Wij hebben actief meegedaan aan de stadsgesprekken die de gemeente van 5 februari tot 5 maart voerde met Rotterdammers over ‘de wijk aan zet’. De gemeente wil meer ‘wijkdemocratie’ en dat juichen wij toe. Maar het lijkt erop dat bewoners nog steeds niet vooraf kunnen meepraten en meebeslissen als er ingrijpende plannen voor sloop-nieuwbouw of renovatie in hun buurt zijn. Hiermee zijn Rotterdammers niet geholpen.
Zeggenschap voor bewoners is vastgelegd in de Woningwet en Recht op de stad heeft er in de stadsgesprekken op aangedrongen dat de gemeente de wet in de praktijk brengt. Juist bij besluiten die heel ingrijpend zijn voor bewoners, zoals we zien in onder andere de Tweebosbuurt, de Wielewaal, het Patrimonium’s Hof, de HKT-blokken, Pompenburg en Gerdesia-Midden, heeft het niet kunnen meepraten en meebeslissen geleid tot veel leed, frustratie en onzekerheid onder bewoners.
Dit moet anders, vinden wij. Het is niet voldoende om wijkvertegenwoordiging aan te stellen, zoals de gemeente voorstelt, of dat bewoners mogen adviseren of ‘gele of rode kaarten’ mogen uitdelen voor besluiten, zoals EUR-hoogleraar Arwin van Buuren afgelopen zaterdag in het NRC Handelsblad voorstelde. Het uitgangspunt zou volgens Recht op de stad moeten zijn dat plannen samen met bewoners worden gemaakt. Het gaat tenslotte om hun leefomgeving, dus waarom zouden zij niet vanaf het begin mogen meepraten? Zo wordt onvrede en verzet onder bewoners voorkomen en het draagvlak voor een plan vergroot.
Recht op de stad vindt dat de gemeente veel meer moet doen om zeggenschap voor bewoners mogelijk te maken. Wij zetten het stadsgesprek met het stadsbestuur graag voort, om ervoor te zorgen dat in de toekomst de wijk écht aan zet zal zijn.
Onze reactie verscheen op 18 maart ook op de site van Dagblad010.