In de serie ‘Wonen in blessuretijd – verhalen van Rotterdammers’ interviewen we bewoners over hun persoonlijke wooncrisis. Deze keer het verhaal van Robin uit Gerdesia-Midden.
“De brief begint met ‘Zoals je weet zijn deze huizen in slechte staat.’ Dat is misleiding, heel sneaky, want zoals ík weet zijn deze huizen helemaal niet in slechte staat. Ik heb het hier al tien jaar prima naar m’n zin. Ik heb het niet koud, want er is geen tocht. Er is wat gehorigheid, ja, maar dat hebben alle huizen. De ruimte is heerlijk. Behalve wonen, kan ik hier schilderen en muziek maken. Zoveel vierkante meters zal ik met mijn budget niet meer krijgen. Hoe kan ik werken als ik alleen maar een woonkamer, een slaapkamer, een keukentje en een douche heb? Als Kralinger wil ik niet naar een andere buurt. De woningschaarste is nu enorm, dus ik vraag me af waar ik naartoe moet. Ík wil beslissen wanneer ik wegga. Ik laat me niet wegschofferen!”
“Eind juli, precies als iedereen net op vakantie is, kreeg ik die brief onder ogen. ‘Oh shit!’, dacht ik. Ik heb direct een keiharde, sterke e-mail naar Woonstad gestuurd en vervolgens gebeld om te zeggen hoe pissed off ik ben. In dat gesprek vertelde de projectleidster me dat ze hier nog nooit is geweest … Wat?! Daarna ben ik me flink in gaan lezen en aantekeningen gaan maken over wat de regels zijn. Ondertussen ben ik samen met een bevriende schrijver bezig aan een brief. Daar komt ieder detail dat niet klopt, alles wat sinds juli mis is gegaan, in te staan. Het wordt een heel lange brief die ik behalve aan Woonstad ook aan justitie en de media zal sturen.”
“Woonstad schreef onderzoek te hebben gedaan. Vanaf het begin heb ik gevraagd om dat onderzoek en de klachten te zien, maar daar heb ik nog steeds geen antwoord op gekregen. Volgens de nieuwsbrief van september was een beslissing nog niet genomen, maar medewerkers van Woonstad hadden aan de gebiedscommissie toen al doorgegeven te gaan slopen. Toen ik dat hoorde, was ik even in een zwarte wolk. In de brief van januari staat wat Woonstad allemaal niet heeft gedaan, zoals schilderen. De lijst van dingen die niet zijn gedaan maar juist wel hadden moeten gebeuren is lang. Achterstallig onderhoud – dat doet Woonstad expres – is wat anders dan een slechte staat. In de brief van maart staat: ‘Wij hebben meerdere keren geprobeerd om met de bewonerscommissie in gesprek te komen. Dat is niet gelukt.’ Wíj hebben vaak geprobeerd contact te maken, maar de projectleidster kwam niet opdagen toen we een afspraak hadden waarvoor mensen vrij hadden genomen. Het is dus precies andersom. De corporatie beweert dat het dak lekt, maar het dak is prima.”
“Bij herlezing van de brieven draait mijn maag zich om. De communicatie gaat op zo’n schofterige manier. Nagenoeg alles is gebaseerd op leugens. Veel mensen voelen zich er machteloos tegenover. Ik kom voor mezelf op. Gelukkig heb ik Pentjak Silat gedaan en gebokst, dus heb ik geleerd goed adem te halen en te ontspannen. En ik kan schrijven. Al twintig jaar houd ik een dagboek bij waarin ik dingen van me af kan schrijven. Bovendien is leuke muziek en schilderijen maken tien keer belangrijker dan de strijd met de wooncorporatie.”
“Volgens de planning van Woonstad eindigt de uitverhuizing in 2024. De corporatie doet alsof dat definitief is, maar dat is het niet. Vooralsnog hebben we geen peildatum gekregen. Die moeten we op tijd krijgen om tegen sloop in beroep te gaan. Deze hele zaak gaat voor de rechter komen. Die sloop gaat niet gebeuren!”