In aanloop naar het nieuwe Rotterdamse Woonprogramma vond op 5 september 2023 de doordenkavond/expertmeeting over dakloosheid in relatie tot het recht op huisvesting plaats in de Pauluskerk. Deze bijeenkomst werd georganiseerd door Recht op de Stad, de Rotterdamse Armoedebestrijdings Beweging (RAB) en de Pauluskerk.
Onder grote belangstelling van gemeenteraadsleden, fractiemedewerkers, gemeenteambtenaren, corporatiebestuurders, ervaringsdeskundigen en belangenbehartigers op het gebied van dakloosheid en mensenrechten opende Martijn van Leerdam, de dominee van de Pauluskerk, de avond met een overweging naar aanleiding van een Bijbeltekst van Paulus, de naamgever van de kerk (1 Korintiërs 12:12-27). Een gemeente, een samenleving is te vergelijken met een lichaam. Een lichaam bestaat uit delen die niet afzonderlijk van elkaar kunnen functioneren. Voor de kwetsbare lichaamsdelen moeten we het beste zorgen. Lichaamsdelen die we liever niet laten zien, waar we ons misschien zelfs voor schamen, bedekken we. Dakloze mensen zijn de kwetsbare lichaamsdelen waar we goed voor zouden moeten zorgen, maar we kunnen ons afvragen of wij hen in plaats daarvan niet behandelen als de lichaamsdelen waar wij ons voor schamen en die wij liever bedekken.
Het recht op huisvesting: een (t)huis
Jan de Vries, jurist en mensenrechtenexpert, legde vervolgens uit wat het recht op huisvesting als mensenrecht betekent. Dat recht draait om het concept (t)huis. Een (t)huis heeft een juridische dimensie (privacy, bescherming tegen uitzetting/inbraak), fysieke dimensie (het huis zelf en de kwaliteit ervan) en een sociale dimensie (ruimte om een leven te kunnen opbouwen). Deze dimensies zien we dan ook terug in de elementen van het recht op huisvesting. Kort gezegd betekent het recht op behoorlijke huisvesting dat mensen het recht hebben om ergens veilig, vreedzaam en waardig te kunnen leven. De staat moet ervoor zorgen dat iedereen gelijke toegang heeft tot behoorlijke huisvesting.
Dakloosheid is de meest extreme schending van het recht op huisvesting. Daarom moet hier prioriteit aan worden gegeven in het woonbeleid. Een (t)huis is namelijk de basis om toegang te krijgen tot andere rechten, zoals onderwijs, werk of zorg bijvoorbeeld. Zonder thuis wordt dat bijna onmogelijk. Dakloosheidsbeleid moet gericht zijn op realisatie van het recht op huisvesting en huisuitzettingen mogen niet leiden tot dakloosheid. Het is van groot belang dat mensen met ervaringskennis en belangenbehartigers meepraten over het beleid. De totstandkoming van het Nationale Actieplan Dakloosheid is daarvan een goed voorbeeld.
Workshop: Implementatie recht op huisvesting
In de druk bezochte workshop onder leiding van Jan de Vries vond een levendige discussie plaats over drie principes die je moet hanteren als je mensenrechten wil verwezenlijken. Deze principes moeten dus terugkomen in het woonbeleid en de totstandkoming ervan:
- Non-discriminatie,
- Participatie, en
- Toegang tot recht en rechtsbescherming.
Vanwege de beperkte tijd lag de nadruk van het gesprek op de eerste twee principes. Een belangrijke conclusie uit de workshop is dat in een situatie waarin woningschaarste dwingt tot keuzes, zoals momenteel het geval is, het uitgangspunt moet zijn dat de meest kwetsbaren, namelijk dakloze mensen, het eerst worden geholpen. Zij ervaren de grootste negatieve impact van het gebrek aan behoorlijke huisvesting. Het is daarbij van groot belang dat onafhankelijke belangenbehartigers met mandaat daadwerkelijk kunnen participeren bij het maken van het beleid.
Urgentie vanuit de praktijk
Thea Noga, straatarts van de Pauluskerk, belichtte de praktische en medische gevolgen van het dakloos zijn. Het bij gebrek aan opvang noodgedwongen moeten slapen op straat leidt onder andere tot slaaptekort, ernstige verwondingen aan de voeten door het vele lopen en in de winter komen daar ook nog ernstige luchtweginfecties bij met ziekenhuisopnames tot gevolg. Zij pleit daarom voor een permanente noodopvang voor mensen die niet in de gemeentelijke opvang terecht kunnen, in ieder geval van oktober tot april, in plaats van zoals nu alleen bij vorst. Ook benadrukte zij het belang van het blijven zien van de verbondenheid tussen gezondheid, hygiëne en wonen.
Jongerendakloosheid uitbannen, niet managen
Willem van Sermondt, programmaleider van het Kansfonds, vertelde hoe het Kansfonds met het programma Alle jongeren een thuis en het samenwerkingsverband SamenThuis2030 werkt aan het uitbannen van jongerendakloosheid. Het Kansfonds werkt met de ETHOS Light-definitie voor dakloosheid.
Uitbannen van dakloosheid – in plaats van het managen ervan – kan door te stoppen met het denken (en handelen) in termen van overleven naar opvang, herstel, ontwikkeling en autonomie. Zo snel mogelijk naar een echt thuis biedt autonomie. Steeds wisselende plekken om (tijdelijk) te verblijven hinderen die autonomie en maakt de kans groter dat mensen opnieuw dakloos worden. Drie stappen voor het uitbannen van dakloosheid zijn:
- Housing First,
- Voldoende inkomen voor huur en inrichting, bijvoorbeeld zoals bij Project010,
- Een thuis met netwerk en talentontwikkeling, goede voorbeelden van ondersteuning daarbij zijn Mara Opstap en Rotterdamse Douwers.
Workshop: Preventie dakloosheid onder jongeren
Er zijn verschillende oorzaken voor dakloosheid onder jongeren. Zo raken jongeren dakloos als zij op 18-jarige leeftijd niet meer terecht kunnen bij Jeugdzorg. Dit is te voorkomen door aandacht te hebben voor de Big 5:
- School en werk
- Support
- Inkomen
- Wonen
- Welzijn
Twee ervaringsdeskundigen van Jongerenpanel De 3e Kamer (onderdeel van SamenThuis2030) onderstreepten met hun indringende bijdrage de noodzaak van het op orde hebben van die Big 5 vóórdat een jongere de jeugdhulp moet verlaten. Investeren in (collectieve) belangenbehartiging waarbij jongeren zelf een rol hebben en goede samenwerking tussen alle betrokken organisaties in de diverse domeinen (zoals wonen, zorg, onderwijs, werk en inkomen) is daarvoor essentieel. In Rotterdam kan het Basisberaad een spil zijn in het opzetten van zo’n samenwerkingsverband.
De ervaringsdeskundigen benadrukten nog dat jongeren die Jeugdzorg moeten verlaten meestal erg veel behoefte hebben aan één persoon die hen met raad en daad bijstaat op elk gebied van de Big 5 en bij wie zij altijd terecht kunnen met hun vragen.
Workshop: Housing First Nederland
Melanie Schmit van Housing First Nederland gaf de deelnemers aan de workshop een korte uiteenzetting over het doel en de werkwijze van Housing First Nederland. Housing First is een model en een systeemaanpak om dakloosheid duurzaam te beëindigen. Als systeemaanpak betekent het:
- Dat huisvesting een mensenrecht is, en
- Dat mensen passende zorg en ondersteuning ontvangen.
Het gaat dan met name om permanente en duurzame huisvesting, geen precaire vormen met tijdelijke huurcontracten. Het uiteindelijke doel is een paradigmashift te bereiken van opvang en crisisaanpak naar preventie en Housing First als norm. Housing First gaat uit van vertrouwen in mensen. Hulp wordt persoonlijk afgestemd en aangesloten op waar iemand (fysiek, mentaal en sociaal) is. Autonomie is een kernprincipe en wensen van de geholpen persoon worden daarom gerespecteerd en aangemoedigd.
Er zijn in Nederland inmiddels 49 Housing First-initiatieven. Tijdens de discussie blijkt dat de aanpak niet in elke gemeente hetzelfde is. Het hangt af van de politieke kleur van het gemeentebestuur in hoeverre de omslag naar Housing First echt gemaakt wordt. In Rotterdam bijvoorbeeld zijn de criteria om ervoor in aanmerking te komen het strengst van heel Nederland. Dat zou minder strikt kunnen. Verder is in het Woonprogramma aandacht voor de transitie van opvang naar Housing First – volgens de internationaal geldende Housing First-principes – een vereiste om te kunnen voldoen aan de ambities uit het Nationaal Actieplan Dakloosheid uit 2022.
Langdurige inzet is noodzakelijk
Bij de afsluiting van de avond werd geconstateerd dat er nog heel wat werk verzet moet worden om dakloosheid geheel te kunnen uitbannen. Niet alleen moeten er veel meer betaalbare (!) woningen gebouwd worden voor de mensen die nu geen fatsoenlijke eigen plek hebben, ook is creatief nadenken nodig over transitie van gebouwen, het mogelijk maken van gezamenlijk wonen zonder nadelige financiële gevolgen en dergelijke. De goede wil is er, nu nog de praktische vertaling en langdurige inzet. Wat Recht op de Stad betreft wordt er snel vervolg gegeven aan de lessen en conclusies van deze avond.