Recht op de stad

Het betere plan voor wonen in Rotterdam

Expertmeeting over dakloosheid en het recht op huisvesting

Recht op de Stad organiseert samen met de Rotterdamse Armoedebestrijdingsbeweging (RAB) en de Pauluskerk een expertmeeting/doordenkavond over dakloosheid in relatie tot het recht op huisvesting. De avond is vooral bedoeld om de wethouders, woordvoerders Wonen van de gemeenteraad, de bestuurders van woningcorporaties en de schrijvers van het nieuwe Rotterdamse Woonprogramma te informeren en te inspireren om het recht op huisvesting centraal te laten staan in het nieuwe Woonprogramma.

Dominee Martijn van Leerdam zal de avond openen, de diverse programmaonderdelen toelichten en de avond afsluiten. Drie sprekers zullen elk een aspect van dakloosheid en de noodzaak van het oplossen daarvan in de vorm van (permanente) huisvesting belichten. Vervolgens kunnen de aanwezigen deelnemen aan een van de drie workshops.

De sprekers zijn:

  • Jan de Vries, mensenrechtenjurist. Hij zal het recht op wonen toelichten en een instrumentarium voorstellen;
  • Dr. Thea Noga, straatarts Pauluskerk. Zij zal de urgentie vanuit de praktijk illustreren;
  • Willem van Sermondt, programmaleider Kansfonds. Hij zal spreken over het hulp bieden aan mensen die dakloos dreigen te worden, zoals jongeren die als zij 18 jaar worden niet meer terecht kunnen in woonvoorzieningen via Jeugdzorg.

De drie workshops belichten de volgende onderwerpen:

  1. Het instrumentarium om het recht op huisvesting te implementeren o.l.v. Jan de Vries;
  2. Housing First en hoe en waarom dit thuishoort in het nieuwe Woonprogramma o.l.v. Melanie Schmit van Housing First Nederland;
  3. Twee jongeren van SamenThuis2030 zullen de nood onder jongeren nader toelichten en hoe SamenThuis2030 dakloosheid onder jongeren tegen wil gaan en waarom dit in het Woonprogramma thuishoort.

Recht op de Stad heeft eerder input gegeven op de uitgangspunten van het nieuwe Rotterdamse Woonakkoord. Met deze expertmeeting hoopt Recht op de Stad verder bij te dragen aan meer aandacht voor dakloosheid en een aanpak die dakloosheid erkent als huisvestingsprobleem (in plaats van alleen of in de eerste plaats een zorgprobleem).

De expertmeeting zal plaatsvinden op 5 september 2023 in de Pauluskerk. (Deelname is alleen mogelijk op uitnodiging.)

Foto: Eveline van Egdom, via Straatconsulaat

Reactie Recht op de stad op concept-uitgangspunten Woonakkoord

Recht op de stad is verheugd dat de gemeenteraad zich gezamenlijk met Rotterdammers en partijen uit de stad inzet voor een nieuw woonbeleid. De concept-uitgangspunten voor het Rotterdams Woonakkoord die nu voorliggen zijn een duidelijke stap in de goede richting. We hopen dat hiermee ook het uitgangspunt van de Woonvisie uit 2016 van de baan is: geen beleid meer gericht op een ‘stad in balans’; op naar een ‘stad voor iedereen’.

De uiteindelijke waarde van het Woonakkoord zal blijken uit hoe de uitgangspunten zullen worden omgezet in concreet beleid en maatregelen. Bij de uitwerking moet nadrukkelijk worden samengewerkt met bewoners waarbij de huurdersverenigingen, bewonerscommissies, actiegroepen en de Rotterdamse woningcorporaties belangrijke partners zijn.

In deze brief reageren wij op de tien concept-uitgangspunten en geven we de gemeenteraad ideeën mee voor de verdere uitwerking van het Woonakkoord. In het algemeen verwijzen wij graag naar ons ‘betere plan voor wonen in Rotterdam’ dat wij begin 2021 opstelden.

Recht op de stad wenst de raad wijsheid toe bij het vaststellen van de uitgangspunten. Uiteraard zijn wij bereikbaar voor vragen, advies of toelichting bij onze suggesties.

Lees onze brief hier. Woensdag 15 februari vergadert de raadscommissie Bouwen en Wonen over de concept-uitgangspunten voor het Woonakkoord.

Recht op de stad bij expertmeeting Woonakkoord

Op woensdag 14 december organiseerde de gemeenteraad een expertmeeting over het Rotterdamse Woonakkoord. Namens Recht op de stad namen André Ouwehand en Joke van der Zwaard hieraan deel. De expertmeeting ging over de ‘vraagzijde’ van wonen, dus de wensen en behoeften van huidige en toekomstige Rotterdammers.

In een korte presentatie hebben we toegelicht waar Recht op de stad voor staat. Het uitgangspunt van woonbeleid moet zijn een woonstad voor iedereen: lage en hoge inkomensgroepen, grote en kleine gezinnen, jong en oud, ongeacht inkomen, afkomst, woonduur of ander kenmerk. Daarin is geen plaats voor uitsluiting, discriminatie en institutionele vernedering, zoals door de toepassing van de Rotterdamwet. In plaats van ‘wijken in balans’ moet het beleid volgens ons gericht zijn op ‘wijken voor iedereen’ en moet een nieuwe woonvisie zeggenschap en eigenaarschap voor alle bewoners borgen. Bekijk de presentatie hier. Na de presentatie waren er gesprekken met raadsleden.

Bij de expertmeeting waren ook andere actiegroepen en organisaties aanwezig, waarvan sommige bij Recht op de stad aangesloten zijn: Het Rotterdams Woongenootschap, de Federatie Huurders Commerciële Sector (FHCS) en BPW Rotterdam. Ook het FHCS benadrukte dat kwalitatief goede en betaalbare woningen een mensenrecht is en dat de stad de verantwoordelijkheid heeft om te bouwen voor hun inwoners. Het Rotterdams Woongenootschap bracht de coöperatieve condities onder de aandacht. Overal in Nederland worden wooncoöperaties opgericht en ook in Rotterdam zijn er talloze initiatieven voor coöperatieve woonvormen, maar in onze stad zijn alle initiatieven tot nu toe mislukt doordat de voorwaarden niet gunstig zijn – dat moet en kan anders. Bond Precaire Woonvormen (BPW) vroeg aandacht voor de toenemende woononzekerheid en huisuitzettingen door onnodig gebruik van tijdelijke huurcontracten, antikraakwonen en illegale huurcontracten. Bekijk de presentaties en een overzicht van alle aanwezige groepen hier.

Over het Woonakkoord

De gemeenteraad heeft afgelopen juni tijdens de bespreking van het coalitieakkoord ‘Eén stad’ een motie aangenomen waarin het nieuwe College van B&W wordt verzocht om samen met een breed scala aan partijen en bewoners van de stad een Woonakkoord Rotterdam op te stellen. In dit kader wordt een aantal expertmeetings georganiseerd. Eerder waren er al expertmeetings met huurdersorganisaties, projectontwikkelaars en kennisinstellingen.

Lancering Recht op de stad maart 2021 (foto Joke Schot)

Recht op de stad in gesprek met wethouder Zeegers

Op 25 november spraken vier afgevaardigden van Recht op de stad met wethouder Chantal Zeegers van Klimaat, Bouwen en Wonen. We juichen het toe dat de wethouder in haar termijn Rotterdammers met regelmaat zal uitnodigen voor een ‘stadsmakersuurtje’ om met haar in gesprek te gaan over de stad. In het gesprek hebben we onder meer onze ideeën over de Woonvisie en zeggenschap/Stadsontwikkeling 2.0 gedeeld. Ook hebben we nogmaals aangedrongen op heroverweging van de sloop van de Pompenburgflat en kort gesproken over actuele kwesties in de Tweebosbuurt-Zuid-Oost, de Burgemeester Roosstraat en de Wielewaal.

Visie op wonen

We zijn blij te horen dat dit stadsbestuur is afgestapt van het doel in de Woonvisie om het aandeel sociale huurwoningen in de stad te verkleinen en de sociale woningvoorraad juist op peil wil houden. De wethouder gaf wel aan vast te houden aan het streven naar gemengde wijken, maar we zien het als een stap vooruit dat dit bestuur de focus verlegt naar het toevoegen van duurdere woningen in gebieden met veel goedkope woningen, in plaats van door ingrijpende sloop-nieuwbouw of renovatie goedkope woningen te vervangen door duurdere woningen.

De gemeenteraad is nu aan zet om uitgangspunten voor het Woonakkoord te formuleren. Recht op de Stad heeft van de raad al een uitnodiging ontvangen om tijdens de kennissessie op 14 december hierover mee te praten. In het gesprek met de wethouder werd niet duidelijk hoe het nieuwe Woonakkoord zich zal verhouden tot het Regioakkoord dat binnenkort definitief wordt vastgesteld. In het Regioakkoord zullen namelijk ook streefcijfers staan over nieuwbouw en sloop van woningen en de verdeling van sociale huur tussen Rotterdam en omliggende gemeenten. Ook is op dit moment onduidelijk of lijst van voorgenomen sloop- en renovatieprojecten van tafel is.

Volwaardige zeggenschap

Onder de vorige wethouder is toegezegd het recht op zeggenschap voor bewoners die te maken krijgen met ingrijpende herstructurering te regelen. Dit proces is gestart onder de noemer Stadsvernieuwing 2.0 en voor corporatiehuurders wordt dit vastgelegd in het stedelijke Sociaal Statuut dat momenteel vorm krijgt.

Voor Recht op de stad is het uitgangspunt dat alle bewoners – corporatiehuurders maar ook particuliere huurders, eigenaar-bewoners en tijdelijke huurders – moeten kunnen meebeslissen over de toekomst van hun woning en buurt. Ze moeten dit bovendien vanaf de oriëntatiefase kunnen doen en daarin onafhankelijke en professionele ondersteunding krijgen. Ook willen we dat er een recht op terugkeer is voor de bewoners die dat willen. Dit zal ook meer draagvlak voor plannen opleveren. (Zie ons betere plan voor wonen, punt 2 over zeggenschap.)

De wethouder vindt vooralsnog dat woningcorporaties zelf beslissingen kunnen nemen over hun woningvoorraad maar dat zij direct daarna een plicht voor informatie en ondersteuning hebben voor de bewoners. Wij hebben nogmaals ons pleidooi toegelicht om bewoners vooraf bij de besluitvorming te betrekken. In het gesprek met de wethouder werd niet duidelijk hoe de rechten van particuliere huurders, eigenaar-bewoners en tijdelijke huurders worden vastgelegd en welke rechten zij zullen hebben bij herstructurering. We hopen hierover snel verder te kunnen praten.

Actuele ontwikkelingen in de buurten

Tot slot spraken we over een aantal actuele ontwikkelingen. In maart 2022 stuurden we samen met bewonerscommissie Behoud de Pompenburg een brandbrief aan de wethouder (toen nog Bas Kurvers), Havensteder en Nanne de Ru van Powerhouse Company/Red Company waarin we verzochten om in gesprek te gaan over een alternatief voor sloop, namelijk klimaatneutrale transformatie en optopping. In juli ontvingen we een schriftelijke reactie van wethouder Zeegers. We betreuren het dat de wethouder in het gesprek bevestigde dat zij geen reden ziet om de sloop van de Pompenburgflat te heroverwegen gezien de afspraken in het coalitieakkoord. Zij erkent dat bij de sloop en nieuwbouw van het plan Rise sprake is van een grote CO2-emissie. De tervisielegging van het ontwerp-bestemmingsplan wordt verwacht rond de zomer van 2023. Verdere planning van sloop en bouw is vooralsnog onduidelijk. Wij deelden onze zorgen over het feit dat Havensteder op de plannen vooruitloopt en er daardoor onnodige onrust is onder de bewoners.

Met betrekking tot de Tweebosbuurt-Zuid-Oost stemde de wethouder in met een gesprek in januari met de bewonersgroep Tweebos over de plannen voor dit deel van de Tweebosbuurt. Vorige maand vernietigde de Raad van State het bestemmingsplan.

Namens de bewoners van de Burgemeester Roosstraat die nog niet zijn uitverhuisd hebben we de wethouder gevraagd om een half jaar respijt, vanwege de schrijnende situatie van deze huishoudens. Zij zou onze zorgen hierover doorgeven aan wethouder Simons die verantwoordelijk is voor vastgoed. Namens een aantal bewoners van de Wielewaal hebben we eveneens om uitstel van uitverhuizing gevraagd. De wethouder gaf aan dat ze zich in de situatie in de Wielewaal zou gaan verdiepen.

We kijken uit naar een volgend gesprek met de wethouder. Begin 2023 zullen een aantal afgevaardigden van Recht op de stad ook met een aantal bestuursleden van NPRZ, waaronder wethouder Tim Versnel, spreken over het woonbeleid op Zuid.

Foto Joke Schot

Pompenburg slopen is “kapitaalvernietiging en niet duurzaam”

Architectuurhistoricus Joosje van Geest pleit in een artikel in Vers Beton voor behoud van de Pompenburgflat als beeldbepalend erfgoed van na 1965.

[…] Decennialang lagen de kavels langs Pompenburg en de Sint Jacobsplaats braak. In het Basisplan voor de Wederopbouw uit 1946 waren ze bestemd als kantoorlocatie. Maar toen vanaf de jaren 1970 hard aan de verlevendiging van de binnenstad werd gewerkt, kwamen de lege terreinen in aanmerking voor woningbouw. Met het nadrukkelijke gebouw van 14 bouwlagen, geheel gevuld met ‘woningwetwoningen’ maakte Weeber in één slag voorgoed de sociale woningbouw zichtbaar in het toen nog kil bevonden hart van Rotterdam. Dat deze karakteristieke architectuur nu cultuurhistorische betekenis heeft, blijkt uit de Cultuurhistorische Verkenning Weena – Hofplein (2021), een studie die in opdracht van de gemeente werd verricht. De conclusie: Pompenburg is beeldbepalend. […]

Het is belangrijk om zorgvuldig met dit gebouw om te gaan, omdat met behoud van Pompenburg ook een stuk historische gelaagdheid van de stad wordt gewaarborgd. Zeker in Rotterdam is de geschiedenis al nauwelijks aanwezig en zouden we de sporen uit het recente verleden zoveel mogelijk moeten koesteren. Er moet met veel meer met respect naar de bestaande stad en naar de gebouwen uit de Post ’65 periode gekeken worden bij verdere verdichting en verduurzaming van de stad. […]

Bij sloop van corporatiewoningen mag je sowieso grote vraagtekens plaatsen, vindt André Thomsen, oud-hoogleraar Renovatie van de TU Delft, omdat de woningbouwverenigingen al jaren niet hun bouwdoelstellingen halen. Hij stelt zelfs dat het gewoonweg idioot is om goede woningen te slopen in ruil voor nieuwbouw, met de huidige grote tekorten. Samen met actiegroep Recht op de Stad pleit hij dan ook voor een “sloopmoratorium”. Met de petitie Slopen? Nu even niet! roept hij op tot een volledige stop op woningbouwsloop.

Ook de Brusselse stadsbouwmeester Kristiaan Borret wijst op duurzaamheidsoverwegingen bij de afweging voor sloop of behoud van al die grote gebouwen uit de 20ste eeuw. Zo zei hij onlangs in een interview in De Architect over de heersende sloopdrift: “We moeten omarmen wat er is. Kampioenen worden in complexe opdrachten waarbij we gebouwen behouden, tegelijk transformeren en verzoenen met hun omgeving.”

Niet alleen de bewoners van Pompenburg, maar ook veel andere Rotterdammers komen in opstand tegen het huidige woonbeleid. De woningen zijn in goede conditie: slechts een paar jaar geleden zijn ze door Havensteder grondig gerenoveerd en verduurzaamd tot energielabel A. De Bewonerscommissie Behoud Pompenburg pleit ook voor behoud omdat steeds meer onderzoeken aantonen dat CO2 uitstoot bij sloop-nieuwbouw vele malen hoger is dan bij renovatie.

Een gebouw al na 40 jaar slopen is kortom kapitaalvernietiging en bovendien niet bepaald duurzaam. Het is daarom cynisch dat de milieubelastende sloop van Pompenburg en de beide naastliggende kantoorgebouwen onderdeel vormt van de verduurzaming van het Hofplein. Maar wie weet valt het tij nog te keren.

Lees het hele artikel op Vers Beton hier.

Lees hier meer over de Pompenburg en het protest tegen de sloop.

Het gezicht van de Tweebosbuurt is niet meer

“Mevrouw Pelger moest plaatsmaken voor sociale stijgers. Wat de beleidsmakers niet weten is dat zij al bovenaan die sociale ladder stond.”

Foto Joke Schot © 2020

Mustapha Eaisaouiyen, medeoprichter van Recht op de stad en oud-bewoner van de gesloopte Tweebosbuurt, schreef voor Vers Beton een persoonlijk in memoriam over Grarda Pelger, die op 28 oktober overleed. Voor velen is zij de moeder en het boegbeeld van de buurt waar ze haar hele leven woonde.

Ze is het bekendste gezicht van – inmiddels – Nederlands bekendste volksbuurt de Tweebosbuurt. Mevrouw Pelger heeft de buurt waar ze bijna haar hele leven woonde nationaal en internationaal op de kaart gezet. En niet alleen de Tweebosbuurt, maar ook andere volksbuurten in heel Nederland kregen een gezicht dankzij haar lieve stem en eindeloze vriendelijkheid. Het is ook haar stem die door de Rotterdamse Rekenkamer en tot aan de Verenigde Naties toe gehoord werd. Mevrouw Pelger was voor velen de moeder van de Tweebosbuurt. Voor haar hadden mensen niets anders dan ontzag. Zij kon ieder met haar glimlach en houding direct ontwapenen.

Klik hier voor de volledige tekst (daarna op het kruisje klikken zodat de tekst volledig zichtbaar wordt)

Lees ook “Willen jullie koffie?” – Grarda Pelger 1939-2022

Straattentoonstelling Burgemeester Roosstraat: “aanklacht tegen gemeente”

Screenshot RTV Rijnmond

Straattentoonstelling ‘Het Gemeentelijk Woonbeleid anno 2022’ vraagt aandacht voor de onmenselijke behandeling door gemeente Rotterdam van de bewoners van de Burgemeester Roosstraat. 

In de Burgemeester Roosstraat is op de door gemeente dichtgetimmerde woningen een straattentoonstelling geopend getiteld ‘‘Het Gemeentelijk Woonbeleid anno 2022’. De tentoonstelling is een aanklacht tegen de manier waarop de gemeente Rotterdam om is gegaan en nog steeds omgaat met de bewonersvereniging De Roos en met de bewoners van de Burgemeester Roosstraat 25-35.

Met de tentoonstelling, die bestaat uit twee tekstpanelen en vijf levensgrote foto’s van de mensen en gezinnen die achter de panelen wonen of woonden, vraagt de vereniging De Roos aandacht voor – in haar ogen – onmenselijke manier waarop de gemeente omgaat met haar burgers. Naast een kort overzicht van de feiten die een actieve groep zelfredzame bewoners in twee jaar tijd tot wanhoop hebben gedreven, is de tentoonstelling – door de aandacht op de bewoners zelf te richten – vooral een oproep aan het gemeentelijk apparaat om meer menselijkheid en empathie te tonen in de uitvoering van haar woon- en vastgoedbeleid.

Het begon allemaal zo mooi toen 20 jaar geleden een actieve groep bewoners het rijtje ‘witte huisjes’, ooit gebouwd als huisvesting voor de bewakers van de achter de woningen gelegen gevangenis aan de Noordsingel, van dreigende sloop door de eigenaar gemeente Rotterdam heeft gered, door het beheer van de woningen zelf op zich te nemen. Een daad van burgerschap die destijds nog gewoon was, en waar de gemeente nog ruimhartig aan meewerkte, maar die vandaag vrijwel onmogelijk is geworden.

In die twintig jaar daarna werd – met een klein meegekregen onderhoudsbudget, maar grotendeels op eigen kosten – het dak geheel vernieuwd, werden de woningen binnen en buiten opgeknapt en ontstond een hechte, gemêleerde groep zelfredzame bewoners, van verschillende sociale achtergrond, jong en oud, arm en (iets) rijker.

In 2020, toen de bewonersvereniging bij de gemeente aandacht vroeg voor de slechte staat van de fundering, een investering die ze niet meer op eigen kosten kon doen, besloot de afdeling Vastgoed te gaan verkopen. Protest mocht niet baten, en de zogenaamde opstalovereenkomst werd opgezegd. Een jaar later, per 30 juli 2022, zouden de woningen leeg moeten worden opgeleverd.

Maar de vereniging mocht in het kader van het gemeentelijk ‘Actieprogramma Coöperatieve Woonvormen’ de woningen ook zelf kopen. Voor anderhalf miljoen, wel te verstaan. Een verbazingwekkend hoog bedrag voor wie weet dat vergelijkbare woningen ernaast door dezelfde gemeente een jaar eerder voor 1 (één) Euro zijn verkocht.

Desondanks ging de vereniging aan het rekenen. Vlak voordat een voorstel kon worden ingediend, werd de deal in januari 2022 door gemeente eenzijdig opgezegd, op de – discutabele, en door bewoners en haar juristen aangevochten – grond van de zogenaamde Didam-arrest. Bewoners werden opnieuw gesommeerd de woningen per eind juli te verlaten, inmiddels nog minder dan een half jaar om 14 volwassenen en 4 kinderen, te herhuisvesten.

Dankzij een motie in de gemeenteraad werd de gemeente gedwongen zelf voor ‘passende woonruimte’ te zorgen voor de vetrekkende bewoners, maar de vertrektermijn bleef gehandhaafd. Onder protest – wat konden zij anders – besloten de bewoners aan deze uitverhuizing mee te werken. Toen dit niet opschoot stuurde de bewonersvereniging eind april een ‘brandbrief’ aan gemeente, waarin om adempauze werd gevraagd omdat de herhuisvesting nog nauwelijks van de grond was gekomen en de eindtermijn dus niet gehaald zou kunnen worden. De toenmalige wethouder Bas Kurvers antwoordde hierop na vragen in de raad: ‘Die termijn is niet onrealistisch, maar wel ambitieus.’

We zijn inmiddels alweer een half jaar verder, en de ‘ambitie’ is ruim overschreden. Enkele bewoners is inderdaad passende vervangende woonruimte aangeboden, en zijn verhuisd of aan het verhuizen. Maar het merendeel woont er nog steeds, zo wordt zelfs 31 december nog ‘ambitieus’.

Door het permanent op snel verhuizen aandringen van het door gemeente ingehuurde ‘herhuisvestingsbureau’, is de actieve groep betrokken en zelfredzame Rotterdammers inmiddels in stress en paniek ten onder aan het gaan. Een voorbeeldig bewonersinitiatief wordt op deze manier actief door de gemeente getermineerd.

Het meest schrijnende is wel dat een dementerende, terminale mevrouw – ooit door gemeente geëerd voor haar bijdrage aan de gemeenschap – samen met haar mantelverzorger en dochter/buurvrouw botweg wordt gesommeerd snel te verhuizen. De bewonersvereniging wordt intussen door de afdeling Vastgoed bestookt met verkapte dreigementen van rechtszaken ‘wegens nalatigheid om de woningen op tijd leeg op te leveren’.

In februari werd door de toenmalige wethouder een gesprek met de bewoners toegezegd. Herhaaldelijk aandringen om dit gesprek snel te voeren werd meer dan acht maanden lang niet gehonoreerd. Onlangs kon er dan toch een afspraak met de nieuwe wethouder worden gemaakt, over een maand wel te verstaan. Urgentie wordt in deze zaak door de gemeente kennelijk nog niet gevoeld.

(bericht van Bewonersvereniging De Roos)

Lees/kijk over de Burgemeester Roosstraat 25-35:

Het falende beleid in de Burgemeester Roosstraat staat niet op zichzelf. Sinds de gemeente in 2020 het Actieprogramma wooncoöporaties aankondigde zijn vier trajecten mislukt. Piet Vollaard, die zich vanuit zijn stichting ‘Stad in de Maak’ (samen met bewoner Eric Jutten) al jaren inzet voor betaalbare woonruimte in Rotterdam, onder meer via wooncoöporaties, heeft al het vertrouwen in de afdeling Vastgoed verloren. „Ze torpederen moedwillig elk bewonersinitiatief. Het is mij alleen onduidelijk wat hun belang is. In elk geval blijkt uit alles dat ze niet met burgers kunnen omgaan.”

Gezamenlijk statement aanpak dakloosheid

Op 5 december presenteert het kabinet de nieuwe aanpak dakloosheid. Samen met 30 andere maatschappelijke organisaties maken we een gezamenlijk statement voor een ambitieus en kansrijk plan. Lees hier wat nodig is om dakloosheid onder jongeren tegen te gaan en uit te bannen.

Dakloosheid is een woonprobleem, een ernstige schending van het recht op huisvesting en een extreme uiting van de brede wooncrisis in Nederland. Het aantal dak- en thuisloze jongeren in Nederland neemt zorgwekkende vormen aan. Een verborgen mensenrechtencrisis in Nederland. Jongerendakloosheid is geen natuurverschijnsel en verdwijnt evenmin vanzelf. Dit moet en kan anders.

In 2021 ondertekende de Nederlandse regering de Verklaring van Lissabon, waarin 27 Europese lidstaten hebben afgesproken om dakloosheid voor 2030 te beëindigen. Achter de schermen wordt momenteel gesleuteld aan de nieuwe aanpak dakloosheid 2023-2030. Vanuit jongeren en belangenorganisaties klinkt de roep om een ambitieus én kansrijk plan. Hieronder schetsen wij wat daarvoor nodig is.

Lees hier ons gezamenlijk statement (pdf).

Ondertekenaars

Basisberaad, Rotterdam
Bureau Straatjurist, Amsterdam
Bond Precaire Woonvormen
De Daklozenvakbond, Amsterdam
Don Bosco Straatvisie, Amsterdam
Eropaf
ExpEx
Fonds 21
Het Vergeten Kind
Housing First Nederland
Kamers met Aandacht
Kansfonds
Kernkracht Midden-Holland
Lumen Holland Rijnland
MDHG Belangenvereniging Druggebruikers
MO Den Bosch
Motiva Straatadvocaten
Movisie
PerMens
Recht op de Stad
SamenThuis2030
SMO Breda
SMO Traverse
Stichting Mara, Rotterdam en Den Haag
Straatalliantie, Amsterdam
Straat Consulaat, Den Haag
Terwille Verslavingszorg
U-2B Heard, Utrecht
Up to Us
Werkpro
WijZijn Traverse Groep

Fotografie: Eveline van Egdom (rechtenvrij via Straatconsulaat.nl)

“Willen jullie koffie?” – Grarda Pelger 1939-2022

Op zondag 28 augustus ga ik om vijf uur namiddag samen met Joke kijken naar een openluchtvoorstelling in de Rotterdamse Munt, waar ‘De Recreanten’ wordt opgevoerd door John Buisman en Helmert Woudenberg. Een tragikomedie over verdringing, vriendschap en gemeenschapszin in Recreatieoord Hoek van Holland, vandaag gespeeld in de blakende zon. We drinken een kopje gemberthee als mijn mobiele telefoon overgaat. “U spreekt met de alarmcentrale. Mevrouw Pelger is gevallen en kan niet meer overeind komen. Wilt u met spoed naar haar toe gaan. Neem alstublieft contact op met 112 als de situatie daar aanleiding toe geeft.”

foto Joke Schot

Gelukkig zijn we niet ver weg. Op de fiets racen we naar de woning van Grarda, waar we tien minuten later hijgend op de vierde etage arriveren. Adrenaline en een beklemd gevoel vormen een mix die mijn gemoed op een ongekende manier beheerst. We gaan naar binnen en roepen “Grarda?”, wat wordt beantwoord met gesmoord gekerm. Vervlochten met haar rollator ligt ze half in het toilet, half in de gang. “O dear, hoe gaan we dit aanpakken” stamel ik.
Grarda is bij kennis en geeft aan dat ze verrekt van de pijn. De vraag of ze kwetsuren heeft is niet aan de orde, want ze wil zo snel mogelijk rechtop. Gelukkig lukt het redelijk vlot om Grarda uit haar benarde positie te bevrijden. Terwijl ik haar stevig vasthoud, fatsoeneert Joke haar kleding. Voorzichtig laten we Grarda in de rolstoel zakken. In de woonkamer hevelen we haar over in haar fauteuil.
Trillend zit ze na te hijgen. “Ik kon me eige niet meer houwe” zegt ze. Alle drie van de ergste schrik bekomen, stellen we ‘onder voorbehoud’ vast dat ze niets heeft gebroken, maar wel een pijnlijke arm heeft opgelopen. Dat bevreemdt ons niet, nadat we samen haar sterk vermagerde ledematen hebben geïnspecteerd.

We zetten thee en komen op adem. Gelukkig ontspant Grarda zich weer een beetje. Na een tijdje wil ze haar warme maaltijd gaan nuttigen. Die heeft Joop, haar zoon, daags tevoren al voor haar klaargemaakt, dus is het een kwestie van opwarmen. Haar eetlust is niet groot. Als nagerecht neemt ze roomvla, waarmee ze ook gelijk haar medicijnen kan innemen.
“Willen jullie geen koffie?” vraagt ze aan ons.

Hoe nu verder? Al vele maanden heeft Grarda een zwakke gezondheid en is ze hulpbehoevend, maar er is geen indicatie voor intensieve zorg. Achteraf beredeneerd, hadden we buurtzorg moeten bellen, maar op dit moment besluiten we om zelf de handen uit de mouwen te steken. Wat volgt is een precair ritueel. We helpen bij alle handelingen die nodig zijn om Grarda te prepareren voor de nacht en in bed te kunnen stoppen. Geduldig volgen we al haar regieaanwijzingen. Als ze eenmaal ligt, kijk ik naar haar bleke, uitgeputte gezicht. Matte, uitdrukkingsloze ogen staren mij aan. Ik beeld me in dat ze de ochtend niet meer haalt.
“Gaan jullie maar en bedankt” zegt ze moeizaam. We geven haar een nachtzoen en overbezorgd verlaten we om kwart over negen het huis.

Grarda heeft ons nadrukkelijk op het hart gedrukt om deze gebeurtenis niet met Joop te delen. Uiteraard is dat wel het eerste wat we doen, zodra we thuis zijn. We hebben hem nog nooit ontmoet, maar in de maanden die volgen zullen we bijna dagelijks contact met hem hebben. Hij vertelt ons: “Die moeder van mij is verschrikkelijk eigenwijs en hulp kun je heel moeilijk aan haar slijten. Dat ze nu in zo’n lastige positie verkeert, is mede het gevolg van haar eigen keuzes.“

Wij kennen Grarda van diverse ontmoetingen bij haar thuis, sinds we haar begin 2019 leerden kennen. Regelmatig dronken we koffie bij haar en spraken dan over de verwikkelingen in de Tweebosbuurt en gebeurtenissen in onze persoonlijke levens. We weten veel van haar, maar hebben nog niet al haar karaktereigenschappen kunnen doorgronden.

Enkele dagen voor haar val, die zeker niet de eerste en ook niet de laatste zal zijn, krijgen we van Tweeboster An Rook het verzoek om haar tijdelijk te vervangen als contactpersoon voor noodgevallen en de bereidheid om Grarda dan te gaan helpen. An gaat samen met haar man Wim Lewis twee weken op vakantie. Doordat Wim in Frankrijk in het ziekenhuis beland zullen ze zes weken wegblijven.

Foto Roland Huguenin

Wat volgt is een periode van intensieve zorg waar Joke en ik nauw in betrokken zullen zijn. Onverwacht zijn we mantelzorgers van Grarda geworden.
Het regelen van passende professionele zorg is de eerste grote hindernis en het zal nog zo’n 10 dagen duren voordat die is ingeregeld. Zodoende volgen er nog verschillende dagen waarop we zelf moeten overgaan tot het verlenen van ‘professionele’ zorg. Zodra dag- en nachtzorg is geregeld en er permanent een zorgverlener aanwezig is, verandert onze rol in  zo mogelijk dagelijks gezelschap houden, helpen, praten, wandelen, samen verse patat van de mart op het Afrikaanderplein eten en televisie kijken.
Daarnaast ondersteunen we logistieke planning en denken we mee over het inzetten van euthanasie. Dat doen we samen met een groep vertrouwelingen die Grarda dragen in haar laatste levensdagen. We maken kennis met verpleegkundige Meryth en haar hond Sis, een Hongaarse Puli, waar we vriendschap mee sluiten en veel lol mee beleven. Op de dag dat er een ziekenhuisbed is geplaatst, brengt Meryth Grarda naar bed. Wij wachten nog even in de woonkamer tot we haar een nachtzoen kunnen geven. We horen Grarda zeggen: “ga ik in de kist?“ en plotseling is er hilariteit.
Het bed is voorzien van zijpanelen die zijn bekleed met stroken zacht foamdoek. Zodra Grarda in bed ligt, lijkt het of ze is opgebaard. Alles om haar heen is wit. De eerste aanblik is onaangenaam, maar dan moeten we allemaal heel hard lachen om haar galgenhumor. Sis blaft opgewonden mee en springt op het bed om te knuffelen met Grarda.

Voordat de nachtzorg is geïndiceerd, heeft Grarda wel al een postoel gekregen. In de eerste nacht die daar op volgt, worden we om 02:15 door haar opgebeld. “Ik kan niet meer uit die rotstoel komen.” Opnieuw snellen we naar de Riebeekstraat. Verstijfd en verkleumd zit ze al anderhalf uur op de stoel. Haar blote armen doen pijn van de harde leuningen. “Ik wou jullie niet storen.” Die ‘rotstoel’ is niet met haar getest.
De ontwikkelingen volgen elkaar snel op. Op woensdag 7 september wordt tot ons aller grote opluchting per direct dag- en nachtzorg geïndiceerd, maar die ‘luxe’ mag niet lang duren. Grarda knapt namelijk enorm op als haar onzekerheden wegvallen en ze zich permanent veilig waant. Vijf dagen later is haar toestand te stabiel en wordt de zorg teruggeschroefd naar 12 uur nachtzorg. Grarda is in paniek en wij eigenlijk ook wel. Samen met Joop bespreken we de mogelijke opties. Het wordt Grarda allemaal te veel en ze barst in tranen uit. “Ik wil dood, geef me rust, en anders stop ik wel met eten!” roept ze.
Op dat moment staat ze op de wachtlijst voor euthanasie, maar moet het actieve traject nog worden opgestart. Alle stappen, haken en ogen in dat traject laat ik hier buiten beschouwing, maar kortgezegd was het onvoorspelbaar tot uiteindelijk de juiste route werd gevonden. Door de inventieve inzet van velen wordt voorkomen dat Grarda moest worden opgenomen in een hospice en kan ze haar leven op de voor haar meest bevredigende manier voltooien in haar nieuwe woning in de Riebeekstraat – die haar geen geluk heeft gebracht.

Maandag 24 oktober wordt een enerverende dag. Voor ons allemaal en in het bijzonder voor Grarda een onverwacht forse tegenslag, wanneer ze opnieuw ten valt komt in de badkamer.
Grarda heeft een sterke wil en laat zich door bijna niets of niemand weerhouden. De houten linnenkast in haar slaapkamer staat wijd open en op haar bed liggen grote stapels bondgekleurde handdoeken die ze heeft klaargelegd voor de drie Marokkaanse zusjes die vanaf hun geboorte naast haar woonden op de Hilledijk. Kinderen uit een laaggeletterd migrantenmilieu, inmiddels studerend aan mbo en hbo, die ze hielp opvoeden en jarenlang begeleidde bij taal en huiswerk. Terwijl Grarda de handdoeken sorteert, begint de wasmachine in de badkamer te piepen. Die had ze ook nog even aangezet om wat wasgoed weg te werken en nu het programma is beëindigd wil ze die ook weer gaan uitzetten. Een handeling met fatale gevolgen.
Opnieuw worden wij gebeld door de alarmcentrale. Ze ligt half onder de wastafel in de badkamer. We hijsen haar op, laten haar in de rolstoel zakken en brengen haar naar de sta-op-stoel. Alles doet pijn. We zien een dikke bult op haar linker bovenarm – waarvan later wordt vastgesteld dat die is gebroken – en ze heeft pijnlijke ribben.

Gelukkig is de buurtzorg snel ter plaatse en worden er direct zware pijnstillers ingezet. Grarda krijgt het advies om even in bed te gaan liggen zodat ze zich beter kan ontspannen. Ze is echter vlot bij haar positieven en begint weer honderd uit te praten. “Jullie willen toch wel koffie?” vraagt ze.
Ellen Verkoelen, voorvrouw van 50PLUS, komt op bezoek en brengt twee heerlijke taarten van Dudok mee. “Dat is goed voor de moraal” zegt ze. Wat later op de middag komen de Marokkaanse zusjes, die het huis weer zullen verlaten met tassen vol badtextiel.
’s Avonds komt An Rook langs om koffie met ons te drinken. Wat later schuift ook Meryth aan en Sis springt vrolijk om ons heen.

Grarda moet worden voorbereid op de nacht. Meryth heeft mijn hulp nodig om haar te kunnen verplaatsen naar de badkamer en de wc. Decorum bestaat op dat moment even niet meer. Ze kan niet meer zelfstandig met een rollator lopen, dus bungelt ze tussen ons in. Sis loopt ons voor de voeten, maar Grarda vindt het prachtig.

Als Grarda weer in bed ligt, breekt het uur van de waarheid aan. We zullen voorgoed afscheid van haar moeten gaan nemen, omdat we de volgende ochtend om 06:00 naar Schiphol vertrekken voor twee weken vakantie. Het afscheid mag geen drama worden. Grarda doet een voorzet door ons een fijne tijd en een goede reis te wensen. Mijn keel wordt even dicht geknepen, maar ik herneem me en wens ook Grarda een fijne reis, zonder zorgen. Ze bedankt ons nogmaals, zoals ze dat bijna dagelijks heeft gedaan. We verzekeren haar dat we het graag hebben gedaan en dat we ondanks alles een waardevolle tijd met haar hebben beleefd.
Daarna verlaten we haar slaapkamer. We kijken om, glimlachen, zwaaien en zeggen nogmaals gedag, en nog eens. In de gang trekken we onze jassen aan en roepen nog eens “dag Grarda”. Dan trekken we deur achter ons dicht.

Twee lange maanden zaten we in een roller coaster en waren voortdurend betrokken bij alle lief en leed van een hartelijke vrouw die in korte tijd onze liefste vriendin is geworden. We gaan Grarda enorm missen.

Op dit moment weten we nog niet wanneer de euthanasie wordt uitgevoerd. De familie houdt ons goed op de hoogte. Vier dagen later sterft ze. Een week later kunnen we de uitvaart online volgen vanuit Montenegro.

Er zijn momenten waarop je leven in onverwachte stroomversnellingen wordt meegevoerd. Op persoonlijke schaal kunnen die gebeurtenissen zeer ingrijpend zijn, terwijl de buitenwereld rustig voortkabbelt. Nu ik mijn belevenissen van de afgelopen maanden zo’n beetje heb beschreven, doe ik dat in het besef dat Grarda Pelger binnenkort voorgoed zal verdwijnen uit het collectieve geheugen. Alleen een select groepje familieleden, vrienden en getrouwen blijft ze bij. Of toch niet?
Grarda had een rijk leven, ook al beseffen wij inmiddels dat ze flink heeft moeten knokken om haar eigen bestaan in goede banen te leiden. Onrecht was niet aan haar besteed, dus bleef ze tot aan haar laatste snik strijden voor gerechtigheid en zelfbeschikkingsecht.

Foto Joke Schot

Over de Tweebosbuurt zijn inmiddels talloze artikelen geschreven en vele televisie- en radio-items gemaakt. Heel Nederland kon kijken naar de met veel toewijding gemaakte documentaire ‘De Opstandelingen’ van BNN-VARA. Tientallen journalisten hebben aangekaart dat de gemeente Rotterdam, burgemeester Ahmed Aboutaleb, woningcorporatie Vestia, het NPRZ en projectontwikkelaars zich hebben rijk gerekend ten koste van kwetsbare medeburgers. Allen maakten zich hard voor het oogsten van gezond verstand en het behouden van deze volksbuurt, omdat elk weldenkend mens zou kunnen begrijpen dat je eigenlijk nooit goede huizen zou moeten slopen, zeker niet ten tijde van een overweldigende wooncrisis.
Diverse rechters, inclusief de Raad van State, hebben zich meermaals gebogen over de casus Tweebosbuurt en het grote persoonlijke leed dat daar achter schuilt. Zelfs de Verenigde Naties hebben zich in zeer duidelijke bewoordingen uitgesproken over uitsluitende en discriminerende effecten van het Rotterdamse woonbeleid. Onlangs heeft de Rotterdamse Rekenkamer de Woonvisie gehekeld en vorige week liet ook de Raad van State weten dat het bestemmingsplan van een deel van de Tweebosbuurt is vernietigd.

Gedane zaken nemen geen keer. Haar buurt is uitgedoofd en ontzield en ook aan het leven van Grarda Pelger is nu een einde gekomen. Daarmee is zij verlost uit de maatschappelijke slangenkuil waarin zij in haar laatste levensjaren terecht was gekomen. Wie goed heeft opgelet weet dat zij van meet af aan was ontgoocheld door de naderende sloop van haar woning en de gedwongen uitverhuizing, zonder dat zij enig houvast vond in rechtsbescherming. Zij voelde zich gegriefd door de overheid en verzuchtte herhaaldelijk dat zij wenste niet meer te zullen ontwaken uit haar slaap.
Toch wierp zij zich op als moeder van haar Tweebosbuurt en was zij keer op keer bereid om zich in al haar oprechtheid uit te spreken en de Rotterdamse politiek te hekelen en af te keuren. Dat deed zij puur zoals ze is, zonder enige opsmuk of gemaaktheid. Zij was zeer teleurgesteld in de linkse politieke partijen, haar eigen PvdA voorop, die het volk verloochenden en de belangen van haar buurt ondergeschikt maakten aan coalitieafspraken en het beschermen van eigenbelangen: lekker blijven plakken op het pluche en carrière maken in het stadhuis.
Intussen is Rotterdam still going strong and makes dreams glamorous come true. Maar valse beeldvorming staat symbool voor het onvermogen om de werkelijkheid te herkennen en te dienen, of zoals schrijver Arjen van Veelen het uitdrukt: Rotterdam sloopt de huizen van de mensen die in de stad wonen en bouwt nieuwe huizen voor mensen die er nog niet zijn.
In mijn opinie is Rotterdam geen fijne stad voor de mensen, maar zijn de mensen fijn voor de uitbaters van de stad zolang ze deugen, want anders krijgen ze een schop en mogen ze oprotten. De tijd zal leren wanneer de wal het schip keert. Niemand kan langer ontkennen dat het stadsbestuur steeds verder vastloopt in visieloos beleid en dat haarscheurtjes zijn veranderd in een kloof tussen waardigheid en ongeloofwaardigheid.

In de laatste maand van haar leven krijgt Grarda bezoek van Robert Straver, directeur wonen van Vestia. Daar zat ze niet bepaald op te wachten, maar iedereen is altijd welkom in haar huis. Hoe het met haar gaat kon hij zelf zo wel zien, want tegen een aanval in de rug – en alles wat daar van komt – is geen ruggengraat bestand. Wat betreft haar oude huis aan de Hilledijk – dat is gespaard van de sloop en straks wordt verweven met de nieuwbouw – zegt ze tegen hem dat ze het wat haar betreft ook wel mogen neergooien. “Wat heb je daar nou nog aan!“
’s Nachts wordt Meryth opgeschrikt door gesmoorde geluiden uit Grarda’s slaapkamer en ziet ze haar wilde bewegingen met haar armen maken.
“Mevrouw Pelger, mevrouw Pelger, wat is er met u aan de hand?” vraagt ze geschrokken.
Grarda ontwaakt en zegt: “ik was aan het vechten met Bas Kurvers.” *)
De volgende dagen vertelt ze aan iedereen die het horen wil over deze boze droom en moet ze daar zelf steeds smakelijk om lachen.
“Ha, ha, ha, ik was gewoon met die man aan het vechten joh!”

Ellen Verkoelen diende afgelopen week de motie ‘De mevrouw Pelgerstraat!’ in, ter bespreking in de vergadering van de gemeenteraad.
Ter nagedachtenis aan mevrouw Pelger en als eerbetoon aan alle Tweebossers die vanwege de sloop uit hun huizen in de Tweebosbuurt moesten, een straat in de ‘nieuwe’ Tweebosbuurt naar mevrouw Pelger te vernoemen bijgaand verzoek aan het college: In de nieuw te bouwen wijk op de locatie waar ooit de gesloopte woningen van de Tweebosbuurt stonden, in overleg en afstemming met de Commissie straatnamen en gedenktekens, een straat naar mevrouw Pelger te vernoemen.
Deze motie is met een ruime meerderheid van 29 stemmen aangenomen.

Graag sluit ik dit lange stuk af met een dagdroom waarvan ik hoop dat die tot leven komt. Tegen het college zeg ik: zie de uitdaging!

In de Tweebosbuurt worden op de kortst mogelijke termijn 1.000 sociale woningen teruggebouwd in een historiserende Rotterdamse stijl, voor ouderen, jongeren, gezinnen, alleenstaanden en vluchtelingen die dringend behoefte hebben aan goede betaalbare woningen in een prettige omgeving. Een groep geëngageerde architecten geeft vorm aan dit project en zet een complex neer dat zich gaat bewijzen als schoolvoorbeeld van duurzaam bouwen en als aanjager van een nieuwe sociale cohesie. Het Grarda Pelgerhuis aan de Hilledijk 183-185, krijgt een bestemming als multifunctioneel buurtcentrum waar bewoners terecht kunnen voor hulp, zorg en advies, en kunnen kijken naar kleinschalige exposities en optredens, goedkoop kunnen vergaderen en gratis een kop koffie kunnen drinken. Een goed renderende en laagdrempelige woonbuurt moet toch maakbaar zijn, zelfs in tijden van spilzucht en ernstige zelfoverschatting.

“Willen jullie koffie?” vroeg Grarda keer op keer.

Lees ook “Het gezicht van de Tweebosbuurt is niet meer”

*) Bas Kurvers was wethouder Bouwen, Wonen en Buitenruimte toen het besluit over de sloop van de Tweebosbuurt werd genomen, waar hij uit volle overtuiging aan vast bleef houden, ook toen steeds meer duidelijk werd dat de wooncrisis enorme gevolgen zou hebben voor de volkshuisvesting en dat de cijfers die in de ‘Woonvisie’ werden gehanteerd ter onderbouwing van het sloopbeleid, gruwelijk rammelden.

 

Foto Roland Huguenin

Raad van State tikt gemeente op vingers vanwege bestemmingsplan Tweebosbuurt Zuid-Oost

De Raad van State vernietigt vandaag een deel van het bestemmingsplan voor de Tweebosbuurt. Het is te laat voor de bewoners, wiens woningen al gesloopt zijn, maar mogelijk wordt hierdoor de dijk met mooie bomen gered.

Het gaat over de Tweebosbuurt Zuid-Oost, het deel waar Grarda Pelger woonde met karakteristieke gevels uit eind 19e/begin 20e eeuw en een dijk met bomen. De woningen en dijk zouden volgens het plan gesloopt worden om plaats te maken voor 175 nieuwe woningen.  

De gemeente Rotterdam heeft verzuimd om een milieueffectrapport op te stellen en nam de cultuurhistorische waarden van de wijk niet mee. Advocaat Olga de Vries zei tegen Rijnmond:

“De gemeente werkt volgens de salamitactiek: steeds een stukje aanpakken. In die zin kan je de beslissing van de Raad van State zien als een tik op de vingers voor de salamitactiek: kijk naar het geheel.”

De Vries: “De bewoners zijn blij dat de gemeente hier alsnog naar moet kijken. Het gaat om een karakteristiek patroon van de straten. Het kan betekenen dat de bomen niet worden gerooid en de Hilledijk daar niet wordt verplaatst. Wrang is natuurlijk wel dat het nu pas allemaal gebeurt terwijl een deel van de Tweebosbuurt al is gesloopt.”

Eeva Liukku sprak voor haar column in Vers Beton met Elizabeth Poot, mede-initiatiefnemer van Recht op de stad over wat de uitspraak betekent:

Om te begrijpen wat dit precies betekent, bel ik met Elizabeth Poot. Ze was tot aan haar pensioen zelf stedenbouwkundig ambtenaar voor de gemeente Rotterdam, en is sinds enkele jaren actief voor de actiegroep Recht op de Stad. Als getuige/deskundige is ze betrokken geweest bij deze rechtszaak van de Tweebosbuurtbewoners tegen de gemeente.

Het grootste deel van de huizen in de buurt is inmiddels al gesloopt, maar deze uitspraak geeft toch hoop, vertelt ze: “De kopgevel met het café en de schildering aan de Martinus Steijnstraat staat er nog. De bedoeling was dat dit ook nog gesloopt zou worden, en dat de rooilijn (de nieuwe gevel) van de nieuwbouw twaalf meter naar voren zou komen, dicht tegen de dijk aan. Daarvoor moesten de bomen weg.” En dat blijkt dus in strijd met de Cultuurhistorische Verkenning van bureau SteenhuisMeurs, die nota bene is opgesteld in opdracht van de dienst Stadsontwikkeling.

“Die schuif-operatie met de nieuwbouw kan met deze uitspraak niet meer gemotiveerd worden”, zo vertelt ze. Het onverwachte resultaat is dat met deze uitspraak ook de bomen aan de Hilledijk waarschijnlijk zijn gered: “De gevelwand langs de Hilledijk, daar waar de onlangs overleden mevrouw Pelger woonde, is een monumentaal element voor de wijk. Daar is de gemeente aan voorbijgegaan. Ook de bomenrij hoort daarbij.” En die kunnen nog gered worden.

Op de website van de gemeente staat: “Gemeente Rotterdam respecteert de uitspraak en gaat onderzoeken wat dit betekent voor de bouw van de nieuwe woningen tussen de Tweebosstraat en de Hilledijk.”

Andere nieuwsberichten:

Nóg een klap voor gemeente Rotterdam: streep door plan voor nieuwe Tweebosbuurt, AD Rotterdam, 2 november

Bewoners gesloopte Tweebosbuurt krijgen gelijk, maar dat komt veel te laat, Hart van Nederland, 2 november

Lees de uitspraak van de Raad van State hier

Twee karakteristieke woningen aan de Hilledijk staan nog overeind, de woningen eromheen zijn gesloopt. Op de achtergrond zie je sloopmachines en stof van het puin.

De Hilledijk in mei 2022 (foto Joke Schot)

Tweebosbuurt, Hilledijk in februari 2021

Pagina 3 van 20

Mogelijk gemaakt door WordPress & Thema door Anders Norén