Mede-initiatiefnemer Roland Huguenin schreef een brief naar het Algemeen Dagblad naar aanleiding van de bomenkap in de Tweebosbuurt twee week geleden. De AD-redactie redigeerde de tekst, hieronder de tekst zoals die was ingezonden.

En, heren bestuurders Aboutaleb, Kurvers, Straver en Poolman. Bent u vorige week met een voldaan gevoel aan uw weekend begonnen, nadat u bericht had ontvangen over voltooiing van de bomenkap in de Tweebosbuurt?

Bleef u tijdens de avondmaaltijd in de plooi, of dacht u “ach wat”, en vertelde u aan uw partner dat een stel gekkies de bomen hadden versierd met spandoeken waarop kinderlijke leuzen waren gekalkt?

Voelt het goed, dat u de bewoners via een woordvoerder nog eens aan het verstand heeft laten brengen dat de gemeente rechtmatig handelt omdat een meerderheid in de raad heeft besloten dat sloop en bomenkap de enige manier is waarop de vernieuwing van de stad kan worden gerealiseerd?

Stemt het u tevreden, dat u burgers keer op keer laat inspreken, maar geen werkelijke inspraak gunt?

Doet het u genoegen, dat u weer een stapje verder bent met de herverkaveling van bewoners?

U bent bevoorrechte mensen, omdat u op zo’n weldoordachte manier richting geeft aan de toekomst van de stad. U kon weer eens laten blijken dat u hart heeft voor de samenleving in uw stad. De woorden solidariteit en gemeenschapszin liggen immers op uw lippen bestorven.

Wij burgers zouden een diepe buiging voor u moeten maken en beseffen hoe waardevol uw inzet is. Wij beseffen nauwelijks hoe belastend uw taak is. Een taak die u volbrengt uit plichtsbesef en mededogen naar de burgers, terwijl die zelden hun dankbaarheid tonen en altijd klagen of u voor de rechter dagen.

Het gaat u te ver om te zeggen dat burgers ondankbare honden zijn. Maar eens, wanneer u uw memoires schrijft, zult u een boekje open doen over het harde bestaan van een bestuurder, dat u dikwijls werd beschuldigd en belasterd, terwijl u altijd naar eer en geweten heeft gehandeld.

Aan u is pas rust gegund, wanneer u helemaal aan het einde van uw lange dienstbare leven uw pennenvruchten heeft gedeeld en uw blazoen heeft geschoond. Pas dan kan u de zware last van uw schouders laten glijden en opgelucht adem halen. U was het die veelvuldig door het vuur ging, dienend en uzelf nooit ontziend. Dat rechtvaardigt dat u in de slotfase van uw leven de burgers nog eens diep in de ogen kijkt.

Roland Huguenin © 25 maart 2021