© Foto Joke Schot juni 2021
In de serie ‘Wonen in blessuretijd – verhalen van Rotterdammers’ vertellen bewoners over hun persoonlijke wooncrisis. Deze keer Mustapha Eaisaouiyen (46) uit de tweebosbuurt.
Ik ben geboren in Marokko. In 1975 verhuisde ik op eenjarige leeftijd met mijn ouders naar Nederland. We kwamen terecht in de Hillestraat in Rotterdam. In het kader van de stadsvernieuwing werd ons huis daar onder handen genomen en zaten we tijdelijk in een woning aan de Brede Hilledijk. Daarna konden we terugkeren naar onze opgeknapte woning, waar ik tot mijn achttiende jaar verbleef. Toen verhuisden mijn ouders naar de Mondriaanflat in de Kaapstraat, waar ik nog een aantal jaren bij hen heb gewoond. Daarna woonde ik nog enkele jaren bij mijn zus in de Transvaalstraat en later zelfstandig in datzelfde huis. Vervolgens ging ik samenwonen op de Brede Hilledijk. In 2000 kochten we een nieuwbouwwoning op Katendrecht, helemaal achterin, vlak bij het water, die in 2002 werd opgeleverd. Na de scheiding moesten wij de woning verkopen. Voordat ik mijn huidige woning betrok, heb ik nog een tijdje bij mijn zus ingewoond.
Een groot deel van mijn leven heb ik in de Afrikaanderwijk gewoond. Het was hier vroeger veel gezelliger. Ik had echt een mooie jeugd. Veel van mijn vrienden zijn vertrokken, maar ik wil hier toch niet weg.
Ik kende de oude buurten hier. Er is heel veel veranderd. De echte Kapenezen zijn al jaren geleden weggebonjourd. De Afrikaanderwijk is al grotendeels getransformeerd. Nu wordt ook de Transvaalwijk aangepakt. Ramen en deuren worden dichtgezet met ijzeren platen.
De duurste woning van heel Nederland komt straks op de grens van Katendrecht en de Afrikaanderwijk te staan. Als je dat twintig, dertig jaar geleden had voorspeld, hadden ze je voor gek verklaard. Op Katendrecht wilde je nog niet dood worden gevonden. Dat is nu getransformeerd tot een zogenaamde succeswijk. Succes voor wie?
Toen ik zelf op Katendrecht woonde was de gezelligheid verdwenen. Van de authentieke sfeer was niets meer over. Ik kende sommige buren en daar bleef het bij. Vroeger kocht je gewoon een broodje kaas. Dat is vervangen door een bagel belegd met geitenkaas, wat snippertjes rucola, vage brokjes walnoot en een druppel honing à 7,50 euro. Dat is het verschil.
Ik kom uit een gezin met acht kinderen. Mijn twee oudste zussen waren al getrouwd en zijn in Marokko gebleven. De overige zes kinderen zijn in Nederland opgegroeid. Twee oudere zussen wonen al lange tijd in Groningen. Een broer woont in Boskoop, een zus woont achter de Laan op Zuid en een broer woont hier vlakbij in de Afrikaanderwijk.
In Marokko was mijn vader smid. Lichamelijk zwaar belastend werk. Hij is als arbeidsmigrant naar Nederland gegaan. Al vrij jong had hij problemen met zijn rug, waardoor hij werd afgekeurd en in de WAO belande. In 2004 is mijn vader overleden.
Vanaf mijn achtste jaar werkte ik op zaterdag en zondag van negen tot vijf in een cafeetje op de hoek van de Hillestraat en de Brede Hilledijk. Dat was een pension met café-restaurant. Dat heb ik vier jaar gedaan. Daarna heb ik op de markt gewerkt en ik was ook nog krantenbezorger. Natuurlijk deed ik ook gewoon mijn schoolopleiding. Na het V.W.O. begon ik met een studie aan de Erasmusuniversiteit. Dat liep niet goed omdat ik de juiste voorbereiding miste. Ik ben toen overgestapt naar de hogeschool voor economische studies, waar ik commerciële economie heb gestudeerd.
Na de studie ben ik als accountmanager bij een bank gaan werken. Daar was ik belast met personal banking, dat wil zeggen advisering van vermogende klanten over allerlei financiële producten. In de tien jaar dat ik daar was, heb ik veel geleerd. Gelijktijdig was ik ook eigenaar van viszaak Moby Dick in de Paul Krugerstraat. In 2002 raakte ik betrokken bij de plannen van mijn compagnon. We namen een bestaande shoarmazaak over. In de zomer gingen we enkele maanden dicht om de zaak te verbouwden. Enkele maanden later stopte mijn compagnon er mee.
Omdat ik flink had geïnvesteerd, zette ik door. Ik moest keihard werken. Die situatie zette mijn relatie onder druk. Dat was geen fijne periode voor ons. Van het opgroeien van mijn kinderen heb ik het nodige gemist.
Na de scheiding ben ik in januari 2018 op de Hilledijk in de Tweebosbuurt gaan wonen. Voor mij zat er een oude dame in deze woning. Zij was de eerste bewoonster en is hier gebleven tot ze overleed. Ik woon hier zeer naar mijn zin. Deze woning is in 1982 opgeleverd. Ik heb een ruime woonkamer en twee slaapkamers. Gezien mijn huidige gezinssamenstelling is de woning helaas te klein. Ik heb drie dochters. De jongste en de oudste pendelen op en neer en de middelste woont permanent hier. Als ze alle drie hier zijn, slapen er twee in de woonkamer.
Ik ben in deze buurt gaan wonen om mantelzorg aan mijn moeder te kunnen geven. Zij woonde in de Christiaan de Wetstraat. Ik had dus de intentie om hier lange tijd te gaan wonen. Ik heb het hele huis grondig opgeknapt. Alle kozijnen, deuren, ramen, wanden en vloeren zijn opnieuw bekleed. Ik heb intensief voor mijn moeder gezorgd. De laatste jaren dementeerde ze. Eind vorig jaar is ze overleden.
Ik ben geboren in Beni Sidel, een kustdorp in het noorden van Marokko. Uiteraard heb ik geen herinneringen aan die korte periode. Inderdaad, burgemeester Aboutaleb is geboren in hetzelfde dorp als ik, maar dat schept geen band. Hij heeft mij enorm teleurgesteld. Pas toen de problemen in de Tweebosbuurt al twee jaar speelden liet hij zijn gezicht een keer zien in deze buurt. Rijkelijk laat. Ik heb mijn teleurstelling daarover aan hem duidelijk gemaakt, omdat hij er prat op gaat dat hij wekelijks een dag doorbrengt in Carnisse. Hij voelde zich beledigd door die constatering. In niet mis te verstane bewoordingen liet ik hem weten dat hij zaken niet moet omdraaien en niet het recht heeft om zich beledigd te voelen. Die ontmoeting heeft een onuitwisbare indruk op mij gemaakt. Ik sta volledig in mijn recht, want zo ga je niet met mensen om.
Aboutaleb is een trotse man en zal zich niet snel laten beïnvloeden. Samen met meneer Kurvers houdt hij vier handen op één buik. Triest. Aboutaleb is voorzitter van het bestuur van het NPRZ. Uitgangspunt in het programma is dat de huidige bewoners centraal staan. In de Tweebosbuurt is dat duidelijk niet het geval. Je zou mogen verwachten van een burgemeester, wanneer die ziet dat genomen besluiten zijn stad voor een bepaalde groep mensen in een moeras veranderen en daar vervolgens op wordt aangesproken, daartegen in het geweer komt. Hij zou tegen zijn wethouder kunnen zeggen dat een koers uit 2016 die totaal niet meer past bij de situatie in 2021, moet worden verlegd. Zitten we nog wel op de goede weg, is het niet eens tijd voor kritische reflectie? Steevast luidt zijn antwoord nee, want hij staat boven de partijen, moet leiding geven aan het politieke proces en wat is vastgelegd in de Woonvisie moet worden uitgevoerd.
De weg naar de hel is geplaveid met goede bedoelingen.
De sloop van de Tweebosbuurt is begonnen met de vermindering van de verhuurdersheffing. Vestia zag in dat sloop flink wat geld zou gaan opleveren. In feite heeft minister Ollongren alles voor ons verpest. Als dat niet was gebeurd, zou deze buurt uiteindelijk misschien toch wel weer eens zijn opgeknapt, na vijfendertig jaar.
Die prikkel heeft een domino-effect teweeg gebracht waardoor het hele sociale proces is overgeslagen. Alle aandacht was nodig voor het financiële proces. Vestia diende een sloopaanvraag in en moest het college om goedkeuring vragen. Tijd voor de bewoners was er niet. Die informeren we later wel. In een deugdelijk proces begint bij het begin en vervolgens ga je met elkaar in gesprek. Nu was er al een sociaal plan opgesteld voordat de bewoners ook maar over iets waren geïnformeerd. Er was totaal geen inspraak mogelijk en bewoners werden van begin af aan geconfronteerd met een intimiderend proces.
Vestia had drie jaar de tijd voor de sloop. Die termijn zou aflopen op 1 juli van dit jaar, maar door corona hebben woningcorporaties van de regering een jaar extra gekregen om te mogen slopen. Ook de herbouw mag een jaar langer duren.
De huurdersraad van Vestia gaf aan dat er eerst moest worden gebouwd en daarna pas gesloopt. De terreinen waarop nu Parkstad en de Leeuwenkuil worden ontwikkeld liggen al vele jaren braak. Daar had men kunnen beginnen met nieuwbouw van sociale woningen. Maar dat was niet de bedoeling. Er is ingezet op upgrading en men wilde juist af van de grote voorraad sociale woningen. Doel is om de bevolkingssamenstelling te veranderen. Er komen hier 101 woningen in het hoger huursegment (vanaf 1200 euro per maand) en 143 koopwoningen in het topsegment. Nieuwe sociale (huur)woningen zijn weggemoffeld in de marge.
In de nieuwbouwprojecten tegenover mij, worden kleine woningen met een vloeroppervlak van zo’n 50 m2, die rond de drie ton moeten gaan opbrengen, betaalbaar genoemd. De duurste woningen liggen rond de anderhalf miljoen.
De markt heeft maar één doel: winstmaximalisatie. Dus als je wonen aan de markt overlaat heeft dat tot gevolg dat de huren omhoog gaan en dat onderhoud tot het minimum wordt beperkt. Een simpele economische wetmatigheid. De markt doet precies wat je mag verwachten. Daarom zeg ik dat woningen geen verdienmodel mogen zijn. Wonen is een primaire levensbehoefte.
De bewoners zijn gedwongen tot uitverhuizen. De ervaring leert dat maar maximaal 20 procent van de zittende bewoners met terugkeergarantie, ook daadwerkelijk terugkeert. Bij de tweede verhuizing krijg je 500 euro vergoeding. Daar kun je een verhuizing niet van bekostigen en de meest sociale huurders beschikken niet over voldoende middelen om reserves te kunnen opbouwen.
De exorbitante stijging van de grondprijzen veroorzaakt de grote problemen. De gemeente kan goed verdienen wanneer grond voor hoge prijzen kan worden verkocht aan kapitaalkrachtige ontwikkelaars. Ook de WOZ-waarde van de nieuwe huizen gaat veel meer opleveren.
De essentie van dit alles is hoe we gemeenschapsgelden willen inzetten. De gemeente is een bestuursorgaan, maar als burgers zijn ‘wij’ ook de gemeente en daar zien we te weinig van terug. Er kunnen aanzienlijke winsten worden geboekt, wanneer we constructies zouden aanpakken die belastingontwijking stimuleren. Dan speel je vele miljarden vrij die de bevolking toekomen, waarmee je in een klap grote problemen kunt oplossen, zoals het lerarentekort, te grote klassen en te weinig hoogwaardig zorgpersoneel. Als we die zaken aanpakken, geeft dat ook een gelijkere verdeling van inkomens en vermogen. Dat willen we niet, daar kiezen we niet voor.
We zijn geïndoctrineerd door de gedachte dat corruptie normaal is. Gelukkig zijn er altijd nog wel ‘excentriekelingen. Die worden weggezet als gekken, maar hebben het wel bij het rechte eind als ze moord en brand roepen. “Jongens, jullie worden besodemieterd, word eens wakker!” Dat gebeurde hier op 19 april in de Tweebosbuurt. “Word wakker Rotterdam, vandaag wij, morgen jullie!” Nog veel meer mensen zijn straks aan de beurt. Ook wij proberen een signaal af te geven door te zeggen: word wakker, je wordt bestolen.
Intussen is de samenleving gepolariseerd. Iedereen kan zien dat veel zaken minder goed zijn geregeld dan vroeger. Toen was er bijvoorbeeld geen leenstelsel, maar studiefinanciering en kon je makkelijker aan een woning komen. Nu wordt er gezegd: jouw slechte sociaal economische positie wordt veroorzaakt door statushouders, arbeidersmigranten, moslims, vluchtelingen en asielzoekers. Voor politieke partijen is het lastig om te moeten uitleggen dat het belastingsysteem corrupt is, dat marktwerking in het woningbeleid niet werkt voor de massa en dat we worden gegeseld door falend beleid.
Het is niet uit te leggen dat jij of jouw kinderen geen huis kunnen vinden. Het is veel eenvoudiger om te zeggen dat de schuld ligt bij ongewenste mensen die de samenleving belemmeren, dan te moet verantwoorden dat de eigen woning in box 1 zit en dat hypotheekrenteaftrek en het eigen woning forfait vooral is bedoeld als een constructie waarvan vooral de rijken profiteren.
Populistische partijen begonnen bij Janmaat. Bijna schattig als je daar nu op terugkijkt. Maar aan wie ligt het nu, dat mensen massaal op die partijen stemmen. Dat ligt toch bij de samenleving, daar zijn we allemaal medeverantwoordelijk voor. De conservatieve partijen spinnen garen bij de verdeeldheid op links en de opmars van populistisch rechts. De grote buit is voor hun.
In Nederland wordt getolereerd dat het onderwijs ondermaats is. We tolereren dat het minimum loon en de uitkeringen nog steeds zo laag zijn dat mensen in armoede moeten leven, dus we tolereren dat er geen koppelingen zijn gemaakt met de gangbare loonontwikkelingen in Nederland en tolereren op de koop toe dat het arbeidersvolk wordt uitgemolken. Daar liggen de feitelijke oorzaken. Armoede is beleid. Asielzoekers hebben daar niets mee te maken.
Veel mensen achter de politieke partijen gaan voor het persoonlijk gewin. Ik wil aan de macht blijven en invloed kunnen uitoefenen. Als bijvoorbeeld meneer Wilders premier zou worden, zouden we moeten leven in een opgehitste angstcultuur. Maar even los gezien van zijn persoon, denk ik dat veel mensen hun geloof in de democratie hebben opgezegd. Een aanzienlijk deel van de bevolking stemt niet meer, zeker gezien op gemeenteraadsniveau in Rotterdam. We worden hier geregeerd door een kleine minderheid.
De VVD heeft het bezit van een eigen woning centraal gesteld, want dat is een van de laatste manieren waarop je nog een beetje eigen vermogen kunt opbouwen. Daar haakt de gewone man op aan en dat stimuleert het misplaatste conservatisme: behouden wat je hebt en niet willen delen. Gemeenschapszin ontbreekt. Feitelijk is de VVD natuurlijk een ondernemerspartij, gericht op de grote kapitalisten.
Er zijn vele factoren die de problemen van nu zo gecompliceerd en ongrijpbaar maken. Wat vooral zorgen baart is dat kinderen niet worden opgeleid tot kritische denkers, waardoor commerciële manipulatie en gebrek aan goede informatie hen kwetsbaar maken. Dat is één van de grootste mankementen van ons onderwijssysteem. Tegen mijn eigen kinderen zeg ik altijd dat ze niet klakkeloos moeten aannemen wat ik zeg omdat ik hun vader ben, maar dat ze altijd op onderzoek moeten uitgaan. Klopt het wel wat hij zegt, klopt het wel wat docenten beweren. Wees een luis in de pels. Dan ben je een kritische denker. Daar worden we allemaal beter van.
Door het politieke systeem niet goed genoeg worden bevonden en een buurt rucksichtslos slopen omdat de mensen die minder verdienen dan anderen niet meer goed genoeg worden bevonden voor die buurt. Dat is verwerpelijke bevolkingspolitiek. Een kwalijke tendens. Mensen worden hier gediscrimineerd op basis van hun inkomen. Ik schreeuw het van de daken, maar niemand luistert.
Volgens het Handelingsperspectief Afrikaanderwijk van het NPRZ, wordt het negatieve beeld van de Afrikaanderwijk bepaald door drukte, parkeerproblematiek en allochtonen. Allochtonen vormen een negatieve associatie. Ik ben een negatieve associatie. Vestia gebruikt dat als argument richting het gerechtshof, om aan te tonen dat de wijk slecht is, en niemand wil inzien dat er sprake is van discriminatie. Men neemt het van elkaar over alsof het de normaalste zaak van de wereld is. Krankjorum. Ooit komen ze tot inkeer, maar dan is het te laat.
Soms moest ik huilen als ik documenten doorlas. Lees ik het wel goed, staat hier echt wat ik lees. Over de bezwaarprocedure om de vogelnesten te beschermen, door ons gevoerd in het kader van de wet natuurbescherming, staat in de notitie van de landsadvocaat daarover, dat Parkstad alleen een succes kan worden als de Tweebosbuurt wordt gesloopt. Wij staan dat succes in de weg. Dan kook je van woede. Hoe durf je het op te schrijven.
De landsadvocaat is ingeschakeld door de gemeente. Die mensen kosten tussen de 500 en 750 euro per uur. Eén van de oud-partners is beschuldigd van zelfverrijking en adviseert om ons hier weg te sturen zodat Parkstad succes kan oogsten. Pas een beetje zelfreflectie toe. Zulke bizarre tarieven rekenen, ten laste van de gemeenschap.
Natuurlijk word je boos. Ik ben een jaar lang boos geweest. Ik kon een jaar lang niet slapen. Ik ging met boosheid naar bed en ik stond boos op. Ik kreeg nachtmerries. Iedere nacht droomde ik over Vestia. Dag en nacht boos zijn is niet gezond hoor. Dat hou je niet vol. Gelukkig is dat nu minder geworden.
Soms zat ik 18, 19 uur per dag achter mijn laptop, in de weer met volkshuisvesting. Ik hielp onze advocaat met het schrijven van antwoorden op de memorie van grieven van Vestia. De sociale advocaat kan al die documenten niet doorspitten. Dat kost te veel tijd, gezien de vergoeding die hij krijgt per cliënt. De sociale advocatuur wordt afgeknepen. Om goed te zijn voorbereid op onze zaak, moesten we zelf ook wat leveren. Daar zijn veel uren in gaan zitten. Ik had totaal geen verstand van volkshuisvesting. Die kennis moet je eigen maken. Het begon met googelen en vervolgens onderzoek doen door het lezen van rapporten, stukken en artikelen, uitspraken van de minister volgen, wat hebben de gemeente, Vestia in het verleden gezegd, wat is daar van vastgelegd, wat beoogt het NPRZ, wat doet het waarborgfonds, waar staat Aedes voor.
Ik heb nu een uitkering, maar wil weer aan de slag. In de afgelopen vijftien maanden heb ik wel wat geleerd. Die kennis breng ik in praktijk door buurtgenoten te helpen. Dat doe ik graag. Ik begeleid nu zo’n twaalf mensen uit deze buurt, door voor ze te schrijven, te begeleiden in gesprekken met Vestia en mee te gaan naar rechtszaken. Het is mooi als ik me ook kan inzetten voor andere buurten. Ik weet hoe je een bewonerscommissie kan optuigen, waar je wel of niet over mag praten, hoe de wet in elkaar steekt. Uit andere buurten word ik al benaderd met vragen over herstructurering en renovatieprojecten. Ik adviseer die mensen om te voorkomen dat woningcorporaties over ze heenlopen. Het zou mooi zijn als ik daar een boterham mee kan maken.
Ik kan de woningcorporatie zo uitleggen hoe je een wijk kunt herstructureren zonder het eigen gelijk bij de rechter te moeten afdwingen. We gaan slopen, we gaan iedereen dagvaarden en we gaan iedereen bang maken. Dan creëer je dwangmiddelen waarmee je al heel wat bewoners kunt afschudden. Sommige woningcorporaties kiezen doelbewust voor deze tactiek. Het gebeurt op onze manier en als je het daar niet mee eens bent vechten we het wel uit bij de rechter.
Van respect voor zittende bewoners, hun sociaalmaatschappelijke kaders en de cultuurhistorische waarden van hun buurt, komt weinig terecht op het moment dat het rijk 27 miljoen euro aan de woningcorporatie geeft en daarmee stimuleert om te gaan slopen. Verwacht dan geen respect. Dat komt met name omdat Vestia technisch failliet is en elk miljoen dat binnenkomt goed kan gebruiken in haar overlevingsstrategie. Dit was nooit gebeurd als ze nu een sterke organisatie met een gezonde financiële basis zou zijn. Huurders worden gebruikt als doekje voor het bloeden.
Binnen de taken van de Autoriteit Woningcorporatie, de toezichthouder, valt ‘corporate governance’. Dat houdt verband met hoe besluiten tot stand komen. Zij moeten inzien dat het toezicht in het verleden beter was geregeld, omdat die meer was geënt op de positie van de huurders. Tegenwoordig is dat minder omdat wordt verwacht dat alles met de overlegwet wel goed geregeld is. Die overlegwet is een papieren tijger. Je mag advies uitbrengen over bepaalde zaken. Dat heeft veel te maken met onze kijk op de samenleving. Als je daar niets in bijstelt, verbetert er niets aan de positie van burgers.
Dat is nu wel duidelijk geworden bij de meeste politieke partijen. Bewoners in Wielewaal, Tweebosbuurt en Patrimonium’s hof hadden veel meer inspraak moeten krijgen. Nu tijgen bewoners keer op keer naar de rechter. Dat is toch niet de manier waarop je met bewoners wilt omgaan. Het zijn jouw huurders, jouw kinderen. die drijf je toch niet naar de rechtbank.
Gelukkig zie je wel een kentering ontstaan. Natuurlijk moeten we dat eerst zien en dan geloven. Na de formatiebesprekingen, gemeenteraadsverkiezingen weten we pas echt of men daar werk van gaat maken, want anders zijn dat loze beloften geweest. Ze krijgen een nieuwe kans. We hebben ook geen andere keuze. Laat ze het maar waarmaken.
Sloop is een maatschappelijke casus van hoe het niet moet. Hier kun je echt veel van leren, als je wilt. De Tweebosbuurt is mijn leerboek.
© Roland Huguenin juni 2021