Het betere plan voor wonen in Rotterdam

Author: rechtopdestad Pagina 14 van 18

Terugkijken: Opstandelingen en Arminius-debat

Op donderdagavond 3 juni werden het tv-programma Opstandelingen over ‘sloopstad Rotterdam’ en het Arminius-debat over de Rotterdamse woningnood uitgezonden.

In Opstandelingen (BNNVARA) onderzoekt Sophie Hilbrand waarom burgers in opstand komen tegen hun gemeentebestuur en probeert ze de vinger te leggen op de zere plekken van de lokale democratie. In de eerste aflevering van het nieuwe seizoen is Sophie in ‘sloopstad’ Rotterdam:

De gemeente Rotterdam wil meer diversiteit in haar bevolkingssamenstelling. Dat komt er vooral op neer dat huizen in wijken met minder draagkrachtige burgers gesloopt worden om plaats te maken voor duurdere woningen en mensen met geld. De oorspronkelijke bewoners hebben weinig andere keus dan te vertrekken. Sophie volgt Menno, die zich al jaren hun lot aantrekt en ze aanzet om in opstand te komen. Een strijd tegen de sloop van de wijk en de afbraak van de saamhorigheid, die in de wijk Tweebos tot een bittere ontknoping komt.

Je kunt de aflevering hier terugkijken. Lees meer over de Tweebosbuurt hier.

In het Arminius-debat bespraken de gasten in drie ronden de Rotterdamse woningnood en het woonbeleid:

  • TU-hoogleraar Peter Boelhouwer legt uit wat de oorzaken van en oplossingen voor de woningnood zijn.
  • Gwen van Eijk (Recht op de stad), Bart Kesselaar (woningcorporatie Havensteder) en Nanne de Ru (architect-projectontwikkelaar Powerhouse Company en RED Company) zoomen in op de problemen in Rotterdam en bespreken het Rotterdamse woonbeleid (met focus op de Woonvisie),
  • Hans van Putten (Leefbaar Rotterdam) en Robin de Roon (D66) gaan in op de vraag of de Woonvisie aangepast moet worden.

Je kunt het debat hier terugkijken.

Tentoonstelling over woonvormen en bewonersprotest in TENT

Op 5 juni opent in TENT de tentoonstelling ‘Rotterdam Cultural Histories #19: Homes for people not profit’ van kunstenaarscollectief Fucking Good Art.

Hoe willen we leven? Wat voor plek hebben we nodig om te wonen en te werken? Welke alternatieven zijn er voor de dominante eigendomsvormen en het door de markt gestuurde huisvestingsbeleid in een tijd waarin ruimte steeds schaarser en duurder wordt en burgers uit hun huizen worden geduwd? Wat kan de rol van kunst hierin zijn? FGA nodigt je uit om terug te blikken en vooruit te kijken.

Lees op de website van TENT meer over de tentoonstelling.

Fucking Good Art (FGA) zijn kunstenaars/redacteuren/free-style onderzoekers Nienke Terpsma en Robert Hamelijnck. Nienke is ook mede-initiatiefnemer van Recht op de stad. Voor dit project maken Robert en Nienke elke vrijdagmiddag om 17:00-18:00 uur een radio-uitzending voor Worm Open City over de stad, wonen en woonbeleid. Onlangs spraken ze met oud-wethouder Herman Meijer over het sloopbeleid.

Reactie op besluit Woonstad tot sloop-nieuwbouw Gerdesia-midden

Op 28 mei jl. heeft Woonstad definitief besloten tot sloop en nieuwbouw van Gerdesia-midden. Het gaat om 114 woningen aan de Marinus van der Stoepstraat, Van de Leckestraat en Gerdesiaweg. Sloop-nieuwbouw van Gerdesia-midden is het ‘voorkeursscenario’ van Woonstad. De bedrijfseconomische benadering van de corporatie speelt hierbij een belangrijke rol. Wij constateren dat een alternatief scenario, dat van een ingrijpende renovatie met recht op terugkeer voor de bewoners, niet serieus door Woonstad is overwogen. Dit zou in het belang van de huidige bewoners en de monumentale waarde van het complex alsnog moeten gebeuren.

Zeggenschap

Sloop is een zeer ingrijpende beslissing voor bewoners. Juist dan is het essentieel dat zeggenschap voor bewoners in het besluitvormingsproces centraal staat. Werkelijke zeggenschap kan bovendien alleen worden uitgeoefend met onafhankelijke ondersteuning van bewoners, zeker waar juridische en technische kennis vereist is. Door het ontbreken van zulke ondersteuning hebben bewoners onvoldoende mogelijkheden gekregen om hun zienswijze en woonwensen in te brengen in de afweging tussen verschillende scenario’s.

Volgens Woonstad heeft ‘een overgrote meerderheid’ van de bewoners ‘begrip’ voor sloop. De bewonerscommissie ontving echter van 86% procent van de bewoners steunverklaringen tegen sloop. Deze tegenstrijdige berichten hadden voorkomen kunnen worden door een onafhankelijke, neutrale draagvlakmeting onder bewoners voordat het definitieve besluit werd genomen.

Wij dringen er bij Woonstad op aan om, met oog op toekomstige projecten, zeggenschap voor bewoners op een betere manier te organiseren en vast te leggen in duidelijke afspraken, zodat bewoners vanaf de oriënteringsfase tot aan het besluit gelijkwaardige gesprekspartners kunnen zijn.

Zekerheid

Voor de huidige bewoners is nog veel onduidelijk. Woonstad wil 180 nieuwe woningen bouwen, waarvan 130 met een ‘sociale basis huur’ en 50 huurwoningen in de vrije sector. Hoewel we de toename van het aantal sociale huurwoningen toejuichen, is door Woonstad onvoldoende verzekerd dat bewoners bij uitverhuizing en terugkeer naar de nieuwbouw zicht hebben op een gelijkwaardige woning (met betrekking tot onder meer, maar niet uitsluitend, oppervlakte, prijsklasse en locatie). Hoe gaat de nieuwbouw eruit zien, hoe neemt Woonstad de wensen van de bewoners hierin mee, en voor welke woningen komen bewoners in aanmerking? Duidelijkheid hierover is des te meer van belang omdat terugkeer voor bewoners alleen mogelijk is onder voorwaarde van de regels van ‘passend toewijzen’, zoals Woonstad laat weten.

Daar hoort ook bij dat Woonstad terugkeer daadwerkelijk mogelijk maakt, door een tweede verhuiskostenvergoeding uit te keren. Van andere sloop-nieuwbouwprojecten is bekend dat slechts een heel klein deel van de bewoners terugkeert naar de nieuwbouw als de verhuiskosten slechts één keer worden vergoed. Woonstad heeft toegezegd dat de huidige bewoners voorrang krijgen bij de nieuwbouwwoningen, maar als bewoners te maken krijgen met hoge extra kosten dan is zo’n toezegging weinig waard.

Wij rekenen erop dat Woonstad haar belofte voor een zorgvuldig proces van uitverhuizing en terugkeer, voor de bewoners die dat wensen, werkelijk waarmaakt.

Meer info over Gerdesia-midden hier

Kamervragen over wooncoöperatie Tweebosbuurt: minister miskent rechten huurders

Door: Unie van en voor Tweebossers, medeondertekend door Recht op de stad

In maart stelde Tweede Kamerlid Sandra Beckerman (SP) Kamervragen vragen aan minister Ollongren van BZK (Wonen) over de afwijzende reactie van woningcorporatie Vestia op een verzoek van de Unie van en voor Tweebossers om onderzoek te doen naar een wooncoöperatie in de Tweebosbuurt. De Kamervragen zijn op 17 mei door minister Ollongren beantwoord. De Unie van en voor de Tweebossers reageert in onderstaande op de antwoorden.

Wat vooraf ging

Half maart heeft een groep bewoners uit de Tweebosbuurt aangekondigd dat ze een wooncoöperatie willen oprichten. De ‘Unie van en voor de Tweebossers’ heeft daarvoor een officieel verzoek voor een onderzoek ingediend bij Vestia, maar dat werd door Vestia direct afgewezen. Dat is om meerdere redenen opmerkelijk. Zo is tijdens de mediation tussen Vestia en huurders (die door Vestia zelf voortijdig is beëindigd) besproken dat een wooncoöperatie oprichten voor één woonblok ook bespreekbaar was.

In een brief aan de Tweebossers, verzonden door de advocaten van Vestia, stond onder meer dat het oprichten van de wooncoöperatie door bewoners zou worden gebruikt om de herstructurering te frustreren. Verder stelde Vestia zich op het standpunt dat de bewoners geen eenheid vormen zoals in de Woningwet wordt bedoeld, waardoor een wooncoöperatie geen optie zou zijn.

Reactie Cooplink

De afwijzing van Vestia leidde tot verschillende reacties. Cooplink, het kennisnetwerk voor wooncoöperaties, schreef hierop een brief aan de Raad van Bestuur van Vestia, met de boodschap dat een reactie van advocaten misplaatst is. Bovendien mag het recht van huurders om de mogelijkheden voor het oprichten van een wooncoöperatie niet worden ontzegd.

Wat betreft het vereiste van een ‘eenheid’ stelt Cooplink dat nabijheid in de Woningwet niet wordt gedefinieerd, maar dat de ervaring leert dat dezelfde straat of dezelfde buurt wordt bedoeld. “Dat de ondertekenaars niet in één blok wonen zegt niets over de groep als geheel. We kunnen ons niet aan de indruk onttrekken dat de advocaten handig gebruik willen maken van het feit dat ‘nabijheid’ niet is gedefinieerd om zo het recht van de huurders te ontkennen.”

Daarnaast vinden wij dat het standpunt dat geen sprake zou zijn van nabijheid’ een drogreden. Vestia wenst de Tweebosbuurt te herstructureren. Na deze herstructurering is het onmogelijk om de eigen woning te behouden. Een verhuizing naar een woning in een nog nader aan te wijzen woonblok behoort tot de mogelijkheden zoals door Vestia zelf is aangegeven. De nabijheid is hiermee direct ook gegarandeerd. De huidige en toekomstige huurders (inclusief de zogenaamde spijtoptanten) wonen hiermee ook in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden.

Kamervragen aan de minister

De afwijzende houding van Vestia was ook aanleiding tot Kamervragen door Sandra Beckerman (SP) aan minister Ollongren. Deze vragen zijn op 17 mei beantwoord. Cooplink merkte hierover direct op dat er in elk geval een onjuistheid in de antwoorden van de minister staat. De minister zegt: “met de vorming van een coöperatie worden de sociale huurwoningen namelijk onttrokken aan de sociale voorraad en deze woningen zijn daarmee niet meer beschikbaar voor de gehele doelgroep.” Dit is niet juist, legt Cooplink uit, want “wooncoöperaties zorgen juist voor betaalbare huisvesting, sterker nog veelal woonruimte bieden in de sociale huur.”

De minister beantwoordt echter ook andere vragen niet correct. Daarnaast is het bij enkele vragen duidelijk dat de minister informatie heeft opgevraagd bij Vestia en de gemeente Rotterdam en in haar antwoorden hun standpunten herhaalt. Dat is kwalijk, want daarmee zet de minister in haar beantwoording niet de belangen van de huurders op de voorgrond, maar die van Vestia en de gemeente.

We zullen per vraag reageren op de beantwoording van de minister. (Vraag 8 en 9 laten we buiten beschouwing omdat ze niet relevant zijn voor de Tweebosbuurt.)

Vraag 1 Wat is uw reactie op het bericht dat bewoners van de Tweebosbuurt in Rotterdam een wooncoöperatie willen oprichten en daarmee sloop kunnen voorkomen?

Antwoord van de minister: “De Woningwet stelt een aantal eisen aan de oprichting van een wooncoöperatie. Het is aan lokale partijen om te bezien of een initiatief voor het oprichten van een wooncoöperatie wenselijk en haalbaar is.”

Onze reactie:

Het antwoord van de minister suggereert dat zij de Woningwet zodanig probeert te interpreteren dat Vestia aan de voorkant mag en kan beslissen of een wooncoöperatie wenselijk en haalbaar is. Dat is in het geheel niet juist. Huurders hebben volgens de Woningwet recht op een uitgebreid onderzoek naar de haalbaarheid van een wooncoöperatie. Alleen op basis van zo’n uitgebreid onderzoek kan worden bepaald of het wel of niet (financieel) haalbaar is. Pas als het haalbaarheidsonderzoek positief is dan kan en mag Vestia besluiten of het wenselijk is of niet. Indien Vestia het coöperatieplan als onwenselijk verklaart dan dient zij dat met juiste argumentatie te omkleden. Overigens zijn hier geen andere partijen bij betrokken dan Vestia en de huurders. Bij de koopvariant treden de huurders tijdens het haalbaarheidsonderzoek in overleg met de gemeente over de vaststelling van de prijs van de grond hetzij in vol eigendom of middels erfpachtrecht.

Vraag 2+3 Waarom stemt Vestia niet in met het onderzoek naar de oprichting van een wooncoöperatie, terwijl de bewoners in de Tweebosbuurt wettelijk gezien recht hebben op een onderzoek en ook op ondersteuning van de woningcorporatie daarbij? Kunt u in uw toelichting ingaan op het feit dat alleen al sinds het verzoek om een gesprek over het willen oprichten van een coöperatie er zes maanden de tijd gegeven moet worden aan de bewoners?

Antwoord van de minister: “Indien bewoners van tenminste vijf in elkaars nabijheid gelegen huurwoningen de intentie hebben om een wooncoöperatie op te richten, kunnen zij een gesprek aangaan met de corporatie over de mogelijkheden. Ik heb begrepen dat bij het verzoek om een gesprek aan de corporatie al duidelijk was dat de situatie niet voldeed aan de eisen die de wet daar aan stelt om gekwalificeerd te worden als wooncoöperatie. Om te voldoen aan de definitie van een wooncoöperatie zoals bedoeld in de Woningwet dient er sprake te zijn van huurders van ten minste vijf in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden die financieel, administratief, bouwtechnisch, stedenbouwkundig of anderszins een eenheid vormen. Bij de bewoners van de Tweebosbuurt is echter sprake van een initiatief van huurders/bewoners van een achttal woningen die zijn verspreid over een viertal woonblokken gelegen in een vijftal straten. De Autoriteit woningcorporaties heeft op 31 maart jl. aan bewoners gemeld dat hun initiatief, gezien de ligging van de woningen, zich niet kenmerkt als een initiatief in de zin van de wet. Daarnaast, zo meldde de Autoriteit woningcorporaties, is in het initiatief tevens sprake van huurwoningen die niet bewoond worden door leden van het initiatief, terwijl dit eveneens een wettelijk vereiste is. Om deze reden kan het initiatief geen gebruik maken van de mogelijkheden die de Woningwet geeft.”

Onze reactie:

Wederom laat het antwoord van de minister zien dat zij haar oor alleen heeft laten hangen bij Vestia. Zij heeft bij beantwoording van deze vraag niet gevraagd en niet gekeken naar de zienswijze van de bewoners. De minister heeft gelijk als het gaat om de oprichting van een wooncoöperatie dat deze door ten minste vijf in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden die een eenheid vormen. Maar zo ver is het nog niet. Dit verzoek is een verzoek om een haalbaarheidsonderzoek te mogen uitvoeren. Nadat een haalbaarheidsonderzoek uitgevoerd is en gebleken is dat een wooncoöperatie mogelijk is dan dienen ten minste vijf huurders in elkaars nabijheid gelegen woongelegenheden deze wooncoöperatie op te richten voor de eenheid die zij vormen. Dat kan niet vooraf bepaald worden. De genoemde acht personen zijn slechts voornemens om het haalbaarheidsonderzoek te verrichten.

Bovendien heeft Cooplink erop gewezen dat de Woningwet niet duidelijk is over wat precies moet worden verstaan onder een ‘eenheid’. Het is twijfelachtig en niet in het belang van huurders dat de minister op dit punt meegaat met de definiëring van Vestia in plaats van te benadrukken dat dit nader onderzocht moet worden in het haalbaarheidsonderzoek.

De minister verwijst naar de Autoriteit Woningcorporaties. Wij wijzen erop dat de Autoriteit in eerste instantie geen melding van Vestia heeft ontvangen. De Autoriteit is door de Unie van en voor Tweebossers op de hoogte gesteld van haar verzoek met betrekking tot het haalbaarheidsonderzoek naar het oprichten van een wooncoöperatie. De Autoriteit heeft vervolgens haar oor alleen bij Vestia te luister gelegd, maar geen wederhoor toegepast. De Autoriteit is inmiddels wel bereid om de zienswijze van bewoners aan te horen. Bewoners zullen daar gebruik van maken.

Vraag 4 Hoe verhoudt het niet meewerken of zelfs tegenwerken van de oprichting van een wooncoöperatie door een woningcorporatie zich tot uw eigen woorden dat “in de Woningwet geen wettelijke beperkingen staan voor het oprichten van een wooncoöperatie”?

De Minister antwoordt als volgt: “Hoewel de Woningwet geen beperkingen oplegt aan initiatieven die een wooncoöperatie wensen op de richten is de woningcorporatie niet verplicht om de woningen aan het initiatief te verkopen”

Onze reactie:

In de Woningwet staat dat een woningcorporatie inderdaad niet verplicht is om hun woningen te verkopen of in beheer te geven aan een wooncoöperatie. Als de verhuurder dat niet wil, dan is hij nergens toe verplicht. De Woningwet verplicht de woningcorporatie wél om een bewonersgroep een ‘kans te geven’ door zes maanden de tijd te geven, er over in overleg te treden en minimaal € 5.000,- ter beschikking te stellen om een coöperatieplan te maken (bron).

Nogmaals, de bewoners willen de variant van kopen eerst onderzoeken en wellicht is deze variant (financieel) niet haalbaar en zullen zij dus de beheervariant, waarbij het eigendom van de woningen bij Vestia blijft en de bewoners het beheer overnemen, nader moeten onderzoeken. Op voorhand is dat dus niet aan te geven en de minister kan deze vraag dus zo niet beantwoorden.

Vraag 5 Waarom is Vestia gestopt met de bemiddeling in de Tweebosbuurt en lijkt deze corporatie er alles aan te doen om de sloop van de huurhuizen door te drukken ondanks het aanhoudende en breed gedragen verzet uit de buurt? In hoeverre zijn oprechte gesprekken over alternatieve oplossingen zoals de oprichting van een wooncoöperatie dan nog mogelijk?

De minister antwoordt als volgt: “Afgelopen jaar hebben Vestia en een bewonersgroep een bemiddelingstraject afgerond. Het resultaat daarvan is dat Vestia toezegt dat alle vaste bewoners die eind oktober 2020 nog in de Tweebosbuurt wonen, desgewenst in de Tweebosbuurt kunnen blijven wonen c.q. terugkeren. Op basis van een inventarisatie onder deze bewoners heeft Vestia bovendien besloten om 11 woningen te renoveren in plaats van te slopen. De mediation heeft dus wel degelijk tot een alternatieve oplossing geleid. Ruim 90% van de bewoners is inmiddels verhuisd naar een andere woning waarvan het overgrote deel in de directe omgeving een plek heeft gevonden.”

Onze reactie:

Ook deze beantwoording is doorspekt met talking points van Vestia. Er is veel op en aan te merken. We beperken ons tot de belangrijkste:

  1. Vestia heeft eenzijdig het bemiddelingstraject stopgezet. Dit tot grote verrassing van de huurders en de bemiddelaars.
  2. Vestia heeft eenzijdig een onvolledige inventarisatie erdoorheen gedrukt.
  3. Vestia schendt de afspraak dat bewoners en Vestia samen naar de gemeente zouden stappen om een planaanpassing voor te stellen. Vestia is nu achter de rug van bewoners om naar de wethouder gestapt en zij hebben samen bekokstoofd dat behoud van 11 woningen een alternatief is, terwijl tijdens de mediation gebleken was dat één woonblok bespreekbaar was en een wooncoöperatie hiervoor oprichten ook bespreekbaar was. De wooncoöperatie komt dus niet uit de lucht vallen maar was het resultaat van de mediation.
  4. Vestia en de wethouder hebben nooit willen luisteren naar de redenen waarom huurders ‘vrijwillig’ naar een andere woning verhuisd zijn. Zulks is door de kantonrechter ook terecht opgemerkt. Vestia heeft weliswaar excuses aangeboden voor de manier waarop zij met haar huurders omgegaan is, maar heeft daar weinig lering uit getrokken.

Vraag 6 Is het gezien het feit dat Vestia wordt opgesplitst en zal ophouden te bestaan niet logisch om bewoners juist nu de mogelijkheid te geven een wooncoöperatie op te richten? Zo nee, waarom niet? Zo ja, is er een mogelijkheid dat een andere corporatie het coöperatieplan van de Unie van en voor de Tweebossers begeleidt? Kunt u uw antwoord toelichten?

Antwoord van de minister: “Er is geen inhoudelijke relatie tussen de voorgenomen opsplitsing van Vestia en het mogelijk oprichten van wooncoöperaties. Het opsplitsen van Vestia maakt onderdeel uit van de structurele oplossing voor Vestia, met als doel om te komen tot drie gezonde, zij het sobere corporaties. Het voorstel om een wooncoöperatie op te richten moet op zijn eigen merites beoordeeld worden. Zoals gezegd is het aan lokale partijen om de wenselijkheid en haalbaarheid te beoordelen.”

Onze reactie:

De minister stapt hier wel erg makkelijk over het feit heen dat Vestia noodlijdend is en dat dit in potentie de huisvesting, woonzekerheid en positie van huurders in gevaar brengt. We mogen ervan uitgaan dat er gezocht wordt naar oplossingen, zoals opsplitsing van Vestia, die de belangen van huurders optimaal beschermen. Maar juist deze situatie zou een opening moeten bieden aan huurders om een rol te nemen in de toekomst van hun huisvesting. Het overnemen van woningen door huurders in de vorm van een wooncoöperatie kan onderdeel van de oplossing zijn.

Vraag 7 Hoe verhoudt het niet meewerken of zelfs tegenwerken van de oprichting van een wooncoöperatie zich tot de paragraaf uit het nog geldende regeerakkoord van kabinet Rutte III, dat de mogelijkheden voor wooncoöperaties juist wil vergroten?

Op dit antwoord van de minister heeft Cooplink al gereageerd: het is niet correct dat met de oprichting van een wooncoöperatie de woningen aan de sociale sector worden onttrokken.

Tot slot

Het tegenwerken van Vestia tegen dit initiatief van de Tweebossers laat direct zien wat één van de grote struikelblokken van dit prachtig onderdeel van de Woningwet, de wooncoöperatie, is. De wooncoöperatie kent vele maatschappelijk voordelen die oplossingen bieden voor vele maatschappelijke vraagstukken zoals beschikbaarheid, betaalbaarheid, het klimaat en zorg voor elkaar. De wooncoöperatie dient een betere verankering in de wetgeving te krijgen en moet serieus gezien worden als een alternatief tussen huur en koop. Iets wat in andere landen zoals Duitsland, Oostenrijk en Zwitserland gemeengoed is.

Bovendien zetten we nog de volgende kanttekening bij de antwoorden van de minister. De antwoorden zijn duidelijk in het voordeel van woningcorporatie Vestia geschreven. Vestia is bestempeld als saneringscorporatie. Deze typering kan vergeleken worden met een bedrijf dat in surseance van betaling verkeerd en daarom dient zij beschermd worden. Het financieel gezond worden is de belangrijkste opdracht die zij van deze en de vorige minister meegekregen heeft. De antwoorden van de minister zijn derhalve daarop gebaseerd. Niets mag het financieel gezond worden van Vestia in de weg staan. Deze opdracht heeft onder andere tot maximaal toegestane huurverhogingen, minimale onderhoud en afslanking van de bedrijfsorganisatie geleid. Niet iets waar Vestia zelf voor gekozen heeft, maar dus door de minister is opgelegd en aan de Autoriteit Woningcorporaties (AW) en het Waarborgfonds voor Sociale woningbouw (WSW) (lees: gemandateerd saneerder) is gedelegeerd. Vestia speelt een grote onzekere factor in de zekerheidspositie van het waarborgfonds. De schuldpositie van Vestia drukt extreem zwaar op de garantiestelling die dit fonds voor zijn rekening neemt. En daarmee loopt de volkshuisvesting voor heel Nederland gevaar. Dit gevaar wil de minister ontwijken en de rekening hiervoor heeft zij met name bij de huurders van Vestia gelegd.

Oud-wethouder Herman Meijer: sloop Tweebosbuurt en Wielewaal kan nog gestopt worden

Herman Meijer was van 1994 tot 2002 wethouder in Rotterdam, van onder andere stadsvernieuwing en volkshuisvesting, monumentenbeleid en migrantenbeleid, sociale vernieuwing, en dak- en thuislozen beleid. Nienke Terpsma, mede-initiatiefnemer van Recht op de stad, sprak op 19 mei voor haar radioprogramma op Worm Open City met Meijer over de vraag wat we kunnen leren van de bewonersprotesten van 50 jaar geleden, in aanloop naar de stadsvernieuwing van de jaren ’70.

In het gesprek kwam ook het protest tegen de sloop van de Tweebosbuurt en de Wielewaal aan de orde. Volgens Hermans is het sloopbeleid van Rotterdam achterhaald:

Kijk als jij je plannen begint in een tijd dat je denkt, deze stad heeft te veel arme inwoners, rijkere mensen willen hier niet wonen, en daar moeten we van alles aan doen om dat om te keren, en die omkering komt dan gewoon door de maatschappelijke ontwikkeling in Nederland, en je ziet gewoon de rijkere mensen binnenstromen ook op plekken waar je ze vroeger nog niet had zien wandelen bij wijze van spreken, dan moet je gewoon vaststellen dat je in een ander paradigma bent verzeild.

Gevraagd wat hij vindt van wat er gebeurt in de Tweebosbuurt en de Wielewaal, wijst Meijer erop dat zolang de buurten nog niet gesloopt zijn het stadsbestuur nog op zijn schreden kan terugkeren. “Die tegenstand is nog niet verloren per se. Zolang het nog niet plat ligt, kan er een omkeer komen in het proces, dat leert de geschiedenis.”

Een omkeer zou ook gerechtvaardigd zijn anticiperend op verwachte ontwikkelingen na de kabinetsformatie. Meijer verwacht dat het nieuwe kabinet de verhuurdersheffing zal afschaffen en dat daarmee dus ook de ‘sloopprikkels’ (de korting op de verhuurderheffing die woningcorporaties kunnen bedingen als ze gaan herstructureren) verdwijnen en de speelruimte voor corporaties weer wordt verruimd. Dan komt er ook meer ruimte voor woningcorporaties om bewoners hun woningen zelf te laten beheren, zoals de Tweebossers en de Wielewaalers met hun voorstellen voor wooncoöperaties willen.

Luister hier naar het fragment:

 

Voor meer informatie over het wekelijkse radioprogramma voor Worm Open City van Nienke (en Rob), waarin ze met wisselende gasten spreekt over de stad, wonen, woonbeleid en de rol van kunst, klik hier.

‘Sloopstad Rotterdam’ in tv-programma Opstandelingen, 3 juni op NPO2

Het derde seizoen van tv-programma Opstandelingen start op 3 juni met een aflevering over ‘Sloopstad Rotterdam’. In het BNNVARA-programma onderzoekt Sophie Hilbrand de pijnpunten en zwakke plekken van de lokale democratie.

De gemeente Rotterdam wil meer diversiteit in haar bevolkingssamenstelling. Huizen in wijken met minder draagkrachtige burgers worden gesloopt om plaats te maken voor duurdere woningen en mensen met geld. De oorspronkelijke bewoners hebben weinig andere keus dan te vertrekken. Sophie volgt Menno, die zich al jaren hun lot aantrekt en ze aanzet om in opstand te komen. Een strijd tegen de sloop van de wijk en de afbraak van de saamhorigheid, die in de wijk Tweebos tot een bittere ontknoping komt.

De aflevering is te zien op donderdag 3 juni om 20.30 uur op NPO 2.

foto: BNNVARA

3 juni: Arminius-debat over de Rotterdamse woningnood

Op 3 juni organiseren Arminius en AIR een debat over de Rotterdamse woningnood. Gwen van Eijk praat namens Recht op de stad mee.

Andere gasten zijn TU-hoogleraar Peter Boelhouwer, Bart Kesselaar (directeur Strategie woningcorporatie Havensteder) en Nanne de Ru (projectontwikkelaar Powerhouse Company). Vanuit de politiek schuiven Hans van Putten (Leefbaar Rotterdam) en Robin de Roon (D66) aan.

Veel Rotterdammers kunnen geen normale woning meer kopen of huren. Dat geldt met name voor starters, maar ook voor zzp-ers of mensen die scheiden en plots een woning nodig hebben. De hoge huizenprijzen hebben daarnaast ook andere negatieve gevolgen, het wordt bijvoorbeeld moeilijker in Rotterdam initiatieven op te zetten. De gemeente Rotterdam wil duizenden woningen bijbouwen, waaronder zelfs noodwoningen. Maar het tempo lijkt te traag en er is kritiek op de sloop van sociale woningen. Hoe is de woningnood ontstaan en wanneer is er zicht op verlichting? Wat kunnen Rotterdammers zèlf aan deze situatie doen? En wat denken de twee politieke partijen die mogelijk na de verkiezingen van volgend jaar de grootste zullen worden: D66 en Leefbaar Rotterdam?

Het debat is voor publiek alleen via een livestream te volgen (tickets en meer info hier).

Woningnood Rotterdam

Steun van bewonersgroepen en huurdersorganisaties

Sinds onze lancering begin maart zijn er verschillende organisaties die hun steun hebben uitgesproken voor Recht op de stad en ons betere plan voor wonen in Rotterdam, waaronder Stichting Huurders Rotterdam-Vestia (SHRV), Lokaal FNV Rotterdam, Rotterdam voor 14, Cultural Workers Unite, Bond Precaire Woonvormen Rotterdam en Aktiegroep Oude Westen. We vermelden deze groepen en organisaties op onze website hier.

Onlangs ontvingen we steunverklaringen van deze Rotterdamse bewonersgroepen en huurdersorganisaties:

  • Werkgroep ‘Wijk voor Iedereen’ van Mooi Mooier Middelland: deze werkgroep houdt zich bezig met de vraag hoe Middelland ook op de lange termijn een plek is waar verschillende mensen kunnen en willen wonen. Lees meer in het programma voor 2019-2024 van Mooi Mooier Middelland.
  • Delfshaven Coöperatie: actieve bewoners uit Delfshaven die bewoners en lokale initiatieven samenbrengen met gemeente en woningcorporaties ten behoeve van de wijkontwikkeling en de wijkbewoners. Hier meer info.
  • Regionale Bewonersraad Woonbron (RBRW): vertegenwoordigt de bewoners van woningcorporatie Woonbron in de regio, voeren overleg met Woonbron en geven wij advies over het verbeteren van het beleid. Hier meer info.
  • Concernparticipatieraad Woonbron (CPRW): deze huurderskoepel van woningcorporatie Woonbron vertegenwoordigt alle bewoners van Woonbron. De CPRW is de officiële gesprekspartner van Woonbron, adviseert over het beleid en praat mee over actuele thema’s. Hier meer info.
  • Huurdersvereniging Vreewijk : zet zich in voor de wijk en de bewoners, in het bijzonder de huurders. De HVV is de officiële gesprekspartner van woningcorporatie Havensteder. Hier meer info.
  • Bewonersorganisatie Vreewijk: behartigt de belangen van álle bewoners in Vreewijk. Hier meer info.

Recht op de stad is blij met de steun: samen staan we sterker voor een beter woonbeleid in Rotterdam.

“Zing, Jeangu, zing alsjeblieft de hele stad open”

Essayist Arjen van Veelen legde op 6 mei in het NRC Handelsblad een verband tussen het songfestival en de Rotterdamse woonvisie.

Van Veelen was door een vriend attent gemaakt op het werk van de Franse sociaalgeograaf Guilluy die de middeleeuwse stad vergelijkt met een gesloten citadel, waarin de elite zich verschanst tegen het binnendringen van paupers. Guilluy bekritiseert ‘de leugen van de open samenleving’. Arjen van Veelen:

“In Rotterdam is plek voor iedereen!”, aldus Host City Rotterdam in een promovideo voor het Songfestival. „Want in Rotterdam mag je 100 procent jezelf zijn, Rotterdam omarmt diversiteit, hier is ruimte voor talent…!”

Maar het grote thema voor veel (aspirant-)Rotterdammers vandaag is dat er juist geen plek is. Zelfs geen repetitieruimte. En erger dan Funda-wanhoop is het gevoel ongewenst te zijn. Want de citadelvorming die Guilluy beschrijft, voltrekt zich overal op aarde, maar op weinig plaatsen zo openlijk als in Rotterdam. Dat in enkele decennia veranderde van volksstad in no-go-area voor gewone mensen.

Rotterdam is de stad die doodleuk de definitie van ‘betaalbaar huis’ omhoog bijstelde van 140.000 euro naar 220.000 euro, zoals Trouw onderzocht. Zo léék het alsof er opeens riant veel betaalbare huizen bij waren gekomen. En had de gemeente zogenaamd een extra reden om driftig te slopen. De afgelopen jaren verdwenen er tienduizenden corporatiewoningen terwijl luxetorens verrezen.

Alleen in Rotterdam erkent de wethouder openlijk dat ‘inclusiviteit’ ook betekent dat er plek moet zijn „voor wie een penthouse wil”. Dat is de betekenis van inclusiviteit hier. Zie de nieuwe Zalmhaventoren, de hoogste woontoren van de Benelux, een fraaie middelvinger. De kopers van de miljoenenappartementen zijn inderdaad divers: er zitten beleggers bij uit China, Hong Kong, Monaco, et cetera.

Rotterdam bouwt bitcoins van baksteen, geen woningen. Echte huizen, thúízen, moeten tegen de grond. (Ook trouwens het huis van de postbode die me dat boek tipte, Ahmed.)

Rotterdam wil een andere bevolking. Paupers uit, penthouses in. Dat is geen geheim, dat is officieel beleid, gesteund door een regenboogcoalitie van links tot rechts.

Van Veelen besluit zijn essay met een verwijzing naar de Tweebosbuurt en wenst Jeangu veel geluk:

Precies in de maand van het Songfestival gaat de diverse Tweebosbuurt naar de grond. Op een paar kilometer van Ahoy klinkt het ritme van de drilboor. Maar Ahoy is vast goed geïsoleerd.

Hoe kun je van openheid zingen in een stad die je uitspuugt? Mijn hoop is gevestigd op onze afgevaardigde, Jeangu Macrooy. Hij kan toch al niet stuk, omdat hij een protestsong durft te zingen. Protest is nodig. Al was het maar omdat volgens de eerder genoemde Leefbarometer de Leefbaarheidscore van deze stad zou dalen als er iemand met Surinaamse wortels zoals hij zou rondlopen.

Zing, Jeangu. Laat met je stem de skyline trillen. Zing tot de torens beven, zing vestingmuren aan gort. Zing alsjeblieft de hele stad open.

Lees het hele essay van Arjen van Veelen hier: ‘Omarmt Rotterdam zijn diversiteit? Was dat maar zo

Nieuwbouw Wielewaal doorkruist lopende gerechtelijke procedure

PERSBERICHT

Projectontwikkelaar BPD gaat van start met het bouwen van nieuwe woningen in de Wielewaal, terwijl er nog een cassatieprocedure bij de Hoge Raad loopt over een fundamentele kwestie, namelijk of Woonstad de grond inclusief de te slopen woningen in 2016 had mogen verkopen aan BPD. De uitspraak van de Hoge Raad wordt in juli verwacht.

Met de uitspraak van de Raad van State deze week op 12 mei 2021 is het bestemmingsplan voor de Wielewaal onherroepelijk vastgesteld. De cassatieprocedure bij de Hoge Raad gaat over een fundamentele kwestie, namelijk of Woonstad de grond inclusief de te slopen woningen in 2016 op deze manier had mogen verkopen aan BPD. Door nu van start te gaan met de nieuwbouw laten Woonstad, BPD en de gemeente het recht zijn werk niet doen.

Het is niet voor het eerst dat een lopende gerechtelijke procedure over herstructurering niet wordt gerespecteerd. Dit gebeurde onlangs ook in de Tweebosbuurt. Daar is woningcorporatie Vestia met toestemming van de gemeente op 19 april 2021 van start gegaan met het slopen van woningen terwijl er nog een hoger beroepsprocedure loopt. Die draait onder andere om het recht op huisvesting (artikel 22 van de Grondwet) versus ‘dringend eigen gebruik’ als reden voor de huuropzeggingen door Vestia.

Cassatieprocedure in algemeen belang

De cassatieprocedure bij de Hoge Raad omtrent de Wielewaal gaat eveneens om een fundamentele rechtsvraag. Namelijk hoe de Woningwet 2015 moet worden uitgelegd als het gaat om verkoop van woningen door een woningcorporatie. De Wielewaal is zonder medeweten van de bewoners door Woonstad onderhands verkocht aan BPD. Volgens Woonstad was het niet nodig om daarvoor de normale goedkeuringsprocedures op grond van de Woningwet te doorlopen, omdat de verkoop louter om ‘bouwrijp gemaakte’ grond zou gaan. De woningen worden immers gesloopt, dat staat niet ter discussie. Als de Hoge Raad deze conclusie volgt, dan kan verkoop van slooprijpe woningen (voortaan) aan het toezicht- en goedkeuringsstelsel van de Woningwet worden onttrokken. Alle woningcorporaties in Nederland kunnen dan feitelijk zonder toezicht maatschappelijk bestemd vermogen laten weglekken. En dat was nu juist wat de wetgever met de Woningwet wilde voorkomen.

In de cassatieprocedure van de Wielewaal staat dus meer op het spel dan de herstructurering van de Wielewaal alleen. De uitspraak zal zijn weerslag hebben op toekomstige gevallen waarin wijken worden gesloopt en herontwikkeld in heel Nederland. En met de energietransitie in opmars, zijn dat er nogal wat. Alleen al in Rotterdam staan de komende jaren duizenden betaalbare woningen op de nominatie voor sloop.

Vanwege dit algemene belang wordt de rechtsprocedure gesteund door het juridisch fonds van de Woonbond. Dat BPD de uitspraak niet afwacht, en de gemeente dit toelaat, getuigt van weinig besef van dit algemene, bovenregionale belang en weinig respect voor de rechtsmiddelen die burgers wettelijk ter beschikking staan.

In de besluitvorming over het plan van de gemeente en Woonstad voor de ‘Nieuwe Wielewaal’ konden bewoners alleen via zienswijzen op bestaande plannen reageren, wat neerkomt op schijnparticipatie. De door bewoners opgerichte wooncoöperatie Unie Van en Voor de Wielewaalers heeft een eigen plan uitgewerkt voor nieuwbouw van 545 energieneutrale woningen in het sociale- en middensegment. De bewoners zijn nooit bij gemeente en/of de directie van Woonstad aan tafel genodigd. Uiteindelijk restten de bewoners alleen nog juridische procedures in hun pogingen om invloed uit te oefenen op de toekomst van hun woningen en hun wijk.

EINDE PERSBERICHT

Contact: [email protected]

Pagina 14 van 18

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén