Het idee van ‘menging’ – het creëren van diverse wijken – speelt al 75 jaar een grote rol in het Nederlandse woonbeleid. Voor de gezonde toekomst van een stad, zo is het idee, moeten lage inkomens gemengd worden met middeninkomens en hoge inkomens. De gemeente Rotterdam heeft het bij menging over ‘wijken in balans’. In de praktijk betekent dit vooral sloop en minder sociale huurwoningen en meer (midden)dure woningen. En het positieve effect valt tegen. Is deze beleidsfabel dan nog wel houdbaar? Op de tweede doordenkavond van Recht op de stad en AIR problematiseren we het idee van ‘menging’ als beleidsinstrument. Samen werken we aan een alternatief verhaal.
André Ouwehand neemt ons mee door de geschiedenis van menging. Nicky Pouw vertelt over haar onderzoek in Venserpolder in Amsterdam Zuidoost en hoe zij samen met bewoners probeert het beleid voor hun wijk te beïnvloeden. Harriët Duurvoort leest een column voor en Rineke Kraaij praat de avond aan elkaar. Was je er niet bij? Of wil je het nog eens nalezen? Lees dan dit verslag.
Fa•bel (de; v(m); meervoud: fabels, fabelen)
1. Kort moraliserend verhaal met dieren of zaken als handelende personen 2. Verzinsel
Mengen is niet dom, áls je het slim doet
André beschrijft in vogelvlucht de geschiedenis van ‘menging’ en vertelt over onderzoek naar het effect. Want mengen, waarom willen beleidsmakers dat eigenlijk?
Met menging willen beleidsmakers segregatie, het gescheiden wonen van huishoudens met lage- en hogere inkomens, tegengaan. Dat zou moeten leiden tot een positief effect van een buurt op het welzijn van bewoners. Kansarme bewoners zouden zich kunnen optrekken aan kansrijke bewoners. Het zou concentraties van kwetsbare groepen en de daarmee gepaard gaande overlast verminderen. Menging zou de verschillen moeten verkleinen en de problemen moeten oplossen.
Het idee van menging gaat terug naar de 19e eeuw en Engeland. Na de Tweede Wereldoorlog werd het ideaal van een klasseloze maatschappij de voedingsbodem voor het ontwikkelen van de ‘ideale wijk’. De ideeën zakten even weg, maar kwamen in de jaren ’80 weer terug. Segregatie zou moeten worden tegengegaan om ‘getto’s’ als in Amerika te voorkomen. Toen werd menging de basis voor wijkaanpak in Nederland.
Praat met mensen
Ook het Rotterdamse beleid is sterk gericht op menging. Hij geeft als voorbeeld het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, dat de concentratie kansarmen in Rotterdam Zuid wil tegengaan. Het is ook het uitgangspunt van de Woonvisie.
Menging van wijken heeft wel een positief effect op de leefbaarheid, de reputatie van de wijk en het draagvlak voor bepaalde voorzieningen. Maar gemengde wijken lossen sociale achterstanden niet op. Leefbaarheidsproblemen worden vooral verdund. Menging heeft echter ook duidelijke negatieve effecten: lage inkomens moeten wijken voor hogere, en het mengen van een wijk verzwakt sociale relaties. Toch is mengen niet altijd slecht, zegt André, maar je moet je niet blindstaren op percentages. Práát met mensen. Sluit aan bij ambities van mensen in de wijk zelf. Wat hebben mensen zelf nodig om vooruit te komen? Welke stappen willen ze bijvoorbeeld zelf op de woningmarkt zetten? Zorg dat bewoners zich in de aanpak herkennen.
Video: presentatie André
De mens in de economie
Lange tijd vroeg de tweede spreker op de avond Nicky zich af: waar zijn de mensen in de economie? Het ging alleen maar om geld en groei. Groei was een doel op zich, daar zou iedereen van profiteren door het ‘trickle-down’ effect, ook de laagst betaalden en meest kansarmen. Maar dat was niet het geval, de ongelijkheid nam alleen maar toe. Sinds 2008 vertelt de economie eindelijk een nieuw verhaal en dit verhaal heeft tijdens de coronacrisis weer meer kracht gekregen. Het vraagt: hoe kunnen we welzijn in de economie centraal stellen?
In dit nieuwe denken over economie is groei slechts een middel. Het doel is een duurzame en inclusieve samenleving. Dit heet de welzijnseconomie. Nicky schreef er een boek over, Welzijnseconomie: Hoe en waarom de economie moet veranderen en past dit nieuwe denken toe in haar onderzoek.
Anders leren denken
In de Venserpolder in Amsterdam werkt ze, op verzoek van de gemeente, samen met bewoners aan indicatoren die kunnen meten hoe het met mensen in de wijk gaat. Ze kijken bijvoorbeeld naar stress en eenzaamheid en groen en ontspanning. De vraag die centraal staat is: Hoe kun je samen met bewoners bepalen wat een goede wijk is?
Vanuit welzijnseconomie, vertelt Nicky, kijk je naar wat er al is, waar je op kunt voortbouwen en wat je sterker kunt maken. Daarom betrekken we bewoners uit de wijk. Via hen krijgen we bijvoorbeeld zicht op mensen die in statistieken onzichtbaar blijven. Op deze manier beleid maken is wel een stuk complexer, want het is geen simpele optelsom meer. Economen, beleidsmakers en politici moeten op een andere manier leren denken.
Video: presentatie Nicky
Nieuw vocabulaire
Om tot een nieuw verhaal te komen, is een nieuw vocabulaire nodig. Tijdens de doordenkavond maakten we woordwolken om de woorden te verzamelen die we nodig hebben. Hieruit bleek dat de beleidsmatige kijk, de focus op welzijn en het subjectieve perspectief van een bewoner bij de sprekers andere accenten krijgen:
In de eerste wolk (links), gebaseerd op het idee van menging uit de presentatie van André, valt op dat vooral over bewoners wordt gesproken: sterke schouders, tweedeling, rolmodellen, migratieachtergrond, homogeniteit, etc. In het vocabulaire van de welzijnseconomie uit het verhaal van Nicky (rechts) komt de bewoner en vooral hun perspectief meer naar voren, het verhaal dat met bewoners wordt geschreven. Indicatoren als stress, groen en veiligheid zijn belangrijk in het verhaal en ook het bestuurlijk pragmatisme, welzijn in de wijk en eigenaarschap.
Persoonlijk perspectief
In de laatste woordenwolk, op basis van de voorgelezen column van Harriet, komt dit subjectieve perspectief nog sterker tot uitdrukking: matraspanden, wietpanden, stapelbedden en woonuitbuiting zijn aan de orde van de dag:
Harriët vertelt in haar column over haar buurtleven in Carnisse. Vloek van Carnisse is de woonuitbuiting door huisjesmelkers, vertelt ze. De strijd tegen huisjesmelkers is verloren. De handdoek is door de gemeente al in de ring gegooid voor er ook maar een stootje is uitgedeeld. Toch woont ze nog steeds graag in Carnisse. Ze heeft contact mensen van allerlei afkomst en inkomensniveaus. “Ja, ook met mensen waarvan ik eerst dacht, daar moet ik niets van hebben!”, lacht ze. Ze merkt dat dat positief effect heeft.
De ironie is: deze menging heeft plaatsgevonden zonder dat er ooit in de buurt geïnvesteerd is. Sterker nog, de gemeente wilde de Fazantstraat slopen om plaats te maken voor hogere inkomens, maar had niet door dat die inkomens daar al woonden. Menging door sloop is gemakzuchtig besluit Harriët. Menging is typisch Rotterdams, dat gebeurt toch wel, of je dat nu wilt of niet.
Video: column Harriët
Leesvoer
Nog niet uitgedacht? Dit is de doordenk lees-, kijk- en luisterlijst #2:
In aanloop naar de verkiezingen 2022 programmeert Recht op de stad in samenwerking met AIR zeven publieke avonden waarop we een woonkwestie publiek doordenken. Lees meer over het programma in de aankondiging Wijzer over wonen: doordenkavonden in aanloop naar verkiezingen.
Op 30 november publiceerde het gerechtshof in Den Haag haar uitspraak met betrekking tot het door woningcorporatie Vestia ingestelde hoger beroep tegen één van de laatste nog zittende bewoners in de door haar geteisterde* Tweebosbuurt. Opnieuw rechtdoende is bepaald dat de huurovereenkomst tussen Vestia en Gerard Bijlsma (84) zal eindigen op 1 maart 2022. Uiterlijk op die datum moet dhr. Bijlsma zijn huis ontruimen. Ook is hij veroordeeld in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep. Daarmee is het tussen partijen gewezen vonnis van de kantonrechter in de rechtbank Rotterdam d.d. 10 januari 2020 vernietigd.
beschouwing door Roland Huguenin
Conclusie en motivatie gerechtshof Volgens het gerechtshof heeft Vestia zich terecht op ‘dringend eigen gebruik’ beroepen. Het hof zal daarom bepalen dat de huurovereenkomst met dhr. Bijlsma eindigt. De datum van 1 januari 2020 die in de inleidende dagvaarding wordt genoemd is inmiddels verstreken. Vestia heeft in hoger beroep gesteld dat zij, om de korting op de verhuurderheffing te verkrijgen, bij voorkeur op 1 januari 2022, maar uiterlijk op 1 februari 2022, de woning tot haar beschikking moet hebben. Het hof is van oordeel dat het redelijk en passend is dat dhr. Bijlsma ongeveer drie maanden de tijd heeft na dit arrest om zijn woning te ontruimen. Dhr. Bijlsma zal daarom worden veroordeeld de woning te ontruimen op uiterlijk 1 maart 2022. Hij wordt in het ongelijk gesteld zodat het hof hem zal veroordelen in de kosten van het geding in eerste aanleg en in hoger beroep. Hiermee is een bedrag gemoeid van € 4.930,02.
In haar beoordeling van het hoger beroep is het hof uitgegaan van de volgende feiten. Vestia is een toegelaten instelling als bedoeld in artikel 19 van de Woningwet. Dhr. Bijlsma huurt sinds 17 november 1987 van Vestia een woning gelegen in de Tweebosbuurt.
In maart 2010 heeft de toenmalig minister van VROM/WWI aan oud-minister Wim Deetman en voormalig burgemeester Jan Mans gevraagd een advies uit te brengen over de problematiek op Rotterdam-Zuid. Het verzoek aan Deetman en Mans was het volgende: ‘Maak een analyse van de bijzondere situatie op Zuid en de aangrijpingspunten voor interventies en strategiebepaling. Het gaat om een integraal onderzoek waarbij het uitgangspunt is dat de problematiek wordt gekeerd door middel van een samenhangende systeemaanpak.’
In februari 2011 is het Eindadvies van Deetman en Mans over aanpak van Rotterdam-Zuid uitgebracht. Het rapport heet: ‘Kwaliteitssprong Zuid: ontwikkeling vanuit kracht’. In het advies is onder meer opgenomen (pagina 7): ‘Zuid kent een omvangrijke stapeling van sociaal-economische problemen in het zwakste deel van de woningmarkt in Nederland. Deze stapeling van problemen is qua omvang en intensiteit ongekend op Nederlandse schaal.’ In het advies is verder opgenomen dat onder meer de deelgemeente Feijenoord laag scoort op de veiligheidsindex.
Ten aanzien van de woningvoorraad staat in het advies (pagina 8): `Er zijn aanzienlijke problemen op Zuid. Er is sprake van een zeer omvangrijke, kwetsbare, gestapelde woningvoorraad en de omvang en/of de kwaliteit van de buitenruimte laat op veel plaatsen te wensen over. In verschillende wijken wonen gezinnen in (te) kleine en verouderde woningen. (…).’
Het advies heeft betrekking op drie pijlers: A. Talentontwikkeling B. Economische versterking C. Fysieke kwaliteitsverbetering Het rapport onderscheidt binnen die pijlers de volgende acht prioriteiten: 1. Wegwerken taalachterstanden 2. Ontwikkelen doorlopende leerlijnen 3. Ontwikkelen ‘soft skills’ beroepsbevolking 4. Stimuleren bedrijvigheid in de wijk 5. Concretiseren nieuwe economische dragers 6. Onderhouden basisniveau ‘schoon, heel en veilig’ 7. Verbeteren kwaliteit particulier woningbezit 8. Herstructurering deel van de particuliere woningvoorraad Ten aanzien van pijler C is in het rapport opgenomen (pagina 18) dat in de wijken Oud-Charlois, Tarwewijk en Carnisse, de wijken met veel particulier bezit, de belangrijkste fysieke verbeteropgaven voor Zuid liggen. Volgens het advies van Deetman en Mans was het echter ook noodzakelijk dat corporaties en de gemeente Rotterdam op korte termijn zouden inventariseren wat ‘de opgave’ is in de andere wijken op Zuid (pagina 20).
Duiding en commentaar Het rapport van Deetman en Mans is de blauwdruk van het Nationaal Programma Rotterdam Zuid, het beleidsplan waarmee de gemeente, geruggesteund door het rijk, de complexe sociaal-maatschappelijke problematiek op Zuid wil bestrijden. Het is lovenswaardig dat de gemeente zich inspant om haar achterstanden in monitoring, beheer en onderhoud van achterstandswijken gelegen op de zuidoever van de Maas, serieus te nemen en op te lossen. De manier waarop dit programma wordt geïnterpreteerd en uitgerold, wereldvreemd en rigide, is onthutsend.
Zuid kent nog steeds een opeenstapeling van achterstanden en daaruit voortkomende problemen. Het welvaartsniveau van een zeer aanzienlijke groep burgers is er schrijnend laag. Op zich is de wooncrisis niet veroorzaakt door de volkshuisvestingsproblematiek op Zuid. Wel kan worden vastgesteld dat het recht op huisvesting, een grondrecht, is opgeofferd ten bate van de vastgoedmarkt. Daardoor is wonen niet langer een grondrecht en daarmee een eerste levensbehoefte, maar verworden een bijverschijnsel van een beleggingsmarkt waarin zeer grof geld wordt verdiend over de ruggen van vele mensen die een ‘normaal’ leven willen opbouwen.
De gemeente is er alles aan gelegen om de vastgoedmarkt te faciliteren. Kosten nog moeite worden gespaard om Rotterdam happening te maken. Winnaars die toch al riant profiteerden, winnen royaler dan ooit, ten koste van een groeiende groep dienstbare burgers die zich ziet genoodzaakt om steeds meer huurpenningen op te hoesten of te blijven wonen in een situatie die allang niet meer past bij status en leeftijd.
NPRZ, Leefbaarometer en Rotterdamwet zijn door gemeente en rijk zo gewiekst in elkaar vervlochten dat winstmaximalisatie de enig mogelijke uitkomst blijkt te kunnen zijn. Gentrificatiebeleid blijkt dus een uitstekend instrument te zijn om de stadssamenleving wit te wassen. Vestia speelt in deze een gevaarlijk spel, waarvan de gevolgen niet zijn te overzien. De nu nog grootste woningcorporatie van Nederland verkeert al tien jaar in zwaar weer. In plaats van zich principieel uit te spreken tegen de ontwikkelingen die moeten leiden tot de ontmanteling van de sociale woningvoorraad, stapte ze in grootse beleggingsavonturen en ging daarin keihard onderuit. Nu zij als noodlijdend ‘bedrijf’ het eigen vege lijf moet zien te redden, keert zij zich tegen haar eigen klandizie. Om de financiële gevolgen van de door het rijk ingestelde verhuurdersheffing enigszins te kunnen dempen, wordt de RVV-bijdrage (slooppremie) van datzelfde rijk met hand en tand bevochten en worden bewoners van de Tweebosbuurt getweebost.
* Het in de eerste alinea van deze tekst gebruikte woord geteisterde, lijkt in strijd met een objectieve weergave van feiten. Ondergetekende meent er goed aan te doen door toevoeging van dit bijvoeglijk naamwoord het door de gemeente Rotterdam en woningcorporatie Vestia ontketende drama samen te vatten, dat bewoners van de Tweebosbuurt door hen werd opgedrongen. Met de sloop van 535 portiekwoningen zijn vele mensenlevens ontheemd en zijn de fysieke leefwereld en de daarin bestaande sociale verbondenheid, waarin bewoners van deze oude volksbuurt hun bestaan leidden, volledig vernietigd, zonder hen compensatie te geven die hun leed doet verzachten en zonder hun buurt op een humane manier te rehabiliteren. Deze mensen en de verwaarloosde woningen waarin ze woonden, gelegen in verslonsde straten, vormden kennelijk een zodanig gecompliceerd probleem, dat de gedane robuuste ingrepen principieel rechtvaardig zijn.
Op 10 januari 2020 werden 17 huurders door de kantonrechter in de Rotterdamse rechtbank in het gelijk gesteld, omdat deze rechter zich grondig had verdiept in het dossier en daaruit concludeerde dat Vestia geen overtuigende onderbouwing had gegeven in haar claim op dringend eigen gebruik van vier historische woonblokken ten behoeve van de noodzakelijk geachte sloop. Sloop om noodzakelijk geachte nieuwbouw van grotendeels luxueuze appartementen te kunnen realiseren, waarbij niet werd gestuurd op basis van een transparant en solide inspraakproces, waarin zittende huurders vanaf de planfase werden meegenomen in de door Vestia gewenste veranderingen, voeg ik daar ruimhartig aan toe. Toch ontstond er euforie en hoop op een positieve wending ten gunste van het toekomstperspectief van de zittende bewoners, die voorzichtig begonnen te hopen op het behoud van hun woningen en hun buurtgemeenschap.
Wie de rechtspraak in de afgelopen decennia een beetje heeft gevolgd, had kunnen voorzien dat deze rechterlijke uitspraak niet veel meer dan een dwaling in positieve zin kon zijn, die aanleiding gaf tot een juridische correctie en niet als startpunt van een hoopvolle koerswijziging mocht worden opgevat. Het gros van de vele processen die de afgelopen decennia door burgers worden aangespannen tegen overheden en bedrijfsleven, worden immers in hun nadeel beslecht. Dat gebeurt om de even simpele als ontluisterende reden dat gronden voor de ‘winst’ van machtige partijen al zijn vastgelegd in ondoorzichtige wetten en bepalingen. Burgers hebben nauwelijks kans om deze bureaucratie te overwinnen, alleen al omdat zij zelden in staat zijn om hoge proceskosten te kunnen betalen en/of de beste advocaten in de hand te kunnen nemen. Die laten zich immers veel liever vorstelijk belonen door de beoogde winnaars van de stad.
Toch waren de vele huurders in de sociale sector, die zich de laatste jaren actief verzetten tegen verdringing uit hun huizen en buurten, terecht ontzettend blij met de uitspraak van 10 januari 2020. Het gaf ze de inspiratie om te volharden in hun verzet. De strijd in de Tweebosbuurt werd daarmee een nationaal symbool van ongelijkheid en discriminatie. Bovendien is de jurisprudentie goed bruikbaar in toekomstige rechtsprocedures.
De recente uitspraak van het gerechtshof, in het hoger beroep van Vestia, bekroont de ondergang van de Tweebosbuurt. Na jaren van verzet en strijd, is de ontluisterende conclusie dat bewoners in deze woonbuurt zijn verjaagd om de ambities van rijk en gemeente te kunnen realiseren. De uitspraak van het gerechtshof laat zien dat levens van mensen aan de zogenaamde ‘onderkant van de samenleving’ teniet kunnen worden gedaan door overheidsbeleid dat voorziet in een juridisch kader dat deze mensen mag manipuleren, discrimineren, uitsluiten, angst inboezemen en kansloos maken.
Ondergetekende was aanwezig bij de zitting op 26 oktober j.l. Hoewel de sfeer in de rechtbank tamelijk gemoedelijk was, de rechter nam de tijd om technische problemen op te lossen, zodat het pleit van de beklaagde partij kon worden onderbouwd met een video-opname, was ook duidelijk zichtbaar dat er een procedure werd doorlopen waarin de macht van de gevestigde orde op voorhand een flinke voorsprong had. Het pleit van de advocaat van Vestia was lang en overladen met onderbouwende feiten, die werden gedeclameerd op een geërgerde toon. De uitspraak kon niet anders dan gunstig uitvallen voor de eisende partij.
Alvorens zijn eigen advocaat het woord nam, las Gerard Bijlsma ter inleiding van diens pleit, een persoonlijke brief aan de rechtbank voor. Hij staat mij toe om die hier te publiceren.
Edelachtbaren,
Zoals mijn advocaat al geschreven heeft wil ik geen nieuw aanbod. Ik hou vol tot het einde. Ik vecht voor het behoud van onze buurt, voor de medemenselijkheid. Ik ga goed met mijn buren om en wij helpen elkaar overal mee. De Tweebos mag nooit meer gebeuren en daarvoor ga ik tot het einde. Tot voor cassatie.
Mijn huis is goed en dat van mijn buren ook. Alleen aan de buitenkant moet wat gebeuren. Het is heel slecht dat Risna, Edwin en Miriam uit hun huis zijn gegooid. Zij vechten ook voor het behoud van de buurt. Door al die regiezittingen zijn wij onder druk gezet er uit te gaan. Edelachtbaren u staat niet boven de partijen. De vleermuizen zijn verjaagd, nu wij nog.
Volgens Vestia was ik een goede huurder. Ik kreeg een grote bos bloemen en zij zouden er alles aan doen om een goede woning te regelen. Alleen toen ik niet tekende, werd er gedreigd met een rechtszaak.
Ik woon in december 83 jaar in de De la Reystraat en ben nog steeds actief als vrijwilliger eerst 25 jaar bij de gemeente, heb een Erasmusspeld ontvangen van burgemeester Aboutaleb in april 2014. In 2015 was ik Rotterdammer van het jaar. Van 2018 tot 2021 heb ik op een billboard gestaan echt groen. Waarschijnlijk gesponsord door Vestia. Ik voel dat ik een schop onder mijn kont krijg. Mijn vader is gedeporteerd, maar ik laat dat niet gebeuren.
De rechters zijn partijdig. Ik heb gelezen in de brief van onze advocaat wat de rechter zegt over ons vonnis. De rechter zegt dat hij zal ontbinden. Boodschap aan alle huurders: geef maar op het is toch al verloren. Ik krijg steeds meer de indruk dat de heer Benneker op de schoot van de rechter commissaris zit en hem souffleert. In het verslag van de regiezitting van 21 juli van George Verhaegen: Ik lees “kort gedingetje”. En als er weer een huurder opgeeft, “dat gaat de goede kant op”. En bij Dobber “hij heeft niet in de gaten, dat…”
In het programma Buitenhof zei de heer Costers de ex president van de Hoge Raad, dat als rechters hun eigen oordeel willen volgen ze soms op het matje worden geroepen van “waar ben jij nou mee bezig”. Ik zie de rechtsstaat, zoals hij in Rotterdam functioneert als een aanfluiting. Er word gezegd wij gaan een nieuwe wijk bouwen met dure woningen. Dan zijn we gelijk van die armoedzaaiers af. En die mensen met migratieachtergrond.
Wij hebben ook nog overleg gevoerd met Vestia en twee mediators. In de laatste bijeenkomst zouden er 40 woningen blijven staan. Een paar dagen later werd het overleg gestaakt en kregen we 11 woningen in de Van Riebeekstraat aangeboden. Vestia wilde zich niet aan de afspraak houden, onacceptabel.
Edelachtbaren, houdt uw rug recht en spreek recht. U bent toch geen marionet van Vestia. Ik eindig met de woorden, edelachtbaren laat het niet zover komen.
Gerard Bijlsma
===== ===== ===== ===== ===== =====
Lees ook het persoonlijk portret van Gerard Bijlsma “Ik laat me niet intimideren” in de rubriek Wonen in blessuretijd
===== ===== ===== ===== ===== =====
Het lot van Gerard Bijlsma symboliseert het lot van alle voormalige bewoners van de Tweebosbuurt. Het verzoek tot uitverhuizing ontvingen de bewoners via een dreigbrief waarin werd aangedrongen op acceptatie en inwilliging op last van proceskosten en uitsluiting. Zonder enig vooroverleg, laat staan betrokkenheid en inspraakrecht in de planfase, werden bewoners geconfronteerd met een voldongen feit: zoek zelf een andere huurwoning en lever de sleutel van je huidige woning in. Vestia koos doelbewust voor een communicatiestrategie waarin wantrouwen en manipulatie leidend waren.
Gelukkig stonden de bewoners niet alleen en kregen zij veel hulp, steun en media-aandacht. Toch is het eindresultaat schamel en bedroevend. Gemeente en corporatie hielden de poten stijf. Het door hun ingezette gentrificatiebeleid was en bleef leidend. Compromissen, in welke vorm dan ook, bleven onbespreekbaar. De progressieve fracties in het Rotterdamse college hielden liever vast aan hun (on)macht en zagen in de ellende van de Tweebosbuurt geen grond om zich terug te trekken uit het coalitieakkoord. Na tweeënhalf jaar is de wooncrisis groter dan ooit, is de groep woningzoekenden met een smalle beurs gestegen tot naoorlogse waarden en is er sprake van een verzengende inflatie op de woningmarkt. Iedereen zou gaan profiteren van de marktwerking was de grote belofte van de VVD. Grootverdieners bulken inderdaad van het geld en leven in een ongekende weelde. Voor ‘gewone’ mensen worden er nauwelijks huizen gebouwd of gerenoveerd.
Tot slot een persoonlijke oproep aan u, Vestia directeur Robert Straver. Na de zitting van 26 oktober zag ik dat u op uw opponent Gerard Bijlsma toeliep. U keek hem vriendelijk aan en zei “Je bent een held” tegen hem. Voor mij is het een raadsel wat u met die woorden heeft bedoeld en welke consequenties u daar aan verbindt. Het is in u te prijzen dat u dhr. Bijlsma ontlast van de vernederende verplichting tot het betalen van de proceskosten. In mijn optiek, in deze sprekend namens Recht op de stad, kunt u een breder gebaar maken, dat in deze casus getuigt van uw menselijkheid. Geef Gerard Bijlsma een mooi huis, naast de botanische tuin. Nog mooier zou het zijn als u het bedrag ter vergoeding van de opgedragen proceskosten vertienvoudigt tot € 49.300,20 en dat als eerste inleg steekt in het nieuw te vormen Gerard Bijlsma Fonds, een onafhankelijk gremium dat zich inzet voor het realiseren van groene, duurzame en/of innovatieve initiatieven van mensen die in de gemeente Rotterdam een sociale woning huren.
Recht op de stad maakt zich hard voor de betaalbaarheid van het wonen in Rotterdam. In deze derde doordenkavond gaan we daarom in op twee kanten van die vraag. Welke krachten bepalen de prijs van het wonen? En hoe ontwikkelt de Rotterdamse woningvoorraad zich in dat krachtenveld?
Maandag 13 december | Online vanuit het Gemaal op Zuid: de avond is rechtstreeks te volgen via het YouTube-kanaal van AIR (aanmelden niet nodig) | 20.00 – 22.00 uur
Sprekers
Matthijs Korevaar (econoom/woningmarktonderzoeker EUR) over dure huizen, veel geld? Hoe bepalen financiën hoeveel woningen waard zijn en wie ze bezit? Waarom zijn jubeltonnen en startersleningen niet de oplossing, maar het probleem? Welke financiële strategieën kunnen ons uit de wooncrisis helpen; en gelijk de alsmaar toenemende vermogensongelijkheid in Nederland verkleinen? Moeten we wachten op Den Haag of kan de gemeente Rotterdam ook iets doen?
Kees Jonker (journalist/blogger) reconstrueert de berekeningen van de sociale woningvoorraad die ten grondslag liggen aan de gemeentelijke Woonvisie; en aan de recente evaluatie van dit beleid. De gemeentelijke berekeningen kloppen voor geen meter of – zoals dat netjes heet – dienen te worden genuanceerd. Onder andere vanwege de inschattingen van betaalbare woningen op de particuliere huurmarkt en de koopmarkt. Al dat gegoochel met cijfers levert uiteraard geen enkele extra nieuwe sociale huurwoning op. Maar hopelijk leidt het er wel toe dat misverstanden over de sociale voorraad uit de wereld worden geholpen.
Bart Kesselaar (Havensteder) over de (openbare en ‘geheime’) positie van woningcorporaties hierin.
Intermezzo van Piet Vollaard. Hij dwaalt met ons door ‘The Babylonian Tower of modernity’ van Carlijn Kingma.
Moderator: Arie Lengkeek
Leesvoer
Wil je vooraf alvast wat lezen of je achteraf verdiepen? Dit is de doordenk lees-, kijk- en luisterlijst #3:
‘Niet alleen VVD telt mee‘ (artikel, Kees Jonker). Over de sommetjes rond de sociale huisvoorraad.
In aanloop naar de verkiezingen 2022 programmeert Recht op de stad in samenwerking met AIR zeven publieke avonden waarop we een woonkwestie publiek doordenken. Lees meer over het programma in de aankondiging Wijzer over wonen: doordenkavonden in aanloop naar verkiezingen. Lees hier een verslag van de eerste doordenkavond over grond.
Op 16 en 18 november was er gelegenheid voor burgers om bij de gemeenteraad in te spreken over de Rotterdamse omgevingsvisie. Het college van B en W heeft afgelopen juli een voorstel gedaan voor de omgevingsvisie, ‘De Veranderstad, werken aan een wereldstad voor iedereen’.
Mustapha Eaisaouiyen van Recht op de stad sprak in over de voorgestelde omgevingsvisie, voor het deel dat gaat over wonen. De voorgestelde omgevingsvisie houdt de uitgangspunten van de huidige Woonvisie 2030 in stand en biedt dus geen antwoord op de groeiende wooncrisis. Het beleidsdoel ‘wijken in balans’, wat betekent dat een groot deel van de goedkope woningen verdwijnen en worden vervangen door duurdere woningen, vooral op Zuid, wordt ook in de omgevingsvisie benoemd.
Zorgen over ‘moderniseringslocaties’
Recht op de stad maakt zich zorgen over het voorstel in de omgevingsvisie om alle ‘focuswijken’ aan te wijzen als ‘moderniseringslocaties’ (op pagina 105). In de eerste conceptversie ging het alleen om de ‘focuswijken’ op Zuid, in de huidige conceptversie zijn daar de ‘focuswijken’ in West aan toegevoegd. In een eerdere conceptversie van de omgevingsvisie (p. 153) staat het aanwijzen nodig zou zijn voor de “grondige aanpak” van 35.000 woningen die onder het NPRZ vallen. “Grondige aanpak” wil zeggen “sloop nieuwbouw, kluswoningen of samenvoegen.”
In de toelichting van wethouder Kurvers (p. 7, pdf hier) wordt duidelijk dat het aanwijzen van wijken als ‘moderniseringslocatie’ nodig is om onteigening en de Wet voorkeursrecht gemeenten (Wvg) te kunnen toepassen. De Wvg betekent dat huiseigenaren hun woning alleen nog mogen verkopen aan de gemeente. Hierdoor heeft de gemeente meer mogelijkheden voor het duurder maken van woningen, bijvoorbeeld door slooprenovatie of samenvoegen.
Onteigening en de Wvg worden door de gemeente nu ook al toegepast en we hebben in het recente verleden gezien tot welke ellendige gevolgen onteigening en de Wvg leiden, bijvoorbeeld in de Veldstraat en in de Fazantstraat. Ook in Oud-Carnisse heeft de Wvg geleid tot woede onder bewoners. Het is teleurstellend en onbegrijpelijk dat het college, na het verzet en verdriet dat door deze besluiten is veroorzaakt, niet bereid is een andere weg in te slaan.
Zeggenschap
In zijn inspreekbijdrage zegt Mustapha hierover:
“Het kan dus niet zo zijn dat de gemeente of het NPRZ bepaalde wijken of buurten tot moderniseringsgebied benoemt en vervolgens dat als vrijbrief gebruikt om over de Rotterdammers heen te beslissen. Inmiddels heeft de brancheorganisatie van woningcorporaties Aedes een artikel daarover uitgebracht met de titel ‘Stop met etiketten plakken’. Een citaat:
We weten hoe we wijken anders moeten inrichten
Nee, dat weten we helemaal niet. En dat moeten we ook niet wíllen weten, want dan stellen we geen vragen meer. Wij moeten steeds opnieuw aan mensen in de wijken en buurten vragen wat zij nodig hebben om goed te kunnen wonen en leven. Vanuit oprechte belangstelling. Onze aannames sluiten lang niet altijd aan bij het eigen leven van bewoners (einde citaat).
Kortom: Nothing about us, without us.”
De Wet voorkeursrecht gemeenten en onteigening zijn per definitie geen middelen die uitgaan van participatie, laat staan van zeggenschap van burgers. Met de inzet van de Wvg en onteigening wordt over de hoofden van bewoners heen besloten wat er met hun woonomgeving gebeurt.
Onze visie op wonen
Onze visie op wonen en op stedelijke ontwikkeling hebben wij uiteengezet in ons betere plan voor wonen, waarin het recht op huisvesting centraal staat. Wij pleiten voor ‘wijken voor iedereen’, het creëren van woonruimte op basis van de woonbehoefte van huidige en toekomstige bewoners en het ontwikkelen van wijken met respect voor de sociale en cultuurhistorische waarde van wijken.
Wij pleiten ook voor volwaardige zeggenschap voor bewoners. Dit wordt momenteel door wethouder Kurvers met de woningcorporaties uitgewerkt. Niet voor niets hebben wij erop aangedrongen dat er ook zeggenschap moet zijn voor eigenaar-bewoners en particuliere huurders die worden geconfronteerd met herstructurering van hun wijk. Lees hier de hele inspreektekst van Mustapha.
—
Achtergrond
Wat is een omgevingsvisie? Volgens de Rijksoverheid is dat “één integraal verhaal over de fysieke leefomgeving. Denk aan cultureel erfgoed, water, wonen, milieu, landschap, gezondheid, bodemkwaliteit, mobiliteit, economie en vestigingskwaliteit.” De omgevingsvisie moet tot stand komen op basis van participatie. Alle gemeenten zijn vanwege de nieuwe Omgevingswet, die in werking treedt op 1 juli 2022, verplicht om een omgevingsvisie op te stellen. De Rotterdamse omgevingsvisie ‘De Veranderstad’ zal de in 2007 vastgestelde Stadsvisie voor 2030 (pdf hier) vervangen. De concept-omgevingsvisie kun je hier lezen (pdf).
Woonbeleid en grondbeleid zijn met elkaar verweven. Elk gesprek over wonen, van kopen en sociale huur tot alternatieve woonvormen, loopt vast als het niet ook is verankerd in grondbeleid. Hoe bepalen grondwaardes wat er gebeurt in de stad? En als we een ander woonbeleid willen, wat moet er dan veranderen aan ons grondbeleid? Tijdens de eerste doordenkavond van Recht op de stad en AIR zoeken we een antwoord op deze vragen.
Edwin Buitelaar en Gerben Kamphorst leggen uit wat grondbeleid is en hoe en op precies welk moment je wél kans maakt om het grondbeleid niet alleen op commerciële opbrengsten en de hoogste prijs in te richten. Keimpe de Jong maakt ons strijdvaardig met strijdlustige liederen en Arie Lengkeek praat de avond aan elkaar. Was je er niet bij? Of wil je het nog eens nalezen? Lees dan dit verslag, dat we beginnen met een lied.
Mini-college grondbeleid, misverstanden ontkracht
Beeld: Joke Schot
De eerst spreker, Edwin Buitelaar, is senior onderzoeker bij het Planbureau van de Leefomgeving en professor Land and Real Estate bij de Universiteit Utrecht. Hij legt uit hoe grondbeleid werkt. De belangrijkste uitspraak daarbij is: de huizenprijzen zijn niet hoog omdat de grond duur is. Nee: de grond is duur omdat de huizenprijzen hoog zijn. Vervolgens ontkracht hij voor ons drie misverstanden:
Voor betaalbaar wonen is het noodzakelijk dat de gemeente de grond bezit. De gemeente hoeft grond niet in bezit te hebben, om toch af te dwingen dat er betaalbare woningbouw gerealiseerd wordt. Sterker nog, als de gemeente grond in eigen bezit heeft, heeft een gemeente belang om de opkomsten van de eigen grond zo hoog mogelijk te maken.
Hoge grondprijzen zorgen voor hoge huizenprijzen. De prijs van een huis is geen optelsom van de kosten die gemaakt worden om een huis te bouwen. Het is precies andersom. De waarde van de grond is het geld dat overblijft nadat de kosten van de bouw van een woning van de prijs zijn afgetrokken. En dan begint de strijd: van wie is dat geld?
Het is normaal dat grond in private handen is. Het is niet per se normaal dat grond privébezit is. Sinds Napoleon wordt dat normaal gevonden, maar de grond is er zonder dat wij daar iets aan doen. We kunnen verbeteringen aanbrengen, zoals riolering, en die zijn wel van ons. Maar de grond hoeft niet in privébezit te zijn. In tegendeel, privaat bezit van grond heeft perverse effecten.
Video: presentatie Edwin
De eerste strijdliederen
Een goed verhaal wordt nog beter als het gezongen wordt! Muzikant en componist Keimpe de Jong schreef daarom speciaal voor deze doordenkavond een aantal strijdliederen over de wooncrisis. De ingrediënten voor een goed strijdlied zijn, zo legt hij uit, een leus, een lied en een plek waar je je lied wilt zingen. Beluister de strijdliederen.
Beeld: Joke Schot
Zo krijg je jouw initiatief van de grond
Nu we weten hoe grondbeleid werkt en hoe we van ons kunnen laten horen, legt Gerben Kamphorst uit wanneer we dat het beste kunnen doen. Gerben helpt gemeenten, particulieren en maatschappelijke organisaties bij het ontwikkelen van bijvoorbeeld wooncoöperaties en inwonersinitiatieven in gebiedsontwikkeling of energietransitie. Hij kent het verhaal dus vanuit alle hoeken van de tafel.
Beeld: Joke Schot
‘Wie probeert hier een idee van de grond te krijgen? En waar hebben jullie buikpijn van?’, vraagt hij de zaal. De handen gaan omhoog.
‘Hoe kun je ontkomen aan de marktprijs als je een sociaal initiatief wilt oprichten op restkavels in de stad?’, vraagt een architect. ‘Hoe kan de grondprijs van mijn huis in paar jaar tijd 7,5 keer zo hoog zijn worden?’, vraagt een bewoner. ‘Hoe krijg je een ander antwoord dan “Zo werkt het nou eenmaal” als je met beleidsmakers aan tafel zit?’, vraagt een gefrustreerde bezoeker. En, ‘Hoe ben ik gelijkwaardige partner van bureaucratische organisatie?’. Gerben heeft tips:
Vertel een goed verhaal aan de juiste mensen. Als je een idee hebt, zorg dat je een serieus verhaal hebt. Ken je begrippen en begrijp hoe planexploitatie en grondbeleid werken. Maar het grondbedrijf kan niets met jouw maatschappelijke boodschap als het geen beleid is. Zorg daarom dat je snel met politici en bestuurders om tafel zit die van maatschappelijke meerwaarde een beleidsmatige opdracht kunnen maken.
Zoek of zorg voor grond waaraan beperkingen zijn opgelegd. Marktwaarde is niet de enige waarde. De politiek kan beperkingen opleggen die de marktwaarde van een stuk grond kunnen opstuwen of drukken. Gerben noemt als voorbeeld de grondprijs voor beleggershuur in Amsterdam voor middenhuur. Als die over 25 jaar verkocht mag worden, dan kan de grond 5500 euro per meter kosten. Als dat stuk grond nooit verkocht mag worden en de huurverhoging beperkt is tot de inflatiecorrectie, kan de prijs dalen tot 500 euro per meter. Dat zijn voorwaarden voor ‘eeuwigdurende middenhuur’ waar beleggers voor terugschrikken. Maar deze voorwaarden passen juist bij de uitgangspunten van een wooncoöperatie als maatschappelijk initiatief. Wederom, daarvoor moet je bij je bestuurders zijn.
Wees er op tijd bij. Wees erbij als het bestemmingsplan wordt vastgesteld of gewijzigd. Dat is het moment waarop er bestuurlijk wordt vastgesteld welke functies er in een gebied komen. Dáár kun je invloed op uitoefenen. Anders ben je te laat.
‘Jij kan een zaadje zijn’
Dit alles is niet makkelijk en er hangt een hoop vanaf wie er in jouw gemeenteraad zit. Het probleem is: de gemeenteraad begrijpt grondbeleid vaak niet goed. Het is complex en de uitvoerende ambtenaren hebben alle kennis. Maar een wethouder van een grote gemeente, stelt Gerben, die weet echt wel hoe het zit. Dit beaamt ook onze speciale gast, Peter van Haasteren. Peter heeft jaren bij het Ontwikkelingsbedrijf Rotterdam gewerkt. Grondbeleid is politiek en dat moet in dienst staan van de gewenste ontwikkeling in de stad. Niet andersom, want streven naar maximale opbrengsten beperkt de mogelijkheden van wat er in de stad ontwikkeld kan worden, legt hij uit.
Gelukkig blijkt Gerben ook een motivational speaker: ‘Jij bent de hoop van je omgeving,’ rond hij zijn bijdrage af. ‘Jij kan een zaadje zijn. Neem mensen mee, ga met een ambtenaar op pad, ga met mensen praten. Als je begint, weet je niet waar het eindigt.’
Video: presentatie Gerben
Iedereen een kubieke meter
Om het enthousiasme en daadkracht van de bezoekers tot een hoogtepunt te stuwen eindigt Keimpe met een laatste strijdlied waarbij we op een grote trommel mogen slaan.
Beeld: Joke Schot
Uiteindelijk heeft het niet lang geduurd Voor Wielewaal en voor de Tweebosbuurt Ondanks protesten ging de beuk erin De slopershamer kreeg gewoon zijn zin En moesten de bewoners uit hun eigen straat Om plaats te maken voor gentrificaat
De stad glipt langzaam door je vingers heen De stad is blijkbaar niet voor iedereen Niet gek dat jij je buurvrouw daaglijks mist Die woont in Krimpen of in Spijkenis En in de nieuwbouw strijken and’re mensen neer Je wijkgevoel is er allang niet meer
Ja, dat is merkwaardig of meer nog, boosaardig En heel onrechtvaardig! Zo worden we strijdvaardig…
Verdelen kan beter! Iedereen z’n kubieke meter (4x)
In aanloop naar de verkiezingen 2022 programmeert Recht op de stad in samenwerking met AIR zeven publieke avonden waarop we een woonkwestie publiek doordenken. Lees meer over het programma in de aankondiging Wijzer over wonen: doordenkavonden in aanloop naar verkiezingen.
Na het Woonprotest in Amsterdam en de Woonopstand in Rotterdam is op zondag 14 november de volgende grote landelijke woondemonstratie in Den Haag: het Woonverzet. De demonstratie begint om 14:00 uur op de Koekamp en er wordt ook een mars gelopen door de stad. Recht op de stad steunt Woonverzet en enkelen van ons zullen zondag aanwezig zijn. De organisatie van Woonverzet kan nog vrijwilligers en donaties gebruiken, meer info hier.
Na de Woonopstand op 17 oktober in eigen stad zijn er verschillende andere woondemonstraties geweest: van vluchtelingengroep ‘We are still here‘ in Amsterdam, Woonprotest Arnhem, Woningnood Tilburg en Woonprotest Nijmegen. Op 21 november volgt nog het Woonprotest Utrecht en op 28 november is de Woonstrijd in Groningen.
Het Stadmakerscongres is vanwege corona verzet naar 14 februari 2022.
Op vrijdag 19 november organiseert AIR het Stadmakerscongres 2021, “dé Rotterdamse werkplaats en denkruimte van het stadmaken” vol met workshops, lezingen, debatten, tours en nog meer.
Moderator Frans Soeterbroek (de Ruimtemaker) gaat met mensen van het initiatief Recht op de stad, bewoners van de Wielewaal en andere betrokkenen en deskundigen in gesprek over de toekomst van het wonen in de stad en in het bijzonder de woonvisie van Recht op de stad.
Recht op de stad publiceerde ‘Het betere plan voor Rotterdam’, vijf punten voor een woonvisie die socialer en rechtvaardiger is en waarin de plannen samen met de bewoners gemaakt worden. Die oproep wordt herkend en gedeeld, ook door gemeente en corporaties. Maar de actuele praktijk staat hier nog ver vandaan. Als we met elkaar naar een nieuwe toekomst willen stappen, moeten we ook de huidige praktijk samen bespreken en onder ogen zien. Hoe kan bewonerszeggenschap er uit zien als we de vijf punten van dat ‘betere plan’ serieus nemen en concreet maken? Wat maakt het verschil?
We gaan dat concreet maken aan de hand van het plan dat bewoners van de Wielewaal als alternatief hebben ontwikkeld voor de sloop- en nieuwbouwplannen van de woningbouwcorporatie. We kijken hoe bewoners zoiets aanpakken, hoe ze daarbij deskundigheid en steun organiseren en wat ze daarin bereiken. Vervolgens gaan we met de aanwezigen het gesprek aan wat dit betekent voor hoe we met elkaar de stad en de wijken vernieuwen, gebruik makend van de agenda van Recht op de stad.
Minder sociale huurwoningen, meer (midden)dure woningen. Wat is het doel en wat weten we van de feitelijke effecten van deze menging-strategie? Als verbetering van het welzijn van alle bewoners het doel zou zijn, welke wijkinterventies zijn dan nodig? Hoe zouden bewoners daarover mee kunnen denken? We maken een begin met een ander verhaal.
15 november | Leeszaal West | 20.00 – 22.00 uur (deur open vanaf 19.30) | Entree is gratis | Aanmelden kan niet meer (we zitten vol)
Corona update
De doordenkavond gaat door, met een paar aanpassingen:
Er is plek voor 30 gasten.
We houden 1,5 meter afstand.
Aan de deur wordt je QR-code gecontroleerd.
Je moet bij binnenkomst je handen desinfecteren.
Sprekers
Stadssocioloog Wenda Doff gaat spreken over de veronderstelde en feitelijke bijdrage van ‘sterke schouders’ aan de buurt en de buren. Welzijnseconoom Nicky Pouw gaat spreken over alternatieve indicatoren voor het materiële, sociaal-relationele en subjectieve welzijn in een buurt. En columniste Harriet Duurvoort gaat spreken over haar ervaringen met een veranderende straat en grillig woonbeleid in Rotterdam-Zuid.
Leesvoer
Wil je vooraf alvast wat lezen of je achteraf verdiepen? Dit is de doordenk lees-, kijk- en luisterlijst #2:
In aanloop naar de verkiezingen 2022 programmeert Recht op de stad in samenwerking met AIR zeven publieke avonden waarop we een woonkwestie publiek doordenken. Lees meer over het programma in de aankondiging Wijzer over wonen: doordenkavonden in aanloop naar verkiezingen.
Het college van B&W houdt zich niet aan afspraken, regels en uitspraken met betrekking tot transparantie over voornemens tot sloop of renovatie van woningen waarbij bewoners moeten verhuizen. Dit maakt het moeilijk voor de gemeenteraad om het woonbeleid te controleren en bewoners weten niet waar ze aan toe zijn. Recht op de stad vraagt de gemeenteraad om de wethouder hierop aan te spreken en volledige openbaarheid te eisen. Wij vragen ons ook af waarom de woningcorporaties tegen het belang van hun huurders in handelen.
Tijdens het inspreken bij de BWB-commissie Bouwen en Wonen op 27 oktober over de Voortgangsrapportage Woonvisie editie 2020 kwam dit in verschillende bijdragen ter sprake. Bewoner Klaas Vis van het Patrimonium’s Hof (Bloemhof) wees de commissieleden erop dat nergens terug te vinden is in welk kader (bijv. NPRZ, Woonvisie) de plannen voor slooprenovatie van de woningen in Patrimonium’s Hof zijn gemaakt.
“Het houden aan afspraken, regels en uitspraken is niet het sterkste punt van dit college en de controle van de raad hierop laat veel te wensen over,” merkte Klaas Vis in zijn inspreekbijdrage op. In de twee overzichten van sloop- en renovatieplannen die de wethouder op verzoek de gemeenteraad maakt, d.d. 1 februari 2019 en 6 oktober 2021, schrijft de wethouder dat het overzicht niet volledig is omdat er over een deel van de woningen “nog communicatie met de bewoners zal plaatsvinden.” Deze woningen zijn echter wél al bekend bij de wethouder.
Dit is echter in strijd met de Wet overleg huurders verhuurders. De Huurcommissie maakt in een uitspraak van 6 maart 2019 (Wohv 072) duidelijk dat “het feit dat de verhuurder het voornemen om de woningen te slopen aan de gemeente heeft voorgelegd, zonder de bewoners voorafgaand over dit voornemen te raadplegen strijdig is met de geest van de Wet overleg huurders verhuurders.” Gelijksoortige uitspraken zijn ook terug te vinden in uitspraken van de rechtbanken in Maastricht en ’s Hertogenbosch. Lees de inspreektekst van Klaas Vis hier.
Namens Recht op de stad wees Gwen van Eijk de BWB-commissie op de geheime afspraken die de gemeente maakte met Woonstad, Havensteder, Vestia en Woonbron over de vermindering van het aantal sociale huurwoningen in 19 wijken. Dagblad010 onthulde in de afgelopen weken de geheime bijlage van de Bestuurlijke overeenkomst Wijken in Balans (te vinden als bijlage bij de inspreektekst).
Deze geheimzinnigheid over plannen is een serieuze ondermijning van elke poging om zeggenschap te regelen. Hoe kunnen bewoners meepraten en meebeslissen over plannen voor hun buurt als er geheime afspraken worden gemaakt?
In de BWB-commissie van 27 oktober is de wethouder hierop aangesproken. Maar in plaats van te erkennen dat er geen geheime afspraken zouden moeten zijn, gaat wethouder Kurvers nu onderzoeken hoe het document heeft kunnen lekken. Ook wil Kurvers weten of de corporaties willen blijven doen alsof de bijlagen geheim zijn, wat zou betekenen dat de vragen van PvdD-burgerraadslid Jaap Rozema over de geheime afspraken niet zullen worden beantwoord.
Op 27 oktober werd in de gemeenteraadscommissie Bouwen en Wonen de Voortgangsrapportage Woonvisie editie 2020 besproken. Recht op de stad en veertien bewoners uit verschillende buurten spraken tijdens de commissie in en uitten hun zorgen over het huidige woonbeleid.
Namens Recht op de stad verzochten Gwen van Eijk en Elizabeth Poot de commissie en de wethouder om de Woonvisie te herzien, te stoppen met lopende herstructureringsprojecten en het verder verkleinen van de sociale woningvoorraad, en volwaardige zeggenschap voor bewoners te regelen.
De Woonvisie kijkt dus niet naar wat er nodig is om de huidige en toekomstige Rotterdammers te huisvesten, maar zet beleid in om een ideaalplaatje van de Rotterdamse bevolking na te streven. Dit beleid brengt doelbewust betaalbare huisvesting voor mensen met een laag inkomen in gevaar.
Het recht op huisvesting betekent dat de overheid in haar woonbeleid juist extra aandacht moet hebben voor de huisvesting van kwetsbare groepen, waaronder mensen die dakloos zijn of dreigen dakloos te worden, mensen met een laag inkomen die zijn aangewezen op de sociale sector, mensen met een beperking en ouderen. Woonbeleid dat tot doel heeft om het aantal betaalbare woningen te verminderen, zoals de Woonvisie beoogt, staat daar juist lijnrecht tegenover.
Uit de Voortgangsrapportage over 2020 blijkt dat het aantal woningen in de sociale sector veel sneller afneemt dan verwacht en dat het doel – namelijk: 60% sociale woningen in 2030 – nu al is bereikt. De prijsontwikkelingen in de particuliere huursector zijn daarin nog niet eens meegenomen, terwijl alle signalen wijzen op enorme huurprijsstijgingen en het beleid daar maar beperkt iets aan kan doen.
Daarmee is het streefgetal uit de Woonvisie voor 2030 nu al volledig gehaald. Het grootste deel van de daling komt door de particuliere sector, koop en huur. Daarmee wordt weer eens bewezen hoe weinig grip de gemeente op deze woningvoorraad heeft.
Misschien biedt dit meer kansen voor de zogenaamde middeninkomens. In elk geval wordt het voor de lagere inkomens en starters steeds moeilijker om een huis in Rotterdam te vinden en dat is wel de groep waar onze stedelijke samenleving op draait, zoals in de supermarkt, het openbaar vervoer, pakjesbezorgers etc. etc.
Nu verder gaan met het verkleinen van de goedkope woningvoorraad brengt de beschikbaarheid van betaalbare woningen voor lage inkomensgroepen verder in gevaar. Dit alleen zou reden genoeg moeten zijn om de Woonvisie nu te herzien en de geplande vermindering van de sociale voorraad op te schorten.
Wij spraken ook onze zorgen uit over de geheime afspraken die de gemeente maakt met de grote woningcorporaties over de vermindering van de sociale voorraad in 19 wijken, zoals in de afgelopen weken werd onthuld door Dagblad010.
Deze geheimzinnigheid over plannen is een serieuze ondermijning van elke poging om zeggenschap te regelen. Hoe kunnen bewoners meepraten en meebeslissen over plannen voor hun buurt als er geheime afspraken worden gemaakt?
Ook veertien bewoners uit de Tweebosbuurt, Wielewaal, Patrimonium’s hof, Pompenburg, Oostervantkwartier, HKT-blok en de Fazantstraat vertelden hun verhaal aan de BWB-commissie. Alle inspreekteksten zijn op de website van de gemeenteraad na te lezen (zie onder 2.05 alle stukken die betrekking hebben op de Voortgangsrapportage Woonvisie).
Wethouder Kurvers is niet voornemens de Woonvisie te weigeren, ook al gaf hij toe dat jaren geleden niet voorzien was dat de Rotterdamse woningmarkt zich zo zou ontwikkelen. We hopen dat onze bijdragen reden zijn voor een verdere inhoudelijke discussie in de komende gemeenteraadsvergadering over de Woonvisie en dat raadsleden tot de conclusie komen dat de Woonvisie voor 2030 tussentijds moet worden herzien.