In de serie ‘Wonen in blessuretijd – verhalen van Rotterdammers’ interviewen we bewoners over hun persoonlijke wooncrisis. Deze keer het verhaal van Vera in het HKT-blok.

(Foto: Joke Schot)

“Zes jaar inschrijfduur had ik toen mijn vriend en ik uit elkaar gingen. Nog zes jaar woonde ik vervolgens antikraak. Zo lang moest ik inschrijfduur opbouwen om aan een fijne woning te komen. Twee met Trespa en verlaagde plafonds verknalde woningen wees ik af voordat een mij een thuisgevoel gaf. Dat gebeurde hier, bij dat glas in lood. De schuifdeuren vond ik een verdieping hoger en deze lambrisering achter wat plaatwerk. Ik klus graag en heb die mooie, karakteristieke stijl teruggebracht. Dat was negen jaar geleden. Ik werkte in het onderwijs; tot zeven jaar geleden, toen ik met een burn-out de Ziektewet inging. Nu leef ik van een bijstandsuitkering.” 

“Twee jaar geleden meldde ik me aan voor een klankbordgroep van bewoners. Ik dacht mee te mogen denken over zaken als dubbel glas. In plaats daarvan werden we in de eerste bijeenkomst voor een voldongen feit gesteld. Het HKT-blok zal een renovatie ondergaan. Dat betekent de sloop van alles behalve de voorgevel en nieuwbouw van kleine appartementen daarachter. Sindsdien ben ik volleerd geraakt in alles op woongebied, als actief lid van de bewonerscommissie. Die heeft in gesprek met Vestia enige verbetering in de situatie gebracht, onder andere door een recht op terugkeer te bedingen. Hopelijk leert Vestia van de geschiedenis met ons voor de toekomst. Mijn boosheid is verschoven van de woningcorporatie naar de politiek.” 

“Die ruimte daar heb ik pas vrijgemaakt om weer te gaan schilderen. Terwijl ik hier nog woon, wil ik ervan genieten. De kans dat ik in een woning die een thuis kan zijn terechtkom, is klein. Lange tijd dacht ik in het blok terug te keren, maar gaandeweg werd me duidelijk wat dat inhoudt. Tijdelijk wonen trek ik niet meer. Ik wil niet twee keer verhuizen. Ik wil niet wonen aan de andere kant van het blok zoals Vestia voorstelt, aan een smalle straat met een donker balkon. Ik wil ook niet een fijne woning waaruit ik weer moet vertrekken zodra die wordt voorzien van een hoger energielabel voor rijkere bewoners. Ik wil zo graag een keus waarop ik straks in de beperkte periode met urgentie of vervolgens drie maanden met woonbemiddeling bijna geen kans maak, een die geen verslechtering van mijn situatie betekent. Ik wil rust! Ondertussen heb ik nog niet één keer een penseel opgepakt.” 

“Ik heb het gevoel dat Rotterdam me niet wil, er niet bij te horen. Zelf ergens een tiny house bouwen, is met de huidige bestemmingsplannen geen duurzame oplossing. Voor een renovatie die de bewoners hier graag willen zonder vernietiging van kapitaal en erfgoed is geen budget, maar ondertussen krijgt de directeur van Vestia heel veel geld. Tijdelijke verhuur kan woningnood niet oplossen. Mensen worden daar psychisch ziek van. Daarmee kunnen ze geen levensplannen maken. Ze hebben een thuis nodig, een plek om zich veilig te voelen. Volgens mij is het de hoogste tijd dat heel hurend Nederland in actie komt, de straat op gaat. Misschien hoor ik bij een onzichtbare groep mensen nu ik vaak apathisch ben.” 

“Iedereen kent de term ‘haves & have nots. Ik zeg: “can do & can not do”. Het huidige beleid maakt dat mensen die niks hebben ook niks kunnen. Niemand die druk is met een basisvoorwaarde om te overleven, wat een thuis is, komt toe aan leven. In wat voor land leven we als we denken dat dit systeem normaal is? De opgelegde verhuizing heeft me enorme spanningsklachten bezorgd. Ik heb vaak pijn in mijn nek en heb ook aanvallen van hyperventilatie gehad. Van een werd ik ‘s nachts wakker. Ik dacht dat ik stikte en belde 112. Toen de arts vroeg naar spanning in mijn leven, begreep ik de oorzaak. Die kan geen dokter wegnemen.” 

“Natuurlijk moet ik door. Ik lever een overlevingsstrijd. En de onderhandelingen met Vestia over het sociaal plan gaan door. Corona vertraagt het proces. Dat ik hier zodoende wat langer kan wonen is enerzijds fijn, maar anderzijds leef ik zo langer in onzekerheid. Zodra het plan door iedereen is ondertekend, kan de sloop beginnen. Ik zou graag in de koude, Noorse natuur zijn, maar misschien meld ik me aan bij Recht op de stad.”