Recht op de stad

Het betere plan voor wonen in Rotterdam

Beter ten halve gekeerd dan ten hele gedwaald

Een tot nu toe weinig gangbare (tegel)wijsheid In Rotterdam. Illustratie Nienke Terpsma

Op 21 februari 2024 publiceerde journalistiek platform Vers Beton het artikel ‘Nieuwbouwplannen verscheuren de Pompenburgflat’. Journalisten van Onderzoekscollectief Spit spraken met alle betrokken partijen en externe deskundigen over de ontwikkeling van het ontwikkelingsproject Rise aan het Hofplein.
Naar aanleiding van dit artikel stuurden Recht op de Stad en Bewonerscommissie Behoud Pompenburg opnieuw een brandbrief aan woningcorporatie Havensteder en haar toezichthouders, waarin zij hen verzoeken om de risico’s op het gebied van verlies van maatschappelijk en volkshuisvestelijk vermogen, sociale en ecologische welvaart en aantasting van het mensenrecht op adequate huisvesting, te onderzoeken en het sloopbesluit omtrent de Pompenburgflat te herzien.

Aan het Hofplein wordt het bouwproject Rise gerealiseerd. Onderdeel van dit project is de hoogste woontoren van Europa. De Pompenburgflat (gebouwd door architect Carel Weeber) moet daarvoor worden gesloopt. Volgens experts kleven er veel economische en technische risico’s aan het project, dat bovendien veel minder betaalbare woningen oplevert dan wordt beweerd.

Om de bouw mogelijk te maken, voeren Havensteder en de gemeente als argument aan dat er veel vraag is naar nieuwe woningen. Van een werkelijk sociale missie is echter geen sprake. Het uiteindelijke ontwerp van Rise lijkt vooral ingegeven door de stedenbouwkundige wens om het Hofplein een make-over te geven én Rotterdam verder op de kaart te zetten als hoogbouwstad. Dit blijkt uit de overheidsstukken die zijn opgevraagd via de WOO.  

De bouw van Rise wordt door de markt als zeer risicovol gezien. De ervaring met dit soort megahoogbouw is in Nederland schaars (en dus duur), terwijl de markt voor dure appartementen verzadigd lijkt. 

Het artikel in Vers Beton speelt ook in op de benarde positie van bewoners die bloot staan aan een murw-beukend communicatieproces, manipulatie met feiten en de conclusie dat betrokken partijen een maatschappelijke wanprestatie dreigen te gaan leveren met het uitvoeren van project Rise.

Ernstige schade is al geleden: de ooit zo harmonieuze sfeer in de karakteristieke Pompenburgflat heeft de laatste jaren plaats gemaakt voor afstand en onderling wantrouwen tussen de bewoners.

Naar aanleiding van dit artikel heeft Recht op de Stad in samenspraak met de Bewonerscommissie Behoud Pompenburg, opnieuw brandbrieven gestuurd aan Havensteder en haar toezichthouders, waarin wij hen confronteren met de financiële en technische risico’s van sloop-nieuwbouw en de enorme milieu- en klimaatschade die dat tot gevolg heeft.
Ook vragen wij Havensteder en haar toezichthouders goed te kijken naar het volkshuisvestelijke belang en hun verantwoordelijkheden met betrekking tot het mensenrecht op adequate huisvesting. Naar onze mening zijn de volkshuisvesting en het recht op huisvesting niet gediend met sloop van de Pompenburgflat.
In de brief pleiten wij voor minder ingrijpende alternatieven die beschikbaar zijn om bij het Hofplein woningen toe te voegen in het bestaande gebouwencomplex. Die alternatieven leveren tijdwinst op en creëren aanmerkelijk betere uitgangspunten voor vergroening en verduurzaming.

Behoud van maatschappelijke en cultuurhistorische waarden, transformatie en verrijking van bestaande bouw, zouden uitgangspunten moeten zijn bij stedelijke vernieuwing.

Belangrijk in deze context is de verantwoordelijkheid die de woningcorporatie heeft binnen haar maatschappelijke taak. Vernietiging van 226 kwalitatief goede sociale huurwoningen met energielabel A, maatschappelijk vastgoed ter waarde van 60-70 miljoen euro, valt niet te rijmen met de woon- en klimaatcrisis.
Ook voor de gemeente Rotterdam zou de huidige norm in bouwen moeten zijn dat er alleen wordt gesloopt als dat absoluut noodzakelijk is. Behoud van maatschappelijke en cultuurhistorische waarden, transformatie en verrijking van bestaande bouw, zouden uitgangspunten moeten zijn bij stedelijke vernieuwing.

Zeker na de ‘geleerde lessen’ uit het voor veel bewoners traumatiserende drama als gevolg van de overhaaste sloop van de Tweebosbuurt. De VN-rapporteur voor het recht op adequate huisvesting waarschuwde destijds voor schending van het recht op adequate huisvesting en andere rechten door het Rotterdamse woonbeleid. In december deed VN-rapporteur Balakrishnan Rajagopal opnieuw onderzoek in Nederland en bezocht hij onder andere de Pompenburgflat. Op 28 februari  werd zijn rapport  door de VN gepubliceerd. De conclusies daarin zijn stuitend: de woningnood en de negatieve gevolgen daarvan zijn een direct gevolg van beleid.
Met Rise kiest de gemeente echter opnieuw voor sloop van sociale huurwoningen, sloop van een gemeenschap en een onaanvaardbare traumatiserende inbreuk op het thuis en de levenssfeer van honderden Rotterdammers.

Deze oproep aan Havensteder en haar toezichthouders wordt ondersteund door Stichting Rotterdam Natuurlijk!, Extinction Rebellion Rotterdam, Bond Precaire Woonvormen Rotterdam en Woonopstand.

 

Verder lezen
In de afgelopen jaren werd er veelvuldig gepubliceerd over het project Rise, de Pompenburgflat, de impact van sloop en een veranderende visie op stedelijke vernieuwing. Hier een beknopt overzicht van opinies, onderzoek en adviezen. Raadpleeg ook Verdieping op deze site.

Bram Logger, Parcival Weijnen (2024, 21 februari). Nieuwbouwplannen verscheuren de Pompenburgflat. Vers Beton.

Anton Slotboom (2024, 30 januari). Rotterdam gaat de hoogte in, maar voor wie? ‘Deze skyline is een staafdiagram voor ongelijkheid.’ Trouw.

De 22e eeuw begint nu : zestien adviezen voor een waardevolle leefomgeving : ‘het hoeft niet groter en meer, het moet anders en beter’ (2023, augustus). College van Rijksadviseurs. PDF. Advies 11: sloop als het echt niet anders kan.

Kirsten Hannema (2023, 14 maart). Hoe bouw je een betere stad? Niet door te slopen, maar door slim te verbouwen. Volkskrant.

Iffet Subaşı (2023, 28 februari). Havensteder hakt knoop door: Pompenburgflat wordt definitief gesloopt voor luxe hoogbouw. AD.

Peter Hendriks (2023, 10 januari). De Rotterdamse Pompenburgflat moet wijken voor wolkenkrabbers. Follow the Money.

Peter Groenendijk (2022, 21 december). Dit woongebouw in hartje Rotterdam moet wijken voor mega-hoogbouw: ‘We schrokken ons kapot’. AD.

Frank de Kruif (2022, 16 december). Hoe bouwen we verder/hoger zonder mensen weg te jagen?. NRC.

Joosje van Geest (2022, 17 november). Behoud de Pompenburgflat als beeldbepalend erfgoed van na 1965. Vers Beton.

Antti Liukku (2022, 9 september) Er is weinig behoefte aan luxe en dure woningen, toch worden ze massaal gebouwd in Rotterdam. AD.

Peter Hendriks (2022, 28 augustus). Hoogleraar renovatie: ‘jaarlijks duizenden goede woningen slopen in ruil voor nieuwbouw is idioot’. Follow the Money. Volgens André Thomsen kun je de levensduur van woningen met een goede aanpak eindeloos rekken. Hij pleit daarom voor een moratorium op sloop.

Kirsten Hannema (2022, 26 mei). De torens in Rotterdam worden talrijker en nóg hoger. Wat doet dat met het leefklimaat? Volkskrant.

Frank de Kruif (2022, 9 november). Vooral de dure woningbouw loopt vast in Rotterdam. NRC.

Jasper Monster (2021, 11 oktober). Hoe hoger de wolkenkrabber, hoe groter de schade voor het milieu. Gebiedsontwikkeling.nu.

Antti Liukku (2021, 6 oktober). Extra sociale woningen in controversiële hoogbouw aan het Hofplein. AD.

Angelique Mulders (2021, 3 januari). Powerhouse Company ontwerpt hoogste toren van de stad – die van 250 meter aan het Hofplein. AD.

Frank de Kruif (2022, 27 januari). De niet-aflatende strijd tegen de sloop van de Pompenburgflat in het centrum van Rotterdam. NRC.

Antti Liukku (2019, 16 oktober). Skyline Rotterdam nog hoger: voor één project moet zelfs een sociaal woonblok wijken. AD.

Ronald Rovers (2019, 18 mei). Hoogbouw: nergens goed voor. Visies, concepten en verkenningen mbt volhoudbaarheid. Link.

Eppo König (2018, 15 november). College Rotterdam wil meer hoogbouw. NRC.

Geert Maarse (2016, 24 november). Jaagt Rotterdam de armen weg?. Erasmus Magazine.

Sara Klaverdijk (2016, 5 november). Rotterdam sloopt huizen en sociale cohesie in een moeite door. Sociale Vraagstukken.

Marcel van Engelen (2015, 31 oktober) Gentrificatie: nu is Rotterdam aan de beurt. VN.

Paul Groenendijk. Wederafbraak. Platform wederopbouw Rotterdam.

Rise. Rotterdam Natuurlijk!.

Woongebouw Pompenburg. Post 65 Rotterdam.

 

De nieuwe Rotterdamse Woonvisie

Demonstrant voor de entree van het Rotterdamse stadhuis. Foto Joke Schot.

Op 14 maart nam de gemeenteraad de nieuwe Woonvisie aan. Dat is slecht nieuws voor de meeste Rotterdammers en daarmee een gemiste kans om de woon/betaalbaarheidscrisis op te lossen. De enorme wachtlijsten voor sociale huurwoningen zullen nog langer worden, en daardoor de huurprijzen in de particuliere sector nog hoger.

Joke van der Zwaard

Onder het nieuwe motto ‘wijken voor iedereen’, handig gepikt van de critici van het Rotterdamse woonbeleid, schemert het oude motto ‘wijken in balans’ door; en de staande praktijk om wel sociale huurwoningen weg te halen maar ze niet ergens anders bij te bouwen.

En krijgen bewoners wat te zeggen? Nauwelijks, mooie woorden over ‘samen’ maar standvastige onwil om dat ook mogelijk te maken. Voor de 86.000 actieve woningzoekers in Rotterdam, plus de vele zichtbare en onzichtbare daklozen biedt deze Woonvisie geen enkel perspectief.

Recht op de Stad en alle andere organisaties die zich hebben ingezet voor een beter en socialer woonbeleid in Rotterdam, zijn teleurgesteld en boos. Lichtpuntje: mensen en organisaties hebben elkaar ook gevonden rondom de kwestie van de volkshuisvesting. Daar zal Rotterdam het de komende tijd van moeten hebben.

Het grote tekort aan betaalbare woningen wordt bewust niet opgelost
Laten we beginnen met het goede nieuws: in de nieuwe Woonvisie staat niet meer dat 20.000 sociale huurwoningen moeten verdwijnen uit Rotterdam; het aantal moet ‘op peil’ blijven. Echter, er zijn nu al 86.000 actieve woningzoekers in de sociale huursector, de gemiddelde wachttijd is 5,5 jaar. En dat is niet zo gek: 61% van de Rotterdammers heeft een inkomen van maximaal 50.000 euro, terwijl slechts 37,7% van het huidige woningvoorraad in het sociale segment valt.

De wethouder komt uit op iets minder dan 50%, maar zij rekent dan ook 10% van de woningen in de vrije sector mee. Woningcorporaties en diverse partijen protesteerden tegen deze verbreding van de definitie van ‘sociale huurwoningen’, want er is geen enkele greep op de huurprijzen en op de woningtoewijzing van deze woningen. Om die kritiek te omzeilen staat er ‘potentiële sociale huurwoningen’, maar intussen worden ze wel meegerekend als sociale huurwoningen.

Door de Woonvisie aan te nemen koos een meerderheid van de gemeenteraad om niets aan deze wooncrisis c.q. betaalbaarheidscrisis te doen. En erger nog. Omdat de bevolking van Rotterdam de komende jaren blijft groeien, ook met mensen die minder dan 50.000 euro per jaar verdienen, zal dat probleem alleen maar groter worden. Omdat mensen noodgedwongen uitwijken naar de particuliere huursector zullen daar de huren nog meer stijgen.

Op dit moment is 85% van de particuliere huurwoningen in Rotterdam € 190 te duur, uitgaande van een betaalbare huurquote van 30%, zo rekende Sanne van Manen van het Platform voor de Woonopgave ons voor tijdens het ‘Stadsgesprek Betaalbaar Wonen’ op 7 maart. Let wel, zei ze erbij: als mensen te veel huur moeten betalen, kunnen ze minder uitgeven aan andere zaken en geen vrijwilligerswerk of andere bezigheden ten nutte van de samenleving doen.

Minister de Jonge had voor die dure particuliere huurwoningen iets bedacht: met de nieuwe wet ‘betaalbare huren’ wilde hij de huren tussen 880 en 1150 euro reguleren met een puntensysteem om de huurprijs te bepalen, aansluitend op het puntensysteem in de sociale sector. Door succesvol lobbywerk van de huisjesmelkers is die wet – al voordat hij aan de Tweede Kamer werd aangeboden – zo aangepast dat huizen makkelijk boven de reguleringsgrens kunnen vallen.

Het hardnekkige vertrouwen in de markt
Wethouder Zeegers hamert net als haar voorganger Curvers op woningaanbod voor de middeninkomens en rekent of hoopt daarvoor op ‘de markt’. Zij weet zich daarbij ondersteund door haar eigen partij D’66, maar vooral door de VVD. Dezelfde partijen die de 150% verhoging van de grondprijs voor de woningcorporaties op slinkse wijze door de gemeenteraad sleepten en daarmee voorkwamen dat er over deze kwestie kon worden ingesproken.

Volgens de VVD-woordvoerder voor wonen bouwt de markt in principe geen onbetaalbare woningen en is de woningnood onder mensen met een midden en hoog inkomen net zo groot als die onder de groep die aangewezen is op een sociale huurwoning. Dat zal dan snel opgelost zijn, want van het huidige woningaanbod in Rotterdam is 9% sociaal, 47% midden en 44% hoog en topsegment; de verdeling van inkomensgroepen is 61% tot € 50.000, 12% midden en 27% hoog.

Het is dus niet zo gek dat die dure woningen veel mensen van buiten Rotterdam aantrekken; en dan nog staat 10% leeg. VVD-ers zijn nu eenmaal niet zo betrouwbaar als het om cijfers gaat. Denk aan de zogenaamde ‘duizenden’ nareizigers van asielzoekers waarop de VVD kabinet Rutte IV liet vallen.

Wie zijn de ‘dragers van Rotterdam’?
In de gemeenteraad stemden VVD, D66, Leefbaar Rotterdam, DENK, CDA en FvD voor de Woonvisie. De VVD was de meest uitgesproken verdediger. De redenering van de woordvoerder woonzaken gaat zo: “Rotterdam heeft al extreem veel sociale huurwoningen en die hebben een aanzuigende werking op mensen met een laag inkomen, terwijl de mensen die succes hebben in het leven noodgedwongen naar Lansingerland verhuizen. Zo raken wij de ‘dragers van Rotterdam’ kwijt.”

Bij de dragers van Rotterdam horen volgens deze VVD-er dus niet de mensen die zijn huis en kantoor schoonmaken, die zijn maaltijd bezorgen en zijn pilsje tappen, de tomaten voor zijn spaghetti bolognese plukken, de kabels trekken voor zijn internetverbinding, zijn oude oma dagelijks helpen met haar steunkousen of saxofoon spelen in zijn favoriete jazzband. Of – niet te vergeten – zijn auto repareren. De VVD-ers in de commissie Bouwen en Wonen maakten zich drukker om parkeerplekken dan om betaalbare woningen.

De D66-fractie liet de verdediging van de Woonvisie aan de wethouder over. Desgevraagd zei de woordvoerder wonen van deze partij dat we tevreden moeten zijn met het schrappen van de eerdere plannen om het aantal sociale huurwoningen te verminderen. Alsof betaalbare woningen een soort aalmoesjes zijn voor het gewone volk.

Riskant kiezersbedrog
Leefbaar Rotterdam en DENK konden niet uitleggen waarom ze de voorstellen om te zorgen voor meer betaalbare woningen in Rotterdam niet ondersteunden. Dat is ook niet uit te leggen als je bedenkt wie hun kiezers zijn en wat hen is beloofd. Kiezersbedrog heet dat. Ondermijning van de democratie, kan je het ook noemen, want dit soort gedraai zet het toch al geringe vertrouwen in ‘de politiek’ op het spel. ‘Ze doen toch wat ze willen’ hoorden de mensen van Recht op de Stad vaak toen ze op de markten flyers uitdeelden met de oproep om (bewust) te gaan stemmen.

Uit de dramatisch lage opkomstcijfers bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen bleek hoe breed dat gevoel gedragen wordt in de wijken met veel bestaans- en woononzekerheid. De betekenis en het risico daarvan is bij de politici van DENK en Leefbaar Rotterdam blijkbaar niet doorgedrongen.

GroenLinks, Volt, Partij voor de Dieren, Bij1, 50Plus, CU, CDA en SP dienden tevergeefs een hele hoop moties in om het aantal betaalbare woningen in Rotterdam te vergroten; en daarmee ook iets te doen aan het probleem van de dakloosheid. Uiteindelijk bleef hen niets anders over dan tegen de Woonvisie te stemmen. Alleen het CDA deed dat niet. De Woonvisie werd aangenomen met 27 stemmen voor en 18 tegen.

‘Wijken in balans’ in een ander jasje
In de nieuwe Wijkvisie is ‘Wijken in balans’ vervangen door ‘Wijken voor iedereen’, de actieleus van protesterende bewonersgroepen en Recht op de Stad. Helaas is de intentie van de leus niet meegenomen. Het verhaal over de ‘leefbare, vitale en veerkrachtige’ wijken leunt sterk op het idee van ‘gemengde wijken. Net zoals in de vorige Woonvisie wordt dat idee naar twee kanten uitgelegd: meer dure woningen in wijken met veel sociale huurwoningen en meer sociale huurwoningen in wijken met veel dure woningen.

Tijdens de inspraakronde wezen de gezamenlijke woningcorporaties er op dat zo’n ambitie mooi staat op papier, maar dat we inmiddels weten dat het niet of nauwelijks lukt om sociale huurwoningen in de dure wijken te bouwen. Ontwikkelaars gaan daar altijd aan de haal met de grond en de opdrachten. Dus wilden ze laten vastleggen dat er gezien de lange wachtlijsten in de ‘armere’ wijken geen sociale huurwoningen mogen verdwijnen. Ook dit voorstel kreeg een negatief advies van de wethouder.

In de Woonvisie staat dat onderzocht wordt of het mogelijk is om sociale stijgers voorrang te geven bij nieuwbouwprojecten in hun wijk, zodat ‘bewoners binding behouden met hun eigen wijk’. Tegelijkertijd wordt er door de hele tekst heen een tegenstelling gemaakt tussen huidige en toekomstige bewoners. Wie zijn die toekomstige bewoners, die ook mee moeten kunnen beslissen over de toekomst van de wijk?

Niet de sociale stijgers dus, want dat zijn huidige bewoners. Ook niet de ouderen die naar een geschiktere woning willen verhuizen en hun sociale netwerk willen behouden. Ook niet de kinderen van de bewoners die eindelijk op zichzelf willen wonen. Of de kamerbewoners. Of de bewoners die nu in een voor hen veel te dure huis wonen. Zouden ze de daklozen en alle ‘urgenten’ een stem willen geven. Ik vrees van niet.

Het protest van bewoners van de Wielewaal heeft al verschillende BWB-wethouders doorstaan. Foto Joke Schot.

Ik lees hier eerder het oude idee van de ‘sterke schouders’: de import van welgesteldere en theoretisch opgeleide bewoners in wijken met veel sociale woningbouw, in. De mensen die volgens de vorige Woonvisie het sociale cement van de wijk zijn; en die veel lijken op wat de VVD de ‘dragers van de stad’ noemt. Ofwel: ‘toekomstige bewoners’ is bewust verhullend taalgebruik om het oude en omstreden beleid van ‘Wijken in balans’ door te kunnen zetten.

Over democratie gesproken
Twee jaar geleden liet de toenmalige wethouder weten dat hij werk ging maken van zeggenschap van bewoners. Geen Tweebosbuurt meer, maar stadsvernieuwing 2.0.

Van dat idee zie je weinig terug in de nieuwe Woonvisie. Ja er staat dat bewoners in een vroegtijdig stadium worden betrokken bij het maken van toekomstplannen voor de wijk. Tegelijkertijd staat in deze woonvisie niets over het creëren van de noodzakelijke voorwaarden voor bewoners om op een gelijkwaardig kennisniveau te kunnen overleggen en om daar zoveel mogelijk groepen bewoners bij te kunnen betrekken.

Zorgen voor huisvesting en professionele ondersteuning van bewonersorganisaties zit niet in deze plannen. Er staat iets over ‘benutten van bestaande overleggen’ maar desgevraagd weet de wethouder niet wat daarmee wordt bedoeld. In deze Woonvisie heeft zeggenschap niets met democratie te maken, ook niet met het idee dat bewoners iets te zeggen zouden kunnen hebben, dat ze nuttige kennis hebben; en dat je het met elkaar oneens kan zijn en daar dan uit moet proberen te komen.

Zeggenschap is in deze Woonvisie is puur instrumenteel, voor het uitvoeren van beleid. Als er problemen dreigen met bewoners dan zal de gemeente een bureau inhuren voor een informatie- en inspraaktraject.

In rijke wijken is dat niet nodig of nutteloos, want die weten de weg naar advocaten en de Raad van Staten wel te vinden; dat houd je toch niet tegen.

Zeggenschap is voor deze wethouder een beheersstrategie, een instrument om zich te verzekeren van draagvlak voor het gemeentebeleid. Bewoners mogen individueel hun mening geven in enquêtes en inloopinspraakavonden, maar zich vooral niet organiseren.

Ons als actieve, kritische en deskundige bewoners organiseren, gaan we de komende tijd natuurlijk toch doen. In de strijd voor een socialer, democratischer en effectiever woonbeleid zijn nieuwe kennisnetwerken en actiecoalities ontstaan. Daar zullen Rotterdam en alle mensen die een betaalbare woning nodig hebben het van moeten hebben.

De coalitiepartijen plus CDA en FvD hebben laten zien waar ze voor staan. Recht op de stad blijft opkomen voor de mensen die door dit rechtse beleid in de verdrukking komen. We gaan niet vijf jaar wachten op een nieuwe Woonvisie, maar blijven ruimte en medestanders zoeken voor de ontwikkeling en realisering van ideeën over hoe het ook anders, rechtvaardiger en socialer kan.

Stadsgesprek 7 maart: ‘Betaalbaar wonen: hoe dan?!’

De Rotterdamse woningmarkt is krap en de prijzen zijn hoog. De nieuwe Woonvisie, die op 14 maart 2024 wordt vastgesteld, belooft verandering. Maar hoe wordt écht betaalbaar wonen in Rotterdam gerealiseerd? Op 7 maart organiseren AIR, Platform Woonopgave, Recht op de Stad en KeileCollectief het stadsgesprek ‘Betaalbaar wonen: hoe dan?!’

Onderwerp van gesprek zijn de nieuwe Woonvisie, de knelpunten in de praktijk en mogelijke oplossingen. De avond wordt afgesloten met het aanbieden van kant-en-klare moties aan Rotterdamse gemeenteraadsleden, die ze op 14 maart kunnen indienen.

De moties hebben tot doel de Woonvisie aan te scherpen tot een sociaal en rechtvaardig woonbeleid. Alle Rotterdammers die zich betrokken voelen bij de toekomst van de Rotterdamse woningmarkt zijn welkom om deel te nemen aan het stadsgesprek op 7 maart. In panelgesprekken met experts wordt ingegaan op betaalbare huur- en koopwoningen, alternatieve woonvormen en grondbeleid. Aanwezig zijn onder meer Miriam Hoekstra (Woonstad), Hedy van den Berk (Havensteder), Arie Lengkeek (ERA-contour), Sjoerd Kuiper (gemeente Maassluis), Daan Bossuyt (Universiteit Utrecht), Sanne van Manen (Platform Woonopgave), Joke van der Zwaard (Recht op de Stad) en Keimpe de Jong voor een muzikaal intermezzo.

Over de nieuwe Woonvisie
De nieuwe Woonvisie van Rotterdam slaat duidelijk een andere richting in dan de vaak bekritiseerde vorige visie die stamt uit 2016. Sloopbeleid en een focus op hogere inkomens heeft plaatsgemaakt voor ambities als betaalbaarheid en ruimte voor middenhuur. In de Maasstad stegen de huurprijzen afgelopen jaar het hardst met maar liefst 9,6% ten opzichte van vorig jaar. Voor een koopwoning moet je landelijk inmiddels gemiddeld €418.000 neertellen, in Rotterdam is dat zelfs €490.427. Terwijl Rotterdammers gemiddeld  €15.000 onder modaal verdienen. Het is dan ook geen verrassing dat betaalbaarheid een van de belangrijkste speerpunten in de nieuwe Woonvisie is. Veelgehoorde kritiek is dat de geschetste ambities veelbelovend zijn, maar dat er weinig concrete instrumenten worden genoemd om dit te bereiken. Hoe wordt de visie vertaald naar de praktijk en specifieker, hoe wordt betaalbaar écht betaalbaar?

Stadsgesprek ‘Betaalbaar wonen: hoe dan?!’
Datum:
7 maart 2024
Tijd:
19.30 – 21.30 uur
Locatie:
Keilepand M4H, Keilestraat 9F, 3029BP Rotterdam
Aanmelden: Gratis via deze link .

foto: Marco de Swart

Opinie over nieuwe Woonvisie in Vers Beton

Mustapha Eaisaouiyen, Tweebosser en mede-initiatiefnemer van Recht op de stad, schreef voor Vers Beton een opinie over de nieuwe Woonvisie, waarover de raadscommissie Bouwen en Wonen deze week vergaderde. Volgens Mustapha maken de bijdragen van de insprekers en een aantal actuele gebeurtenissen duidelijk dat de Woonvisie zoals die er nu ligt nog steeds rammelt en nu al achterhaald is.

Hoewel in de nieuwe Woonvisie is opgenomen dat racisme bij woningtoewijzing uit den boze is, wordt er nog steeds gesproken over “meer evenwicht” in wijken en het toevoegen van (middel)dure woningen in wijken met veel sociale huur voor de nodige “sterke schouders”. Dat is nu precies het impliciete racisme waar Madeline Arkins naar verwijst in haar onderzoek: bewust of onbewust geldt de “witte Rotterdammer” als maatstaf bij beleidsmakers. Cody Hochstenbach noemt het in de aflevering van BNNVARA’s Opstandelingen over de Tweebosbuurt een blinde vlek bij de vaak hoogopgeleide beleidsmakers, die zich geen voorstelling kunnen maken van het leven in een wijk met vrijwel alleen sociale huurwoningen waar mensen uit alle windstreken met elkaar een gemeenschap vormen en elkaar ondersteunen.

Het wijken-in-balans-beleid moet niet alleen van naam veranderen, maar ook qua inhoud. Het is de hoogste tijd voor daadwerkelijke zeggenschap van bewoners als gelijkwaardige partner bij alle plannen voor hun buurt. Alleen dan kan je voorkomen dat er van bovenaf beslist wordt over wijken en buurten op basis van cijfers en denkbeelden van beleidsmakers.

Lees de hele opinie op Vers Beton.

Herstel van de relatie tussen gemeente en bewoners

Op 16 januari sprak Joke van der Zwaard, mede-initiatiefnemer van Recht op de stad, namens Aktiegroep Oude Westen in bij de raadscommissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte over de concept-Woonvisie. Hieronder haar inspreektekst.

Aktiegroep Oude Westen komt voort uit de Stadsvernieuwing van de jaren ’70 en ’80, toen bewonersvertegenwoordigers en gemandateerde ambtenaren samen beslissingen namen over de huizen, voorzieningen en inrichting van de wijk. Ze hadden allebei 1 stem. Bewoners hadden eigen technische en sociale professionele ondersteuning.

In 1994 ontmantelde de gemeente deze democratische infrastructuur omdat de wijk af zou zijn. Daarna namen gemeente en woningcorporatie de besluiten. Als bevestiging van dit topdown-beleid schrapte wethouder Eerdmans in 2014 de subsidie voor huisvesting en professionele ondersteuning van de bewonersorganisaties. Aktiegroep Oude Westen heeft dit afbraakbeleid overleefd, omdat zij een netwerkorganisatie van bewonersinitiatieven is.[1]

Desondanks staan de bewoners compleet buiten spel bij beslissingen over woningen en wijkvoorzieningen. En dat is een probleem, zo stelde onder andere de evaluatiecommissie van het NPRZ vast. “De gemeente Rotterdam verliest geregeld het bewonersbelang uit het oog.(….) De menselijke maat moet terug in de stadsvernieuwing. (…) Er moet een nieuw bondgenootschap met bewoners komen.” [2]

Het vorige gemeentebestuur leek zich die kritiek aan te trekken. In een collegebrief van 2021 werd “Stadsvernieuwing 2.0” aangekondigd. “Waarbij samen met bewoners wordt opgetrokken om de broodnodige vernieuwing in Rotterdam samen vorm te geven”.

U snapt dat ons dat als muziek in de oren klonk. We hadden dan ook hoge verwachtingen van de nieuwe Woonvisie. Maar helaas. Zeggenschap is een vergeten hoofdstuk in dit concept. We vonden een paar vage zinnen over “een continue dialoog met de belangrijkste partijen.” En vaak: “Dat werken we de komende periode verder uit.” Volgens ons kan de gemeente het daar na drie jaar echt niet bij laten als zij het vertrouwen van Rotterdammers wil terugwinnen.

We doen daarom een beroep op u gemeenteraadsleden om deze Woonvisie aan te vullen met een krachtige en concrete paragraaf over zeggenschap van bewoners. Om u te helpen, zetten wij de belangrijkste principes op een rij op basis van inzichten uit het Stadslab Zeggenschap van Recht op de Stad en AIR, waaraan Aktiegroep Oude Westen deelnam.[3]

1. Zeggenschap van bewoners moet bij het begin beginnen: dus bij het bepalen van de agenda, niet pas als er een plan ligt. De Woonvisietekst suggereert dat alleen de gemeente en woningcorporaties het belang van de toekomstige bewoners kunnen behartigen. Heus, bewoners zijn in staat om vooruit te denken. Dat deden we 50 jaar geleden ook.

2. Het werk is in de wijk. Daar kan zeggenschap van bewoners meer worden dan vergaderingen met de usual suspects. We zien in de praktijk een voorzichtige draai in die richting. De Woonvisie moet hierin concreter en ambitieuzer zijn, inclusief de bijbehoren financiën.

3. Om een gelijkwaardige partner te zijn bij het maken van toekomstplannen voor de wijk en om te zorgen voor een breed draagvlak is onafhankelijke professionele ondersteuning van bewoners onontbeerlijk. Maak daarvoor structureel budget vrij.

4. Een andere basisvoorwaarde is een sociaal-fysieke infrastructuur van plekken waar diverse groepen bewoners elkaar kunnen tegenkomen, en waar professionals naar toe kunnen gaan om met groepen bewoners te praten. In de Woonvisietekst wordt erkend dat het gemeentelijk beleid een sociale kaalslag in de wijken heeft veroorzaakt. Leg in de Woonvisie vast dat per wijk met bewoners overlegd gaat worden welk herstel minimaal nodig zijn.

5. Een wijk is geen project. Zeggenschap vereist continuïteit, zoals ook in de Woonvisie staat. Om dat te realiseren hebben bewoners een eigen pand en eigen communicatiemiddelen nodig. Om tot uitwisseling van ervaringen en verdieping van standpunten en oplossingen te komen.[4] En om zelf initiatieven te nemen richting gemeente en andere instanties.

6. Tijdens een werksessie van het Stadslab Zeggenschap bekende een ambtenaar: “We bekijken databestanden en mailen teksten naar elkaar, zo zijn we gewend om beleid te maken. Met bewoners overleggen zit niet meer in ons systeem.” Ambtenaren zullen dus omgeschoold moeten worden tot gekwalificeerde nieuwsgierige professionals die in staat zijn om lokale capaciteiten en vragen in kaart te brengen en mee te nemen in de ontwikkeling van beleid.

Tenslotte wil ik nog een laatste woord zeggen als ontwikkelingspsycholoog, want dat ben ik ook. De afgelopen 30 jaar heeft de gemeente bewoners behandeld als onmondige kinderen en lastige pubers. De rekening voor deze vernederende benadering was: boze buurtbewoners en een dramatisch lage opkomst bij de gemeenteraadsverkiezingen, met name in de wijken waarin de bewoners ook nog eens weggezet worden als ongewenste kinderen.5 In de nieuwe Woonvisie kunt u de voorwaarden vastleggen voor de groei van een volwassen relatie tussen gemeente en bewoners. Grijp die kans.

Noten

1. Aan de Aktiegroep gelieerde bewonersinitiatieven zijn o.a. Ruilwinkel, wijktuin, Leeszaal Rotterdam West, Jeugdbieb West, Tuin de Bajonet, Mooi Mariadek, Duurzaamheidswerkplaats, Energiecoöperatie, Krachtvrouwen Oude Westen, Singphony, Oude Westen-tv, buurtkrant Oude Westen.

2. https://www.nprz.nl/over-nprz/onze-documenten/midterm-nprz-tot-hier-en-nu-verder. Zie daarin Pijler Wonen. Vergelijkbare kritiek kwam van de Rotterdamse Rekenkamer en van het bewonersplatform Recht op de Stad.

3. Andere uitgenodigde deelnemers waren bewoners, professionals en ambtenaren betrokken bij: Mathenesse aan de Maas, Violier-Rozemarijnstraat in Bloemhof, Fazantstraat in Carnisse en Gijzingflats in Bospolder Tussendijken. Zie voor de complete tekst over de resultaten van het Stadslab Zeggenschap Bewoners.

4. De maandelijkse Buurtkrant Oude Westen gaat haar 55e jaargang in. Daar zijn we trots op. Tegelijkertijd is het treurig dat Aktiegroep Oude Westen al tien jaar tijd moet besteden aan de strijd voor het behoud van haar huisvesting.

5. Volgens de filosoof Avishai Margalit in ‘De fatsoenlijke samenleving’ (2001) is sprake van institutionele vernedering als maatregelen/omstandigheden burgers gegronde redenen geven om zich vernederd te voelen, dat wil zeggen om zich geschaad te voelen in hun zelfrespect.

Onze visie op zeggenschap

Geen ene mallemoer

Op 16 januari sprak Tweebosser Mustapha Eaisaouiyen, tevens mede-initiatiefnemer van Recht op de stad, in bij de raadscommissie Bouwen, Wonen en Buitenruimte over de concept-Woonvisie. Hieronder zijn inspreektekst.

Mijn naam is Mustapha Eaisaouiyen en ik zit hier namens de Bewonersgroep Tweebos.

De titel van ons verhaal was: ‘Geen ene mallemoer’. Wij wilden u namelijk uitleggen dat dit college het geen ene mallemoer zal schelen wat wij hier inspreken. Tot gisterenavond laat, want gisterenavond laat lazen wij in een artikel van Vers Beton over het racistisch woonbeleid van de gemeente Rotterdam. En daardoor zijn we van mening veranderd. Wij eisen namelijk dat dit college het wel een mallemoer moet schelen.

Furies waren en zijn we nog steeds. Al onze woede kwam weer omhoog. Iets wat wij al jaren in de Tweebosbuurt riepen en nog steeds roepen, werd bevestigd op basis van wetenschappelijk onderzoek namelijk dat het woonbeleid van de gemeente Rotterdam racistisch is. Laat dat nog even op u inwerken. Het woonbeleid van de gemeente Rotterdam is racistisch.

Toen de brief van de maar liefst vijf Speciale Rapporteurs van de Verenigde Naties de gemeente Rotterdam bereikte [in juni 2021], kon u lezen dat er sprake is van discriminatie van migranten. Over die brief heeft de raad op 10 juni 2021 een debat gevoerd. NIDA bij monde van de heer Ercan Büyükçifçi zei toen en ik citeer een tweet van journalist Peter Groenendijk van het AD: ‘ons woonbeleid is wel degelijk racistisch geweest’. De heer Büyükçifçi had gelijk. Wij hadden gelijk en vele anderen hadden gelijk. Het college zat fout. De coalitiepartijen inclusief Leefbaar Rotterdam zaten fout met het wijken-in-balans-beleid. Woningcorporaties zaten fout met de uitvoering van dat beleid.

Als dit college het wijken-in-balans-beleid nog steeds voortzet dan is dit college in onze ogen geen knip voor de neus waard. Wij zullen dit college beschouwen als een college dat racistisch en discriminerend beleid voert.

En stoppen met het wijken-in-balans-beleid is niet voldoende. Wij verzoeken u als commissie het college te vragen formele excuses te maken voor het racistisch en discriminerend woonbeleid. Excuses voor de neerbuigende manier waarop er met sociale huurders is en wordt omgegaan. En nu zien we het weer terugkomen in de concept-Woonvisie. Alle Dialoogtafels en rapporten van de Rotterdamse Rekenkamer ten spijt zien we nu een concept-Woonvisie die wederom als het om de sociale voorraad gaat niet op juiste cijfers gebaseerd is. Dit college hangt aan de gereguleerde huurwoningen in de particuliere voorraad alsof zijn leven ervan afhangt. Wij kunnen daarom niet anders concluderen dat dit college nog steeds een bevolkingspolitiek voert. Rotterdam wil haar bevolkingssamenstelling veranderen of zoals wij in de Tweebosbuurt zeiden en nog steeds zeggen: armen eruit en rijken erin en het liefst arme mensen van kleur eruit en rijke witte mensen erin.

De gemeente gebruikt daarvoor als argument ‘het mengen van bevolkingsgroepen’. In dat artikel in Vers Beton leest u daarover en wij citeren: ‘Achter het ‘mengen’ van bevolkingsgroepen schuilt het idee dat rijke mensen een voorbeeld zouden zijn voor armere mensen. Dat is op zijn minst merkwaardig. Hoezo is rijk zijn een voorbeeld? En waarom zijn arme mensen niet waardig zoals ze zijn? Die theorie van het mengen van bevolkingsgroepen is dan ook niet gegrond op empirisch bewijs’. Einde citaat.

Het mengen door verkoop, sloop en liberalisatie van sociale huurwoningen moet stoppen. De manier waarop er nog steeds over sociale huurders gesproken wordt moet stoppen. Het gebeurt met een dédain waar de honden geen brood van lusten. Sociale huurders zijn geen pionnen in een schaakspel die je even makkelijk kunt verplaatsen en die je kunt opofferen for the greater good om met de woorden van Bert Wijbenga te spreken.

Sociale huurders zijn geen gif dat je moet verspreiden.

Sociale huurders zijn geen sociaaleconomische problemen.

Sociale huurders zijn geen ziekte die je moet bestrijden door ons homeopathisch te verdunnen.

Sociale huurders zijn mensen die evenveel waard zijn als het geliefde middensegment of het nog gewilder topsegment.

En vijf jaar na de Tweebosbuurt is het extra pijnlijk om te moeten constateren dat: sociale huurders nog steeds negatief afgeschilderd worden, bewoners nog steeds geen zeggenschap hebben bij sloop/nieuwbouw, gemeenschappen nog steeds worden gesloopt en sociale huurders verplaatst worden alsof het pionnen zijn, corporatiehuurders straks met de sloop van hun woning met een slechte energielabel geconfronteerd zullen worden en zij tot die tijd hele hoge energierekeningen betalen, wachten op een woningverbetering die maar niet komt net als bij ons.

Woonbeleid dat niet begint met mensen met een lager inkomen,

woonbeleid dat niet begint met mensen die precair wonen,

woonbeleid dat niet begint met mensen die uitgebuit worden

woonbeleid dat niet begint met dakloze mensen,

mag geen woonbeleid genoemd worden.

Het is onbegrijpelijk dat vele organisaties en wij de menselijkheid van dakloze mensen eerst moeten bewijzen. Het is die menselijkheid die wij in deze concept-Woonvisie missen. En zolang dit college mensen niet als mensen ziet zal geen enkele woonvisie succesvol zijn, maar zal dit leiden tot een verdere tweedeling in de Rotterdamse samenleving en uiteindelijk tot ontwrichting van de maatschappij.

Dakloze mensen zijn geen zielige mensen die je een huis gunt. Dakloze mensen moeten gezien worden als de meest urgent woningzoekenden. Maar wat zien we in de praktijk gebeuren? Terwijl de wethouder het champagneglas heft bij de feestelijke opening van de zoveelste dure woontoren slapen er mensen hier voor het stadhuis en claimen zij hun recht op rust. Het is daarom een absolute schande dat wij als stad met een geschiedenis van lef en buiten de lijntjes kleuren in de concept-Woonvisie teruglezen dat de gemeente in 2030 zo min mogelijk mensen in een dak- of thuisloze situatie wil laten bevinden.

Nee gemeente, u heeft de plicht dakloosheid op te lossen. Dat is geen pretty please. Die tijd is voorbij.

De tijd van pappen en nathouden is voorbij. De tijd van pleisters plakken is voorbij. De tijd van een rechtvaardig woonbeleid moet nú aanbreken. En als het college in de concept-Woonvisie schrijft ‘voor racisme is er geen plaats’, dan zouden wij tegen college willen zeggen: begin bij uzelf. Dank u wel!

De VN-Speciale rapporteur voor adequate huisvesting bezoekt de Tweebosbuurt in december 2023. Foto: Joke Schot.

Nieuwe Woonvisie biedt geen oplossingen voor de Rotterdamse wooncrisis

De nieuwe Woonvisie die het Rotterdams college van B&W deze maand voorlegt aan de gemeenteraad schiet tekort in de aanpak van de wooncrisis in Rotterdam. Dat constateert Recht op de stad, een initiatief van Rotterdammers die zich inzetten voor een beter en eerlijker woonbeleid. De concept-Woonvisie doet veel te weinig om meer betaalbare woningen te realiseren voor de vele woningzoekenden, waaronder veel dakloze mensen en huishoudens die te duur, tijdelijk of onzeker wonen. Hoewel eerder door de gemeenteraad is bepaald dat de gemeente het recht op wonen zoals vastgelegd in de Grondwet zal bewaken, doet de voorgestelde Woonvisie te weinig om dit grondrecht te realiseren en beschermen.

Zeggenschap: het fundament onder alle pijlers vereist concrete invulling

De meest opvallende tekortkoming is dat de concept-Woonvisie niets regelt over zeggenschap voor bewoners. Dit is pijnlijk gezien de protesten van bewoners in verschillende buurten die in de afgelopen jaren werden geconfronteerd met (plannen voor) ingrijpende herstructurering door sloop/nieuwbouw of grootschalige renovatie (o.a. Tweebosbuurt, Wielewaal, Patrimonium’s hof, Pompenburg, Fazantstraat). Gesprekken met bewoners en Recht op de stad hebben ertoe geleid dat het college in juli 2021 toezegde werk te maken van zeggenschap voor bewoners onder de noemer ‘stadsvernieuwing 2.0’. Hoewel een stedelijk Sociaal Statuut in de maak is, wordt in de concept-woonvisie niets gezegd over het scheppen van de juiste condities om volwaardige zeggenschap te realiseren. Recht op de stad doet hiertoe concrete voorstellen, gebaseerd op de inzichten die zijn verkregen uit het ‘Stadslab Zeggenschap’.

Pijler 1: Het aantal woningen in de sociale sector moet stijgen

Het is niet toereikend om het aantal sociale huurwoningen op peil te houden, zoals in de concept-woonvisie wordt voorgesteld. Het is onbegrijpelijk dat het college het aantal sociale huurwoningen te rooskleurig blijft schetsen door de particuliere huurwoningen mee te tellen – ondanks het feit dat de Rekenkamer de onderbouwing hiervoor eerder al “wankel” noemde. Om aan de groeiende vraag naar sociale woningen te voldoen, onder meer door het grote aantal dakloze Rotterdammers, is een uitbreiding van de sociale voorraad nodig. Omdat het college streeft naar ‘meer evenwicht’ – het gelijkmatig verdelen van sociale huurders over de regio – zal het aantal betaalbare woningen in de stad met 3.700 afnemen, terwijl er juist minstens 7.400 sociale huurwoningen extra nodig zijn (t/m 2030).

Het uitbreiden van de sociale voorraad kan onder meer door meer sociaal te bouwen (40% in plaats van 20%), maar ook door te stoppen met liberalisering, sloop en verkoop van sociale huurwoningen. Daarnaast moet de gemeente andere opties dan nieuwbouw benutten om snel meer woonruimte te creëren, zoals de bestrijding van leegstand, transformatie van leegstaande kantoorpanden, het faciliteren van coöperatieve woonvormen en het opheffen van belemmeringen om samen te wonen of de voordeur te delen – oplossingen die niet of nauwelijks aandacht krijgen in de concept-Woonvisie. Bovendien ontbreekt aandacht voor grondbeleid als wezenlijk instrument voor het realiseren van doelen van het woonbeleid.

Pijler 2: Toekomstbestendige en vitale wijken ontstaan alleen in samenspraak met bewoners

Het wantrouwen van bewoners jegens gemeente en woningcorporaties, dat door jarenlang top-downbeleid is ontstaan, kan alleen worden weggenomen door een daadwerkelijke andere praktijk waarin bewoners serieus worden genomen als gesprekspartner. Recht op de stad pleit ervoor dat er per wijk met bewoners, ondernemers en corporaties een toekomstbestendige wijkvisie wordt opgesteld waarin het programma wordt bepaald. Het is ook noodzakelijk om wijkvernieuwing te koppelen aan de verduurzamingsopgave.

Pijler 3: Meer doen voor de aandachtsgroepen

De meest kwetsbare aandachtsgroep, mensen die dakloos zijn, zijn het meest geholpen bij meer Housing First-projecten. Om een zo volledig mogelijk inzicht in het aantal dakloze mensen te krijgen moet de Ethos Light-definitie worden gevolgd. Voor de maatschappelijke beroepsgroepen en sociale stijgers is het niet wenselijk om in te zetten op middeldure huur, omdat dit voor te hoge woonlasten zorgt. Voor de aandachtsgroepen moet minder ingezet worden op doorstroming.

Pijler 4: Een betere rechtspositie voor (dreigend) dakloze Rotterdammers

Dakloosheid is een schending van het recht op huisvesting. Voor deze groep mensen bestaan bovendien belemmeringen voor hun toegang tot rechtsbescherming. Recht op de stad doet een aantal concrete voorstellen om dit te verbeteren, zoals het oprichten van een proceskostenfonds, meer gratis huurteams en afschaffing van de kostendelersnorm.

Lees hier onze volledige reactie (pdf).

Recht op de stad gaat inspreken over de concept-Woonvisie tijdens de commissievergadering Bouwen, Wonen en Buitenruimte (BWB) op 16 januari (naar verwachting vanaf 20:45 uur). Ook de bewonersgroep Tweebosbuurt, Aktiegroep Oude Westen en de Bond Precaire Woonvormen gaan inspreken. De Federatie Huurders Commerciële Sector heeft hun reactie schriftelijk ingebracht. De vergadering is hier online te bekijken. De BWB-commissie vergadert op 31 januari over de concept-Woonvisie, de gemeenteraad stemt erover op 14 maart.

Foto: Joke Schot

VN-rapporteur: Wooncrisis al decennia in de maak, vraagt nu om out-of-the-box-oplossingen

Balakrishnan Rajagopal en zijn VN-collega Mariya Stoyanova tijdens de persconferentie in Den Haag.

FOCUS OP WONEN ALS MENSENRECHT IN NEDERLAND
LONGREAD

De heer Balakrishnan Rajagopal, de speciale rapporteur voor het recht op huisvesting van de Verenigde Naties, deed van 10 t/m 21 december onderzoek in Nederland. Hij verbleef een aantal dagen in Rotterdam, waar hij de Tweebosbuurt en Pompenburgflat bezocht, en sprak met bewoners, maatschappelijke spelers, de gemeente en burgemeester Aboutaleb. Recht op de stad liep mee en doet verslag van de slotverklaring van de VN-rapporteur en van zijn bezoek aan Rotterdam.

Tijdens zijn werkbezoek aan Nederland verdiepte Rajagopal zich in verschillende aspecten van het woonbeleid en de wooncrisis. Zijn aandacht was onder andere gericht op sociale woonwijken, daklozenopvang, asielzoekers, tijdelijke huisvesting, arbeidsmigranten en slachtoffers van de aardbevingen in Groningen. Hij bezocht buurten en instanties in Rotterdam, Den Haag, Amsterdam, Groningen en Castricum, opvangcentra voor asielzoekers, daklozenopvangcentra, tijdelijke huisvesting en een woonwagenpark. Op alle locaties sprak hij met bewoners, politici, experts, het maatschappelijk middenveld en sociale bewegingen. Rajagopal signaleerde achterstanden en stigmatisering, en hij concludeert: ‘Nederland moet spoedig in de wet verankeren dat iedereen recht heeft op adequate huisvesting’.

Rajagopal is als hoogleraar Recht en Ontwikkeling verbonden aan de faculteit Stedenbouw en Planning aan het Massachussets Institute of Technology (MIT). In maart 2024 presenteert hij een volledig rapport over Nederland met aanbevelingen aan de VN-Mensenrechtenraad.

In een verklaring aan het slot van zijn werkbezoek aan Nederland op donderdag 21 december, gaf Rajagopal zijn voorlopige analyse van de huisvestingscrisis en de schending van mensenrechten.
‘Nederland kampt met een acute wooncrisis. Iedereen voelt de effecten daarvan, ongeacht of dat Nederlanders, migranten, asielzoekers of ongedocumenteerden zijn. Het is een misverstand dat de crisis wordt veroorzaakt door de toestroom van migranten. Er zijn geen data of andere bewijzen die dat aantonen’, aldus Rajagopal tijdens zijn persconferentie.

De grote problemen op de Nederlandse woningmarkt worden volgens hem juist veroorzaakt door verkeerde beleidskeuzes. De huidige wooncrisis ontwikkelt zich al enkele decennia doordat de overheid de markt de ruimte gaf in plaats van zelf te zorgen voor voldoende huizen. Kabinet-Rutte I nam zelfs het besluit om het ministerie van Volkshuisvesting en Ruimtelijke Ordening af te schaffen. ‘De markt heeft echter eigen belangen en maakt zich niet druk over het recht op adequate huisvesting’, zei Rajagopal.

In onderstaande samenvatting zoomt Recht op de stad in op belangrijke punten in de slotverklaring. Daarna volgt ons verslag van zijn bezoek aan Rotterdam en de observaties die hij daar deed. De volledige tekst van de slotverklaring is te lezen in het Engels.
[zodra de Nederlandse vertaling beschikbaar is, plaatsen wij hier ook die link]

Samenvatting aanbevelingen

Volgens VN-Rapporteur Rajagopal komen de problemen met huisvesting in Nederland niet door migratie, maar ‘omdat huisvesting niet wordt erkend en beschermd als mensenrecht’.

  • Er is een noodzaak om het recht op adequate huisvesting voor iedereen vast te leggen in de Grondwet en in nationale wetten. Was dit al eerder gebeurd, dan was de huisvestingscrisis in Nederland niet zo groot geworden.
  • Rajagopal moedigt Nederland aan om het Facultatief Protocol bij het Internationaal verdrag inzake economische, sociale en culturele rechten te ratificeren. De relevante commissie in Genève kan dan individuele klachten onderzoeken. Dat zal leiden tot een verbetering van de slagvaardigheid en inzichten van de rechterlijke macht in het mensenrecht op huisvesting in Nederland.
  • Hij benadrukt dat de wooncrisis niet alleen een woningentekort is, maar ook een gebrek aan betaalbaarheid van woningen. Maximale huren zijn te hoog en de regulering van huurcontracten is gebrekkig. Hij spoort Nederland aan om gemeenten meer bevoegdheden te geven om (lokale) huurplafonds en huurbescherming in te stellen.
  • Volgens Rajagopal is de minister voor volkshuisvesting Hugo de Jonge een goede richting in geslagen. Hij adviseert het nieuwe kabinet om die koers voort te zetten en de slagvaardigheid van het ministerie te vergroten.
  • Hij pleit er voor dat Nederland alle huisvestingstaken, inclusief de aanpak van dakloosheid, integreert in een nieuw ministerie van huisvesting, dat het faciliteert met toereikend budget.
  • Rajagopal maakt zich zorgen over de veelvuldige sloop van sociale huurwoningen. Dit zal de druk op de sociale huisvesting alleen maar vergroten en afbreuk doen aan de inspanningen om de woningvoorraad te vergroten. De sloop van structureel gezonde sociale huisvesting moet worden gestopt.
  • De doelstellingen op het gebied van klimaatverandering, energietransitie en stikstofbeleid moeten behaald worden. Vanwege de hoge CO2 uitstoot, moet er minder worden gesloopt, zei Rajagopal. Ook een nationaal beleid voor duurzaamheid van de bouwsector (wereldwijd veroorzaakt deze 37% van de CO2-uitstoot) is nodig. Dit alles moet afgestemd worden op het huisvestingsbeleid.
  • Met het oog op mogelijkheden voor woningbouw moedigt Rajagopal gemeenten aan om het gebruik van grondbanken of regelingen voor het poolen van grond te onderzoeken.
  • Rajagopal wil een wettelijke erkenning van gemeenschappelijk grondbezit, of ander openbaar, niet-publiek collectief eigendom of beheer van grond.
  • Wooncoöperaties zonder winstoogmerk moeten de mogelijkheid krijgen om woningen te ontwikkelen voor eigen gebruik.
  • Bij stedelijke vernieuwing (vaak sloop-nieuwbouw) constateert Rajagopal dat volledige gemeenschappen en sociale netwerken werden afgebroken, met psychische en andere effecten voor betrokken bewoners tot gevolg.
    Bewoners gaven aan geen zeggenschap te hebben in dit soort (plan)processen. Bovendien lijken wijken met een niet-westerse bevolkingssamenstelling onevenredig te worden getroffen door sloopbeleid. Onder andere doordat een niet-westerse samenstelling van de bevolking tot voor kort werd gebruikt als variabele bij het bepalen van de leefbaarheid van buurten (o.a. in de Leefbarometer 2.0). ‘Discriminatie hoeft niet de bedoeling te zijn van handelen, maar als het effect discriminerend is, dan is er nog steeds sprake van discriminatie’, zei Rajagopal hierover. Daarbij wees hij ook op een soortgelijk mechanisme bij de Rotterdamwet.
  • Rajagopal dringt er bij gemeenten en woningcorporaties op aan om bij stedelijke vernieuwing of herstructurering de communicatie en het overleg met bewoners in een vroeg stadium te intensiveren en hen volledige verantwoording en transparantie te garanderen.
  • Hij pleit er ook voor om de woningcorporaties onder onafhankelijk toezicht te plaatsen, bijvoorbeeld door het uitbreiden van de functie van de Ombudsman.
  • Rajagopal moedigt lokale en centrale overheidsinstellingen aan om in gesprek te gaan met de vele sociale bewegingen die zijn ontstaan voor het recht op huisvesting en samen nieuw effectief beleid te ontwikkelen.
  • Hij zegt dat alle tijdelijke contracten dezelfde wettelijke bescherming moeten bieden als vaste huurcontracten, ook op het gebied van huisuitzettingen en bewoonbaarheid.
  • Antikraakconstructies (met de gebruikersovereenkomst) moeten onmiddellijk worden afgeschaft.
  • Kraken moet weer worden gedecriminaliseerd, vooral als het gaat om speculatief onroerend goed.
  • Het opvangsysteem voor dak- en thuislozen moet radicaal worden herzien en uitgebreid. Nachtopvang moet open zijn voor iedereen die in Nederland verblijft, ongeacht de verblijfsstatus van mensen en ongeacht de temperatuur in de nacht. Nederland zou moeten stoppen te spreken van ‘economisch daklozen’ en te werken met het concept ‘zeldredzaamheid’ waardoor mensen geen toegang meer hebben tot voorzieningen. Rajagopal dringt er ook op aan om Housing First beter te stimuleren en dak- en thuisloosheid te gaan tellen met het ETHOS light systeem, zodat ook verborgen groepen meegeteld gaan worden.
  • Gemeenten kennen verschillende praktijken die dakloosheid in feite criminaliseren. Deze praktijken moeten onmiddellijk worden stopgezet.
  • Rajagopal constateert dat arbeidsmigranten slecht worden gehuisvest, mede door verschrikkelijke arbeidscontracten die veel weg hebben van uitbuiting, waarbij migranten exorbitante bedragen moeten afstaan voor hun huisvesting, zorgverzekering, en zelfs vervoer van en naar de werkplek. Zodra een arbeidsmigrant ontslag neemt, ziek wordt of vragen stelt, is hij of zij vaak ook de woning kwijt. Rajagopal is hoogst verbaasd over het feit dat er 12.000 [van zulke] uitzendbureaus geregistreerd staan in Nederland en dat er geen instantie is die hen controleert.
  • In zijn slotverklaring zegt Rajagopal dat hij is geraakt door de jaren van onzekerheid, onveiligheid en angst die de mensen hebben ervaren die in het Groningse gaswinningsgebied wonen. De overheid moet dan ook niet alleen inzetten op materieel schadeherstel, maar ook op traumaverwerking en het weer opbouwen van de gemeenschappen die vernietigd zijn.
  • Rajagopal wenst dat alle vluchtelingen in Nederland zo behandeld zouden worden als de Oekraïners in eerste instantie. Hoewel ook Oekraïners kwetsbaar zijn, vanwege hun onzekere status.
  • De omstandigheden in de aanmeldcentra van het COA noemt Rajagopal ‘erbarmelijk’. Alles bij elkaar leidt het opvangsysteem voor asielzoekers momenteel tot ernstige schendingen van het recht op passende huisvesting en andere mensenrechten. Kinderen worden hierdoor disproportioneel getroffen. Hij doet een beroep op Nederland om zijn systemen op een andere manier in te richten, waardoor kinderen gedurende de procedure waarin over hun vluchtelingenstatus wordt besloten, zo min mogelijk worden overgeplaatst.
  • Voor woonwagenbewoners zijn er veel te weinig woonwagenterreinen ingericht. Bovendien moeten zij door een gebrek aan huurbescherming leven met het risico op ontruiming.
  • Met betrekking tot studentenhuisvesting zegt Rajagopal dat universiteiten niet meer studenten moeten aannemen dan er wooneenheden voor studenten beschikbaar zijn in het gebied van de universiteit.
  • Nederland moet de wettelijke verplichting instellen dat alle openbare gebouwen, sociale woningbouw, hotels, winkels en bedrijven, maar ook trottoirs en openbare ruimten toegankelijk zijn voor mensen met een beperking.

Bezoek aan de Pompenburgflat (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met een bewoner van de Pompenburgflat.

Op donderdag 14 december bracht Balakrishnan Rajagopal een bezoek aan de Pompenburgflat, het sociale woongebouw aan het Hofplein in Rotterdam dat zou moeten wijken om plaats te maken voor drie hoge torens van projectontwikkelingsplan RISE. Hij bekeek het woongebouw en verschillende woningen en sprak met bewoners en leden van Recht op de stad.

Bij aankomst bij de Pompenburgflat vroeg de rapporteur allereerst aan de aanwezigen  waarom dit woongebouw gesloopt moest worden. Hij zag geen gebouw dat in slechte staat van onderhoud verkeerde. Hij constateerde dat de bezochte woningen groot en zonnig waren.

Aanwezigen gaven aan dat de bedoeling van de sloop vooral is om het gebied en de stad als geheel aantrekkelijker te maken voor mensen met hoge(re) inkomens. Dat verbaasde de rapporteur zeer. Hij vond het tevens onbegrijpelijk dat de flat gesloopt zou moeten worden, terwijl deze recent nog voor 3,2 miljoen euro is opgeknapt waarbij een klimaatbeheerssysteem met warmte-terugwinninginstallatie in de woningen is geplaatst.

Rajagopal toonde belangstelling voor de achtergronden van projectontwikkelingsplan RISE. De miljoeneninvestering van een vermogende familie voor de aankoop van twee kantoorpanden die projectontwikkelaar RedCompany heeft betrokken bij het plan RISE, vond Rajagopal zeer opmerkelijk. De verkoop van de grond door de gemeente aan woningcorporatie Havensteder en de overdracht van de Pompenburgflat aan RedCompany in een later stadium, had zijn belangstelling.

Over het feit dat bewoners het hele plan in oktober 2019 uit de krant hebben moeten vernemen en dat zij nu al vier jaar in onzekerheid leven, toonde hij zijn afkeur.

Bewoners kaartten bij Rajagopal aan dat rond hun terugverhuizing naar de sociale woontoren in het plan RISE, veel zaken nog onbekend zijn of niet zijn vastgelegd. Zoals over de servicekosten, die van grote invloed kunnen zijn op het wel of niet kunnen terugkeren van huidige bewoners.

Tevens gaven bewoners aan dat hun woningcorporatie Havensteder beloftes heeft gedaan, die nu niet nagekomen zullen worden. Zoals de belofte van gelijkwaardige vervangende woningen met gelijke huur in het centrum van Rotterdam voor bewoners die niet wensten mee te gaan in het RISE traject. De woningcorporatie is hier inmiddels op teruggekomen en heeft de bewoners medegedeeld dat zij vanwege de wooncrisis geen gelijkwaardige woningen in het centrum kan garanderen. Bij bewoners zorgt dit voor langdurige stress en onzekerheid, omdat zij binnen zo’n anderhalf jaar een gelijkwaardige woning moeten zien te vinden. Dat lijkt  in de huidige wooncrisis een onrealistische opgave.

Tijdens het gezamenlijke eindgesprek met alle aanwezigen werd aan de hand van voorbeelden uit de Pompenburgflat, doorgepraat over de betaalbaarheid van huurwoningen in Nederland en de toewijzingsregels. Die regels zijn vooral gebaseerd op het (bruto) inkomen en de kale huur, terwijl servicekosten en energielasten buiten beschouwing worden gelaten. Het verbaasde Rajagopal dat ouderen met AOW en een klein pensioen wel 60% van hun besteedbaar inkomen (maandelijks) kwijt kunnen zijn aan woonlasten. Hij plaatste vraagtekens bij het beleid dat mensen die meer gaan verdienen eigenlijk ook zouden moeten verhuizen naar (veel) duurdere huurwoningen in de vrije sector, met alle daaraan gekoppelde onzekerheden, zoals het wegvallen van woonzekerheid bij inkomensachteruitgang door ziekte, baanverlies of het overlijden van de partner.

Tijdens zijn persconferentie op 21 december blikte Rajagopal desgevraagd terug op zijn bezoek aan de Pompenburgflat en zei het volgende:
‘Ik heb de woningen in Pompenburg gezien. Ik heb ook gezien dat de woningen recent nog verduurzaamd zijn. Ik heb begrepen dat het de bedoeling is dat een van de drie torens die gebouwd gaan worden sociale huurwoningen zal hebben.
In principe is een plan om sociale woningen te vervangen door nieuwe sociale woningen in overeenstemming met het mensenrechtelijk kader. Het proces is echter ook van belang. Er moet wel sprake zijn van behoorlijke participatie door de bewoners. Zij zouden bijvoorbeeld ook betrokken moeten worden bij het ontwerp. De open ruimte in de tuin van Pompenburg wordt zeer gewaardeerd door bewoners. Het nieuwe plan voorziet niet in zo’n open ruimte. Maar in principe hebben bewoners er wel recht op om dat terug te krijgen. Misschien zou het ontwerp daar nog op aangepast moeten worden.
Er is ook een alternatief voor het ontwikkelplan van dat gebied, waarin Pompenburg behouden blijft. Ja, het zou goed zijn als Rotterdam weer naar dat alternatief zou kijken.

Bezoek aan de Tweebosbuurt (Rotterdam)

Balakrishnan Rajagopal in gesprek met bewoners van de Tweebosbuurt.

Op 14 december bezocht Rajagopal de Tweebosbuurt in Rotterdam, waar bijna 600 sociale huurwoningen zijn gesloopt. De sloop ging door, ondanks fel protest van de zittende bewoners en tal van deskundigen uit de regio en het land, en ondanks een kritisch officieel Comunique van Rajagopal en vier anderen Speciale Rapporteurs van de VN.

Veel bewoners zijn nog altijd getraumatiseerd door deze herstructurering en het emotionele verlies is voelbaar, constateerde Rajagopal tijdens zijn bezoek. (Oud) bewoners vertelden hem wat zij hebben meegemaakt en hoe hun gemeenschap in rap tempo uiteen werd geslagen na aankondiging van de grootschalige sloopplannen door Vestia en de gemeente. Heel wat Tweebosbuurtbewoners werden geherhuisvest in een minder goede woning dan de woning die zij gedwongen moesten verlaten. Sommigen van hen verloren investeringen die zij soms zeer recent in hun huis hadden gedaan, want eerder had Vestia herhaaldelijk ontkend dat er sloopplannen waren.

Kinderen werden niet alleen gedwongen te verhuizen, maar daardoor ook naar een andere school te gaan. Tenzij ouders het voor elkaar kregen (financieel, qua tijd) om dagelijks te reizen naar de school in de Tweebosbuurt. Ouders gaven aan dat hun kinderen moeilijk konden wennen in de nieuwe wijk en hun oude buurtgenootjes bleven missen.

De manier waarop er met bewoners werd omgesprongen, typeerden bewoners zelf als ‘onmenselijk’. Het proces was niet-transparant en bewoners werden door Vestia onder hoge druk gezet om de huuropzegging of een andere woning zo snel mogelijk te accepteren. Bewoners die bleven, kregen te maken met intimidatie door een beveiligingsbedrijf dat Vestia had ingezet. Ook was er intimidatie door een aantal grootschalige ontruimingsoperaties, waarbij er de eerste keer tientallen ME-ers en de laatste keer tweehonderd ME-ers werden ingezet om een handjevol krakers te ontruimen, die echter hadden aangegeven vrijwillig te zullen vertrekken.

Bewoners die bleven kregen ook te maken met juridische intimidatie. De laatste bewoners werden er met spoedprocedures uitgezet, nog voordat een bodemprocedure was doorlopen. De herinneringen aan de vele gebeurtenissen in de Tweebosbuurt gedurende de herstructurering bracht meerdere bewoners, bijna zes  jaar later, in tranen.

Rajagopal gaf aan zeer geraakt te zijn door deze verhalen. ‘Het is niet in orde dat mensen nog steeds in tranen zijn over deze gebeurtenissen’, zei Rajagopal tijdens zijn persconferentie. Hij riep de gemeente Rotterdam en burgemeester Aboutaleb op om toenadering te zoeken tot de (oud) Tweebosbuurtbewoners en hen te helpen verder te komen. ‘Aboutaleb leek daaraan toegewijd’, zei Rajagopal.

Omdat de gemeente Rotterdam kampt met een tekort aan grond om te bouwen, zijn er in Rotterdam alternatieve oplossingen nodig, zo reflecteerde Rajagopal naar aanleiding van de Tweebosbuurt. Bijvoorbeeld: wooncoöperaties zouden gestimuleerd kunnen worden, maar in Rotterdam ontbreekt het aan effectieve regelgeving en financiën daarvoor. ‘Bij burgemeester Aboutaleb heb ik er op aangedrongen dat dit het juiste moment is om in te zetten op out-of-the-box-oplossingen, zei Rajagopal.

Bezoek aan de Pauluskerk: gesprek met maatschappelijke spelers

In de Rotterdamse Pauluskerk sprak Rajagopal uitgebreid met medewerkers en bezoekers van de Pauluskerk. Op vrijdag 15 december ontmoette hij er ook diverse instanties, (huurders)organisaties en (actie)groepen voor een gesprek over huisvesting in Rotterdam. Aanwezig waren:
Pauluskerk, Kansfonds, Stichting ontmoeting, BPW Rotterdam, Federatie Huurders in de commerciële sector, Stichting Barka, Basisberaad, Housing first, Huurteam Rotterdam, Alliantie Tante Sjaar, Sociaal Advocaten Rotterdam, Gemeenschappelijk Overleg Huurdersorganisaties Rotterdam (GOH), Socialisten 010, Recht op de stad, Woonopstand, Stad in de maak, FNV Lokaal.

Gedurende het gesprek over tal van problemen op het gebied van huisvesting voor diverse groepen in Rotterdam, stelde Mr. Rajagopal veel verdiepende vragen. Uiteindelijk vroeg hij alle aanwezigen om onze aanbevelingen aan hem op een rij te zetten. Vanuit Recht op de stad hebben we input verzameld en een aanbevelingenlijst opgesteld.

Mr. Rajagopal kreeg na afloop vanuit de Wielewaal het visieplan Woonhof Wielewaal aangereikt. De rapporteur benadrukte dat het heel belangrijk is dat bewoners zelf (alternatieve) plannen maken voor hun wijk en dat deze meegenomen moeten worden in ontwikkelingen van een wijk.

Wij plaatsen hier nog een link naar de aanbevelingenlijst vanuit de Rotterdamse maatschappelijke spelers aan de VN-rapporteur in het Engels en het Nederlands.

Woonopstand voert actie in Rotterdam tegen onbetaalbare nieuwbouw

Vandaag voert Woonopstand actie bij het luxe nieuwbouwproject Bay House in Rotterdam. In de vroege ochtend is een banner bevestigd op het gebouw met de tekst ‘Herover de wijken, onteigen de rijken’. Woonopstand maakt zo de profiteurs van de wooncrisis zichtbaar: de projectontwikkelaars, beleggers en de grootgrondbezitters die huisvesting als verdienmodel zien. Woonopstand eist dat er alleen nog maar betaalbaar en sociaal wordt gebouwd, een einde komt aan de gentrificatie van onze wijken, en alle private grootgrondbezitters en huisjesmelkers worden onteigend zodat steden, wijken en woningen weer in handen komen van de mensen die er wonen.

De landelijke actiecoalitie Woonopstand, die in 2021 in Rotterdam een grote demonstratie organiseerde, benadrukt dat het woonbeleid in Nederland nog altijd faalt. Het is onbegrijpelijk dat er zoveel onbetaalbare nieuwbouw wordt gebouwd, terwijl honderdduizend mensen dakloos zijn en nog eens honderdduizenden huishoudens te duur, onzeker of tijdelijk wonen. Om de nijpende wooncrisis aan te pakken zijn betaalbare nieuwbouw en uitbreiding van de sociale huursector nodig.

Bay House: symbool voor falend woonbeleid

Bay House met zijn 110 onbetaalbare appartementen staat symbool voor het falende woonbeleid dat woonongelijkheid en groeiende bestaansonzekerheid creëert. Dat juist hier het appartement ‘The Box’ voor bijna 10 miljoen werd verkocht maakt pijnlijk duidelijk waar de prioriteiten van bestuurders liggen: niet bij het bouwen van zoveel mogelijk betaalbare woningen voor mensen die geen eigen woonplek hebben, maar bij het aantrekkelijk maken van de stad voor de rijken en bij winst voor projectontwikkelaars en beleggers zoals Frame Vastgoed. Bay House ligt tussen de wijken Katendrecht en de Afrikaanderwijk in Rotterdam-Zuid waar de gemeente Rotterdam al jaren agressief gentrificatiebeleid voert dat mensen uit hun huizen verjaagt en gemeenschappen opbreekt. Niet voor niets waarschuwden vijf Speciale Rapporteurs van de Verenigde Naties in 2021 voor de desastreuze gevolgen van het Rotterdams woonbeleid.

Woonopstand eist een radicaal rechtvaardig woonbeleid

Met deze actie geeft Woonopstand vervolg aan de woonprotesten die in 2021-22 door heel Nederland werden gehouden. Het Woonprotest bezette in oktober 2023 het kantoor van de Vereniging van Institutionele Beleggers in Vastgoed (IVBN) en riep op tot onteigening. Binnenkort volgen meer acties.

Woonopstand eist een radicaal rechtvaardig woonbeleid:

  1. Prioriteer het uitbannen van dakloosheid en voorkom precair en te duur wonen.
  2. Investeer in breed toegankelijke volkshuisvesting: bouw 100% sociaal en betaalbaar en stop de sloop, verkoop en liberalisatie van sociale huurwoningen.
  3. Onteigen alle private grootgrondbezitters en huisjesmelkers: democratiseer eigendom en besluitvorming over huisvesting en ondersteun coöperatieve woonvormen. Steden, wijken en woningen moeten in handen zijn van de mensen die er wonen.
  4. Stop het gentrificatiebeleid en behandel huur en koop als gelijkwaardig.
  5. Maak een einde aan de financialisering van huisvesting en grond: huizen voor mensen niet voor winst.

Haal de profiteurs van de wooncrisis uit de anonimiteit!

Oproep aan solidaire organisaties, activisten en andere sympathisanten: haal de profiteurs van de wooncrisis uit de anonimiteit! Roep op tot onteigening van private grootgrondbezitters en huisjesmelkers. Download het afbeeldingenpakket via de website van Woonopstand en kopieer en plak deze tekst op je sociale media kanalen.

Nieuwsbericht overgenomen van Woonopstand.nl

Nieuwsbericht in het AD vandaag: Woonopstand voert actie tegen luxe nieuwbouwproject aan de Rotterdamse Rijnhaven.

Twee jaar na Woonopstand: interview in Vers Beton

Mustapha Eaisaouiyen en Gwen van Eijk, mede-initiatiefnemers van Recht op de stad, blikken in Vers Beton terug op de landelijke demonstratie Woonopstand die gehouden werd in Rotterdam op 17 oktober 2021. Recht op de stad sloot zich in 2021 aan bij de coalitie Woonopstand en hielp mee de demonstratie te organiseren. Na de enorme opkomst bij het Amsterdamse Woonprotest een maand eerder, kwamen ook op het landelijk protest in Rotterdam bijna tienduizend mensen af.

In het interview blikken Mustapha en Gwen terug op het politiegeweld en bespreken ze de ontwikkelingen in het landelijke en Rotterdamse woonbeleid: hoe staat het ervoor?

In Rotterdam oefent Recht op de stad, mede-initatiefnemer van de Woonopstand, politieke druk uit. Ze spreken in waar dat kan, lanceerden bij de afgelopen gemeenteraadsverkiezingen een eigen stemwijzer en praten mee over de herziening van de woonvisie. Van Eijk kaart aan dat Recht op de stad dakloosheid in Rotterdam op de agenda blijft zetten. “Op nationaal niveau is het streven uitgesproken om in 2030 dakloosheid te hebben opgelost. Maar bij gesprekken die we hier in Rotterdam over organiseerden, liet de VVD ineens weten dat er te weinig sociale huurwoningen in de stad zijn om die doelstelling te halen.” Van Eijk vindt het onvoorstelbaar dat dat zo wordt uitgesproken: “Dakloosheid is een gevolg van het gentrificatiebeleid uit de vorige woonvisie. Die had als uitgangspunt ‘balans in de wijk’. In de praktijk kwam dat neer op het gentrificeren van wijken. VN-rapporteurs wezen het kabinet er in juni 2021 op, dat het verminderen van het aantal betaalbare woningen ingaat tegen het recht op behoorlijke huisvesting, met mogelijk dakloosheid tot gevolg.”

Van Eijk en Eaisaouiyen verwachten niet dat inzetten op gentrificatie in de herziene woonvisie nog zo expliciet wordt genoemd. Ze pleiten ervoor de aanpak van dakloosheid ook onderdeel te maken van het woonbeleid. “Nu gaat de wethouder van Zorg erover. Volgens ons zou het bij de portefeuille van Wonen moeten horen.” De twee plaatsen ook vraagtekens bij voor wie er gebouwd wordt in de stad: “Er wordt nu wel gebouwd in Rotterdam, maar vorig jaar was 90 procent van die nieuwbouw duur. Het was geen sociale woningbouw. Als je iedereen van een woning wil voorzien, kom je er op deze manier niet. En dat de verhuurderheffing is afgeschaft is mooi, maar als corporaties desondanks huizen blijven slopen, verkopen en liberaliseren, levert dat alsnog niks op voor mensen die geen vier ton of meer voor een huis kunnen betalen.”

De verwachting is dat eind dit jaar de vernieuwde woonvisie voor Rotterdam er ligt. De gemeenteraad gaat die dan bespreken. “We zijn benaderd voor input”, vertelt Van Eijk. “We verwachten geen compleet ander plan, maar wel dat het ‘sturen op balans’ in de wijken wordt afgeschaald.”

Verder is Recht op de stad aanjager van het Rotterdams Sociaal Statuut. Daarin wordt de positie van bewoners bij sloop- en renovatieplannen vastgelegd: “Het is heel mooi als dat statuut er komt, maar dat is niet genoeg als bewoners niet ook ondersteund worden, zowel op juridisch, bouwkundig als sociaal vlak”, legt Eaisaouiyen uit. “Dat zien we nog niet gebeuren. Voor bewoners van bijvoorbeeld de Tweebosbuurt en Wielewaal was dat een uitkomst geweest, het had hun positie aanzienlijk kunnen versterken.”

Lees het hele interview op de website van Vers Beton.

Foto: Joke Schot

Pagina 1 van 20

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema gemaakt door Anders Norén