor de woningzoekenden die hun huis toegewezen kregen op basis van inschrijfduur, was de gemiddelde inschrijfduur 57 maanden, dat is dus bijna 5 jaar! Voor mensen die vielen onder directe bemiddeling was dat 19 maanden.
In deze cijfers staat ook wat de slaagkans is van verschillende groepen woningzoekenden, dus het aantal mensen dat een woning heeft verkregen gedeeld door het totale aantal actief woningzoekenden. In Rotterdam is dat voor mensen zonder voorrang 2,8%, voor urgenten 25,9% en voor herhuisvestingskandidaten 44,2%.
We kunnen daaruit concluderen dat het in Rotterdam heel erg uitmaakt wat voor soort woningzoekende je bent en dat we zeker niet in een erg ontspannen markt zitten waar een ‘gewone’ woningzoekenden met nog geen 3 jaar inschrijftijd zomaar een woning heeft.